17 NOVEMBER 2023

De H. Johannes de Doper,
diepgelukkige veerman voor de zielen

IK zou graag zijn zoals die grote heilige, uw neef en voorloper op aarde, van wie de houding en de woorden mij vandaag diep treffen. Hij ging rond aan de oevers van de Jordaan, met een ongeëvenaarde liefde voor u, zijn Meester, met een volmaakte vriendelijkheid en wijsheid voor wie tot hem kwam en wachtend op uw teken, uw roep. Verbaasd drongen zijn leerlingen er bij hem op aan dat hij al die mensen aan zich zou binden, uit schrik dat ze anders niet bij hem zouden blijven. «Hij die met u was en over wie gij getuigenis hebt afgelegd: ze gaan allen naar Hem!» Maar Johannes toonde onverstoord zijn weg; hij was slechts een getuige die je ontmoet en voorbijgaat in de richting die hij je wijst. De zielen gingen naar Hem die hij aanwees en keken zelfs niet om naar deze eeuwig eenzame man, van wie de gelukkige blik zou verwonderd hebben.

Op een dag, op een keer, hoorde iemand hem toch zijn geheim prijsgeven. Het was een verblindende lichtflits. «Niemand kan beslag op iets leggen, tenzij het hem gegeven is uit de Hemel. Gij zelf zijt mijn getuigen dat ik gezegd heb: “Niet ik ben de Christus, maar ik ben Hem vooruit gezonden.” Hij die de bruid bezit, is de bruidegom; maar de vriend van de bruidegom, hij staat naar Hem te luisteren en is al zielsverheugd als hij de stem van de bruidegom hoort. Dit is mijn vreugde en ze is volkomen; Hij moet groter worden, maar ik moet kleiner worden

De stem van hem die roept in de woestijn! Nooit heeft een menselijke stem het mysterie van de liefde met zoveel waarheid verkondigt. Hoe kunnen wij nemen en bezitten wat ons niet van Boven is gegeven?  Niemand zou het verdragen om een mus vast te binden aan de tak die haar draagt, terwijl ze maar één ding wil: vliegen! En onze ziel is meer dan een mus!  Hoe kunnen wij tegenhouden en aan ons binden wie zingend op weg zijn naar de woning van de Bruidegom?

Ja, ook ik zou later graag op dat feest de vriend zijn van de Bruidegom, daar in mijn nacht neergezet om de genodigden de weg naar het Huis te tonen. En als ik de bruid zelf mag voorgaan en de eerste woorden mag horen van de onuitsprekelijke dialoog, zal ik nooit meer droef of eenzaam zijn. Ik weet dat voor zo’n diensten de hoogste beloning beloofd is. Ik zeg u in waarheid, de bruid zelf, overtuigd dat haar bruidegom het goed vindt, zal haar trouwe gids uitnodigen op de Bruiloft; en niet meer als dienaar, maar als vriend: «Vriend, treed binnen in de vreugde van uw meester», zal ze hem lieflijk zeggen.

Jezus, onuitsprekelijke tederheid, houd mij weg van elke dwaze en leugenachtige genegenheid, behoed mij voor elke valse liefde. Alleen U wil ik kennen en beminnen. Ik wil van de zielen die langs mij komen om hun weg te zoeken enkel de gids zijn die hen bij U brengt.

Nu weet ik dat deze vreugde, de enige die volmaakt puur is, groter is dan alle bezittingen. Het is de vreugde te horen hoe uw liefdevolle stem de nieuwe bruid verwelkomt op de drempel van uw eeuwige woning. Ik zal de veerman zijn die op zijn eentje terugkeert naar onze aardse oever, om tot aan de zonsopgang weer nieuwe genodigden naar het bruiloftsfeest van uw Koninkrijk te brengen. Zowel op de heenreis als op de terugreis vaart mijn bootje met zijn mysterieuze lading onder de leiding van een diepgelukkige veerman!

Abbé Georges de Nantes
uittreksels uit de «Page mystique» nr. 30, januari 1971