25 DECEMBER 2024

Kerstmis: een historische gebeurtenis 
verteld door Sint-Lucas

HET Evangelie van Sint-Lucas vertelt ons in detail de geboorte van Jezus in Bethlehem. Het begint met de beroemdste persoon van die tijd te vernoemen, Caesar Augustus. De volkstelling die de keizer liet uitvoeren onder de bevolking van zijn rijk was voor de Joden een opperste teken van mateloosheid. Maar in feite was het slechts de door de H. Voorzienigheid geschapen gelegenheid om Maria en Jozef van Nazareth naar Bethlehem te brengen.

Lucas, die historisch zeer nauwkeurig te werk gaat, neemt niet de moeite om de gebeurtenis te dateren omdat de geboorte van de Zoon van God het nieuwe centrum van de geschiedenis wordt, het nieuwe referentiepunt. De volkstelling dateert dus van... de geboorte van Jezus! Het was de avond van 24 december van het jaar 1 vóór de christelijke jaartelling (zie L'an 1 de son ère, Jésus naquit à Bethléem, door broeder Bruno Bonnet-Eymard, CRC nr. 362, december 1999).

«Ook Jozef trok op en omdat hij behoorde tot het huis en geslacht van David, ging hij van Galilea uit de stad Nazareth naar Judea, naar de stad van David, Bethlehem geheten, om zich te laten inschrijven samen met Maria, zijn verloofde, die zwanger was.»

Sint-Jozef had de reis voor deze administratieve formaliteit in zijn eentje kunnen maken. Maar in Bethlehem stond zijn ouderlijk huis en hij had besloten om Maria, ondanks haar vergevorderde zwangerschap, daarheen te brengen met de bedoeling zich er permanent te vestigen. Het leek hem des te opportuner omdat hij uit de profetieën wist dat de Messias in Bethlehem, de stad van David, geboren moest worden.

«Terwijl zij daar verbleven, brak het uur aan waarop zij moeder zou worden.» Maar «er was  voor hen geen plaats in de zaal», dat wil zeggen de gemeenschappelijke ruimte in het huis van de familie van Jozef. Alle familieleden waren namelijk bijeengekomen in Bethlehem voor de volkstelling: wat een chaos om er een Goddelijk Kind in ter wereld te brengen! Dus zochten ze een rustig toevluchtsoord in een aangrenzende kamer die als stal werd gebruikt, waar ook de os en de ezel verbleven.

Lucas vertelt ons de geboorte met een heerlijke schroom en delicaatheid: «Ze baarde haar eerstgeboren zoon, wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een kribbe.»

Zij is in extase en aanbidding. Zij moet niet herstellen van de vermoeidheid en de pijn die het lot zijn van Eva’s dochters en zorgt zelf voor haar kindje. Het is in deze ongehoorde eenzaamheid dat de meest buitengewone gebeurtenis in de geschiedenis plaatsvindt, dat de profetieën van Isaïas, Daniël en zovele anderen in vervulling gaan, dat de duizendjarige hoop van Israël wordt verwezenlijkt: God verschijnt in de wereld.

Hij is de «eerstgeboren» zoon van Maria, de eerstgeborene van een menigte broeders: wij, gedoopten, kinderen van Maria. Het is duidelijk: in het Evangelie ontdekken we de kiem van alle voorrechten van Onze-Lieve-Vrouw die vandaag het voorwerp zijn van onze devotie van eerherstel. Na haar Onbevlekte Ontvangenis, haar Middelaarschap, haar eeuwigdurende Maagdelijkheid wordt hier haar universele Moederschap aangekondigd. En we zijn nog niet aan het einde van onze ontdekkingen...

«Zij bracht ter wereld… ze wikkelde in doeken… ze legde neer…» Het draait allemaal om haar! Sint-Jozef verdwijnt in de schaduw. Hij wil ook niets liever en zijn tranen blijven maar vloeien terwijl hij het hele gebeuren beschouwt.

Ook de engelen die uit de Hemel zijn neergedaald naar deze nederige stal missen geen ogenblik van het schouwspel. Binnen enkele ogenblikken zijn het precies deze twee gebaren van Maria, «ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een kribbe», die ze als herkenningsteken aan de herders zullen geven.

En ja, na zich te hebben overgegeven aan de aanbidding en tederheid van Maria en Jozef, moet Jezus aan zijn audiënties beginnen en gaan de engelen op weg om zijn onderdanen op te roepen.

Te beginnen met de herders. Herders zoals David was, in diezelfde streek van Bethlehem; herders zoals Jezus, onze Goede Herder, het zal zijn. Het zijn arme, ruwe mensen, maar hun beroep houdt hen weg van de steden Jeruzalem en Bethlehem, die vijandig of onverschillig tegenover Jezus staan. Van eeuw tot eeuw heeft de Hemel altijd een speciale voorliefde gehad voor herders, tot aan de drie herderskinderen van Fatima toe.

En: «Plotseling stond een engel des Heren voor hen en zij werden omstraald door de glorie des Heren.»

Dit is een theofanie, een visioen van God. De engel kalmeert hun religieuze angst en kondigt het goede nieuws aan: «Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer, in de stad van David.» Christus is de Koning, de verwachte Messias die de goddelijke zalving heeft ontvangen. En de engel noemt hem “Heer”, wat God betekent. Deze Verlosser, deze Messias, is God die mens is geworden. Wat een grootsheid! En toch is hier het teken dat de hemelse boodschapper hun geeft: «Gij zult het pasgeboren kind vinden, in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe.»

Dit teken van Kerstmis is door de eeuwen heen ook een test voor ons geloof: we worden gevraagd een God die kind werd te aanbidden, een Verlosser in een wieg, een armoedige Koning. Toch openbaart God zich veel beter in deze vernedering dan in het mooiste paleis! De Zoon van God overklast alle concurrentie door ervoor te kiezen om zichzelf te openbaren in een stal, op stro, tussen een os en een ezel. Niemand heeft dat ooit gedaan!

En toch is deze kleinheid vanavond gehuld in hemelse pracht, want «Opeens voegde zich bij de engel een hemelse heerschare; zij verheerlijkten God met de woorden: “Eer aan God in den hoge en op aarde vrede aan de mensen in wie Hij welbehagen heeft.”» Dit is met zijn licht en engelenmuziek de mooiste theofanie in de hele Bijbel.

Natuurlijk reppen de herders zich naar de kribbe. «Ze haastten zich er heen en vonden Maria en Jozef en het pasgeboren kind, dat in de kribbe lag.»

In dit stadje Bethlehem, waarvan de naam “huis van brood” betekent, ligt in een kribbe Diegene die dertig jaar later zal leren dat Hij het Levende Brood is dat uit de Hemel neerdaalt… Wat een voorafbeelding! De H. Maagd toont Hem aan de herders zodat ze Hem kunnen omhelzen, net zoals zij Hem ons vandaag aanbiedt om te eten, als ons eucharistisch Brood, tijdens onze communies van eerherstel. Daarom is Jezus mens geworden!

Terwijl de herders weer vertrekken om het goede nieuws te verkondigen, «bewaarde Maria al deze woorden in haar hart en overwoog ze bij zichzelf.»  Dit vers is de basis van onze devotie tot het Onbevlekte Hart van Maria! Discreet aangeduid door Sint-Lucas, wordt het duidelijk dat zij de hoofdpersoon en de bron is van dit verhaal over de geboorte van onze goddelijke Verlosser, die we willen aanbidden, eren en van harte liefhebben op deze heilige dag van Kerstmis.

Broeder Guy van de Barmhartigheid
Uittreksels uit Il est ressuscité! nr. 249 van november 2023