De profetie van Jezus
over het einde van de tijden

ONZE-LIEVE-HEER is aan het eindpunt van zijn controversen gekomen. Het contact met de religieuze en gerechtelijke machten in Jeruzalem is verbroken en Jezus is al ter dood veroordeeld nog voordat Hij geoordeeld is, omdat Hij in alle twistgesprekken de overhand had over zijn tegenstanders. Jezus heeft de mensen laten nadenken over zijn eigen Mysterie. Hij is de Mensenzoon over wie gesproken werd, Hij heeft geen andere Vader dan God en Hij zal het verdienen om aan de rechterhand van diens macht te zitten, gezegend door God en met al zijn vijanden onder zijn voeten.

Vandaag zullen we zien hoe de woorden van Jezus, die de kosmische rampen van het einde der tijden voorspellen, ons meevoeren naar een verheven Wijsheid die niet van mensen komt. We volgen het relaas van Marcus (hoofdstuk 13).

«Maar na die verschrikkingen zal in die dagen de zon verduisteren en de maan geen licht meer geven; de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse heerscharen in verwarring geraken.»

Het volgende vers is heel belangrijk: «Dan zullen zij de Mensenzoon zien komen op de wolken – we gaan van het kosmische teken over naar de manifestatie van Jezus, omgeven door alle onzichtbare krachten van de Hemel, voor alle mensen die op aarde leven – met grote macht en heerlijkheid.»  De almacht en de glorie zijn de twee eigenschappen van God, in het Oude Testament én in het Nieuwe.

«Dan zal Hij zijn engelen uitzenden om zijn uitverkorenen te verzamelen uit de vier windstreken, van het einde der aarde tot het uiteinde des hemels.» Dat betekent: uit de triomferende Kerk, de lijdende Kerk en de strijdende Kerk. Allen die Christus toebehoren, zullen door de engelen worden verzameld. Het gaat om het Laatste Oordeel.

Om de vraag te beantwoorden: “Wat zal het teken zijn dat dit alles gaat gebeuren?” geeft  Jezus het perfecte antwoord in de gelijkenis van de vijgenboom.

«Trekt uit de vergelijking met de vijgenboom deze les: Wanneer zijn twijgen al zacht worden en beginnen uit te botten, weet ge dat de zomer in aantocht is. Zo ook, wanneer gij deze dingen ziet, weet dan dat het nabij is, ja voor de deur staat. Voorwaar, Ik zeg u: dit geslacht zal niet voorbijgaan, totdat dit alles gebeurd is. Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar mijn woorden zullen niet voorbijgaan.» Tot nu toe heeft niets deze voorspelling van Jezus tegengesproken. Niets zal ze ooit weerleggen. We gaan de eindtijd binnen.

«Van die dag – de dag van Jahweh – of dat uur weet niemand af, zelfs niet de engelen in de Hemel, zelfs niet de Zoon, maar de Vader alleen.» Dit vers is heel bijzonder. Er staat duidelijk in bevestigd dat Jezus de Zoon is. Tussen Jezus en de Vader staat het feit dat Jezus de enige Zoon is en dat God zijn Vader is, de Vader van de enige Zoon. Er is dus een band. Aan de andere kant is er een verschil tussen hen, omdat de Vader iets weet dat de Zoon niet weet. Dit komt door het Mysterie van de Menswording. Het belangrijkste voor de apostelen en voor ieder van ons is om op onze hoede en waakzaam te zijn.

«Weest op uw hoede; weest waakzaam – wees oplettend, blijf wakker en let op – want gij weet niet wanneer het ogenblik daar is.» Dit is dé gebeurtenis, de Gebeurtenis der gebeurtenissen. Er was een eerste gebeurtenis toen Jezus zijn openbare leven inging en het Rijk Gods begon. Maar dit moment is het ogenblik van het absolute einde. En Jezus spreekt opnieuw in een gelijkenis.

«Het is er mee als met een man die in het buitenland vertoeft. Hijzelf is het die weggaat, die hen verlaat. Bij het verlaten van zijn huis heeft hij aan zijn dienaars het beheer overgedragen, – de ingestelde Kerk heeft de macht om alles te doen in zijn Naam en zelfs grotere dingen dan die Hij heeft gedaan – aan ieder zijn taak toegewezen en de deurwachter bevolen waakzaam te zijn.  Weest dus waakzaam, want ge weet niet wanneer de heer des huizes komt, – de Mensenzoon zal komen, plotseling verschijnen om te oordelen over de wereld – ‘s avonds laat of midden in de nacht, bij het haangekraai of ‘s morgens vroeg. Als hij onverwachts komt, laat hij u dan niet slapend vinden – geestelijk dood. En wat Ik tot u zeg, zeg Ik tot allen: weest waakzaam!» 

Het is geweldig! Dit is het laatste onderricht van Onze-Lieve-Heer vóór zijn lijdensweg. Hij opent onze blik op de geschiedenis van de wereld en op de joodse geschiedenis in het bijzonder, zo’n weidse blik dat de hele Apocalyps van Sint-Jan en de openbaringen bij Sint-Paulus van dit grote betoog afhangen.

Jezus is de meester van de geschiedenis. Jeruzalem zal gestraft worden omdat het Hem niet heeft ontvangen. De wereld zal ontwricht worden door de grote strijd tussen de stad van God en de stad van de mensen, totdat de Mensenzoon terugkeert in al zijn glorie om te oordelen over de levenden en de doden. Daarom dit advies aan iedereen: “Houd je ogen wijd open, slaap niet, het zal onverwacht gebeuren. Waak en bid dan, bewaar je hart voor Christus, volhard in het geloof, want wie in het geloof heeft volhard tot het einde zal gered worden.” Amen.

Abbé Georges de Nantes
Uittreksels uit de retraite over het Evangelie volgens Marcus (1986)