13 OKTOBER 2024
Als je van iemand houdt, wil je hem volgen,
zoals Charles de Foucauld het ons voordeed
IS Jezus liefhebben echt zo moeilijk? Ja dus, want vanuit onze eigen natuur, met de erfzonde die op ons weegt, is Jezus liefhebben een te grote inspanning voor ons. Maar het is Jezus zelf die ons komt zoeken. Kijk naar de H. Charles de Foucauld: het was onze allerliefste hemelse Vader die hem vanuit de Hemel aantrok, zoals Onze-Lieve-Heer in het Evangelie zei: «Niemand komt tot Mij tenzij mijn hemelse Vader hem aantrekt, en wie tot Mij komt, zal Ik niet buiten werpen.» Wat een heerlijk woord!
Laten we eens kijken naar Charles de Foucauld, een zeer rijk man, een gulle gever die graag de vriendschap van zijn kameraden zocht door hen uit te nodigen voor grote feestgelagen. Hij leek echt op de rijke jongeman uit het Evangelie. Maar in tegenstelling tot die jongeman begreep hij, vanaf het ogenblik waarop hij besefte dat Jezus bestond, dat hij nog maar alleen voor Hem kon leven. Wat een voorbeeld! Allereerst: wat een zaligheid voor Charles de Foucauld, een losbandige jongeman die op weg was naar de ondergang. En plots slaat hij volledig om. Hij hoort de oproep van de Meester om Hem te volgen, maar hij doet niet zoals de rijke jongeman in het Evangelie die zich van Jezus afkeert en bedroefd weggaat, terwijl Jezus zelf nog bedroefder achterblijft! Charles de Foucauld besluit Jezus te volgen.
Dus het eerste wat we moeten beslissen is: Christus liefhebben. Ervan houden om in een kapel, in een kerk of in de eenzaamheid van de natuur te zijn, denkend aan Hem en aan alle weldaden die we Hem verschuldigd zijn, en er Hem met liefde voor bedankend. In de stilte zijn we met Hem zoals met een vriend: volmaakt, mooi, wijs, zuiver, edelmoedig, zo vriendelijk, zo bewonderenswaardig.
In het begin is het een beetje moeilijk voor onze natuur, die er altijd maar op uit is om vermaakt te worden, te bewegen, zich op te winden, naar links en rechts te kijken. Maar beetje bij beetje slagen we erin om dit kleine obstakel van ons natuurlijke ongeduld en onze nervositeit te overwinnen. Heel langzaamaan worden de ogenblikken minuten, worden de minuten uren. Charles van Jezus bracht uren door in de Sint-Augustinuskerk in Parijs, in stilte voor het H. Sacrament, diep gelukkig zoals hij nog nooit was geweest.
Als je iemand liefhebt, wil je hem volgen. De beslissing dringt zich onweerstaanbaar op om alles achter te laten en degene van wie je houdt achterna te gaan.
Wij zouden graag in onszelf een oprechte liefde voor het H. Hart van Jezus doen groeien. Dat is gemakkelijk. Kijk naar het tabernakel, naar het H. Aanschijn, naar Jezus aan het Kruis en zeg in de stilte: “Jezus, ik hou van U.” Als men in de ban van de liefde voor iemand is, spreekt men wat verlegen en zenuwachtig die gewijde woorden uit tegen de persoon van wie men houdt. Maar wanneer een mens dat tegen Jezus zegt, is er grote vreugde in de Hemel. Het Hart van Jezus is ontroerd als het ziet dat één van zijn schepselen zich naar Hem wendt en Hem dit liefdesgeheim toefluistert, dat nooit meer voorbij zal gaan.
Dat is wat pater de Foucauld heeft gedaan. Zodra die woorden van liefde zijn uitgesproken, zijn we blij dat we van elkaar kunnen houden. En omdat Jezus ons de weg heeft gewezen, hoeven we ons alleen maar aan Hem vast te klampen. «Kom en volg Mij!» Wanneer Jezus deze prachtige woorden tegen ons zegt, zweren we in ons hart de eed dat we, nu we Hem gevonden hebben, Hem nooit meer willen verliezen.
Zo werd Charles de Foucauld zijn leven lang geleid door één enkele influistering: Jezus volgen, zijn ware leerling zijn. Dat bracht hem tot diep in de woestijn en naar het martelaarschap. Laten we vandaag denken aan broeder Charles van Jezus, die als eerste het aangrijpende Hart-en-Kruis op zijn kandora droeg. Het hart van de leerling en het Hart van de Meester zijn nog slechts één, op voorwaarde dat de leerling aanvaardt om elke dag zijn kruis op te nemen en Jezus te volgen in zijn liefde.
Abbé Georges de Nantes
Uittreksels uit de preek van 15 juni 1996