8 SEPTEMBER 2024

Het Hart van Jezus in het Evangelie

GELIEFDE broeders en zusters, ik heb in mijn leven veel christenen ontmoet die koud leken te blijven als ze het Evangelie of het commentaar erop lazen. Ze vonden Jezus niet beminnelijk. Hoe kan je dit verklaren? Misschien zijn er te veel eentonige verhalen, misschien worden ze onoplettend gelezen... Wij worden gestraft waar we gezondigd hebben.

In plaats van er dieper op in te gaan, in plaats van onszelf te verrijken door het Evangelie te lezen en erover te mediteren, raakten we eraan gewend; en toen kwam de zonde, misschien de verharding van ons hart, de middelmatigheid. Uiteindelijk raakt de onvergelijkelijke schat van de Evangelies, de Openbaring van Christus, de Zoon van God die mens is geworden om ons te redden, ons niet eens meer.

Laten we in dit jaar waarin de Kerk ons uitnodigt om te mediteren over het Evangelie van Marcus, luisteren naar het kloppen van het Hart van Jezus.

Jezus heeft gewoon een goed Hart. Hij is gemakkelijk te benaderen. Je zou niet geloven dat Hij de Zoon van God is: de mensen duwen en trekken zo aan Hem dat Hij bijna stikt. Ze dringen zich op. Hij wil de mensen bevrijden van alle geboden die de valse traditie van de Farizeeën hun had opgelegd, met andere woorden van de regeltjes, het ene nog kleingeestiger dan het andere. Jezus wilde hen bevrijden uit dit keurslijf dat niet van God kwam, maar van mensen.

Jezus heeft een medelijdend Hart, oneindig medelijdend, zo medelijdend dat Hij dingen doet die Hij eigenlijk niet wil doen. Op een dag liep een melaatse naar Hem toe en raakte Hem aan. In plaats van hem weg te duwen, omdat hij een besmette man was die zijn wettelijk vastgestelde onreinheid op Hem zou overdragen, met alle gevolgen van dien – Hij zou de steden niet meer binnen kunnen – liet Jezus zich aanraken. Hij had het niet moeten doen, maar het was te laat! Hij was door medelijden bewogen, vertelt het Evangelie ons. Hij luisterde enkel naar zijn ontroerde en barmhartige Hart en genas de melaatse.

Jezus is heel liefdevol. We dringen steeds dieper door tot in zijn Hart als we beseffen hoeveel Hij geeft om zijn apostelen en de heilige vrouwen die Hem volgen. Zij doen Gods wil en Jezus houdt meer van hen dan men van een broer of zus houdt. Op een dag ontmoette Jezus een man die een beetje apart was, maar die wel in staat was om op zijn oproep in te gaan; Hij keek hem aan, hield van hem en nodigde hem uit om Hem te volgen. Helaas, deze jongeman is te rijk en vertrekt. Heb je ooit nagedacht over deze dolk in het Hart van Jezus die liefheeft, maar niet vaak wordt terugbetaald?

Jezus is barmhartig, oneindig barmhartig voor alle sukkelaars die Hij ontmoet. Hij is maar met één ding bezig: de duivel die hen kwelt uitdrijven, hen genezen van hun geestelijke wonden, hun zonden vergeven zodat ze opnieuw in vriendschap met God de Vader en Hemzelf kunnen leven.

Jezus is geduldig met zijn apostelen die zijn leer maar langzaam begrijpen, of op een heel aardse manier…

Jezus was er ook op gebrand om de mensen te verdedigen tegen de valse autoriteiten. Al die Farizeeën en Schriftgeleerden die de mensen onophoudelijk bespotten ... en hun geld stelen onder het mom van de Wet! Het waren niet-bestaande autoriteiten, onderdrukkers van het volk. Jezus sprak zich krachtig en boos tegen hen uit om hun hypocrisie te ontmaskeren en de mensen uit hun greep te bevrijden.

Maar Jezus houdt van hen die in de praktijk brengen wat Hij predikt. Jezus houdt van de trouwe gelovigen, Hij houdt van zijn leerlingen. Tegen ons, die hier vandaag in de H. Mis aanwezig zijn, zegt Hij dat wij zijn moeder en zijn broeders zijn als we doen wat God wil. Aan hen die alles hebben achtergelaten belooft Hij het honderdvoud al in deze wereld, met vervolgingen, en het eeuwige leven.

Maar op hetzelfde ogenblik dat deze sublieme toespraken werden gehouden, vertelt Sint-Marcus, als ooggetuige, een charmant feitje uit het leven, dat eens te meer de fijngevoeligheid van Jezus’ Hart openbaart:

Hij ging tegenover de offerkist zitten en keek toe, hoe het volk koperstukken daarin wierp, terwijl menige rijke er veel in liet vallen. Er kwam ook een arme weduwe, die er twee penningen ter waarde van een cent in wierp. Hij riep nu zijn leerlingen bij zich en sprak: “Voorwaar, Ik zeg u: die arme weduwe heeft het meest geofferd van allen die iets in de offerkist wierpen; allen wierpen ze er iets in van hun overvloed, maar zij offerde van haar armoe al wat ze bezat, alles waar ze van leven moest.”

Het plechtige karakter van deze woorden is buitengewoon indrukwekkend. Het is echt een blijk van de goddelijkheid van Onze-Lieve-Heer: Hij ziet tot in de diepste plooien van de zielen. Hij kent de heldhaftigheid van het gebaar van deze arme weduwe, want ze nam wat ze zelf nodig had en gaf het weg. Een bewijs van buitengewoon geloof en vertrouwen in God.

Jezus leert ons hoe God de diepten van de harten van de mensen doorgrondt en de ware verdiensten van ieders daden afweegt. Hij laat zich geen rad voor de ogen draaien. Dus al die mensen die ostentatief hun beurs uitstortten, zullen op de dag des oordeels zien wat God met hun geld heeft gedaan! Maar deze arme weduwe zal oneindig beloond worden. Deze charmante anekdote laat ons zien dat het Hart van God aandacht heeft voor het kleinste van onze offers en ze allemaal beloont. Wat een Hart, mijn beminde broeders!

Abbé Georges de Nantes
Uittreksels uit de preek van 14 september 1986