28 JULI 2024
Het schitterende wonder
van de broodvermenigvuldiging
TOEN de apostelen van hun missietocht terugkwamen en «Hem alles vertelden wat ze hadden gedaan», nodigde Onze-Lieve-Heer hen teder uit: «Kom nu eens zelf mee naar een eenzame plaats om alleen te zijn en rust daar wat uit.» Want, zoals de H. Petrus zegt: «Er waren vele mensen die kwamen en gingen en ze hadden zelfs geen tijd om te eten!»
«Ze vertrokken dus met de boot naar een eenzame plaats. Toen de mensen hen zagen weggaan, begrepen velen het en uit alle steden kwamen ze daar te voet naartoe en waren hen voor» (Mc 6, 31-33).
We voelen het enthousiasme van het volk: zodra ze begrijpen waar Jezus naartoe gaat, rennen ze Hem vooruit. Ze bewonderen Hem, ze houden van Hem om zijn schoonheid, zijn uitstraling, de wijsheid van zijn woorden. Maar toch vooral, zoals Sint-Jan opmerkt, «omdat ze de wonderen zagen die Hij aan zieken deed» (Jo 6, 2). Het blijft een louter menselijke gehechtheid, een oppervlakkige zelfs.
Van rusten is in ieder geval geen sprake meer.
«Jezus besteeg het gebergte, en zette zich daar met zijn leerlingen neer. Het was kort voor Pasen, het feest van de Joden. Toen Jezus nu de ogen opsloeg en een talrijke menigte tot zich zag komen, sprak Hij tot Filippus: “Waar zullen wij brood kopen zodat ze kunnen eten?” Dit zei Hij echter om hem op de proef te stellen, want zelf wist Hij goed wat Hij zou doen. Filippus antwoordde Hem: “Voor tweehonderd tienlingen is niet genoeg, als ieder van hen een stukje krijgt.” Eén van zijn leerlingen, Andreas, de broer van Simon Petrus, zei tot Hem: “Hier is een jongen die vijf gerstebroden heeft en twee vissen; maar wat betekent dat voor zovelen?” Jezus sprak: “Laat de mensen gaan zitten.” Er stond nu veel gras op die plaats. Ze gingen dus zitten; er waren ongeveer vijfduizend mannen» (Jo 6, 1-10).
«Toen nam Hij de vijf broden en de twee vissen, zag op naar de Hemel en sprak er de zegen over uit. Hij brak de broden en gaf ze aan zijn leerlingen, om ze hun aan te bieden; ook de twee vissen verdeelde Hij onder hen. Allen aten en werden verzadigd» (Mc 6, 41-42).
Een schitterend wonder! Jezus verricht het uit barmhartigheid voor de uitgehongerde menigte en vooral om zijn Eucharistie aan te kondigen, het dagelijkse banket waarmee Hij zijn Kerk zal voeden en het bruiloftsmaal in de Hemel! Het is het grote verlangen van zijn Eucharistische Hart dat het de vrucht zal zijn van zijn offer aan het Kruis.
«En toen zij waren verzadigd, zei Hij tegen zijn leerlingen: “Verzamel de overgeschoten brokken opdat er niets verloren gaat.” Zij verzamelden ze dus en vulden twaalf korven met de brokken van de vijf gerstebroden, die na het eten waren overgebleven. Bij het zien van het teken dat Jezus gedaan had, zeiden de mensen: “Dit is waarlijk de profeet die in de wereld moet komen” (Jo 6, 12-14).
Het volk barst van enthousiasme! Eindelijk hebben deze mensen, waarvan Sint-Marcus schrijft dat ze als een kudde zonder herder zijn, hun Leider gevonden, die de wonderen van Mozes in de woestijn overtreft! “Dit is de Messias! Laat Hij ons leiden naar een nieuwe Exodus, de bevrijding is nabij!”
«Daar Jezus nu voorzag dat ze Hem zouden meevoeren om Hem tot koning uit te roepen, trok Hij zich heel alleen weer in het gebergte terug» (Jo 6, 15). Hij smoort de “manifestatie” die op gang komt in de kiem. De H. Mattheüs, een ooggetuige van het gebeuren, vertelt:
«Onmiddellijk daarna dwong Hij zijn leerlingen [die allicht net zo opgewonden waren als de menigte] scheep te gaan en vóór Hem uit naar de overkant over te steken; intussen zond Hij de menigte heen. En nadat Hij het volk had heengezonden, besteeg Hij de berg om in de eenzaamheid te bidden» (Mt 14,22-23).
De menigte verwacht een tijdelijke bevrijding en een overvloed aan materiële goederen. Maar Jezus is niet voor dat doel gekomen. Hij kwam om alle harten te veroveren voor zijn Liefde. En daartoe is het Kruis nodig zodat zijn H. Geest die wereldse harten kan zuiveren en verheffen. En omdat zijn Offer Hem voor ogen staat, zoekt Jezus zijn toevlucht in de eenzaamheid bij zijn Vader, in wie Hij kracht en troost vindt. Ook de H. Maagd Maria, die alles heeft gezien en begrepen, weet goed dat dit onbegrip van het volk haar Zoon naar het Kruis zal voeren. Bij de gedachte eraan alleen al doorboort een zwaard van droefheid haar Hart.
Broeder Bruno van Jezus-Maria
Uittreksel uit een artikel verschenen in IER nr. 254 van februari 2024