BENEDICTUS OF FRANCISCUS ?

ONDER de titel « Kardinal Müller wettert gegen deutsche Bischöfe » (“ Kardinaal Müller gaat tekeer tegen de Duitse bisschoppen ”) citeert de krant Die Welt « de waarschuwing van kardinaal Gerhard Ludwig Müller tegen een scheuring binnen de katholieke Kerk ».

« Op dit ogenblik », aldus de krant, « bevindt de katholieke Kerk zich in een overgangsfase : paus Fran­ciscus moedigt haar aan om te evolueren, wat de behoudsgezinden zichtbaar slecht op hun gemak stelt » (5 september 2015).

Alles draait rond de term « behoudsgezinden ». Anders dan men op het eerste gezicht zou kunnen denken, staan deze conservatieven helemaal niet aan de kant van de CRC. Wat willen zij namelijk « behouden » ? Het Tweede Vaticaans Concilie ! In­derdaad : « De conservatieve vleugel, waartoe ook kardinaal Müller behoort, volgt veeleer de lijn van de teruggetrokken le­ven­de emeritus paus. »

Is er dan een tegenspraak tussen de lijn van paus Franciscus en die van de « emeritus paus » ? Heel zeker ! Benedictus XVI was één van de voornaamste bewerkers van de conciliaire revolutie, als jonge theoloog, en hij zorgde voor de realisatie ervan als bisschop van München, daarna als rechterhand van paus Joannes-Paulus II en tenslotte als Opperherder van de Kerk. Hij was uiteindelijk zo weinig « behoudsgezind » dat hij, na de Kerk in een afgrond van wanorde en schandalen gestort te hebben, verplicht was de armen te laten zakken en ontslag te nemen.

De onenigheid die vandaag uitbreekt onder de Duitse kardinalen doet opnieuw de vraag rijzen naar de echte bedoeling van het ontslag van Bene­dictus XVI. In maart 2013 schreef ik als ondertitel van mijn hoofdartikel : « Opdat het Concilie voortgang zou vinden ? » (Il est ressuscité nr. 126, p. 1).

« In de tijd dat hij nog bisschop van Regensburg was, nam Müller geen blad voor de mond om onafgebroken met de vinger te wijzen op wat in zijn ogen “ de aanpassing van de leer van de Kerk aan de tijdsgeest ” was » (Die Welt). Dat laatste is precies wat abbé de Nantes aan Joseph Ratzinger verweet in de periode dat deze als theoloog de expert (peritus) van de Keulse aartsbisschop kardinaal Frings was.

Paus Ratzinger heeft er handig voor gezorgd om vlak voor zijn ontslag kardinaal Müller te benoemen tot prefect van de Congregatie voor de geloofsleer, in plaats van aan zijn opvolger op de H. Stoel de keuze te laten van het hoofd van dit zo belangrijke dicasterium. Door de vriendschap met zijn vertrouwenspersoon Müller, die hij trouwens de opdracht gaf te zorgen voor de uitgave van al zijn geschriften, slaagde Benedictus er in een schapenvacht aan te trekken en zich te vermommen als een « behoudsgezinde ». Lijnrecht tegenover hem en Müller staat diens “ intieme vijand ” kardinaal Reinhard Marx, lid van de raad van negen kardinalen die Franciscus ingesteld heeft om hem te helpen de Kerk uit de gracht te trekken waarin Benedictus haar achtergelaten heeft.

Zo gaat in vervulling wat ik daags na het ontslag van Benedictus XVI schreef : « Aan de paus die morgen de Kerk terug recht zal willen trekken en het kwaad met wortel en tak uitrukken, niet alleen door wie verdorven is opzij te schuiven, maar ook door terug te keren tot het katholiek geloof in tegenstelling tot Vaticanum II, zal men verwijten dat hij Benedictus verraadt en, doorheen diens persoon, Joannes-Paulus II, Paulus VI en Joannes XXIII » (Il est ressuscité ! nr. 126, maart 2013, p. 8).

In een artikel getiteld « Ratzinger en zijn ana­baptisten » klaagde onze vader, abbé Georges de Nantes, al lang geleden de zogezegd « behoudsgezinde » prefect van de Congregatie voor de geloofsleer aan, die onder het mom van verzet tegen [de Duitse ultraprogressist] Hans Küng weigerde om Vaticanum II te beschouwen als « het voorbijge­streefde verleden. Voor Ratzinger is het Tweede Vaticaans Concilie nog altijd actueel ; na twintig jaar is het nog altijd het “ vandaag ” van de Kerk » (CRC nr. 213, juli-augustus 1985).

In het boek Rapport over het geloof (1985) formuleerde Joseph Ratzinger wat abbé de Nantes het « ratzingeriaans basisdogma » noemde : « Ik heb altijd trouw willen blijven aan Vaticanum II, dat het “ vandaag ” van de Kerk is, zonder heimwee naar een “ gisteren ” dat onherroepelijk voorbij is en zonder ongeduldig uit te kijken naar een “ morgen ” die ons niet toebehoort. »

« Een dwaze formulering », aldus abbé de Nantes, « want de man die dit zegt, heeft zijn horloge geblokkeerd om te doen alsof het nog middag is, terwijl de zon van Vaticanum II al lang ondergegaan is. Hij heeft zijn Beierse uurwerk doen stilstaan op 7 december 1965. Hij was toen 38 jaar, een jonge en knappe verschijning, de feniks van de Duitse experts. Maar de oude beroemdheid Ratzinger heeft niet gemerkt dat de tijd ondertussen niet stilgestaan heeft. Van alle anderen [Rahner, Congar, Schillebeeckx] weet hij dat ze gepasseerd, voorbijgestreefd of zelfs simpelweg dood zijn. Maar hij is er nog altijd. Zijn uur is het “ vandaag ” van de Kerk en van de wereld. Hemel en aarde zullen voorbijgaan, maar Vaticanum II en Ratzinger niet ! Wat een godslastering...

« Het is bovendien een ketterse formulering. Want als er een dogmatisch basisprincipe bestaat, dan is het wel dat van de Traditie die precies de tegenwoordigheid van het verleden in het heden van de Kerk uitmaakt en in haar toekomst, tot aan de voleinding van de tijden. Maar niet gelijk welk verleden, niet het bedrieglijk verleden van de revoluties. Het verleden waar het om gaat is dat van de goddelijke Openbaring, de Menswording van het Woord, de Verlossing van de mensheid door het kruis van Jezus Christus, zijn glorierijke Verrijzenis en lichamelijke Hemelvaart, de instelling van de Kerk waaraan Hij zijn goddelijke macht verleend heeft, de zending van de H. Geest aan de apostelen op de dag van Pinksteren en diens schitterende bijstand aan zijn Kerk doorheen de eeuwen, tot op vandaag, tot aan de tijd van de voorspelde geloofsafval... Dát is het wat nooit zal voorbijgaan. In vergelijking daarmee zijn Vaticanum II, Paulus VI, Joannes-Paulus II en Ratzinger slechts dode herfstbladeren die door de wind meegevoerd worden en die men tenslotte verbrandt.

« Dat verleden is helemaal niet “ onherroepelijk voorbij ”, zoals Joseph Ratzinger durft zeggen. Het kán niet voorbij zijn, het is gelukkig van die aard dat het nooit kan voorbijgestreefd zijn. Onze godsdienst komt tot ons vanuit het verleden, volledig, en onze taak vandaag is het om de Traditie ervan te verdedigen, intact te bewaren en door te geven aan morgen, zonder substantiële wijzigingen of nieuwlichterijen » (CRC nr. 213).

Zo neutraliseert onze vader het valse onderscheid dat Benedictus XVI maakt tussen twee groepen die hij op volkomen gelijke wijze schijnt te verwerpen : « de voorstanders van het verleden of reactionairen en de partizanen van de toekomst of progressisten. De doortraptheid van Ratzinger ligt in die bedrieglijke symmetrie tussen twee groepen, waarvan de ene veroordeeld wordt om te verdwijnen terwijl de andere op schijnheilige wijze uitgenodigd wordt om geduld te oefenen, want de toekomst hoort die laatsten toe » (abbé de Nantes, ibid.).

Paus Franciscus daarentegen geeft terug leven aan « de katholieken die alleen maar katholiek zijn, die niet het etiket “ hervormd ” of “ conciliair ” dragen en dat ook helemaal niet willen. »

Meer dan ooit heeft paus Franciscus ons gebed nodig. Op de dag waarop hij de beslissing neemt om te gehoorzamen aan de verzoeken van de H. Maagd Maria, zal haar Onbevlekt Hart zegevieren. Binnen de kortste keren zal de conciliaire Kerk dan in elkaar storten en zal de eeuwige Kerk herboren worden. Dat is de onwankelbare hoop die onze vader ons nagelaten heeft, in zijn waarachtige devotie tot Onze-Lieve-Vrouw van Fatima. Alle menselijke manoeuvres, alle voorzorgsmaatregelen die Benedictus XVI en de anderen genomen hebben om de triomf van hun dwalingen te verzekeren, zullen ijdel blijken te zijn. Zoals bij de uitverkiezing van Joannes-Paulus I, papa Luciani, zullen enkele dagen volstaan om het katholiek geloof en de katholieke werken herboren te zien worden.

« Als de volgende paus ons dat geluk zal schenken, dan zal Benedictus XVI met zijn gemanoeuvreer om de overleving van Vaticanum II te waarborgen ondanks zichzelf meegewerkt hebben aan de triomf van het Onbevlekt Hart van Maria, door de aposto­lische Stoel vrij te maken alvorens het te laat is en, laten we het voor hem hopen, om zich te bekeren alvorens hij voor God moet verschijnen voor zijn eeuwig oordeel » (Il est ressuscité ! nr. 126, maart 2013, p. 8).

broeder Bruno van Jezus-Maria
Hij is verrezen ! nr. 78, november-december 2015