Franciscus onderwijst opnieuw het credo
HOEWEL paus Franciscus zijn theologische vorming tijdens en na het Concilie gekregen heeft, is zijn geest toch niet verduisterd door de modernistische ketterij. Hij is er ongetwijfeld voor behoed, zoals broeder Bruno onophoudelijk aantoont bij het becommentariëren van het onderricht van onze paus, dat een bijna onvergelijkbare charme bezit.
Onze H. Vader predikt Jezus, de gekruisigde en verrezen Jezus, waarbij hij het historisch karakter van de Evangelies onderstreept. Hij stipt aan dat Sint-Jan de Evangelist de « ooggetuige » is van de gebeurtenissen die hij verhaalt (Angelus van 19 januari 2014).
« Jammer genoeg », legt Franciscus uit, « heeft men vaak gepoogd om het geloof in de verrijzenis van Jezus te verdonkeremanen. Onder de gelovigen zelf is twijfel geslopen. »
Toch is er niets dat beter betuigd en historisch bewezen is :
« Eerst en vooral stellen we vast dat de eerste getuigen van de verrijzenis van Jezus de vrouwen waren. In de vroege ochtend begaven zij zich naar het graf om zijn lichaam te zalven en vinden zij het eerste teken : het lege graf (cf. Mc 16, 1). Vervolgens is er de ontmoeting met een boodschapper van God die verkondigt : Jezus van Nazareth, de Gekruisigde, is niet hier, Hij is verrezen (cf. vv. 5-6). De vrouwen worden gedreven door de liefde en zij ontvangen deze boodschap met geloof : zij geloven en geven het nieuws onmiddellijk door.
« In de geloofsbelijdenissen van het Nieuwe Testament worden enkel mannen vermeld als getuigen van de Verrijzenis, de apostelen, maar niet de vrouwen. Dat komt omdat, volgens de joodse wet van die tijd, de vrouwen en de kinderen geen betrouwbaar, geloofwaardig getuigenis konden afleggen. In de Evangelies daarentegen hebben de vrouwen een fundamentele eersterangsrol. Dit is een belangrijk element ten gunste van de historiciteit van de Verrijzenis : als het zou gaan om een verzonnen feit, dan zou het, in de context van die tijd, niet verbonden zijn geweest met het getuigenis van vrouwen. Omgekeerd rapporteren de evangelisten enkel wat er gebeurd is : het zijn de vrouwen die de eerste getuigen zijn » (algemene audiëntie van 3 april 2013).
Paus Franciscus onderwijst dat de Verrijzenis van de Heer een reëel en objectief feit is : « Heel ons geloof is gebaseerd op deze fundamentele waarheid die geen idee is, maar een gebeurtenis » (15 augustus 2013).
De paus gelooft in de realiteit van het glorierijk lichaam van Christus :
« Het Evangelie van vandaag verhaalt de verschijning van de verrezen Christus aan zijn leerlingen die terugkeerden van Emmaüs. Zij “ werden van schrik en vrees bevangen ” en dachten “ een geest ” te zien. Jezus nodigt hen uit zijn lichaam te betasten, Hij vraagt hen om eten. Hij wil hen voeren tot de vreugde van de Verrijzenis... Laten wij de Heer vragen dat Hij onze geest zou openen en ons zou doen begrijpen dat Hij een levende realiteit is, dat Hij een lichaam heeft, dat Hij ons vergezelt en dat Hij overwonnen heeft » (24 april 2014). Hij heeft overwonnen omdat zijn lichaam, terug tot leven gewekt door zijn menselijke ziel, levend uit het graf is gekomen, glorierijk en onsterfelijk !
« “ Hij is verrezen uit de doden ” (Mt 28, 7). Deze boodschap, bevestigd door het getuigenis van hen aan wie de verrezen Heer verschenen is, vormt de kern van de christelijke boodschap, trouw doorgegeven van generatie op generatie, zoals de apostel Paulus het vanaf het begin betuigt, cf. 1 Co 15, 3-4 » (25 mei 2014).
Op die manier onderwijst paus Franciscus de waarheden van de schat van de Openbaring, van generatie op generatie doorgegeven langs het kanaal van de Traditie.
« HET IS GEEN LEUGEN ! »
Zijn geloofsbelijdenis in « de verrijzenis van het vlees » is uiterst expliciet :
« Omdat we ondergedompeld in deze wereld leven, is het niet gemakkelijk om de toekomstige realiteit te begrijpen. Maar het Evangelie verlicht ons : onze eigen verrijzenis is nauw verbonden met de Verrijzenis van Jezus ; het feit dat Hij verrezen is, vormt het bewijs dat de verrijzenis van de doden bestaat.
« Het is de Heer Jezus die op de laatste dag hen die in Hem geloofd hebben, zal doen verrijzen.
« Wat betekent verrijzen ? Ons aller verrijzenis zal plaats vinden op de laatste dag, op het einde van de wereld, door toedoen van de almacht van God die aan ons lichaam het leven zal terugschenken door het opnieuw te verenigen met de ziel, dankzij de Verrijzenis van Jezus. Dat is de verklaring ten gronde : omdat Jezus verrezen is, zullen wij verrijzen ; wij bezitten de hoop in de verrijzenis omdat Hij ons de poort tot de verrijzenis geopend heeft. En deze omvorming, deze transfiguratie van ons lichaam wordt in dit leven voorbereid door onze relatie met Jezus in de sacramenten, meer in het bijzonder de Eucharistie. Wij, die in dit leven gevoed worden door zijn Lichaam en zijn Bloed, wij zullen verrijzen zoals Hij, met Hem en door Hem.
« Wij zullen verrijzen met ons lichaam dat omgevormd zal worden tot een glorievol lichaam. Dat is geen leugen, het is de waarheid ! » (algemene audiëntie van 4 december 2013).
Door deze waarlijk evangelische prediking, die hij van dag tot dag volhoudt en die voor iedereen toegankelijk is, raakt paus Franciscus het hart van de gelovigen en versterkt hij hun geloof.
broeder François van Maria ter Engelen
Hij is verrezen ! nr. 77, september-oktober 2015
EEN SLECHTE GEEST...
« Als de bisschoppen en priesters echt het aanschijn van hun diocees of hun parochie zouden willen vernieuwen, en nog rap ook, dan zouden ze gewoon moeten doen zoals broeder Bruno : het onderricht van paus Franciscus beluisteren, begrijpen en verspreiden ; hem ook tonen, zodat de charme van zijn vaderlijke aanwezigheid de harten van de mensen zou bemoedigen en vurig maken.
« Jammer genoeg moeten we vaststellen dat de apostolische prediking van de H. Vader slechts weinig weerklank vindt binnen de hogere geestelijkheid. Hoe komt dat ? Het is het bewijs dat de goede, evangelische geest van Franciscus en de geest van de Contrareformatie – beide zijn één en hetzelfde – botst met een andere geest... »
broeder Philippe van het Gelaat van God
EEN OPPERHERDER NAAR HET HART VAN GOD
« Het ene editoriaal na het andere komt steeds duidelijker het portret van deze paus tevoorschijn : een heilige, die zeker besmet is door het Tweede Vaticaans Concilie, die geen precieze en globale doctrine heeft, maar van wie de bedoelingen gevoed worden door zijn oprecht geloof. Het feit dat die bedoelingen zo in harmonie zijn met de alomvattende leer van onze vader, abbé de Nantes, zou moeten volstaan om te begrijpen dat wat deze paus bezielt niet de slechte geest van zijn voorgangers is. Met geen enkele tekst van Joannes-Paulus II of van Paulus VI zouden we zo’n portret kunnen schetsen ; misschien met bepaalde citaten van de sluwe Benedictus XVI, maar niet in die mate, en hij is trouwens snel door de mand gevallen...
« Dat alles is heel bemoedigend. Het Hart van God en dat van Maria vergissen zich niet : de paus en wij zijn van dezelfde geestelijke familie. Dat is nog veel méér dan bemoedigend ! »
broeder Pierre van de Transfiguratie