HET SYNDROOM VAN JOANNES DE DOPER
HET was met een diepe vreugde dat Sint-Jan de Doper toekeek hoe Jezus zijn grote messiaanse opdracht op zich nam, en het was dan ook zonder de minste spijt dat hij zijn beste leerlingen aan Hem afstond. Het was zo voorbeschikt, Jezus moest groter worden en hijzelf kleiner (cf. Jo 3, 29-30). Maar na enkele weken was de Doper zo van zijn stuk gebracht door de houding van Christus dat diepe twijfel een einde maakte aan zijn vreugde...
Deze figuur van het Oude Testament kon zich niet voorstellen dat de bekeringsbeweging die hij ingeluid had, en waarvan Jezus de leiding had genomen, zou uitlopen op het genadejaar voorzegd door de profeten (cf. Lc 4, 16-19). De Doper had van hun onderricht slechts één ding overgehouden : het verschrikkelijk oordeel waardoor de Messias Israël moest herstellen in geheel zijn religieuze en politieke glorie. Christus moest dus zonder dralen tekeer gaan tegen schisma en ketterij, die de godsdienst van de voorvaderen verbrokkelden tot een veelvoud van sekten en partijen. Maar dat deed Jezus niet. Waarom verloor Hij zijn tijd met verhalen te vertellen aan de boeren en de vissers van Galilea, terwijl in Jeruzalem alles voortging zoals vroeger, in de grootste ongerechtigheid ?
De verbijstering van Joannes de Doper werd nog versterkt door de duisternis en de eenzaamheid van de gevangenis waarin Herodes hem opsloot. Tenslotte hield hij het niet meer uit : « Toen riep Joannes twee van zijn leerlingen en zond hen tot de Heer met de vraag : Zijt Gij het die komen moet of moeten wij een ander verwachten ? [...] Hij gaf hun ten antwoord : Gaat en bericht aan Joannes wat gij gezien en gehoord hebt. Blinden zien en kreupelen gaan, melaatsen worden gereinigd en doven horen, doden verrijzen en aan armen wordt het Evangelie verkondigd. Zalig is hij die zich aan mij niet ergert ! » (Lc 7, 19-23).
Als wij eerlijk zijn, moeten we erkennen dat God ook ons verrast en dat het ook ons overkomt dat wij op een abnormale manier uit het veld geslagen zijn. Dat is het « syndroom van Joannes de Doper », de ziekte die ons beloert sinds de uitverkiezing van paus Franciscus op 13 maart 2013. Omdat de Plaatsvervanger van Christus niet groter is dan zijn Meester verwekt ook hij, om dezelfde redenen, een zeker schandaal.
Broeder Bruno, onze prior, doet al het mogelijke om ons te wapenen tegen dat syndroom, door maand na maand aan te tonen hoezeer het hart van paus Franciscus geïnspireerd wordt door het Hart van Jezus, niet alleen in zijn barmhartige liefde voor de arme schaapjes van de Kerk die zo lang zonder herder gebleven zijn, maar ook in de moedige en tegelijk voorzichtige aanpak van de kwalijke effecten van Vaticanum II op alle niveaus van de hiërarchie.
De Contrareformatie en de Contrarevolutie van Jezus zetten zich zonder veel gedruis in beweging, onder de dekmantel van de « nieuwe evangelisatie ». Het schip van de Kerk zet opnieuw alle zeilen bij, voortgestuwd door de H. Geest, na vijftig jaar conciliaire windstilte. De kapitein staat aan het roer, de bemanning heeft opnieuw hoop, en de passagiers ook !
« WE KEREN NIET OP ONZE STAPPEN TERUG »
Na één jaar pontificaat van paus Franciscus dringt het besluit zich op : « We keren niet op onze stappen terug. Vaticanum II is voorbij, voorgoed voorbij ! »
De Russische president Poetin gebruikte dezelfde uitdrukking om zonder omwegen de definitieve begrafenis van het Sovjetregime duidelijk te maken. Wie zou vandaag de oprechtheid en de waarheid van zijn woorden in twijfel durven trekken ? En toch zou een Rus nog kunnen mopperen en klagen dat de communistische partij nog altijd in de Doema zetelt ; dat de criminele pleitbezorgers van de Goelag niet bestraft werden ; dat Poetin het Leninmausoleum niet heeft afgebroken ; dat vadertje Stalin nog altijd zijn straten en standbeelden heeft ; enzovoort. Die Rus zou kunnen zeggen, met alle schijn van de waarheid aan zijn kant, dat « de denkwereld van het Sovjetregime nog altijd bestaat en verdergaat met het land te ondermijnen. » En inderdaad wegen de gebreken van zeventig jaar Sovjetunie zeer zwaar door, niet alleen op de economie en de politiek, maar ook (en dat is nog erger) op de moraal en de godsdienst van de Russen. Het is daarom dat de remedie die de Hemel voorstelt meer dan ooit actueel is : de toewijding van Rusland aan het Onbevlekt Hart van Maria.
Om te begrijpen wat zich in de Kerk afspeelt, moet men geen geweldige studies gedaan hebben, integendeel. Onze vader, abbé de Nantes, wees er ons op dat God zo goed is dat het voor Hem volstaat een « kleine rest » van gelovigen te vinden, soms zelfs één enkele persoon die zich zonder discussie in Zijn dienst stelt, om heel de mensheid te doen profiteren van de goddelijke zegeningen.
In de eindtijd die wij nu beleven wil het Hart van Jezus het vuur van zijn liefde over de hele wereld verspreiden om de duivel te verdrijven en te heersen met het oog op het grootst mogelijke geluk van de mensheid, zowel tijdelijk als geestelijk. De eindoverwinning zal toevallen aan het Onbevlekt Hart van Maria, zoals geopenbaard door de grote verschijningen in Fatima (1917), Pontevedra (1925) en Tuy (1929). De Kerk, in de persoon van de H. Vader, en de Russische natie zijn daarmee op intieme wijze verbonden. Beide moeten elkaar wederzijdse steun bieden om uit de rampspoed te geraken : Rusland uit de vreselijkste van de revoluties en de Kerk uit de grote apostasie.
Gisteren hebben wij gezien hoe het Heilige Rusland weer overeind kwam uit de communistische revolutie, vandaag zien wij hoe de Heilige Kerk terug opstaat uit de conciliaire revolutie – en allebei op dezelfde providentiële en vreedzame manier. Hier is duidelijk de « vinger Gods » aan het werk !
Het was niet voor niets dat Congar ooit zei : « Met Vaticanum II heeft de Kerk op vreedzame wijze haar eigen Oktoberrevolutie doorgevoerd. » Beide revoluties, de communistische en de conciliaire, eindigen in een gelijkaardige toestand van ontbinding en puin. Als de val van de Berlijnse Muur het symbool was van de ene ineenstorting, dan was het ontslag van « Panzer-paus » Benedictus XVI het signaal van de andere.
VATICANUM II IS VOORGOED VOORBIJ
Het Tweede Vaticaans Concilie, dat wil eigenlijk zeggen de “ bolsjevistische ” minderheid die met de actieve medeplichtigheid van de pausen Joannes XXIII en Paulus VI bewust aanstuurde op een breuk met de Traditie, heeft zijn ding gedaan. Het Concilie heeft de Kerk ontdaan van haar substantie. De grote slogan was de hermeneutiek van de breuk, althans tot aan de veertigste verjaardag van het Concilie in 2002. Voor de vijftigste verjaardag, in 2012, werkte die slogan niet meer...
Benedictus XVI had dat al sinds lang begrepen, en vanaf zijn uitverkiezing in 2005 deed hij al het mogelijke om zijn Concilie (hij was indertijd peritus, expert) te redden. Deze obsessie ging bovendien hand in hand met de angst voor een katholieke Contrareformatie, waarvan hij heel goed aanvoelde dat zij beantwoordde aan het diepe verlangen van de échte Kerk.
Hij lanceerde daarom een heus overnamebod aan het adres van de traditionalistische milieus. Hij moest absoluut een bepaalde klerikale jeugd, gestoken in soutane en met een Romeinse col rond de hals, aan zijn zijde krijgen, omdat zij zo’n vertrouwen wekte... Hij moest absoluut vervanging zoeken voor de oude garde van ’68 die op het punt stond het tijdelijke voor het eeuwige te wisselen... Maar om de traditionalisten over de streep te trekken diende hij het geweer van schouder te veranderen : de teksten van Vaticanum II moesten nu in de zin van continuïteit met de Traditie geïnterpreteerd worden. Gedaan met de filosofie van de breuk !
De nieuwe slogan, de hermeneutiek van de continuïteit, moest Vaticanum II een nieuwe jeugd schenken, maar bespoedigde in de praktijk de val ervan. De “ vieringen ” van de vijftigste verjaardag van het Concilie maakten duidelijk dat Vaticanum II, waarvan met alle macht werd beweerd dat het springlevend was, in feite zo dood was als een pier en zelfs in volle ontbinding. Het Concilie ? Geen kat die er nog van wakker ligt.
Daarop volgde het aftreden van Benedictus XVI. Iedereen was verrast, maar tegelijkertijd opgelucht.
DAAR IS FRANCISCUS
De nieuwe Opperherder erkent dat negenennegentig van de honderd schapen de schaapskooi verlaten hebben en dat de Kerk van vandaag gelijkt op een militair veldhospitaal na een grote slag. Dan is het toch wel duidelijk dat paus Bergoglio zichzelf en ons geen zand in de ogen wil strooien !
Aan de vooravond van de uitverkiezing van Franciscus verkeerde de Kerk in een toestand vergelijkbaar met die van Rusland op het moment dat Michail Gorbatsjov aan de macht kwam. Franciscus en hij hebben veel punten gemeen. Gorbatsjov maakte onmiddellijk een einde aan de holle propagandataal en voerde een audit uit van zijn geruïneerd land. Door zich op te werpen als de meest invloedrijke wereldleider kon hij de catastrofale toestand van zijn land lange tijd verborgen houden. Hij organiseerde geen heksenjacht en liet de bestaande structuren overeind om ze langzaam te doen evolueren... Hij zou in zijn opzet geslaagd zijn zonder de druk van Washington, dat Jeltsin en de oligarchen omkocht. Maar na tien rampzalige jaren van wild kapitalisme hernam Vladimir Poetin op providentiële wijze dezelfde politiek van nationale en religieuze restauratie, terwijl hij op een briljante manier het hoofd bood aan duizend en een problemen.
Broeder Bruno toont aan dat paus Franciscus met dezelfde wijsheid, dezelfde voorzichtigheid en dezelfde vastberadenheid handelt. Het verbaast ons dan ook niet dat de paus en de leider van de grootste christelijke natie samen de orde en de vrede opleggen op het internationale podium en weerstand bieden tegen het imperialisme van de yankees en hun jihadistische handlangers.
Het was duidelijk met tegenzin dat Franciscus op 13 oktober 2013 niet overging tot de toewijding van Rusland aan het Onbevlekt Hart van Maria. Broeder Bruno denkt dat de tegenkanting is gekomen van Benedictus XVI en zijn lobby, allemaal aanhangers van de jezuïet Edward Dhanis, de grote tegenstander van Onze-Lieve-Vrouw van Fatima en haar politiek. Paus Bergoglio is intelligent, en als hij geoordeeld heeft dat het niet goed was de onmiskenbare druk die uitgeoefend werd te negeren, heeft hij daar zijn redenen voor. Het is hoe dan ook slechts uitstel, zoals iedereen wel zal begrijpen die op 25 november zag hoe Poetin de H. Vader een icoon van de Moeder Gods van Vladimir ten geschenke gaf, de wonderbare beeltenis die al de hele geschiedenis door de beschermster van Rusland is. Alles is in gereedheid voor de toewijding.
In afwachting anticiperen Poetin en Franciscus daar op door in onderling akkoord een gemeenschappelijke buitenlandse politiek te voeren. Wij beleven de terugkeer van het christendom op het internationale podium, meer bepaald in het Midden-Oosten, om de christenen die vermoord worden ter hulp te komen en om met veel diplomatieke handigheid de Syrische president te steunen die hen beschermt.
JEZUS MET ONS
Paus Franciscus bezit waarschijnlijk niet dezelfde luciditeit als onze geestelijke vader met betrekking tot het Tweede Vaticaans Concilie. Of hij is zo voorzichtig dat hij doet alsof hij die niet bezit. Maar broeder Bruno stelt al zijn vertrouwen in het levend geloof van de opvolger van Petrus, en vooral in de H. Geest die hem leidt en die hem zal helpen om een Derde Vaticaans Concilie van de restauratie in gang te zetten. Het is Franciscus die Rusland zal toewijden aan het Onbevlekt Hart van Maria, waarborg van alle mogelijke zegeningen.
Sinds 13 maart 2013 wellen geloof, hoop en liefde terug op uit de troon van Petrus, en dankzij het hart van Franciscus schenken zij opnieuw leven aan het « dorre gebeente » (cf. Ez 37, 1-13) van onze arme Kerk, die vijftig jaar lang belaagd werd door zoveel ketterijen en schisma’s. Dat was het werk van de dood : laten we er niet meer over spreken. Nu slaat het uur van de grote heropbouw. Door zijn apostolische exhortatie Evangelii gaudium heeft de H. Vader de fundamenten gelegd van een omvattende pastoraal, waarvan broeder Bruno elke dag opnieuw aantoont dat ze overeenstemt met de leer van onze geliefde vader abbé de Nantes. Op die globale doctrine van de KCR zal de paus kunnen rekenen wanneer hij vaststelt dat de apostolische verlangens die hem het nauwst aan het hart liggen een ándere basis nodig hebben dan de wankele fundering die hij geërfd heeft van bepaalde leermeesters.
Zoals Jezus in Galilea houdt paus Franciscus van de mensen van goede wil en wordt hij ook door hen bemind. Zoals Jezus naar Jeruzalem optrok om de handelaars uit de Tempel te verjagen, zo ook heeft Franciscus een begin gemaakt met het wegjagen van de dieven en andere parasieten die het huis van God belasten. De Plaatsvervanger van Christus heeft daartoe zijn « ijzeren staf » (cf. Ap 2, 27) tevoorschijn gehaald. Hij zal hem nodig hebben, want in de schaduw worden reeds allerlei klerikaal-maffieuze coalities tegen hem gesmeed...
Tijdens de kruisweg die hij zal moeten gaan, zullen wij hem volgen, vol vertrouwen, want in hem schittert het blanke licht van het geloof en is de bijstand van de Goddelijke Helper zichtbaar !
broeder Philippe van het Aanschijn Gods