NAAR EEN NIEUWE HEILIGE PIUS X ?
De zachte en nederige
kardinaal Jorge Mario Bergoglio
Op 20 juli zal het juist een eeuw geleden zijn dat de 93-jarige Leo XIII de laatste adem uitblies, na een pontificaat van vijfentwintig jaar. Boven zijn lijkbaar weerklonk een immens koor van lofuitingen en spijtbetuigingen, zoals nooit tevoren bij een paus het geval geweest was. Niettemin dierf pater Fontaine schrijven: « Nooit heeft een Paus méér encyclieken en documenten van allerlei aard geschreven over bijbelse, filosofische en theologische onderwerpen. En toch, wie van zijn voorgangers heeft de Kerk van Frankrijk in zo’n dramatische toestand van leerstellige verwarring en intellectuele anarchie achtergelaten? »
OP 4 augustus 1903 verenigden zich de stemmen van het conclaaf, als het ware geleid door de goddelijke Voorzienigheid, op de persoon van kardinaal Sarto, de patriarch van Venetië. Hij werd Opperherder onder de naam Pius X: de Heilige Pius X! Eens te meer zou de Kerk door Rome gered worden.
En Zij zal nogmaals gered worden, dit jaar nog, als het God belieft. Uit Italië bereikte ons uit betrouwbare bron verheugend nieuws. De vele papabili die de afgelopen maanden in de schijnwerpers stonden, leiden blijkbaar de aandacht af van de enige échte kanshebber: de vrijwel onbekende Argentijnse kardinaal Bergoglio...
In het Italiaanse weekblad L’Espresso verscheen eind november van vorig jaar een belangrijk artikel van de hand van Sandro Magister. Wij hebben het hiernaast volledig vertaald. Magister, 59 jaar oud, is niet zomaar een journalist: hij is al meer dan dertig jaar een gerenommeerd Vatican watcher, iemand die de gebeurtenissen in het Vaticaan met kennis van zaken volgt en commentarieert.
Nauwelijks een week na de publicatie van het artikel van Sandro Magister had de correspondente van het Argentijnse dagblad La Nación in Rome een gesprek met hem (verschenen op 4 december 2002). Daarin onderstreept de Vatican watcher dat de aartsbisschop van Buenos Aires de verpersoonlijking is van wat het college van kardinalen van de volgende Paus verwacht: iemand van wie de stijl breekt met de charismatische en buitengewone Karol Wojtyla, iemand die meer soberheid en innerlijkheid uitstraalt, « die op een meer rechtstreekse wijze de kern van het Evangelie uitdrukt. » Wij citeren uit dit kranteninterview:
– Wat denkt u van de andere Zuid-Amerikanen die sterk naar voren geschoven werden als “papabili”, zoals Oscar Rodriguez Madariaga (Honduras) en de Mexicaan Norberto Rivera Carrera?
– In werkelijkheid waren ze nooit echte kandidaten, alleen de media hebben ze zo afgeschilderd.
– Er zijn er die denken dat het uw ware bedoeling zou kunnen zijn om met uw artikel Bergoglio te “verbranden”.
– Vanuit het standpunt van Bergoglio zelf staat het vast dat mijn artikel niet nuttig is: iemand wiens ster aan het rijzen is, heeft er meestal geen belang bij dat hij door té veel publiciteit begunstigd wordt. Maar zo gaat het niet altijd. Spreken over een heel bijzondere persoon betekent soms een weinig bekende figuur in de verf zetten.
– Niemand kende Karol Wojtyla vóór zijn uitverkiezing...
– Maar Bergoglio is Karol Wojtyla niet, en ik geloof niet dat de kardinalen iemand willen verkiezen die de karakteristieken van Wojtyla herneemt. Zij vragen iemand die niet bovenmatig mediathiek [!] is, iemand die soberder en innerlijker van stijl is. Het college van kardinalen is niet geneigd aan de Paus te vragen dat hij een groot acteur [!] zou zijn: dat volgt uit de toespraken die gehouden werden op de synode van 2001, gewijd aan de figuur van de bisschop. Daar werden de toekomstige uitdagingen voor de Kerk geformuleerd, en het profiel van de volgende Paus: een Paus die het Kruis moet preken en die moet terugkeren tot de essentie van het Evangelie. Het spreekt voor zich dat een persoon als Bergoglio de volkomen belichaming is van deze eis tot terugkeer naar het Evangelie, tot een grotere soberheid waarmee de Kerk de strijd moet aangaan en haar diepste wezen moet openbaren.
– In welke zin meent u dat de persoonlijkheid van Bergoglio “bijzonder” is?
– Omwille van zijn eenvoud en zijn soberheid. Hij ontvlucht alles wat zweemt naar eerbetuigingen en “carrière”, en ook omwille van zijn diepe spiritualiteit. Bij voorbeeld, als men spreekt over een mogelijke opvolger dan heeft men het vaak over Dionigi Tettamanzi, de huidige aartsbisschop van Milaan; welnu, in bepaalde opzichten is Bergoglio bijna het tegendeel van Tettamanzi.
– Waarom?
– Omdat Tettamanzi een man van de Kerk is die een ongelooflijke mediacampagne gevoerd heeft met het doel de dom van Milaan te veroveren.
– En dat heeft misnoegen opgewekt?
– Tettamanzi heeft zijn doel bereikt, maar het heeft zijn imago voor het conclaaf geschaad. Met heel die propaganda is hij als mogelijke opvolger weggedeemsterd.
– Maar er zijn toch groepen die hem steunen in het spoor van b.v. kardinaal Sodano, van wie u in uw artikel zegt dat hij niet voor Bergoglio is.
– Sodano is niet te peilen. Tot onlangs leek hij de hypothese van een Zuid-Amerikaanse paus te steunen, tegen de Italiaanse hypothese in. Sommigen denken dat hij daarmee een mogelijke Italiaanse kandidatuur wou afremmen, die hij in werkelijkheid voor zichzelf nastreeft. Nu er een duidelijke Latijns-Amerikaanse kandidaat is, neigt hij niet meer in die richting.
« Het conclaaf is een uitstekende instelling », schreef abbé de Nantes in september 1972. « Zoals alles wat menselijk is, blijft ook deze instelling soms in gebreke. Maar zij herinnert zich dat en zij herstelt het kwaad wanneer de gevolgen ervan zich doen gevoelen. » Laten we bidden dat het volgende conclaaf ons een nieuwe H. Pius X mag schenken!
broeder Bruno Bonnet-Eymard
Hij is verrezen ! nr. 2, maart-april 2003, pp. 6-7.
BERGOGLIO IN « POLE POSITION »
HALF november wilden zijn collega’s hem verkiezen tot voorzitter van de Argentijnse bisschoppenconferentie. Maar hij weigerde. Als er echter een conclaaf was geweest, dan had hij het moeilijk gehad om zijn verkiezing tot Paus te weigeren. Want hij is het op wie de stemmen van de kardinalen massaal zouden terechtkomen als ze nu een opvolger voor Joannes-Paulus II zouden moeten kiezen.
Zijn naam is Jorge Mario kardinaal Bergoglio, s.j., aartsbisschop van Buenos Aires. Een Italiaanse naam, maar hij is van geboorte een Argentijn. Hij staat bovenaan op de lijst van de papabili, in de veronderstelling – die steeds waarschijnlijker wordt – dat de volgende Paus een Latijns-Amerikaan zal zijn. Hij is teruggetrokken, gereserveerd en een man van weinig woorden, die geen enkele poging zal doen om campagne te voeren. Maar dat is het precies wat als één van zijn grote verdiensten wordt gezien.
Joannes-Paulus II creëerde hem kardinaal bij de laatste reeks benoemingen, in februari 2001. Ook bij die gelegenheid viel Bergoglio op door zijn stijl, in vergelijking met zoveel van zijn collega’s die de gebeurtenis uitbundig vierden. Honderden Argentijnen begonnen fondsen in te zamelen en vliegtuigtickets voor Rome om eer te betuigen aan de nieuwe kardinaal, maar Bergoglio hield hen tegen. Hij verplichtte hen om in Argentinië te blijven en gaf opdracht om het geld onder de armen te verdelen. Hij vierde de gebeurtenis in Rome nagenoeg alleen, in een geest van soberheid als was het Vasten.
Hij heeft altijd al op die manier geleefd. Sedert hij aartsbisschop is van de Argentijnse hoofdstad staat de luxueuze residentie naast de kathedraal leeg. Hij woont in een nabijgelegen appartement, dat hij deelt met een oude en zieke bisschop. ’s Avonds kookt hij zelf voor hen beiden. Hij rijdt weinig met de wagen: meestal neemt hij de bus, gekleed in een gewone priestersoutane.
Natuurlijk is het nu voor hem moeilijker geworden om zich incognito te bewegen. Zijn gezicht wordt alsmaar meer bekend in zijn vaderland. Sinds Argentinië in een verschrikkelijke crisis terechtgekomen is en de reputatie van alle topfiguren – politici, burocraten, industriëlen, intellectuelen – ineengestort is, steeg de ster van kardinaal Bergoglio tot het zenit. Hij is voor zijn volk een zeldzaam lichtpunt geworden waarop het zich kan oriënteren. En toch is hij niet het type dat toegevingen doet aan het publiek. Telkens als hij het woord voert, verrast hij de mensen en doet hij hen nadenken. Midden november gaf hij de hongerende Argentijnen geen geleerd sermoen over sociale rechtvaardigheid, maar riep hij hen op om terug te keren tot de nederige lessen van de Tien Geboden en de Zaligheden. “Dat is de weg van Jezus”, zei hij.
De andere bisschoppen treden in zijn voetsporen. Tijdens het Heilig Jaar 2000 liet hij de Argentijnse clerus de gewaden van openbare boetedoening aantrekken voor de fouten begaan tijdens de dictatuur. Na deze daad van zuivering was de Kerk in staat om de hele natie te vragen dat zij haar eigen fouten in de rampspoed waarin zij vandaag terechtgekomen is, zou erkennen. Tijdens het Te Deum ter gelegenheid van de voorbije nationale feestdag, op 25 mei, was er een nooit geziene opkomst voor de homelie van kardinaal Bergoglio. De kardinaal vroeg de Argentijnen te doen zoals Zaccheus in het Evangelie. Die was een schijnheilige woekeraar, maar hij gaf zich rekenschap van zijn morele laagheid en klom in een olijfboom om Jezus te zien, en door Hem zelf gezien en bekeerd te worden.
Alle politici, van rechts tot uiterst links, hebben er alles voor over om de zegen van Bergoglio te krijgen. Zelfs de vrouwen van de Plaza de Mayo, die ultra-radicaal en tomeloos antikatholiek zijn, behandelen hem met respect. Hij is er zelfs in geslaagd bij sommigen van hen tijdens privé-gesprekken bressen te maken in hun bikkelharde standpunten. Een andere keer verscheen hij bij het sterfbed van een ex-bisschop, Jeronimo Podestá, die, in opstand tegen de Kerk, getrouwd was en arm en vergeten op sterven lag. Zijn vrouw is sindsdien één van de vurigste aanhangers van de kardinaal.
Maar Bergoglio heeft ook zijn eigen moeilijkheden gekend met de kerkelijke wereld. Hij is een jezuïet van de oude stempel, uiterst trouw aan de H. Ignatius. Hij werd provinciaal van de Sociëteit van Jezus in Argentinië net op het moment waarop de dictatuur in alle hevigheid woedde en veel van zijn confraters in de verleiding kwamen om het geweer op te nemen en de lessen van Marx in de praktijk om te zetten. Hij werd van zijn post verwijderd en verdween terug in de schaduw. Hij kwam opnieuw op de voorgrond in 1992 toen de toenmalige aartsbisschop van Buenos Aires, Antonio Quarracino, hem benoemde tot zijn hulpbisschop.
Van dan af is zijn opgang begonnen. Zijn eerste – en nagenoeg enige – interview als aartsbisschop van Buenos Aires stond hij toe aan een klein parochieblad, Estrellita de Belém, als om duidelijk te maken dat de Kerk een minderheidspositie bekleedt en alle grootheidswaan moet laten varen. Hij reist zo weinig mogelijk. Hij bezoekt het Vaticaan alleen wanneer het strikt noodzakelijk is, vier- of vijfmaal per jaar, als men hem ontbiedt. Hij neemt dan zijn intrek in een kleine kamer in de Casa del Clero, Via della Scrofa, en elke morgen om halfzes vindt men hem al in gebed in de kapel.
Bergoglio munt uit in gesprekken onder vier ogen, maar als het moet kan hij zich ook in het publiek goed uit de slag trekken. Tijdens de laatste bisschoppensynode, in de herfst van 2001, vroeg men hem onverwacht om de plaats in te nemen van één van de verslaggevers die zich verontschuldigd had. Bergoglio deed het zo uitstekend dat, toen de twaalf bisschoppen moesten gekozen worden die deel zouden uitmaken van de raad van secretarissen, hij met het grootste aantal stemmen verkozen werd.
Iemand in het Vaticaan opperde toen de suggestie hem over te laten komen om een belangrijk dicasterium te leiden. « Alstublieft, als ik naar de Curie moet gaan, besterf ik het », smeekte Bergoglio. En men spaarde hem.
Sindsdien is de idee hem naar Rome te laten terugkeren als opvolger van Petrus zich steeds verder gaan verspreiden. De Latijns-Amerikaanse kardinalen richten zich meer en meer op hem, en hetzelfde geldt voor kardinaal Joseph Ratzinger. De enige sleutelfiguur in de Curie die aarzelt als hij zijn naam hoort uitspreken is staatssecretaris Angelo Sodano – precies de man die voorstander is van de keuze van een Zuid-Amerikaanse Paus.
SANDRO MAGISTER
L’ Espresso nr. 49, 28 nov. 2002