« MIJN ONBEVLEKT HART
 ZAL JE TOEVLUCHT ZIJN »

« Verschillende andere bisschoppen, priesters, geestelijken en zusters beklommen een steile berg, waar zich op de top een groot kruis bevond... Onder de beide armen van het kruis stonden twee engelen, ieder met een kristallen schenkkan in de hand ; daarin verzamelden zij het bloed van de martelaren en daarmee besprenkelden zij de zielen die naderden tot God » (derde Geheim van Fatima). Bij de aanvang van een H. Mis in Bethanië « aan de overkant van de Jordaan », 10 januari 2014.

DE TRANEN VAN GOD

« God weent », aldus paus Franciscus toen hij op 29 oktober, twee weken vóór de aanslagen in Parijs, het Evangelie over de tranen van Jezus becommentarieerde :

« “ En toen Hij de stad naderde en haar zag, weende Hij over haar en sprak : Ach, mocht ook gij op deze dag nog erkennen wat u tot vrede strekt ; maar dat is thans voor uw ogen verborgen. Waarachtig, er zullen dagen over u komen dat uw vijanden een wal om u werpen, u omsingelen en u van alle kanten benauwen ; dat ze u zullen verdelgen, u en uw kinderen die in u wonen ; en dat ze bij u geen steen op de andere zullen laten, omdat ge uw tijd van ontferming niet hebt erkend ” (Lc 19, 41-44).

« In de tranen van Jezus om Jeruzalem ligt heel de liefde van God. God weent om mij wanneer ik mij verwijder. God weent om ieder van ons, Hij weent om al die boze mensen die zoveel slechte dingen doen, die de mensheid zoveel kwaad berokkenen.

« Christus richt zich tot Jeruzalem : “ Hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen vergaderen, zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels ; maar gij hebt niet gewild ! ” (Lc 13, 34). Het is een beeld van tederheid. God kan niet niet liefhebben. Ik kan die liefde weigeren, ik kan ze weigeren zoals de slechte moordenaar gedaan heeft tot op het laatste ogenblik van zijn leven. Maar die liefde wachtte daar op hem.

« En wij, hebben wij het vermogen om te “ wenen ” ? Laten we de genade daartoe vragen », besloot de paus, waarmee hij in de voetstappen trad van de Z. Francisco van Fatima. Ti Marto, Francisco’s vader, vond de jongen op een nacht in tranen, het gelaat verborgen in zijn kussen opdat niemand zijn snikken zou horen : « Ik dacht aan Jezus die zo bedroefd is om de zonden die men tegen Hem bedrijft. »

HET NOORDEN KWIJT ?

In september 2015 brachten de Belgische bisschoppen De Kesel, Lemmens en Harpigny een soli­dariteitsbezoek aan de vervolgde christenen in Noord-Irak. Zij bezochten ondermeer de Syrisch-katholieke aartsbisschop van Mosoel, Mgr. Yohanna Petros Mouche, in zijn ballingsoord Erbil.

Volgens Mgr. Mouche zijn bijna alle christenen gevlucht omdat ze voor de keuze werden gesteld : bekeren, belastingen betalen of sterven. Hij is van mening dat IS, dat Mosoel bezet houdt, bewust gebruik gemaakt heeft van de vluchtelingenstroom : « Tussen al die duizenden vluchtelingen die nu in Duitsland opgevangen worden, zijn er minstens vijfduizend gestuurd door IS. Het is niet voor niets dat ze voedselpakketten van het Rode Kruis weigeren... Europa is veel te naïef. »

Benoît Lannoo, coördinator van de bisschoppendelegatie in Irak, nuanceert de woorden van de aartsbisschop : « Mouche zit in een klein appartement te verpieteren [sic]. Die man is duidelijk het noorden kwijt. » Inderdaad, wat kan iemand die al heel zijn leven in het Midden-Oosten verblijft nu weten van de echte toestand ?

Zou meneer Lannoo vandaag, na de aanslagen in Parijs, nog altijd vinden dat Mgr. Mouche spoken ziet en dat Europa niet naïef is ?

NOOIT MEER VEILIG

De oorlog is nu overal. Om ons te verdedigen zal het niet volstaan, zoals president Hollande beslist heeft, om de posities van Islamitische Staat in Syrië te bombarderen, terroristen op te sporen, imams te verdrijven en moskeeën te sluiten. Wat dan wel ? « Wij kunnen de barbaarse gruwel enkel beantwoorden door meer vertrouwen te hebben in onze gelijken en in hun waardigheid », aldus kardinaal Vingt-Trois, aartsbisschop van Parijs, in zijn homilie op 15 november 2015. Bravo ! Nu kunnen de islamisten hun toekomstige aanslagen in alle rust voorbereiden in Raqqah of in Parijs !

Toen in de week na de aanslagen enkele honderden mensen verzamelen geblazen hadden op de Place de la République « om eer te brengen aan de slachtoffers », volstond de droge knal van een voetzoeker om hen in paniek te doen wegstuiven als een vlucht mussen ; ze liepen mekaar haast onder de voet en lieten hun bordjes met « Même pas peur ! » (“ Zelfs geen schrik ”) schielijk achter. Ze waren duidelijk niet gemaakt uit de stof waaruit kruisvaarders en martelaars gemaakt worden...

Niettemin deed het communiqué waarin de moord­partijen van 13 november opgeëist werden ons die eer aan : het kalifaat verklaarde dat Parijs getroffen werd als « hoofdstad die de banier van het kruis in Europa draagt ». In het Angelusgebed van 15 november verduidelijkte paus Franciscus : « de oudste dochter van de Kerk ».

Toen Karel Martel in 732 bij Poitiers met het zwaard de Saraceense horden tegenhield, deed hij dat om het geloof en de Kerk te verdedigen tegen de islam, helemaal in tegenstelling tot de verzachtende woorden van de aartsbisschop van Parijs, verrader van zijn verantwoordelijkheid als Defensor civitatis !

VERBOD OP KERSTSTALLEN

Precies één week na de moordaanslagen drong de Vereniging van de burgemeesters van Frankrijk (AMF) er op aan om uit de publieke plaatsen alles wat nog overblijft aan christelijke symbolen in onze gese­culariseerde Republiek te verwijderen. In een memorandum ter attentie van al hun collega’s, zowel die van links als die van rechts, hebben de sarkozyst François Baroin, voorzitter van de AMF, en de socialist André Laignel, ondervoorzitter, een « code de bonne conduite laïque » opgesteld : hoe gedragen wij ons als goede geseculariseerde burgemeesters ?

De datum van publicatie maakt duidelijk dat het de bedoeling van het vademecum is om de islam te bestrijden. Eerste maatregel : weigering om in de kantines van de gemeentescholen « confessionele menu’s op basis van religieuze of filosofische voorschriften » aan te bieden. Goed. Maar omdat de moslims zich niet gediscrimineerd zouden voelen, vermits zij de enigen zijn die « confessionele menu’s » vragen – de katholieken hebben het vlees derven op vrijdag al lang laten varen – vraagt de AMF ook een verbod op kerststallen in publieke ruimten ! Ook processies, het dopen van nieuwe schepen, concerten van religieuze muziek enz. kunnen niet door de beugel.

Kortom, waar het om gaat is « een filosofische benadering van het samenleven die men kan omschrijven als humanistisch, omdat ze naar geen enkel godsdienstig dogma of een “ geopenbaarde ” waarheid refereert ».

Zo’n « code » draagt maar al te duidelijk de handtekening van de maçonnieke lobby. François Baroin, de voorzitter van de AMF, is niet toevallig de zoon van Michel Baroin, voormalig grootmeester van het Grootoosten van Frankrijk. De zoon heeft het onderricht van de vader goed onthouden. Onder het voorwendsel van strijd tegen de islam is dat maçonniek “ humanisme ”, dat zich richt tegen wat er nog overblijft aan religieuze symbolen, een echte oorlogsmachine tegen de Kerk en het katholiek geloof.

De ware vijand is dus niet de islam, maar de Republiek. Die heeft ons eerst belet om de moslims in Frans Algerije te bekeren en verhindert ons nu om hen tot bij de Kerststal te voeren. En dat ondanks het feit dat de wereldvrede ervan afhangt – en niet van de « godsdienstvrijheid », afgekondigd door een afvallig Concilie !

HET TWEEDE KALIFAAT

« De islamitische traditie leert dat de wereld twee perioden zal kennen waarin het kalifaat bestaat. Het eerste kalifaat kwam aan zijn einde met de val van het Ottomaanse rijk. Wat IS betreft, is nu de tweede geprofeteerde kalifaatperiode begonnen. Die luidt ook het begin in van het Einde der Tijden, dat gepaard gaat met een massale en apocalyptische strijd tussen de troepen van het kalifaat en de ongelovigen.

« Het is de plicht van een kalief oorlog te voeren en gebied te blijven veroveren, tot door een selecte groep uitverkoren gelovigen de heilstaat op aarde wordt gevestigd.

« Europa vormt de frontlinie en wordt als uiterst makkelijke prooi gezien : vergrijsd, risicomijdend, zonder enige vechtlust, zielloos in het postchriste­lijke tijdperk en geleid door zwakke politici. Bovendien werkt Europa niet samen met logische bondgenoten als Rusland en Israël. Europa laat zich door Amerikaanse neocons, die zijn blijven steken in de vorige Koude Oorlog, ophitsen tegen Poetins Rusland. Zo is Europa zwakker dan ooit tevoren. »

Adjiedj Bakas, auteur van « Kapitalisme & Slowbalisering »

HET MINISTERIE VAN DE KOE

De godsdienstvrijheid...

Nemen we als voorbeeld de cultus van de koeien in India. In dat land zijn de koeien heilig en het doden ervan wordt door de hindoeïstische religie verboden. Op 28 september ll. werd in het dorp Dadri een moslim, die ervan beschuldigd werd biefstuk gegeten te hebben, door een woedende menigte gelyncht : hij werd met knuppels doodgeslagen, zijn zoon belandde met ernstige hersenletsels in de kliniek. De krant La Croix ging bij die gelegenheid fel te keer tegen de « onverdraagzaamheid » van het « hindoe-fundamentalisme ».

In Kasjmir, een Indische deelstaat met een moslimmeerderheid, werd door de hindoepartij in september een formeel verbod op de consumptie van rund­-vlees uitgevaardigd. De lokale moslimafgevaar­digde sjeik Abdul Rashid organiseerde daarop een beef par­­-ty, met als gevolg dat woedende hindoes een mohammedaanse trucker met een petroleumbom vermoordden. « Rundvlees eten is een provocatie », reageert een radicale hindoe die een beschermd tehuis voor koeien heeft gesticht. « Als iemand mijn godsdienst aanvalt, verdedig ik mij. » Volgens dezelf­de persoon is een heel netwerk van sympathisanten « voortdurend waakzaam op het internet om strafexpedities te lanceren als moslims een koe doden of stelen ».

La Croix, dat er prat op gaat open te staan « voor alle godsdiensten », begrijpt er niets meer van : « Vandaag is de koe het meest “ gepolitiseerde ” dier van het Indisch subcontinent geworden. De deelstaat Rajasthan, die geleid wordt door de nationalistische hindoepartij van premier Narendra Modi, heeft zelfs een “ ministerie van de koe ” opgericht. »

EEN ANTICHRISTELIJK OFFER

Om te lachen of om te huilen ? De waarheid is dat het in India om een godsdienstoorlog gaat, in naam van de Koran.

Wat lezen we in het boek van de moslims ? « In die tijd zei Mozes tot zijn volk : “ Voorwaar, de God zegt jullie een koe te offeren ” » (soera II, vers 67). Het volk vraagt een verklaring : « Zij zegden : “ Wil jij ons een feest laten vieren uit spot ? ” » Mozes antwoordt dat het er om gaat de zonde van afgoderij uit te boeten : « De God zegt : het moet een koe zijn ; geen paard, geen kameel. De verklaring ligt in de zonde. Doe wat jullie opgedragen wordt. »

Zowel de idee als de gebruikte woordenschat zijn Bijbels. De allusie op de aanbidding van het gouden kalf door de Israëlieten, waardoor ze zwaar zondigden tegen Jahweh, ligt voor de hand. « Een koe », baqarat, is de transcriptie van het Hebreeuwse woord bâqâr, « kop van grootvee », dat wil zeggen runderen (in tegenstelling tot « kleinvee » : schapen en geiten). In het boek Deuteronomium lezen we dat Jahweh als uitboeting voor de afgoderij het offer van runderen vraagt : « Gij zult offeren van uw grootvee » (Dt 12, 21). De auteur van de Koran vat heel die liturgie van het Oude Testament samen en restaureert ze ten behoeve van zijn volgelingen, Arabische nomaden van de 7de eeuw.

Maar er is meer. Soera II vervolgt : « De God zegt dat het om een doorboorde en opgehangen koe gaat. Haar [rituele] taak is het om gestraft te worden voor hen die ernaar opzien » (II, 69).

« Doorboord » : het Aramese woord sebar kan zowel “ dragen, ondergaan ” betekenen als “ doorboren met de bedoeling om te doen bloeden ”. In de eerste betekenis gaat het om een koe die “ belast ” is ; we denken dan automatisch aan de zondebok, « belast met alle fouten van de kinderen van Israël, al hun overtredingen en al hun zonden » (Lv 16, 21), én aan de lijdende Dienaar, van wie Isaïas zegt : « En toch, Hij draagt ónze kwalen en torst ónze smarten » (Is 53, 4). Bij dezelfde profeet vinden we ook de tweede betekenis : « Om ónze misdaden wordt Hij doorboord » (Is 53, 5).

« Opgehangen » : dat men volgens de Koran een dier moet « offeren » tot uitboeting van de « zonde », verwijst dat niet naar het christelijk mysterie van de verlossing, volbracht door Jezus Christus, « opgehangen » aan het Kruis ?

« Voor hen die ernaar opzien » is allicht een zinspeling op de koperen slang die Mozes, op Gods bevel, aan een paal bevestigt : « En wanneer iemand door een slang werd gebeten, en hij zag op naar de koperen slang, dan bleef hij in leven » (Nm 21, 9). Die slang is dan weer de voorafbeelding van Jezus, naar de woorden van Sint-Jan : « En zoals Mozes de slang ophief in de woestijn, zo moet de Mensenzoon worden verheven, opdat ieder die in Hem gelooft het eeuwig leven zou hebben » (Jo 3, 14-15).

Zo grijpt de schrijver van de Koran niet alleen terug naar het Oude Testament, maar blijkt hij ook een herinterpretatie van het Evangelie te willen geven.

Het « geslachte Lam », Christus zelf (Ap 5, 6), vervangt hij door een « geofferde koe » : een gewaagde parodie, een antichristelijke constructie. En hij gaat nog een stap verder door de koe musallamat (waarvan de term “ moslim ” is afgeleid) te noemen : « tot volmaaktheid gebracht » (vers 71). Zijn bedoeling is om de Brief aan de Hebreeën van Sint-Paulus tegen te spreken, volgens wie de offers van de Mozaïsche wet onmachtig waren : « gaven en offers welke de offeraar niet kunnen volmaken » vermits het slechts « vleselijke voorschriften zijn, vastgesteld tot aan de tijd van het volmaakte bestel » in Jezus Christus (He 9, 9-10).

DE GROTE ANGST VAN ONZE KERKLEIDERS

« Het is niet de massieve geloofsafval van de christenen waarvan de leiders van de Kerk schrik hebben, want dat is “ uiteraard ” een maatschappelijk fenomeen dat uitsluitend westers is... Het is niet de expansie van de islam waarvoor zij bevreesd zijn, want volgens hen volstaat het om aan de moslims vriendelijk uit te leggen dat het niet goed is om « in naam van God te doden », wat velen trouwens al begrijpen... Het is zeker niet de antichristelijke secularisering van onze vrijmetselaarsrepubliek [en van België, en van Vlaanderen] die hen angst aanjaagt, want dat is nu eenmaal het nieuwe Credo van het moderne “ samen-leven ”...

« Neen, de leiders van de Kerk zijn bang voor een Vrouw. « Het is slechts een vrouw », maar zoals de H. Jeanne d’Arc destijds boezemt zij haar tegenstanders een hardnekkige afkeer in. Eigenlijk is de reden daarvan niet anders dan toen : als de levende God in de politieke of kerkelijke geschiedenis van de mensheid verschijnt, haar opnieuw wil oriënteren, zijn afdruk wil nalaten, dan is dat altijd moeilijk. En van leugen op leugen eindigt men snel bij moord, zelfs bij Godsmoord... Die Vrouw die schrik aanjaagt en die evenveel ontsteltenis teweeg brengt in Rome als indertijd het goddelijk Kind Jezus in Jeruzalem (cf. Mt 2, 3), zij is het die heeft gezegd : « Ik ben van de Hemel. » Het is Onze-Lieve-Vrouw van Fatima, de Onbevlekte Ontvangenis, de « goddelijke Maria ».

broeder Philippe van het Gelaat van God

EEN MIRAKEL VAN ONZE-LIEVE-VROUW

« Links van Onze-Lieve-Vrouw en iets hoger zagen wij een engel, die een vurig zwaard in de linkerhand hield. Vonken vlogen eraf en vlammen sloegen eruit, alsof die de wereld in brand moesten steken. Maar de vlammen doofden uit toen zij in aanraking kwamen met het schitterend licht dat Onze-Lieve-Vrouw er vanuit haar rechterhand op liet stralen » (derde Geheim van Fatima). Het mirakel van El Goloso.
« Links van Onze-Lieve-Vrouw en iets hoger zagen wij een engel, die een vurig zwaard in de linkerhand hield. Vonken vlogen eraf en vlammen sloegen eruit, alsof die de wereld in brand moesten steken. Maar de vlammen doofden uit toen zij in aanraking kwamen met het schitterend licht dat Onze-Lieve-Vrouw er vanuit haar rechterhand op liet stralen » (derde Geheim van Fatima). Het mirakel van El Goloso.

Gelukkig hebben wij de Allerheiligste Maagd Maria, bij wie wij onze toevlucht kunnen nemen.

Op 30 juli 2015, toen Spanje getroffen werd door een grote hittegolf, deed zich een incident voor op de militaire basis van El Goloso, ten noorden van Madrid : er brak brand uit die oversloeg naar de kazernetuin. Struiken en gras vatten vuur en brandden volledig af. Groot was de verbazing van de militairen die de brand blusten toen zij merkten dat een klein beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes, dat in het midden van de tuin stond – we zijn in Spanje, niet in Frankrijk ! – onaangeroerd gebleven was.

De foto’s laten duidelijk zien dat de vegetatie rondom volledig verschroeid was, maar dat de vlammen een beperkte zone rondom het beeld ongemoeid lieten. Zelfs enkele vazen met bloemen die men bij het beeld had geplaatst, waren nog intact, alsof het vuur de hele plek gerespecteerd had... Het beeld zelf was nog helemaal wit, zonder een spoor van beschadiging door de vuurgloed.

Het verhaal deed snel de ronde op de sociale netwerken. Natuurlijk vermoedden sommigen dat er bedrog in het spel was, maar verder onderzoek sloot elke twijfel uit.

Het enige wat ons te doen staat, is de se­cula­rise­ring in het vuur werpen, samen met de Akten van het Tweede Vaticaans Concilie, en de H. Maagd Maria installeren als koningin van Frankrijk op alle kruispunten van haar rijk. Wij weten het immers dankzij het derde Geheim van Fatima : zij is het die « de vlammen van het vurig zwaard van de engel, die ons oproept tot boete, doet uitdoven wanneer zij in aanraking komen met het schitterend licht dat zij er vanuit haar rechterhand laat op stralen » !

broeder Bruno van Jezus-Maria
Hij is verrezen ! nr. 79, januari-februari 2016