Rusland en het Onbevlekt Hart van Maria

Een term die in het gedachtengoed van de CRC een centrale plaats inneemt, is die van orthodromie. Dat woord betekent dat wij geloven dat God de geschiedenis leidt volgens een rechtlijnig plan: Hij heeft doorheen alle gebeurtenissen een vast doel voor ogen. Vaak hebben wij het in ons tijdschrift over Rusland en Fatima en wij publiceerden artikels over uiteenlopende figuren zoals de H. Maximiliaan Kolbe, Vladimir Solovjov, zuster Lucia, paus Johannes-Paulus I, Poetin... Hoe past dat alles in het grotere geheel van de goddelijke orthodromie? Dat maakt broeder Bruno van Jezus-Maria duidelijk in volgende magistrale synthese.

DE twintigste eeuw zette in met het roemrijke pontificaat van de H. Pius X (1903-1914), van wie onze vader, abbé de Nantes, zei dat hij de grootste slavofiel van zijn tijd was : een oprechte vriend van de Slavische volkeren. Want door de rechtzinnige leer, de “ orthodoxie ”, in de Rooms-katholieke Kerk te redden, heeft hij onze Kerk dichter bij de “ orthodoxen ” gebracht, voor wie dat woord betekent : trouw aan het dogma van het katholiek geloof.

Deze paus wou de Vader van iedereen zijn. Een jonge Hongaar, geen katholiek maar een orthodox, bevond zich op een dag in zijn aanwezigheid en was daar zo ondersteboven van dat hij als het ware aan de grond genageld stond. Pius X ging naar hem toe en moedigde hem hartelijk aan. Men vertelde de Opperherder toen dat de jongeman orthodox was. Onmiddellijk opende Pius X zijn armen : « Katholieken, orthodoxen, het zijn allemaal onze geliefde kinderen ! »

Die uitspraak werd als het ware bevestigd door de Hemel, drie jaar na de dood van de heilige paus, toen Onze-Lieve-Vrouw in Fatima verscheen en de toewijding van Rusland aan haar Onbevlekt Hart vroeg.

Heel de 19de eeuw door had Rusland geleefd onder het gezag van tsaren die het welzijn van hun volk betrachtten door de afschaffing van de lijfeigenschap, decentralisatie en vergroting van het provinciaal zelfbestuur, administratieve autonomie toegekend aan de steden. Tegelijk met de industriële ontwikkeling plaatsten deze maatregelen Rusland bij het begin van de 20ste eeuw aan de kop van de landen met een grote economische groei. Onder de heerschappij van waarlijk evangelische vorsten kende Rusland een mystieke heropbloei en een wedergeboorte van de volksdevotie, waaraan een groot deel van de adel en de keizerlijke familie zelf deelnamen.

Hoewel ze zich bezondigden aan een te groot liberalisme waren de tsaren trouw aan hun zending van vertegenwoordigers van God op Russische grond en verdedigers van de Christenheid, de rechten en belangen ervan, tot het offer toe. In dat perspectief bestreden zij het Ottomaanse rijk en namen zij deel aan de Eerste Wereldoorlog om Servië te beschermen, de Slavisch-orthodoxe natie waarvan Nicolaas II zich door geboorte als de verdediger beschouwde.

« Tsaristisch Rusland », schreef abbé de Nantes, « ging met macht en gratie de twintigste eeuw binnen. [...] De Russen waren bereid ons te verdedigen tegen onze vijanden en ons deelgenoot te maken van hun geloof, hun ware leer en hun ontroerende vroomheid. Ze stonden klaar om het Westen te genezen van zijn open wonden : rationalisme, materialisme, laïcisme en zoveel andere “ ismen ” die aan de harten vreten en de zielen doen verdrogen. Het Oosten stond op het punt om zijn evangelische zending te vervullen, zijn roeping waarvan het al duizend jaar vervuld was als van een messiaanse belofte » (Rusland voor en na 1983 in CRC nr. 184, december 1982).

DE BOLSJEWISTISCHE REVOLUTIE, EEN ANTIRUSSISCHE AANSLAG

« Hoe is een dergelijk rijk op democratische wijze, vrijwillig, terechtgekomen in een antichristelijke en antinationale revolutie, de vreselijkste die de mensengeschiedenis ooit aanschouwd heeft ? » (ibid.).

Op de dag dat tsaar Nicolaas II tot troonsafstand werd gedwongen, 2 maart 1917, vond de ontdekking plaats van de icoon van de Theotokos Derjavnaja, de « Moeder Gods als Soeverein ». Zij zou in de plaats van de tsaar over Rusland waken. De icoon dateert uit ca. 1800 en wordt vandaag vereerd in de kerk van Onze-Lieve-Vrouw van Kazan op het voormalig tsaristisch domein Kolomenskoje, ten zuidoosten van Moskou.

De waarheid is dat het Russische volk en zijn geliefde tsaar precies omwille van hun opgang in macht en invloed het slachtoffer werden van een onverzoenlijke subversieve oorlog, gekenmerkt door terroristisch geweld en door ideologische besmetting van de intelligentsia die warm liep voor de Duitse filosofie en zich afkeerde van het traditioneel geloof. Die oorlog werd gesteund door internationale propaganda, betaald door de westerse maçonnieke en kapitalistische grootmachten. Vanaf de dag dat Rusland de oorlog inging tegen het Duitse rijk, in augustus 1914, besloten de Verenigde Staten en Groot-Brittannië – hoewel officieel bondgenoot van de Russen – tot de omverwerping van tsaar Nicolaas II. En ze bereikten hun doel met de medeplichtigheid van de Duitse generale staf...

Neen, er is niets Russisch aan de revolutie die Rusland onder het antichristelijk juk van de ­bolsjewieken gebracht heeft ! Sindsdien was dat volk helaas “ bezeten ” van Satan. « Bezetenheid betekent dat een schepsel gegrepen en verdrukt wordt door de duivel, maar ondanks zichzelf. Die verschrikkelijke toestand heeft niets met eigen schuld te maken, integendeel : vaak gaat het om een mystiek martelaarschap vol verdienste. Het hangt van God alleen af of deze toestand blijft voortbestaan of in een oogwenk verdwijnt » (ibid.).

Waarom die beproeving ? « Moest de Christus dit alles niet lijden om zijn glorie binnen te gaan ? » (Lc 24, 26). Deze gedachte beheerst de Russische ziel en vindt haar uitdrukking in de cultus van de Heilige Onschuldigen die lijden en dood ondergaan hebben. Rusland contempleert in zijn strastoterptsy, “ zij die het lijden geduldig verdragen hebben ” – zoals de laatste Romanovs – zijn eigen roeping, zijn lot, zijn gewijde toekomst. Per Crucem ad lucem. Het Rijk Gods binnengaan door aardse glorie en ambitie op te offeren, tot het geven van zijn eigen leven toe voor de andere volkeren. De Russische heiligen hebben er aan hun volk de betekenis van gegeven, de smaak ervoor en de hoop er op. En tenslotte heeft God hen op hun woord genomen. In 1917.

DE H. MAAGD LAAT RUSLAND NIET IN DE STEEK

Rusland moest gedurende een ballingschap van zeventig jaar de ontrouw van het volk Gods uitboeten... Gedurende die lange en vreselijke beproeving was de H. Maagd haar volk echter nabij.

Op 4 november 2015, op het feest van Onze-Lieve-Vrouw van Kazan, vereerde patriarch Kirill van Moskou samen met president Poetin een heel bijzondere icoon : die van de Theotokos Derjavnaja, de Moeder Gods als Soeverein. De patriarch bracht er de geschiedenis van in herinnering.

In februari 1917 brak in Sint-Petersburg de Revolutie uit, die leidde tot de troonsafstand van Nicolaas II op 2 maart. Precies op diezelfde dag vond een boerenvrouw, op aanwijzing van een verschijning van de H. Maagd, in de kelder van een kerk op het domein Kolomenskoje, het buitengoed van de tsaren ten zuidoosten van Moskou, een icoon van de Moeder Gods gezeten op een koninklijke troon. Zij was afgebeeld met in de ene hand een scepter en in de andere een wereldbol, een gouden kroon op het hoofd en gekleed in een purperen gewaad – allemaal emblemen van het soevereine gezag (derjava) van de tsaar. De meest schrandere geesten begrepen toen dat het om een teken van God ging : « De tsaar is heengegaan, maar de Moeder Gods heerst over ons land en nooit is zij in haar bescherming in gebreke gebleven », aldus patriarch Kirill.

Vladimir Solovjov ( 1853-1900 ),
profeet van de bekering van Rusland.

Nauwelijks enkele maanden later, in datzelfde jaar 1917, kondigde Onze-Lieve-Vrouw van Fatima aan dat Rusland « zijn dwalingen » zou verspreiden, maar dat de toewijding van het land aan haar Onbevlekt Hart de vrede aan de wereld zou schenken.

Tijdens het interbellum was de heilige franciscaan Maximiliaan-Maria Kolbe in Polen de grote apostel van de Onbevlekte. Hij stichtte de Militie van de Onbevlekte en vervolgens een klooster bij Warschau : Niepokalanów, de “ Stad van de Onbevlekte ”, van waaruit hij de devotie tot haar verspreidde en zich met een ontembare energie in haar strijd engageerde. Hij oversteeg het eeuwenoude anti-Russisch vooroordeel van zijn Poolse landgenoten en toonde een bijzondere bekommernis om de bekering van Rusland. Tijdens een voordracht in Rome op 11 februari 1937 zei hij : « Wij geloven dat de grandioze dag niet veraf zal zijn waarop het standbeeld van de Onbevlekte, dankzij haar missionarissen, in het hart zelf van Moskou zal tronen. »

Polen, tegelijk Slavisch en katholiek, is de tussenpersoon, de natuurlijke “ brug ” tussen Rome en Moskou. De grote Russische denker Vladimir Solovjov had dat begrepen : « De volle betekenis en de kracht van de Poolse natie liggen in het feit dat Polen, gelegen in het centrum van de Slavische wereld en aan de poorten van het Oosten, tegelijk het grote geestelijk principe van de westerse wereld draagt en vertegenwoordigt. Polen zal niet sterven, want het is gebonden aan een gewijde dienst : het staat ten dienste van het katholicisme. En de eerste en grootste dienst die Polen moet verrichten is het verenigen van het katholicisme met de orthodoxie, de verzoening tussen de Paus en de Tsaar. Die vereniging zal aan de basis liggen van een nieuwe theocratie » (Het jodendom en de christelijke kwestie, 1884 – op het moment dat Polen al bijna een eeuw van de landkaart van Europa was verdwenen).

Gedurende heel de twintigste eeuw is het zuster Lucia van Jezus en het Onbevlekt Hart, boodschapster van de wilsbeschikkingen van de Hemel voor de eindtijd waarin wij leven, die het meest sprekend getuigt van de trouwe liefde van Onze-Lieve-Vrouw voor haar beminde Rusland. Op 13 juni 1929 werd zuster Lucia in het klooster van de zusters dorotheeën in Tuy begunstigd door een grandioze trinitaire Godsopenbaring. De H. Maagd zei haar toen : « Het ogenblik is aangebroken waarop God aan de H. Vader vraagt om in gemeenschap met alle bisschoppen van de wereld de toewijding van Rusland aan mijn Onbevlekt Hart te verrichten. Hij belooft dat Hij het land op die manier zal redden. »

Op 21 januari 1935 schreef zij aan pater Gonçalves dat Onze-Lieve-Heer « bereid is het arme Rusland erbarmen te betonen, zoals Hij vijf jaar geleden beloofd heeft, en dat het zijn diep verlangen is het te redden. » Op 18 mei 1936 drong Jezus verder aan en openbaarde dat, wat er ook gebeurt, « het Onbevlekt Hart van Maria Rusland zal redden, want het is haar toegewijd. »

HET BLOED VAN DE MARTELAREN

De H. Maximiliaan-Maria Kolbe (1894-1941), de grote apostel van de Onbevlekte.

Het drama was dat de hiërarchie van de Kerk weigerde zich te onderwerpen aan de verzoeken van Onze-Lieve-Vrouw van Fatima. Rusland werd dus niet toegewijd aan het Onbevlekt Hart. In januari 1940 had zuster Lucia nochtans gewaarschuwd : « Als deze daad, waardoor ons de vrede zal geschonken worden, niet verricht wordt, zal de oorlog pas ophouden wanneer het bloed dat de martelaren vergieten, zal volstaan om de goddelijke rechtvaardigheid tot bedaren te brengen » (brief aan P. Gonçalves). De boodschapster van Maria had het visioen van het “ derde geheim ” in gedachten, dat slechts zou onthuld worden in het jaar 2000, waarin staat : « Onder de twee armen van het Kruis stonden twee engelen, ieder met een kristallen schenkkan in de hand. Daarin vingen zij het bloed van de martelaren op en besprenkelden er de zielen mee die naderden tot God. »

Omdat Rusland niet toegewijd werd, is het dus dankzij het bloed van de ontelbare martelaren van het communistisch regime dat het land vandaag bevrijd is van de bezetenheid door de duivel en verlost van de bolsjewistische tirannie.

Kardinaal Slipyj, aartsbisschop van Kiev, getuigde in 1981 : « In de Sovjetunie heeft, door de gemeenschappelijke Calvarie van de vervolging, een authentieke oecumene het licht gezien. Gezuiverd door een bewust geloof en door het bloed van de martelaren is die oecumene tot aan de wortels van het Evangelie gegaan : de zoektocht naar het goddelijke en niet het menselijke. Katholieken en orthodoxen, baptisten en andere religieuze gemeenschappen lijden op dezelfde manier omwille van Christus. Dat lijden maakt hen allemaal op dezelfde manier tot kinderen van God en van zijn Kerk. »

Zuster Lucia van Fatima ( 1907-2005 ), boodschapster van de Allerheiligste Maagd.
Zuster Lucia van Fatima ( 1907-2005 ), boodschapster van de Allerheiligste Maagd.

HET VOORTEKEN VAN METROPOLIET NIKODIM

De ontmoeting tussen de heilige paus Joannes-Paulus I, Albino Luciani, en de orthodoxe metropoliet van Leningrad Nikodim, op 5 september 1978, heeft daar een onweerlegbaar bewijs van geleverd.

De ontmoeting tussen paus Joannes-Paulus I en patriarch Nikodim op 5 september 1978.
De ontmoeting tussen paus Joannes-Paulus I en patriarch Nikodim op 5 september 1978.

Kardinaal Albino Luciani, patriarch van Venetië, had zich het jaar tevoren langdurig kunnen onderhouden met zuster Lucia in de karmel van Coïmbra. Zij kondigde hem aan dat hij zou verkozen worden tot Opperherder van de Kerk en won hem voor de zaak van Onze-Lieve-Vrouw van Fatima. Toen hij paus was geworden, was Joannes-Paulus I vastbesloten om de wil van de H. Maagd ten uitvoer te brengen. Aan zijn raadsman don Pattaro vertrouwde hij toe : « Als ik in leven blijf, zal ik terugkeren naar Fatima om de wereld en meer in het bijzonder de volkeren van Rusland toe te vertrouwen aan de Madonna, volgens de aanwijzingen die zij aan zuster Lucia gegeven heeft. »

Metropoliet Nikodim was een Sovjetagent « belast met de infiltratie van het pacifistisch ideeëngoed in de christelijke wereld » (CRC nr. 28, januari 1970). Hij vatte een toenemende liefde op voor de katholieke Kerk, Rome en de Opperherder en kwam zelfs tot het geloof in het primaatschap van de bisschop van Rome. Hij bracht regelmatig een bezoek aan juffrouw Irene Posnoff, die heel haar leven wijdde aan de toenadering tussen katholieken en orthodoxen en een katholiek Russisch tijdschrift uitgaf (Rusland en de Universele Kerk). Zij getuigde over hem : « De houding van Mgr. Nikodim was zeer vergelijkbaar met die van Vladimir Solovjov, hoewel hij een meer intuïtieve weg volgde. »

Op 22 mei 1975 maakte Nikodim een vurige bedevaart naar Fatima. En op 5 september 1978, na in Turijn de H. Lijkwade vereerd te hebben, ontmoette hij paus Joannes-Paulus I tijdens een privé-audiëntie. Hij sprak toen met liefde over de Kerk en over de dringende noodzaak van de vereniging met de orthodoxen, waarop hij plots overleed in de armen van de H. Vader, die hem nog net de absolutie kon schenken. Joannes-Paulus I riep twee dagen later hun gesprek op : « Nog nooit had ik over de katholieke Kerk zo’n mooie woorden gehoord als die welke de metropoliet uitsprak. Ik kan ze niet herhalen, ze blijven geheim. Ik ben er nog altijd van onder de indruk. Hij was orthodox, maar hoezeer hield hij van de Kerk ! Ik denk dat hij veel geleden heeft voor de Kerk door heel veel te doen voor de eenheid. »

Metropoliet Nikodim is gestorven in de katholieke Kerk, want zijn « zo mooie woorden over de Kerk » komen neer op het afzweren van het Oosters schisma ; en de sacramentele absolutie door de opvolger van Petrus in articulo mortis heeft de waarde van een geloofsbelijdenis in het primaatschap van die opvolger en de erkenning van zijn wereldwijde jurisdictie. De goddelijke vergiffenis voor deze Russische prelaat, agent van de communistische heersers in het Kremlin, is een voorafbeelding van de mysterieuze voorbeschikking van Rusland : ooit zal het zich bekeren tot het Rooms-katholicisme door toedoen van de paus, die het zal toewijden aan het Onbevlekt Hart.

VLADIMIR POETIN, « GODDELIJKE VERRASSING »

Nadat er een einde was gekomen aan een communistische “ bezetenheid ” van bijna zeventig jaar, moest Rusland nog een pijnlijke kruisweg gaan : die van een ultra-liberale democratie door de schuld van Boris Jeltsin, een “ karnavaltsaar ” die het land naar zijn definitieve ondergang zou geleid hebben als hij in 1999 niet het door de Voorzienigheid ingegeven idee had opgevat om Vladimir Poetin tot eerste minister te benoemen. Op enkele weken tijd ontpopte Poetin, een tot op dat ogenblik onbekende oud-officier van de KGB, zich tot een buitengewoon leider en de redder van zijn land.

Hij bestreed en overwon de Tsjetsjeense revolte vooraleer zij kon uitlopen op de vestiging van een islamitisch kalifaat. Hij deed de regionale leiders opnieuw in de pas lopen en herstelde de nationale band tussen alle onderdanen van de Russische Federatie, noodzakelijke voorwaarde voor de politieke eenheid van het land. Hij ontnam de grote zakenlui hun statuut van oligarch dat ze zich onder Jeltsin hadden toegeëigend. Hij zorgde voor economisch herstel en slaagde erin Rusland naar behoren te doen functioneren.

Later ondernam hij belangrijke hervormingen, zoals die van het leger, dat op enkele jaren tijd van ouderwets opnieuw efficiënt en geducht is geworden.

Het meest buitengewone is echter dat Poetin geruggensteund wordt door heel zijn volk, dat beseft hoe goed het bestuurd en beschermd wordt door een staatshoofd dat zich enkel laat leiden door bekommernis om het algemeen belang. Het is precies die nationalistische politiek die Poetin wereldwijd kritiek oplevert... buiten de Russische grenzen. Het nationalisme dat de president op intelligente wijze verdedigt, isoleert Rusland evenwel niet van de rest van de wereld. Integendeel, het heeft het land in het hart van alle internationale betrekkingen geplaatst en zo de Amerikaanse hegemonie schaakmat gezet.

We hebben dat de voorbije jaren vastgesteld in Oekraïne, waar de door de VS uitgelokte politieke crisis niet zal kunnen opgelost worden zonder Rusland, dat zinnens is zijn belangen te doen respecteren. En in Syrië werd de door Washington georganiseerde beweging van de “ Arabische lentes ”, die zoveel chaos teweegbracht, voorgoed gestopt dankzij de diplomatieke en militaire steun aan de wettige regering van Assad door Rusland, dat nu een onvermijdelijke hoofdrolspeler in heel het Midden-Oosten is geworden.

De nationale revolutie die Poetin in Rusland ondernomen heeft, is een model voor onze westerse, zogenaamd “ vrije ” democratieën. Maar zij is begrensd : de orthodoxe belijdenis, die in het land een groot succes kent, blijft hoe dan ook schismatiek, gescheiden van Rome. Omdat ze van de sacramenten slechts een “ secundaire ” genade ontvangt, kan ze niet de vruchten dragen van een waarlijk katholiek nationalisme. Het is dat wat Poetin vandaag ontbeert en dat hem zou toelaten Rusland voorgoed te bevrijden van alles wat in de greep is van het geseculariseerd en democratisch systeem. Tot nu toe heeft hij het hoofd kunnen bieden aan het venijn daarvan, maar het blijft een bedreiging vormen.

DE ENIGE WAL TEGEN DE ISLAM

Al in juni 2000, toen Vladimir Poetin oorlog voerde tegen de Tsjetsjeense islamisten, erkende abbé de Nantes : « Rusland vormt vandaag de enige wal van het christelijke Westen tegen de islam » (CRC nr. 368, p. 5).

Een overtuigend bewijs daarvan kregen we in het jaar dat paus Franciscus tot Opperherder gekozen werd, in september 2013. De VS en hun bondgenoten bereidden zich volop voor om militair in te grijpen in Syrië, tegen de staat en ten voordele van de jihadistische rebellen, hoewel Poetin zijn uiterste best deed om een diplomatieke oplossing door te drukken. Die laatste kreeg plots de onverwachte steun van paus Franciscus : op 4 september schreef de paus naar de Russische president, die toen de G20 in Sint-Petersburg voorzat, om hem te vragen « het futiele streven naar een militaire oplossing terzijde te schuiven ».

Franciscus beperkte zich niet tot woorden. Op 7 september, vigilie van Onze-Lieve-Vrouw Geboorte, liet hij zijn volk bidden op het Sint-Pietersplein. Meer dan honderdduizend personen stroomden toe om het rozenhoedje te bidden voor de vrede in Syrië.

De H. Maagd bleef niet doof : door de bemiddeling van Poetin nagelde zij de geallieerde gevechtsvliegtuigen die klaarstonden om op bevel van de Amerikanen op te stijgen aan de grond. Want op 9 september zorgde Moskou voor een verrassing door president Assad voor te stellen zijn chemische wapens te vernietigen. Alle hoofdrolspelers gingen akkoord, ook de Syrische president. De vliegtuigen voerden hun moordende missie niet uit dankzij de H. Maagd, de paus en Rusland !

Sinds achttien jaar knoopt Rusland geleidelijk opnieuw aan met zijn roeping van grote christelijke natie, volgens het ideaal dat Vladimir Solovjov voor ogen stond. Poetin wil zijn land herstellen vanuit zijn christelijke wortels door te putten uit de bron van de eenheid van zijn volk : het doopsel van de heilige grootvorst Vladimir van Kiev, in 988, op het schiereiland Chersonesos op de Krim. « Zijn keuze werd de bron van de ontwikkeling van zowel een land als een beschaving. De beslissing van de vorst weerspiegelt het verlangen van ons volk naar de edele idealen van waarheid, rechtvaardigheid, broederlijke eenheid en solidariteit, en dat ten voordele van heel de wereld. Grootvorst Vladimir is werkelijk de bouwer van zijn land geweest, de stichter van de culturele en economische ontwikkeling ervan, een wijs en verstandig soeverein » (toespraak ter gelegenheid van de duizendste verjaardag van de dood van de H. Vladimir, 25 juli 2015).

Op 19 september 2013 kon Poetin voor de Valdai Club verklaren : « Rusland is een van de laatste behoeders van de Europese cultuur, de christelijke waarden en de ware beschaving. »

Hij zette toen de puntjes op de i’s : « Wij zien hoe veel Euro-Atlantische landen hun eigen wortels verwerpen, met inbegrip van de christelijke waarden die het fundament van de westerse beschaving vormen. Zij ontkennen de morele beginselen van elke traditionele identiteit, op nationaal, cultureel, religieus en zelfs seksueel vlak. Ze volgen een politiek die de kroostrijke gezinnen op hetzelfde niveau plaatst als koppels van hetzelfde geslacht, die geen onderscheid maakt tussen het geloof in God en de cultus van Satan. »

Die woorden verklaren de ontketende haat van het afvallige Westen jegens het christelijke Rusland. Vladimir Poetin is vijand nummer één geworden van de VS en hun bondgenoten, die al bijna twee decennia een genadeloze oorlog tegen Rusland voeren op opeenvolgende strijdtonelen, gisteren in Tsjetsjenië en Georgië, vandaag in Oekraïne en Syrië.

De rehabilitatie van de icoon van de Theotokos Derjavnaja is een gebeurtenis waarvan het belang niet kan overschat worden. Tijdens de bolsjewistische Revolutie werden alle vereerders van « de Moeder Gods als Soeverein » ongenadig vervolgd en vermoord. Patriarch Tichon, die het mirakel van 1917 canoniek had erkend, werd gevangen gezet en gefolterd en stierf in 1925 in mysterieuze omstandigheden. De kopieën van de icoon werden uit alle kerken verwijderd. Tussen 1929 en 1988 verstopten de Sovjets de Theotokos Derjavnaja in de koffers van het Historisch museum. Het was pas voor de vieringen in het kader van de duizendste verjaardag van het doopsel van Rusland (988-1988) dat de icoon terug aan de eredienst werd geschonken.

In de hierboven aangehaalde toespraak bij die gelegenheid zei de Al-Russische patriarch Kirill nog :

« Door hoeveel lijden, verdriet en beproevingen zijn wij niet gegaan ! Wij zijn echter niet alleen een groot en sterk land gebleven, maar ook een dat trouw is aan zijn eigen identiteit. Wij hebben onze eigenheid niet verloren en zullen ze niet verliezen in een tijdperk waarin de grootste en sterkste landen van het Europees continent hun identiteit verliezen. Wij geloven dat de bescherming van de Moeder Gods op ons rust. Daarom zeggen wij tot alle vijanden van Rusland, binnenlandse en buitenlandse : “ Laat ons met rust ! Wij worden beschermd door de Moeder Gods ! ” »

Zeker ! En dat is precies de reden waarom ­On­­­­ze-Lieve-Vrouw wil dat het Russische volk terugkeert in de schoot van de katholieke Kerk, door de toewijding van het land aan haar Onbevlekt Hart. Dan zal, door de genade van dat Hart, het katholieke Rusland de grote bemiddelaar worden van de vrede in de wereld.

Maar eerst moet binnen onze Kerk het door Vaticanum II ondermijnde geloof terug hersteld worden in al zijn glorie !

broeder Bruno van Jezus-Maria
Hij is verrezen ! nr. 200, juli-augustus 2019