Het land van de Heilige Maagd
« Poetin zoekt een antwoord op ons voornaamste probleem : hoe kunnen we ervoor zorgen dat ons land zichzelf heropbouwt, na in het tijdsbestek van één eeuw voor de tweede maal ineengestort te zijn ? » (Gleb Pavlovskij, communicatie-adviseur van president Poetin). De eerste periode waarop Pavlovskij doelt, is vanzelfsprekend de communistische dictatuur : zeventig jaar afbraak en vernietiging (1917-1988). De tweede periode is de tijd van de zogezegde “ bekering ” van Rusland : tien jaar anarchie onder Jeltsin (1988-1998).
GEDURENDE die laatste periode bouwden de zgn. oligarchen immense fortuinen op door de gelden van het Internationaal Muntfonds voor hun eigen profijt te gebruiken en de oude staatsbedrijven voor een spotprijs op te kopen. Zo richtte Boris Abramovitsj Berezovski, de machtigste van de oligarchen, in 1989 een maatschappij op die de geproduceerde auto’s van het Sovjet-staatsbedrijf aankocht tegen een belachelijk lage prijs en ze opnieuw verkocht aan de prijs van de vrije markt.
Op het toppunt van zijn macht controleerde Berezovski een groot deel van de media en zette hij zijn zinnen op de politieke macht. Hij nam contact op met Tatjana Djatsjenko, de dochter van Jeltsin, en beloofde haar een luxe-uitgave van de Memoires van haar vader te publiceren. Door grote sommen aan auteursrechten op de privé-rekening van Tatjana te storten verzekerde de oligarch zich vervolgens van een centrale plaats binnen de « familie » rond Jeltsin die in Rusland de lakens uitdeelde. Het was Berezovski die eerste ministers aanstelde en ontsloeg. Op 12 mei 1999 liet hij Primakov afzetten die de oligarchen wilde aanpakken… Daarop plaatste hij Vladimir Poetin als eerste minister op het politieke toneel.
Maar Poetin weigerde de rol van marionet te spelen. Hij vestigde wat hij zelf een « dictatuur van de wet » noemde om een einde te maken aan de greep van de liberale maffia op de rijkdommen van het land ten koste van de zwaksten. Berezovski vluchtte naar Londen. Een andere oligarch, Chodorkovski, werd gearresteerd in oktober 2003 op beschuldiging van fraude en grootschalige belastingontduiking [zie ons nummer 6 van nov.-dec. 2003, pp. 1-2]. Bovendien probeerde hij zijn eigen kandidaten in de Doema te laten verkiezen door plaatsen op de verkiezingslijsten te kopen – zowel op de communistische lijst als op die van rechtse partijen.
Is de uitschakeling van de oligarchen een goede zaak voor de Russische economie ? « Ja », antwoordt Galina Karelova volmondig. Zij is vice-premier belast met de sociale en demografische vraagstukken. « De patroons van de kleine en middelgrote ondernemingen, die ons bijzonder interesseren omdat zij in de armere provinciesteden voor werkgelegenheid zorgen, zijn opgelucht. Het grootkapitaal verplettert hen in een oneerlijke concurrentiestrijd. Bovendien valt het hele gewicht van de belastingen op hen, want de oligarchen hebben alle mogelijkheden om hun belangen te verdedigen » (interview in de Franse krant Le Figaro, 29-30 dec. 2003).
Critici van Poetin in het Westen roepen nochtans luid dat hij een verkapte dictator is. Primakov, ooit een rivaal van de president, maar nu een overtuigd aanhanger, noemt dit onzin. « Neen, wij willen niet terugkeren naar de dictatuur waaronder de Russen al te lang gebukt zijn gegaan. Maar wij willen ook niets weten van de dictatuur van de oligarchen. De prioriteit van de Russen is een rustig leven te kunnen leiden. Ze willen salarissen die de armoedegrens overschrijden, want veertig miljoen van hen zitten nog onder die grens. »
Poetin heeft zijn ontzaglijk grote populariteit te danken aan de dienst die hij zijn land bewijst. De Russen kunnen elke dag vaststellen dat de grote ellende die het gevolg was van het communisme en van het “ liberalisme ” onder Jeltsin geleidelijk aan verdwijnt. Toen de huidige president aan de macht kwam, leefden nog 59 miljoen Russen onder de officiële armoedegrens – 19 miljoen méér dan vandaag. De koopkracht was nog nooit tevoren zo groot. Lonen en pensioenen worden op tijd uitbetaald. De inflatie is aan banden gelegd. De economische groei bedroeg in 2002 4,3 % en in 2003 zelfs 6,6 % : één van de sterkste groeicijfers ter wereld. De werkloosheid, die in 1993 nog 13,5 % bedroeg, is teruggebracht tot 7,7 % van de actieve bevolking. En dan is er nog het zwarte goud… Rusland, dat geen lid is van de O.P.E.C., heeft besloten de productie van aardolie met 15 % te verhogen ; daarmee zou het land over korte tijd Saoedi-Arabië als grootste olieproducent ter wereld naar de kroon steken.
De gezonde financieel-economische situatie zal Rusland toelaten een belangrijke doelstelling te realiseren : « Wij hebben de intentie onze schuld aan het IMF vóór het einde van het jaar 2008 volledig terug te betalen », verklaarde de vice-minister van Financiën onlangs met terechte trots.
DE BEKERING VAN RUSLAND
Maar wat is het perspectief van de economische « groei » van Rusland als de « bekering » van het land er geen duurzame basis voor levert ?
De bekering van Rusland was de grote doelstelling die de Eerbiedwaardige Emmanuel d’Alzon (1810-1880), de stichter van de assumptionisten, zich op het einde van zijn leven stelde. « Er zijn vele redenen waarom ik denk dat het moment voor ons aangebroken is om onze aandacht op Rusland te richten », schreef hij op 30 maart 1878. Zijn congregatie had toen al de missionering van Bulgarije ter harte genomen, met de steun van de Zalige Paus Pius IX : « Ik zegen uw ondernemingen in het Oosten en in het Westen », had de H. Vader hem tijdens een audiëntie op 6 juni 1862 gezegd. Het opzet van pater d’Alzon was dan ook groots in al zijn duidelijkheid : de orthodoxe Kerken terugbrengen tot de katholieke Kerk.
In 1903 kwamen de eerste assumptionisten in het rijk van de tsaren aan. « Rusland bekeren met slechts vijfentwintig assumptionisten ? Een moeilijke opdracht », merkt de Franse krant La Croix – door de congregatie gesticht ! – schamper op (10 dec. 2003). Maar de “ katholieke ” krant ziet een heel belangrijk gegeven over het hoofd : niemand minder dan Onze-Lieve-Vrouw was betrokken partij... De bekering van Rusland lag Haar nauw aan het hart, zoals blijkt uit het grote Geheim dat zij op 13 juli 1917 aan de herdertjes van Fatima openbaarde.
Dat de missie van de assumptionisten mislukte, was het gevolg van de ontrouw van de congregatie aan de oorspronkelijke doelstelling van haar stichter. La Croix steekt dit trouwens niet onder stoelen of banken : « Het opzet van de missie onderging vrij snel een ingrijpende wijziging. In het begin van de missie was bekering de doelstelling, maar later kwam het verlangen naar vereniging van de beide zuster-Kerken [d.w.z. de oecumene] in de plaats. »
Wat een tragisch verraad… En nochtans waren het precies de assumptionisten, de religieuzen van de Tenhemelopneming van de Allerheiligste Maagd Maria, die de beste troeven bezaten om de bekering van de orthodoxen te doen slagen : « Twintig procent van de Russisch-orthodoxe parochies is toegewijd aan de Tenhemelopneming » van Onze-Lieve-Vrouw, merkt de orthodoxe pope Vladimir Zielinsky in hetzelfde artikel op. « Dat maakt een gesprek mogelijk. Want van zodra het om de H. Maagd gaat, verdwijnt elke vorm van verdeeldheid. »
Onze hemelse Moeder weet dit heel goed. En het is precies daarom dat Zij al zo lang aan de Paus vraagt dat hij Rusland aan haar Onbevlekte Hart zou toewijden, want in ruil voor die toewijding zal Zij dit land dat haar zo dierbaar is bekeren. Wat houdt de Paus tegen om haar wens in te willigen ?
DE H. MAAGD VAN KAZAN
In schril contrast met dit goddelijke plan staat het puur menselijke getouwtrek in het kader van een verkeerd opgevatte oecumene.
Al jaren probeert Paus Joannes-Paulus II een reis naar Rusland te forceren, om de oecumenische « dialoog » met de Russisch-orthodoxe kerk nieuw leven in te blazen. De beroemde icoon van de H. Maagd van Kazan speelde al die tijd een sleutelrol in het schaakspel van de Paus. « Jarenlang was het de bedoeling dat de Maria-icoon van Kazan een reis van de paus naar Rusland mogelijk zou maken. Het plan was dat Johannes-Paulus II de Russisch-orthodoxe kerk een van haar waardevolste en meest vereerde afbeeldingen, die via allerlei omzwervingen in zijn bezit gekomen was, persoonlijk zou gaan teruggeven » (Katholiek Nieuwsblad, 23 juli 2004, p. 24).
De icoon is zeer oud en misschien wel van Byzantijnse oorsprong. In 1579 dook zij op in de stad Kazan aan de Wolga en had al vlug de faam van wonderdadigheid. Zo werd bv. de verdrijving van de Polen uit Moskou in 1612 aan de beeltenis toegeschreven, net als de overwinning op Napoleons Grande Armée tweehonderd jaar later. In 1904 verdween de icoon, om in 1960 weer aan het licht te komen in de VS : de traditionalistische katholieken van The Blue Army kochten haar aan en lieten haar ophangen in Fatima, in afwachting van de bekering van Rusland.
Joannes-Paulus II toonde altijd al een grote belangstelling voor de icoon. Voor hem betekende ze het begeerde visum voor een reis naar Rusland. Kardinaal McCarrick van Washington kon de afbeelding voor de Paus verwerven – met een leugen ! Hij liet verstaan dat de H. Vader heel blij zou zijn met het bezit ervan, maar zweeg zedig over het pauselijke plan om de icoon zomaar aan de Russisch-orthodoxe kerk te schenken. « Ik vertelde hun niet het hele verhaal », aldus deze schijnheilige prelaat in een interview op 25 augustus jl., « want het was belangrijk de vrijheid van handelen van de H. Vader te beschermen. »
Laat ons klare wijn schenken : voor Joannes-Paulus II heeft Rusland helemaal geen bekering nodig. De « bekering » lag ten hoogste in de val van het communisme, begin jaren negentig. Het land kan voor de Paus evengoed zijn redding vinden langs de weg van de orthodoxie !
Sinds 1993 hing de H. Maagd van Kazan bijgevolg in de privé-kapel van de Paus te wachten op een geschikte gelegenheid... Toen de burgemeester van Kazan in 2000 door Joannes-Paulus II in audiëntie ontvangen werd, zei de H. Vader hem dat hij van plan was de icoon persoonlijk te komen teruggeven. Dat betekende dus dat de Paus speculeerde op een uitnodiging voor een bezoek. Maar vanuit Moskou klonk onmiddellijk een « njet » : patriarch Aleksej II, het hoofd van de Russisch-orthodoxe kerk, liet weten dat de teruggave van de afbeelding zeker een mooi gebaar was, maar dat hij een daaraan gekoppeld bezoek van Joannes-Paulus II aan Rusland « niet opportuun » achtte. Bovendien trok de patriarch de authenticiteit van de icoon in twijfel. Hij liet weten dat het waarschijnlijk om een (waardevolle) kopie uit het begin van de 18de eeuw gaat. « Daarom is het niet nodig dat de paus zelf komt : twee kardinalen volstaan », voegde Aleksej er fijntjes aan toe.
De voorbije jaren weken de orthodoxen geen millimeter van dit standpunt, hoeveel demarches en kniebuigingen het Vaticaan ook deed. Uiteindelijk gaf de Paus over de hele lijn toe. Op 28 augustus jl. werd de icoon teruggeschonken door een Vaticaanse delegatie onder leiding van twee kardinalen, kardinaal Kasper – het hoofd van de congregatie voor de eenheid onder de christenen – en de hoger vernoemde kardinaal McCarrick, tijdens een plechtigheid in de kathedraal van de Tenhemelopneming in het Kremlin van Moskou. Nadien vroegen journalisten aan aartspriester Chaplin, woordvoerder van het patriarchaat, « of de teruggave van de icoon het begin van een nieuw hoofdstuk in de orthodox-katholieke betrekkingen inluidde ». Zijn antwoord was even kort als duidelijk : « Neen » (National Catholic Reporter, 10 sept. 2004).
Deze hele geschiedenis bewijst eens te meer wat een zeepbel de conciliaire oecumene is. Veertig jaar « dialoog » met de orthodoxen om tenslotte vast te stellen dat zij geen duimbreed opgeschoven zijn in de richting van de katholieke Kerk ! En hoezeer heeft Rome ondertussen de Ene Waarheid omgeruild voor halve waarheden, dubbelzinnige verklaringen en beschamende compromissen...
« ZE WILLEN RUSLAND BEROVEN VAN DE KAUKASUS »
Afgelopen winter woonde Aleksandr Avdeev, de Russische ambassadeur in Frankrijk, een concert bij in Bourges ter gelegenheid van de driehonderdste verjaardag van de stad Sint-Petersburg. Militanten van de « Rechten van de Mens » wachtten hem op en scandeerden slogans tegen het Russische optreden in Tsjetsjenië. Tot hun grote verrassing stapte de diplomaat recht op hen toe om hen van repliek te dienen :
« Spijtig genoeg kunnen we de strijd tegen het terrorisme in Tsjetsjenië niet met witte handschoenen voeren. Het terrorisme waarmee wij geconfronteerd worden is niet het terrorisme van separatisten, maar het internationale terrorisme dat gefinancierd wordt door Al-Qaeda. Tsjetsjenië is zelfs een opleidingskamp voor Al-Qaeda geworden. Wie opkomt voor de rechten van de mens mag niet vergeten dat zij niet alleen door het Russische leger met de voeten getreden worden, maar ook door de terroristen » (La Nouvelle République du Centre-Ouest, 5 dec. 2003).
De tragedie in het Noord-Ossetische Beslan, enkele weken geleden, bewijst inderdaad dat het internationale islamitische terrorisme het op Rusland gemunt heeft. Het is geen toeval dat precies in Noord-Ossetië toegeslagen werd, want deze kleine deelrepubliek is overwegend christelijk. Vanuit hun uitvalsbasis Tsjetsjenië « spannen de vijanden van Poetin zich in om de moslimbevolking van de regio in opstand te doen komen. Hun programma : overal in de Kaukasus de groene standaard van de Profeet planten » (Frédéric Pons, Soutenir Poutine à Moscou, Beslan, Grozny). De Tsjetsjeense terrorist Sjamil Basajev, die de verantwoordelijkheid opeiste o.m. voor de gijzeling in een theater in Moskou in 2002 en pas geleden nog voor de twee door zelfmoordcommando’s tot ontploffing gebrachte Russische passagiersvliegtuigen, heeft ongetwijfeld ook de hand in de gijzeling in de school van Beslan, waarbij meer dan 450 doden vielen – voornamelijk kinderen.
De Europese Unie uitte kreten van afgrijzen, maar kon het eens te meer niet laten tussen de lijnen kritiek op de « harde aanpak » van president Poetin in Tsjetsjenië te spuien. In Rusland weet men maar al te goed dat Europa met gespleten tong spreekt en stiekem steun verleent aan de zogenaamd “ gematigde ” rebellenleider Aslan Maschadov, die Tsjetsjenië los wil van Rusland maar « afstand neemt » van terreurdaden à la Basajev. Toen een buitenlands journalist op een persconferentie op 6 september jl. aan de president vroeg waarom hij geen dialoog aanging met de Tsjetsjeense separatisten, was voor Poetin de maat vol en gaf hij het perfide Westen een verbale rammeling die iedereen de mond snoerde :
« Waarom ontmoeten jullie Osama bin Laden niet, nodigen jullie hem niet uit naar het Navo-hoofdkwartier in Brussel of naar het Witte Huis in Washington, en geven jullie hem wat hij vraagt, zodat hij jullie met rust laat ?
« Niemand heeft het morele recht ons te vertellen dat we met kindermoordenaars moeten onderhandelen. Stel de vraag zelf eens. Zouden jullie willen dat lui ergens ter wereld kinderen doden om aan de macht te komen ?Als jullie die vraag stellen, twijfelen jullie niet meer aan onze politiek in Tsjetsjenië.
« Waarom noemt men de kornuiten van Bin Laden terroristen en die kindermoordenaars rebellen ? Waar is de logica ? Omdat sommige politieke kringen in het Westen Rusland willen verzwakken, zoals de Romeinen Carthago wilden vernietigen » (aangehaald in De Standaard, 8 sept. 2004).
Dat het al te simplistisch is om de golf van anti-Russische terreur alleen maar toe te schrijven aan de separatistische verlangens van een deelrepubliek, begrijpen ook de gewone Russen. Op de massale betoging tegen het terrorisme die in Moskou op 7 september meer dan 130.000 mensen op de been bracht, droeg iemand een veelzeggend spandoek : « Ze willen Rusland beroven van de Kaukasus ». Het olierijke gebied van de Kaukasus is van doorslaggevend economisch belang voor Rusland en verzekert de onafhankelijkheid van het land. Anderen zien dat met lede ogen aan en het is te vrezen dat « ze » inderdaad voor niets terugdeinzen. Maar het Rusland van Poetin is de sterke dam tegen het nieuwe barbarendom, en wát als die dam het begeeft... ?
broeder Bruno van Jezus-Maria
Hij is verrezen ! nr. 11, september-oktober 2004