DE ACTUALITEIT DOORGELICHT
NOVEMBRE 2025
DE DEMOCRATIE IN VRAAG GESTELD
EEN MACHTELOZE REPUBLIEK
In Frankrijk evolueert de politieke en economische toestand van kwaad naar erger. De Vijfde Republiek lijkt aan het einde van zijn Latijn te zijn nu de politieke klasse er keer op keer niet in slaagt om een werkzame parlementaire meerderheid te vinden voor een efficiënt landsbestuur.
Sinds de verkiezingen van juni-juli 2024 bestaat het Lagerhuis, de Assemblée nationale, uit drie ongeveer even grote blokken: (extreem-)links, (extreem-)rechts en het centrum (de dramatisch gekrompen machtsbasis van president Macron). Om effectief te kunnen regeren, moet de door de president benoemde premier – een figuur uit het centrum – compromissen sluiten met ofwel centrumlinks, ofwel centrumrechts, want de beide uitersten zijn uit politieke correctheid uitgesloten. Dat dit niet tot duurzame regeringen leidt, bewijzen de feiten: tussen begin januari 2024 en vandaag wisselden al vijf eerste-ministers elkaar af…
Daarmee dreigt Frankrijk het zwakke broertje van Europa te worden. En niet alleen op politiek vlak. Het begrotingstekort bedraagt 160 miljard euro en is het hoogste van heel de eurozone (cf. Trends, 8 sep. 2025). Parijs kijkt bovendien aan tegen een staatsschuld van bijna 117 % van het bbp. De kosten voor het aflossen van die schuld worden voor dit jaar geschat op 67 miljard euro, een cijfer dat voortdurend oploopt. De opeenvolgende labiele regeringen zijn niet in staat tot ingrijpende maatregelen en nemen daarom hun toevlucht tot de gemakkelijkste oplossing: de burgers alsmaar meer pluimen, met als gevolg een enorme belastingdruk. Ook hierin spant Frankrijk de kroon en overklast zelfs België! En al dat belastinggeld verdwijnt vervolgens in een bodemloze put.
Ten tijde van de coronacrisis had Frankrijk als minister van Economie en Financiën Bruno Le Maire, die zich bereid verklaarde het land met bergen geld overeind te houden «het koste wat het kost». Onder «Monsieur Quoi qu’il en coûte», zoals hij toen genoemd werd, ontstond de onrustbarende kloof tussen uitgaven en inkomsten. In 2023 ging het al om 5,5 % van het bbp, véél dramatischer dan in andere EU-landen die nochtans ook met de pandemie moesten afrekenen. Vandaag is die kloof uitgegroeid tot een gapend ravijn waarover men alle controle verloren heeft. «Monsieur 1000 milliards de dette» verliet het zinkende staatsschip in september 2024 om dik betaalde gastcolleges te geven aan een Zwitserse universiteit… alvorens onverwacht terug te keren als minister van het Leger op 5 oktober jl., voor één dag, want de verontwaardiging van de Fransen was té groot!
Op 17 oktober nam Le Figaro een enquête af bij de Franse burgers waaruit bleek dat zij momenteel vooral met een gevoelen van schaamte worstelen: «Nu de quasi eindeloze crisis al meer dan een jaar duurt, roept de politieke situatie voor het eerst meer schaamte (53 %; +15) dan woede (49 %; +11) op bij de Fransen. In januari jl., een maand na de val van Michel Barnier en de afgedwongen komst van François Bayrou naar Matignon, beheerste wanhoop (39 %) de gemoederen. Sindsdien heerst er een gevoel van vermoeidheid (35 %; +6) van ongekende omvang in een land dat duidelijk gedesillusioneerd is door de herhaaldelijke blokkeringen» (Crise politique: les Français partagés entre honte et colère).
De brutale diefstal van Franse kroonjuwelen van onschatbare waarde uit het Louvre op 19 oktober, op klaarlichte dag en terwijl het museum al geopend was, is ongetwijfeld de druppel die de emmer van de schande doet overlopen.
DIENAARS EN MEESTERS
De Franse politieke denker Charles Maurras (1868-1952) maakte een onderscheid tussen “le pays réel”, het “werkelijke land”, en “le pays légal”, het “wettelijke land”. Met dat laatste bedoelde hij de hele politieke kaste die zich in onze westerse democratieën van de macht heeft meester gemaakt en de staat domineert via het partijensysteem, de zgn. particratie. De politici doen alsof zij “het volk” vertegenwoordigen en houden die fictie in stand door geregeld verkiezingen te organiseren, waarbij wij kunnen stemmen… op personen die door de partijcenakels op de lijsten zijn geplaatst en dat in volgorde van hun onderdanigheid aan het systeem.
Zeker in Frankrijk is de werkelijke macht sinds de Revolutie van 1789 in handen van de vrijmetselarij. Al wie ambitieus is, maar het nodige talent ontbeert om door eigen capaciteiten omhoog te klimmen, treedt toe tot de Loge en wordt door de “broeders” gepatroneerd en gepromoveerd tot in de hoogste echelons. En de prijs die daarvoor moet betaald worden? Onvoorwaardelijke steun voor de wetsvoorstellen waarmee de Loge het christelijke karakter van de maatschappij wil vernietigen: van de wetten betreffende echtscheiding en crematie tot die over geboortebeperking, abortus, euthanasie, het homohuwelijk enz., om nog maar te zwijgen over het overspoelen van Europa met islamitische migranten.
De «Fraternelle parlementaire», een officieel door de staat erkende instelling, groepeert alle logebroeders die politiek actief zijn. Christian Bataille, een voormalige voorzitter: «De “Fraternelle parlementaire” werd in 1947 opgericht […] en verenigt vrijmetselaars uit verschillende stromingen, of het nu gaat om afgevaardigden, senatoren, leden van het Europees parlement of leden van de Conseil économique, social et environnemental (CESE).
«De rol van de Parlementaire broederschap is ervoor te zorgen dat de principes die de vrijmetselaars ondanks al hun verschillen verenigen, ons als wetgevers kunnen inspireren […]. Henri Caillavet [de stichter van de Fraternelle] zei dat de wetsvoorstellen die hij indiende het resultaat waren van de besprekingen in de loges. Dat is waarvoor de Parlementaire broederschap, die alleen maar nuttig wil zijn [!], kan dienen. Onlangs was ik in mijn hoedanigheid van voorzitter te gast bij twee Parijse loges van de Grand Orient de France, “République” en “Maximilien l'Incorruptible”, en dat gaf me de gelegenheid om een vruchtbare uitwisseling te hebben met de aanwezige zusters en broeders. Er is geen gebrek aan discussies, of het nu gaat om bio-ethische kwesties – het nieuwe debat over het levenseinde illustreert dit op welsprekende wijze – openbare vrijheden, secularisering...» (Une Fraternelle pour construire le “roman national”, in Cairn.info, 1 feb. 2021).
DE VIJAND DOOR DE EEUWEN HEEN
Wie twijfelt aan de almacht en de antikatholieke agenda van de Sekte, moet de boeken lezen van Serge Abad-Gallardo, die 24 jaar lang lid was van de vrijmetselarij, maar in 2014 geraakt werd door de genade en zich bekeerde tot het katholieke geloof. «De logebroeders vertegenwoordigen in Frankrijk 0,34 % van het kiezerscorps. Maar in het parlement maken zij 35 % van het geheel uit!» (b.voltaire.fr, 29 mei 2024). Doordat alles met de grootste geheimhouding wordt omgeven, zijn het enkel de hoger geplaatste broeders (zoals Abad-Gallardo vroeger) die weten hoe wijdvertakt de Loge is. En de leden zitten zowel in het linkse als in het rechtse kamp: het “spel” van de balans, met centrumlinkse en centrumrechtse regeringen die elkaar afwisselen, strooit het publiek zand in de ogen terwijl de vrijmetselarij aan alle touwtjes trekt.
De voormalige logebroeder gaat trouwens nog een stap verder. In een interview n.a.v. de publicatie van Je servais Lucifer sans le savoir (2016) zei hij: «Talrijke geschriften die ik in dit boek citeer, verheerlijken expliciet de Slang van Genesis als bevrijder van de mensheid. Het is zo duidelijk als iets: de vrijmetselarij, om welke obediënties en riten het ook gaat, is luciferiaans» (Aleteia, 27 feb. 2017).
In zijn studie over de Loge schreef abbé Georges de Nantes, de stichter van De Katholieke Contrareformatie in de 20ste/21ste eeuw: «Door toedoen van de vrijmetselarij bewerkt Satan in de individuen die er lid van zijn de hoogmoed van de overheersing, overeenkomstig de derde bekoring van Jezus in de woestijn: “Ik zal U al de koninkrijken der aarde en hun heerlijkheid geven, als gij voor mij neervalt en mij aanbidt” (Mt 4, 9). Wij kunnen ons nauwelijks een voorstelling vormen van de immense voldoening die de hoogmoed schenkt aan de heerszuchtigen, die de meesters van de wereld geworden zijn door de macht van de duivel, en nog minder van de band van slavernij, gewilde en begeerde slavernij, tussen de kinderen van het verderf en de gevallen Engel, die hun beker van aardse genoegens tot aan de rand vult om hen daarna levend in de hel te storten» (april 1980; vertaling in Hij is verrezen! nr. 88 van juli-augustus 2017).
De onbekwame arrivisten die de lagere niveaus bevolken, zijn zich daarvan allicht niet bewust: het is hun vooral te doen om politieke postjes, lucratieve functies, geld en vrouwen (of mannen). Maar ondertussen dienen zij de ideologie en de plannen van de Sekte. Wanneer zij zich bij het opklimmen in de maçonnieke hiërarchie en het ondergaan van de daaraan verbonden rituelen bewust worden van de ware aard van de vrijmetselarij, is het voor de meesten te laat om nog op hun stappen terug te keren en hun luxeleventje vaarwel te zeggen.
DE MONARCHIE ALS ALTERNATIEF
Op het moment dat Frankrijk door zijn vastgelopen politieke systeem en de nulliteit van zijn bestuurders de risée van heel Europa is geworden, verscheen in Le Journal du Dimanche een opmerkelijke vrije tribune door Louis de Bourbon, de aristocraat die aanspraak maakt op de Franse troon. Louis, hertog van Anjou, van Bourbon en van Touraine, werd geboren in Madrid in 1974. De Franse legitimisten – de aanhangers van het Huis Bourbon – beschouwen hem als de troonpretendent die bij een eventuele restauratie van de monarchie zou regeren als koning Lodewijk XX van Frankrijk. Hij stamt namelijk rechtstreeks af van Karel X, die tijdens de Julirevolutie van 1830 werd omvergeworpen en samen met zijn zoon (Lodewijk XIX) troonsafstand deed.
Wij geven hieronder de volledige tekst van zijn tussenkomst weer (8 okt. 2025):
«De politieke, institutionele en sociale situatie in ons land blijft verslechteren. Ik vind dat het mijn taak is als hoofd van het Huis Bourbon en erfgenaam van de dynastie die Frankrijk heeft gevormd, om mij over dit onderwerp uit te spreken. Het doet mij pijn om te zien hoe mijn land elke dag een beetje meer wegzinkt in een politieke crisis die alsmaar minder oplosbaar wordt en waarin de partijen en politici eens te meer, in plaats van te handelen in het belang van Frankrijk en dus van de Fransen, liever hun eigen spel spelen. De Republiek, trouw aan haar geschiedenis, is onderworpen aan partijpolitieke logica. Hoewel de grondwet die generaal De Gaulle voor ogen had deze wantoestand leek te willen corrigeren, moeten we vaststellen dat deze plaag, die Frankrijk zoveel leed heeft berokkend, vijftig jaar later weer met kracht de kop opsteekt.
«Terwijl de sociale spanningen, zowel om economische als om identiteitsredenen, het land steeds heviger teisteren en de externe bedreigingen zich opstapelen, is de staat tot stilstand gekomen. Zoals zo vaak in het verleden zijn de republikeinse instellingen en de politieke klasse niet opgewassen tegen de uitdagingen van deze tijd. De Vijfde Republiek lijkt, net als haar voorgangers, op instorten te staan. De regeringen volgen elkaar op en lijken op elkaar. Ze passen dezelfde methoden en maatregelen toe. Onvermoeibaar. Ik constateer een totaal gebrek aan kritische reflectie en aan echte hervormingsbereidheid. Hoewel de politiek vaak wordt beschreven als het domein van alle mogelijkheden, is zij vandaag de dag in Frankrijk een ruimte van immobilisme, machteloosheid en onvermogen geworden.
«Ons land staat opnieuw op een kruispunt in zijn geschiedenis. Opnieuw zal er misschien een keuze moeten worden gemaakt. En ook al zijn deze tijden noodzakelijkerwijs een bron van onrust en zelfs leed, ze brengen ook hoop met zich mee. Het is namelijk juist in deze tijden dat er, dankzij welwillende mensen, dankzij mensen die zich echt inzetten voor het algemeen belang, grote en positieve veranderingen kunnen plaatsvinden. Wie de geschiedenis van Frankrijk kent, weet dat we al meerdere keren in soortgelijke situaties hebben verkeerd. Het is dus aan ons om deze kansen te grijpen zodat Frankrijk weer de weg kan vinden naar zijn glorieuze bestemming en zijn gelukkig makende welvaart, die zo noodzakelijk zijn voor de ontplooiing van de volkeren.
«Ik nodig de Fransen dan ook uit om goed na te denken over de huidige toestand van onze instellingen en van de heersende klasse, die zich door haar grote nalatigheid onverdraaglijk maakt. Op het moment dat er keuzes moeten worden gemaakt, hoop ik dat het monarchale erfgoed waarvan ik de bewaarder ben, nog voldoende leeft in de harten van mijn landgenoten om een bron te zijn van inspiratie en van, jawel, hoop. Stabiliteit, een langetermijnvisie, een toekomstblik die meerdere generaties omvat en staatshoofden die ter harte nemen dat ze geen chaos doorgeven aan hun opvolgers: dit zijn allemaal punten die weer centraal moeten komen te staan in het Franse politieke leven.
«Ik heb het niet alleen over de instellingen, maar ook over een heel systeem van ideeën en waarden, over een alomvattende reflectie over onze levenswijze en ons bestuur. Fransen, vergeet niet dat het in de schaduw van de koninklijke lelies was dat uw vrijheden tot bloei zijn gekomen en dat Frankrijk zijn hoogtepunt heeft gekend. We hebben leiders nodig die beseffen dat het geluk van het volk hun ultieme missie is. Mocht de H. Lodewijk, het grote voorbeeld voor alle staatshoofden, Frankrijk en de Fransen beschermen in deze tijden van toenemende onzekerheid.»
MAAR WAT VOOR MONARCHIE?
Deze vrije tribune deed bij onze zuiderburen heel wat stof opwaaien. In de dagen en weken na de publicatie gaf Louis de Bourbon interviews aan verschillende media, waarin hij aangaf «beschikbaar te zijn om Frankrijk en de Fransen te dienen als zij een constitutionele monarchie aangepast aan de 21ste eeuw zouden willen instellen.»
Een constitutionele of parlementaire monarchie is een staatsvorm waarin een koning als staatshoofd optreedt, maar gebonden is aan de bevoegdheden die in de constitutie of grondwet zijn vastgelegd en waaraan hij trouw moet zweren. De politieke macht ligt bij de gekozen volksvertegenwoordiging en bij de regering die door de monarch wordt beëdigd. Omgekeerd is de koning echter een verbindende figuur die boven het partijgewoel staat en die door zijn vaak lange staat van dienst en zijn moreel gezag veel invloed kan uitoefenen. In ons eigen land zijn koning Albert I en koning Boudewijn daar de beste voorbeelden van.
Dit belet niet dat zo’n constitutionele monarchie uiteindelijk slechts een “verbeterde” versie is van de machteloze republiek: dezelfde partijstrijd, hetzelfde parlementaire gehakketak, dezelfde achterkamertjespolitiek en op termijn dezelfde onderwerping aan de Sekte. In België zien we dat onze grondwettelijke vorst, die een overtuigd katholiek is, geen enkele reële macht kan uitoefenen en alle antichristelijke wetten moet ondertekenen die de opeenvolgende regeringen hem voorleggen. De moedige weigering van koning Boudewijn in 1990 om zijn handtekening te zetten onder de abortuswet was een uitzondering, die tot een constitutionele crisis leidde en opgelost werd doordat de ministers hem 36 uur «in de onmogelijkheid om te regeren» verklaarden.
Neen, zo’n soort monarchie vertoont teveel zwakheden om een echte en duurzame oplossing te zijn.
In september vorig jaar voerde IPSOS een onderzoek uit naar de relatie tussen de Fransen en de democratie. Het resultaat was ontnuchterend: «Er werd een telefonische steekproef uitgevoerd bij een groep van 1001 volwassen personen die representatief zijn voor de Franse bevolking. De steekproef wees uit dat bijna een vierde (23 %) van mening is dat de democratie niet het beste politieke systeem is, een verhouding die zelfs bijna een derde (31 %) bereikt onder de min-35-jarigen. Meer dan de helft van de Fransen (51 %) vindt dat “enkel een sterk en gecentraliseerd gezag” orde en veiligheid kan verzekeren. […] Wat de regeerders betreft: 76 % oordeelt dat “alle mannelijke en vrouwelijke politici geen enkele voeling hebben met de realiteiten waarmee de gewone burgers te maken hebben”» (20minutes.fr, 25 okt. 2024).
Twee maanden geleden besloot de krant La Croix om een enquête te houden bij de jongere generatie in verband met hun politieke overtuiging. Wat uit de bus kwam, was nog “straffer”: 41 % van de 18- tot 35-jarigen verklaart zich ermee akkoord dat «de leiding van het land zou toevertrouwd worden aan een autoritair gezag» en 47 % staat gunstig tegenover «een systeem dat aan het hoofd van het land een leider aanstelt die zich niet moet bezighouden met een parlement of verkiezingen» (Ces jeunes Français qui rêvent d’un pouvoir autoritaire, 12 sep. 2025).
Commentaar van het magazine Challenges: «In een uitstekend onderzoek van de krant La Croix laat Marie Boeton jongeren van vandaag in hun eigen woorden onze “democratische vermoeidheid” omschrijven. “Vermoeidheid” is de geleerde, beleefde en keurige term die politicologen gebruiken om met de nodige terughoudendheid te verwijzen naar een echte breuk: een aansluiting uit wrok, uit wanhoop of uit enthousiasme, zoals u wilt, bij de “autoritaire regeringen” die geïnspireerd zijn door Trump of Poetin» (challenges.fr, 3 okt. 2025).
De uitspraken die de jongeren doen, winden er geen doekjes om: «“In Frankrijk hebben we een Poetin nodig”… “Poetin heeft een dictatoriaal kantje, zeker, maar waarom is dat een probleem?”… “Een land is als een groot passagiersschip, er is een kapitein nodig. Als iedereen beslist, gaan we nergens naartoe”… “Als ik een Rus was, zou ik tegen mezelf zeggen: met iemand zoals hij hebben we niets te vrezen”… “Er zijn er die spreken over een militaire leider, waarom ook niet?”… “Stemmen is vandaag voor mij iets uit het verleden”… “Een Franse Trump? Hij is half gek, maar hij handelt tenminste, hij beslist in drie minuten en bam!”» (ibid.).
EEN DEMOFIEL GEZAG
Houdt de steeds luider klinkende roep om een sterke man het gevaar in dat we onszelf vroeg of laat uitleveren aan een dictator? Hier is nuancering nodig. Een tiran is iemand die zijn eigen wil boven alles en iedereen plaatst en met geweld oplegt. Dat is uiteraard totaal te verwerpen. De monarch uit de tijden van de aloude christenheid (het zgn. ancien régime, maar dat is eigenlijk een pejoratieve term) verpersoonlijkte daarentegen een heel ander soort gezag: door zijn onderwerping aan de Kerk was hij verplicht binnen bepaalde krijtlijnen te functioneren, op straffe van aan de kaak gesteld te worden als… een tiran.
Binnen die krijtlijnen genoot hij echter volledige vrijheid van handelen, niet gehinderd door parlementen, partijen of andere drukkingsgroepen. Hij had slechts één doel voor ogen: het algemeen welzijn. Het gezag van de christelijke soeverein was niet democratisch, maar demofiel:
«Een democratisch gezag laat zich kiezen, toejuichen, overheersen en tenslotte weer wegsturen door gelijk welke echte of vermeende volksmacht, waarvan het de slaaf is. Een demofiel gezag, dat “van het volk houdt”, durft de burgers commanderen en wacht niet op hun instemming om in alles te handelen voor het algemeen belang, of zij dat begrijpen en waarderen of niet. Het heeft het welzijn van het volk op het oog, niet de populariteit. Merkwaardig genoeg […] blijkt net dit demofiel gezag spontaan te beantwoorden aan de diepste verlangens van het volk, terwijl het democratische dat helemaal niet doet» (punt 82 van de 150 Punten van de Falanx van de Onbevlekte).
Het demofiele koninklijke gezag zoals dat bestond ten tijde van de christenheid «vindt zijn oorsprong elders dan in het volk. Het haalt al zijn rechten, macht en legitimiteit uit God zelf. Deze soevereiniteit, die alle tussenpersonen uitschakelt en toegewijd is aan het algemeen belang, legt als vanzelf contact met het volk. De muur van geld, ambitie, berekening en verraad die onvermijdelijk tussen kiezers en verkozenen bestaat, wordt hier omvergeworpen» (ibid.).
Spijtig genoeg zijn wij zo geïndoctrineerd geraakt dat wij bij wijze van spreken verslaafd zijn geworden aan het democratische systeem: de meesten van ons denken nog altijd dat wij via de verkiezingen een doorslaggevende invloed kunnen uitoefenen en een ommekeer afdwingen, terwijl het toch overduidelijk is dat het wettelijke land er altijd in slaagt de uitslagen naar zijn hand te zetten en een regering van zijn eigen keuze op te dringen. En als er dan toch eens een “man van het volk” aan de macht wordt gebracht, steekt men hem zoveel stokken in de wielen dat hij zijn beloften moet inslikken of ontpopt hij zich tot een verrader.
Denken wij nu echt dat wij beslissingsmacht hebben omdat wij om de zoveel jaar een bolletje kunnen inkleuren? Vinden wij het normaal dat ons leven wordt bepaald door een politieke klasse – de term zelf is al een ontkenning van wat “democratie” letterlijk betekent! – waarin wij ons niet herkennen en die het tegenovergestelde doet van wat wij verlangen?
EEN DENKOEFENING
Louis de Bourbon heeft overschot van gelijk wanneer hij in een andere vrije tribune schrijft: «De Revolutie is nog niet voorbij. De secularisering van de schoolkalender, de recente strijd rond de kruisbeelden, de vernietiging van ons religieus erfgoed zijn allemaal tekenen dat sommigen nog altijd uit zijn op verwoesting, op plundering, op eliminatie van de wortels van ons land. Ze zullen niet stoppen zolang er nog sporen zijn van wat de eenheid van de volkeren van Frankrijk heeft gevormd. […] Misschien is het tijd om terug te keren naar een regime dat eenheid brengt, in vrede is met zijn verleden en stevig verankerd is in de duizendjarige geschiedenis van Frankrijk, om de huidige beproevingen met moed en kalmte tegemoet te treden en zo met sereniteit naar onze toekomst te kijken» (FigaroVox, 16 okt. 2025).
Terwijl Frankrijk en de meeste andere Europese naties nog in een republikeins regime leven, bezit ons eigen land de grote troef van een katholieke vorst te hebben. Dat is een uitzonderlijk gegeven dat we als medekatholieken zouden moeten koesteren. Het enige wat zou moeten gebeuren, is hem bevrijden uit het constitutionele carcan waarin hij gevangen zit en dat hem belet soeverein te heersen.
«Vandaag hebben we in onze democratieën een bestuursapparaat met politici die onderworpen zijn aan het Diktat van de partijen en die een centraliserende politiek en wetgeving uitwerken. […] Het nieuwe bestuur zal decentraliseren, met als eerste resultaat een opvallende verlichting van de centrale administratie en eerherstel voor de openbare diensten. De soeverein moet zich omringen met bekwame dienaren van de staat die hem raad kunnen geven en de verzekering dat de genomen beslissingen ook toegepast worden» (punt 87 van de 150 Punten van de Falanx van de Onbevlekte).
In dit vernieuwde systeem is het de monarch, en niet een of andere partijvoorzitter, die de regeringsleden aanstelt: «De voornaamste sectoren van de bestuursactiviteit zullen in handen van de ministers blijven, die echter meer vrijheid en initiatief zullen kunnen ontplooien. In elk geval handelen zij met door de vorst gedelegeerd gezag, dat hun op elk moment terug kan ontnomen worden, want ze zijn voortaan enkel verantwoording verschuldigd aan het staatshoofd» (ibid). Zou dit niet veel beter werken? In het verleden hadden we trouwens in ernstige crisismomenten de aanstelling van een zgn. technocraat, een specialist die met kennis van zaken en grotendeels los van de particratie kon opereren. Zo werd Robert Vandeputte, oud-gouverneur van de Nationale Bank en hoogleraar in Leuven, in 1981 aangesteld tot minister van Financiën; België verkeerde in te moeilijke economische tijden om de eerste de beste politicus tot bewindsman te kiezen.
De provinciegouverneurs zijn in België partijcreaturen met een erg beperkte bevoegdheid. We herinneren ons nog hoe Steve Stevaert zichzelf in 2005 «kroonde» [!] tot gouverneur van Limburg, in een poging de functie meer aanzien te geven. Waarom zouden de provincies, waarmee de meeste landgenoten zich nog altijd sterk vereenzelvigen, geen grotere rol toebedeeld krijgen? Het zou een werkbaar middel zijn om de staat te decentraliseren en het beleid dichter bij de mensen te brengen. De koning en niemand anders zou die bewindslieden moeten aanstellen op basis van hun verdienste, bekwaamheid en verantwoordelijkheidszin. En op hun beurt zouden de gouverneurs zich kunnen omringen met de medewerkers van hun keuze, bevoegde experts op de meest uiteenlopende domeinen, in plaats van met nutteloze “bestendige deputaties” opgescheept te zitten.
En wat met de gemeenten? Ook op dat niveau wordt best komaf gemaakt met het hele partijgedoe. Op die manier kan «aan de lokale gezagsdragers, in het bijzonder de gemeenteraden en de burgemeesters, opnieuw een zeer grote vrijheid toegekend worden en administratieve mogelijkheden die niet te vergelijken zijn met wat zij vandaag kennen. Het dagelijkse leven van de mensen zal op dat niveau geregeld worden. En het is ook enkel op dat niveau dat de aanduiding van de gezagsdragers op gerechtvaardigde wijze kan gebeuren door verkiezingen, die openstaan voor elke meerderjarige die van zijn burgerrechten kan genieten» (punt 89 van de 150 Punten van de Falanx van de Onbevlekte).
Door de barrière van de “beroepspolitici” weg te nemen is een veel nauwer contact mogelijk tussen de burgers en de gezagsdragers, tot op het hoogste niveau. «In geval van moeilijkheden zal de gouverneur de eerste zijn om het centraal gezag in te lichten over de ontevredenheid van de lokale autoriteiten en de bevolking die onder hun bevoegdheid staat. Het is dus door de betrekkingen van de gouverneurs met de gemeentelijke bewindvoerders dat het staatshoofd in kennis wordt gesteld van de noden van de natie. Dat zal dus veel efficiënter en objectiever gebeuren dan nu het geval is met holle toespraken door volksvertegenwoordigers uit de politieke partijen, die gebonden zijn aan het programma van die partijen en door hun electorale belangen» (ibid.).
VOLLEDIGE VRIJHEID VOOR HET WERK VAN DE KERK
Maar het belangrijkste is natuurlijk dat een soevereine koning er met de hulp van de katholieke Kerk in zijn land zal over waken dat de onveranderlijke principes van de moraal niet te grabbel worden gegooid in parlementaire discussies, die enkel tot doel hebben antichristelijke wetten door te drukken via de dictatuur van de 51 %. Het is toch al te sterk dat de straffeloze moord op ongeboren baby’s in ons land in 1990 kon goedgekeurd worden omdat de Loge een wisselmeerderheid met alle maçonnieke volksvertegenwoordigers van de rode, blauwe en groene partijen orkestreerde!
Een waarachtige monarchie moet breken met de secularisering van de staat. «We moeten terugkeren, in theorie en in de feiten, naar de weldaden van het politieke augustinisme, naar de door Sint-Augustinus bepleite noodzakelijke overeenstemming tussen de “twee zwaarden” en de rechtmatige ondergeschiktheid van het tijdelijke aan het geestelijke. Het betwisten van de wettigheid van die doctrine was het voorspel tot de apocalyptische grondverschuivingen van onze moderne wereld. Het soevereine gezag zal er zich dus op toeleggen om die weldadige overeenstemming tussen de twee machten te bewaren.
«De Kerk is een soevereine en volmaakte gemeenschap die door het koninklijke gezag volledig dient erkend te worden. Zij bestuurt zichzelf in alle vrijheid en in eenheid met Rome, volgens het canonieke recht. Ze regelt de functies van de katholieke eredienst, het onderwijs, de naastenliefde en het apostolaat. Ze beheert de goederen die haar volle eigendom zijn. De staat zal geen enkele belemmering opwerpen tegen haar activiteit, maar integendeel hulp en privileges aan de geestelijkheid verlenen opdat zij haar religieuze en menselijke doelstellingen perfect zou kunnen realiseren. Het staatsgezag zal de Kerk ook verdedigen tegen alles wat aantasting betekent van haar eer, haar dienstwerk of haar bezittingen» (punt 90 van de 150 Punten van de Falanx van de Onbevlekte).
Natuurlijk, de kerkelijke prelaten moeten wel hun plicht doen. Sinds het Tweede Vaticaans Concilie hebben ze de democratie omarmd en dus verzaakten ze in 1990 aan hun plicht: in plaats van de ondertekenaars van de abortuswet te excommuniceren, beperkten ze zich ertoe de beslissing van het parlement «te betreuren»… Een reactie waarover ze verantwoording zullen moeten afleggen tegenover hun opperste Rechter!
Waarschijnlijk is de hierboven gemaakte denkoefening momenteel irrealistisch. Maar de omstandigheden kunnen snel veranderen. De afstand tussen de gewone burger en de particratie is nog nooit zo groot geweest, de afkeer van het regime waaronder wij in Europa leven nog nooit zo diep, het verlangen naar een fundamentele verandering nog nooit zo intens. We zullen zien. De mens wikt, maar God beschikt.
redactie KCR