DE ACTUALITEIT DOORGELICHT
APRIL 2025
OP EEN DOODLOPEND SPOOR

ZIEKBED OF STERFBED ?
Op zondag 23 maart keerde paus Franciscus terug naar het Vaticaan na meer dan vijf weken hospitalisatie. Bij zijn vertrek uit het ziekenhuis zag de 88-jarige Opperherder er erg verzwakt uit. Hij werd in een rolstoel tot op een balkon gereden, wuifde naar de verzamelde gelovigen en stak zijn duim op (waarom geen zegen?). Met een nauwelijks verstaanbare stem sprak hij hen kort toe en werd toen weer naar binnen gebracht.
«De Argentijnse paus, die een chronische longziekte heeft en bij wie als jongeman een deel van een long werd verwijderd, werd op 14 februari opgenomen in de Gemelli-kliniek nadat een bronchitis verergerde. Artsen stelden later een complexe bacteriële -, virale - en schimmelinfectie van de luchtwegen vast en kort daarna longontsteking in beide longen. Zijn verblijf van 38 dagen was het langste van zijn 12-jarig pontificaat en had een pauselijk aftreden of een begrafenis in het vooruitzicht gesteld» (Euronews, 23 maart 2025).
In een communiqué van het Vaticaan stond dat hij zijn therapie nog minstens twee maanden moet voortzetten, maar dat hij kan blijven werken en de mis kan concelebreren. Het Vaticaan gaf geen informatie over de medische voorzieningen voor de paus, alleen dat hij nog steeds zuurstof met hoge stroomsnelheid krijgt via neuscanules wanneer hij dat nodig vindt.
Het was pas achteraf dat we vernamen dat Franciscus ternauwernood aan de dood ontsnapt is. Op 22 en 28 februari kreeg hij twee ademhalingsaanvallen met braken. Dat hij het niet zou overleven was toen 90 % waarschijnlijk.
«Het was verschrikkelijk, we dachten echt dat we hem niet zouden kunnen redden», zei Dr. Sergio Alfieri, de arts die de leiding had over het medische team van de paus, in een interview met het Italiaanse dagblad Corriere della Sera (25 maart). «We moesten kiezen tussen ofwel stoppen en hem laten gaan, ofwel de forcing voeren en alle mogelijke medicijnen en therapieën uitproberen, met het zeer hoge risico dat andere organen beschadigd zouden raken. Uiteindelijk kozen we deze laatste weg». Het was de persoonlijke medische assistent van de paus, verpleger Massimiliano Strappetti, aan wie de paus alle beslissingen met betrekking tot zijn behandeling had gedelegeerd, die aangaf dat de dokters alles moesten proberen.
Nadat hij de eerste crisis overleefd had, kreeg Franciscus op 28 februari een tweede crisis. Dr. Alfieri: «Hij was er zich van bewust, net als wij, dat hij de nacht wellicht niet zou overleven.»
Heeft paus Franciscus toen de laatste sacramenten ontvangen? Hoe vreemd – en schandalig – het ook mag klinken: het lijkt er op dat dit niet is gebeurd, op geen enkel moment van zijn verblijf in de kliniek. Het interview met Alfieri zegt er niets over en geen enkel communiqué van het Vaticaan heeft er een toespeling op gemaakt. Door in die kritieke dagen wél de ziekenzalving (het H. Oliesel) te ontvangen, zou de leider van de katholieke Kerk nochtans een wereldwijd voorbeeld gegeven hebben. Is het doel van ons bestaan niet dat wij er ons op voorbereiden om goed te sterven en zo naar de Hemel te gaan? Wat een gemiste kans… en wat een schuldige nalatigheid vanwege de herder van alle gelovigen.
«HEB MEDELIJDEN MET UW ZIEL»
Misschien heeft de goede God aan onze paus, die toch de toewijding van Rusland aan het Onbevlekte Hart van Maria verricht heeft, een laatste kans willen geven om tot inkeer te komen en de onverwachte extra levenstijd die hij krijgt te gebruiken om “zijn broeders te bevestigen in het geloof” – in het ware geloof, niet in de hersenschimmen die hij zo fanatiek najaagt. Precies daarom roept broeder Bruno van Jezus-Maria ons al jarenlang op om te bidden, veel te bidden voor de H. Vader en meer bepaald voor de redding van zijn ziel.
In zijn Aanklachtenboek tegen Paulus VI, de paus die door zijn revolutionaire beleid de hoofdverantwoordelijkheid draagt voor de ineenstorting van de Kerk in de jaren 1960 en 1970, schreef abbé de Nantes in 1978: «Ik vroeg me af welke vervloekte macht U zo beïnvloed heeft en ik ben bang voor uw eeuwig heil. Ik durf te schrijven, Heilige Vader, ik die een ellendig zondaar onder de zondaars ben, dat ik een grote kwelling ervaar bij de gedachte aan Gods Oordeel over U, zo dichtbij, zo onverbiddelijk, en ik smeek U: heb medelijden met uw ziel.» Want net zoals de Hemel eeuwig is, is de hel dat ook…

Mgr. Athanasius Schneider, de traditionalistische hulpbisschop van Astana (Kazachstan), sprak in dezelfde zin tijdens een radiogesprek met de Amerikaanse katholieke activist Joe McClane: «Het is overduidelijk dat de paus ernstige gezondheidsproblemen heeft, zelfs om nog te kunnen spreken; dat is geen geheim. We moeten daarom eerlijk zijn en hopen dat de Heer hem de genaden en de goddelijke verlichting zal geven opdat hij de hele Kerk zou kunnen versterken in deze laatste periode van zijn pontificaat, dat wil zeggen opdat hij een document kan publiceren om de waarheid van het geloof te herbevestigen tegen de dwalingen die hij heeft verkondigd en om bepaalde elementen van verwarring recht te zetten die tijdens zijn pausschap zijn ontstaan. En zelfs om zaken te herroepen» (The final phase, 24 maart 2025).

Dat zou na het verlaten van het hospitaal zijn «eerste taak» moeten zijn, aldus nog de bisschop. Hij moet zijn dwalingen rechtzetten op het vlak van huwelijk en seksualiteit, het dogma en de sacramenten (een duidelijke verwijzing naar de pro-LGBT-standpunten van Franciscus). De paus moet een document publiceren om de waarheid en het primaatschap van het geloof opnieuw te bevestigen.
Mgr. Schneider verzet zich tegen een belangrijke stroming binnen de Kerk van mensen die menen dat Franciscus niet rechtsgeldig verkozen is of dat hij zo ketters is dat hij geen paus meer kan zijn. In die zin deelt hij het standpunt van De Katholieke Contrareformatie in de 21ste eeuw, want ook voor ons is de huidige paus de ware Opperherder van de Kerk – maar helaas een Opperherder die tekortschiet en die, in eigen naam en zonder gebruik te maken van zijn onfeilbaar leergezag, totaal verkeerde theorieën verkondigt.
Wat ons doet verschillen van de hulpbisschop van Astana is zijn mening dat het enige wat men kan doen is, naast bidden, het terechtwijzen van de paus en de bisschoppen die dwaalleren verspreiden. Wij gaan, in de lijn van onze geestelijke vader, verder dan actie voeren via de media: wij willen een beroep doen op het gezag van de paus zelf. Een bisschop zou de moed moeten hebben om een aanklachtenboek tegen Franciscus neer te leggen en hem zo canoniek te verplichten Rechter te zijn over zichzelf. Dat is de enige manier waarop de paus gedwongen kan worden zijn verkeerde leer in te trekken. En als hij weigert? Dan kan die bisschop tenminste zeggen dat de Opperherder zich openlijk schuldig maakt aan plichtsverzuim.
EEN OPROEP TOT ONTWAPENING
Als de paus er niet aan denkt zich voor te bereiden op de Hemel, waaraan denkt hij dan wel? Dat maakt hij ons duidelijk door twee documenten die hij in het ziekenhuis ondertekend heeft.
Het eerste document is een Oproep tot ontwapening en vrede. Het gaat om een zeer korte boodschap gericht aan de directeur van de krant Corriere della Sera en opgesteld als een antwoord op het plan van de Europese Commissie om met 800 miljard euro «Europa te herbewapenen». In dit nochtans beknopte document komen drie grote dwalingen voor:
Ten eerste zegt de paus dat oorlog hem nog absurder lijkt nu hij ziek is. «Menselijke zwakheid heeft het vermogen om ons beter te doen inzien wat duurzaam is en wat voorbijgaat, wat doet leven en wat doodt» (La Croix, 18 maart). Dit zijn echt uitdrukkingen uit de Bijbel die een stervende katholiek zou kunnen gebruiken om te zeggen dat hij beseft dat de aarde, vergeleken met de Hemel, niets is. Alleen schrijft de paus hier als een progressist. Niet alleen spreekt hij het woord “Hemel” niet uit, maar hij zegt ook dat elke vorm van oorlog slecht is. Dit is het absurde en goedkope «Nooit meer oorlog» van Paulus VI.
Verder richt de H. Vader zich tot de journalisten in het algemeen en zegt dat ze er zijn om te informeren en niet om te verdelen: «We moeten woorden ontwapenen om geesten te ontwapenen en de Aarde [met hoofdletter!] te ontwapenen.» Het idee van de paus is te zeggen dat woorden intellectuele verdeeldheid veroorzaken, waardoor vervolgens oorlogen en klimaatverstoring worden veroorzaakt. Het punt is echter helemaal niet om verdeeldheid te voorkomen door woorden te ontwapenen, maar om de valse ideologieën te bestrijden die de echte oorzaken van verdeeldheid zijn. «Ik ben geen vrede komen brengen, maar het zwaard», zei Onze Heer Jezus Christus (Mt 10, 34). De rol van de paus is het bestrijden van de dwalingen in al hun vormen: marxisme, socialisme, kapitalisme, progressisme, islam en jodendom – allemaal dwalingen die tot oorlogen leiden.
Nemen we als voorbeeld de afgrijselijke realiteit van Gaza vandaag: joodse soldaten die schieten op alle mannelijke Palestijnen onder het bevel “Shoot to kill” en islamitische terroristen van Hamas die iedere Gazaan die hen durft te bekritiseren doodmartelen.

Tenslotte schrijft Franciscus: «Terwijl de oorlog enkel de gemeenschappen en het milieu verwoest, zonder oplossingen te bieden voor conflicten, hebben diplomatie en internationale organisaties nieuw bloed en geloofwaardigheid nodig. De godsdiensten [meervoud] kunnen putten uit de spiritualiteit van de volkeren [??] om het verlangen naar broederschap en gerechtigheid en de hoop op vrede weer aan te wakkeren.» Dat is de MASDU (Mouvement d’Animation Spirituelle de la Démocratie Universelle) van paus Franciscus, die hij geërfd heeft van Paulus VI: alle mensen van alle godsdiensten zullen kracht putten uit de spiritualiteit van hun religies om het verlangen naar broederlijkheid, gerechtigheid en wereldvrede nieuw leven in te blazen. Met het ware Rooms-katholieke geloof heeft dit niets meer te maken.
EN LATEN WE DE SYNODE NIET VERGETEN!
Het tweede document waaraan de paus vanuit Gemelli zijn zegen gaf, was een brief om toch zeker de synodale hervorming, zijn “troetelkind”, niet uit het oog te verliezen, maar integendeel op alle niveaus in de praktijk te brengen (Le pape François veut contrôler l’application de la synodalité, in La Croix, 15 maart 2025).
Toen het slotdocument van de Synode over de synodaliteit op 26 oktober 2024 werd gepubliceerd, probeerde de paus het verplicht maken door er leerstellige waarde aan toe te kennen. Zijn recente boodschap van 15 maart was bedoeld om de bisschoppen van de hele wereld eraan te herinneren dat het synodale proces geen optie is, maar een uit te voeren kerkelijke politiek. Zijn brief voorziet in een zeer gedetailleerd tijdschema voor overleg tot in oktober 2028, het moment waarop in Rome een grote «kerkelijke vergadering» moet worden gehouden. Franciscus preciseert dat de tussenliggende fase bedoeld is om «te begeleiden en te evalueren», met andere woorden om te controleren wat er daadwerkelijk in de bisdommen is ingevoerd, met altijd die centrale rol voor de paus.
Om het bindende karakter van de brief te onderstrepen heeft de ondertekenaar ervan, kardinaal Mario Grech, de verschillende bisdommen gevraagd om Rome «de samenstelling en de referenties van [hun] synodale team» mee te delen, via een ad-hoc-formulier dat de boodschap vergezelt.
De van bovenaf opgelegde synodale oriëntatie leidt ondertussen tot echte revoluties in de bisdommen. We hadden het in Hij is verrezen! al over de benoeming van een zuster tot prefect van de Vaticaanse dicasterie voor Instituten van Gewijd Leven (De ontmann(elijk)ing van de Kerk, in nr. 134 van maart-april 2025). Toch is de aanwezigheid van vrouwen in verantwoordelijke posities op zich niets nieuws. Uit een onderzoek van de krant La Croix in 2005, onder paus Joannes-Paulus II, bleek dat in Frankrijk een derde van de bisdommen de deuren van hun diocesane raad had geopend voor vrouwen. Normaal gesproken bestaat de bisschopsraad volgens canon 473 §4 uit de vicarissen-generaal en de bisschoppelijke vicarissen, die priester moeten zijn. Om die canon niet te schenden, benoemden bisschoppen leken en zelfs vrouwen enkel tot lid van hun bisschoppelijke raad, maar zonder hen de titel van bisschoppelijk vicaris te geven. Ze verzonnen functies voor hen: bisschoppelijk afgevaardigde, co-moderator van de curie, diocesaan verantwoordelijke enz.

In Poitiers benoemde Mgr. Wintzer in 2022 een vrouw als geassocieerde van zijn twee vicarissen-generaal, waarbij hij de pastorale en niet de administratieve dimensie van haar ambt benadrukte. Ze is er niet om hen van hun taken te ontlasten, maar om de activiteiten van de verschillende diocesane raden te coördineren en als schakel te fungeren tussen het aartsbisdom en de parochies. Als het enkel zou zijn om de telefoon te beantwoorden en afspraken te noteren, dan begrijpen we het. Maar wat bedoelt Mgr. Wintzer als hij zegt dat zij een pastorale rol vervult? Zo komen we op gevaarlijk terrein.
In april 2022 werd een leek, Stephanie Rieth, benoemd tot “vertegenwoordiger van de vicaris-generaal” in het Duitse bisdom Mainz, zonder dat het Vaticaan er iets over zei. Mgr. Peter Kohlgraf legde uit dat «Rieth niet alleen in staat zal zijn om hem te vertegenwoordigen in alle interne en externe aangelegenheden, maar ook om zelfstandig de taken van de vicaris-generaal uit te voeren in zijn plaats». Alleen heeft «deze machtiging geen betrekking op taken of activiteiten die zijn voorbehouden aan een geestelijke vanwege hun sacramentele of liturgische verband». Ze kan dus alles doen, behalve de mis opdragen en biechten. Dit gaat zelfs nog verder, want de rol van de vicaris-generaal (en dus ook van zijn vertegenwoordigster) is niet alleen om de bisschop bij deze of gene plechtigheid te vervangen, maar ook om hem bij te staan in het bestuur van het bisdom.
«EEN STERK SYMBOLISCH SIGNAAL»
Heel recentelijk stelde de bisschop van het Oostenrijkse bisdom Gurk-Klagenfurt een vrouw, Barbara Velik-Frank, aan tot bisschoppelijk vicaris: een primeur voor het Alpenland. Zij wordt verantwoordelijk voor “Synodaliteit en Kerkontwikkeling”.
De benoeming van de 57-jarige pastoraaltheologe «deed vragen rijzen met betrekking tot het canonieke recht, vermits de functie van vicaris traditioneel is weggelegd voor de clerus. Bisschop Josef Marketz omzeilde dit echter door een nieuwe, niet-canonieke titel te creëren speciaal voor vrouwen. De Duitse term “Bischofsvikar” is gereserveerd voor gewijde priesters; maar Velik-Frank zal de titel “Bischöfliche Vikarin” dragen, wat een frisse benadering inzake het bestuur van de Kerk inhoudt» (Austrian bishop appoints woman “episcopal vicar” against canon law, in Zenit, 3 maart 2025).

In een interview met de Kleine Zeitung zei Barbara Velik-Frank: «Voor mij is deze aanstelling vooral een bijzondere erkenning voor het werk dat wij tot nu toe als kerkontwikkelingsteam hebben verricht. Natuurlijk is het ook een sterk symbolisch signaal dat ik als vrouw een dergelijke leiderschapsverantwoordelijkheid in de kerk [sic] krijg» (16 maart 2025). En haar bisschop, Mgr. Josef Marketz: «Het gaat niet enkel om een belangrijke stap op het synodale pad, maar vooral om een concrete realisatie van de versterking van de lekenstand – en vrouwen in het bijzonder – waartoe paus Franciscus opgeroepen heeft» (english.katholisch.de, 27 feb. 2025).
We zien dus hoe door toedoen van de synodale beweging en als gevolg van de benoemingen die paus Franciscus zelf deed de remmen worden losgegooid. Vrouwen nemen duidelijk meer en meer deel aan het bestuur van bisdommen en er lijkt voorlopig geen weg terug te zijn. Maar de katholieke Kerk is geen bedrijf waar men evengoed mannen als vrouwen in hoge functies kan benoemen. We moeten de waarheid durven zeggen: deze paus wijzigt bewust de goddelijke constitutie van de Kerk.
Wanneer men theologische boeken leest over het priesterschap staat daar zwart op wit dat de drie apostolische machten (heiligen, onderrichten en besturen) onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De bestuursmacht kan in de Kerk niet uitgeoefend worden zonder de heiligende en onderrichtende macht van het priesterschap. En dit is gebaseerd op een zeer concreet en bovennatuurlijk idee, namelijk dat sinds mensenheugenis, sinds de apostelen, de gewijde macht wordt uitgeoefend over twee realiteiten die zeer nauw met elkaar verbonden zijn: het Mystieke Lichaam van de Kerk en het echte Lichaam van Christus in de Eucharistie. Dit houdt in dat zij die deze gewijde macht bezitten werkelijk deelnemen aan het priesterschap van Jezus Christus (cf. Laurent Villemin, Pouvoir d’ordre et pouvoir de juridiction. Histoire théologique de leur distinction, 2003; 512 pp.).
De protestantisering van de Kerk, ingeluid door het Tweede Vaticaans Concilie, wordt door paus Franciscus alsmaar verder doorgetrokken, met als resultaat ontwijding en toenemende banalisering. Hij duwt de Kerk voort op een doodlopend pad, want hij dreigt van haar een puur humanistische en profane instelling zonder sacraal karakter te maken.
DE REACTIE VAN DE GELOVIGEN
En de gewone gelovigen, zitten zij te wachten op een synodale Kerk? Daar lijkt het helemaal niet op. In werkelijkheid wachten zij vooral op meer geestelijk voedsel vanwege de clerus. Er is nood aan het bovennatuurlijke en aan de sacramenten, niet aan hol “horizontalisme” en oeverloos gepalaber.

Het valt op hoe jongeren de weg naar de Kerk terugvinden. In Frankrijk «is in alle parochies het aantal aanwezigen tijdens de mis van Aswoensdag werkelijk geëxplodeerd», zegt pater Benoist de Sinety, pastoor van de parochie van Saint-Eubert in Rijsel (La Croix, 9 maart 2025). «Het is een fenomeen dat we in heel het bisdom geconstateerd hebben. Al onze priesters waren verbijsterd, van de kleine plattelandskerk tot de grote parochies in de binnenstad. In onze kerk zijn we voor de mis van halfacht ‘s avonds dit jaar gestegen van 400 personen tot bijna duizend! De nieuwkomers waren vooral jongeren tussen 16 en 20 jaar, die we nooit tevoren gezien hebben. Wat me getroffen heeft, is dat ze vaak in groep kwamen en dat velen onder hen geen christenen waren. Daarom heb ik in de mededelingen op het einde van de mis een oproep gedaan tot het catechuminaat: meteen waren er twintig kandidaturen!»
Deze pastoor doet zijn plicht: hij verkondigt het geloof aan wie het niet bezitten en ernaar hongeren. Mochten meer priesters aan hem een voorbeeld nemen! Het catechuminaat zit bij onze zuiderburen trouwens bijzonder in de lift: 24.000 geloofsleerlingen in 2024, een record. Ook in ons eigen land zijn er parochies die floreren en jongeren aantrekken dankzij herders die werk maken van de geestelijke noden van hun parochianen. Men gaat niet naar de kerk om er een flauw afkooksel te krijgen van wat in de wereld aanbeden wordt!
Pater de Sinety gaat verder: «Het wonderbaarlijke is dat dit allemaal gebeurt op een moment dat de katholieke Kerk geplaagd wordt door interne verdeeldheid en schandalen. En te midden van dit alles verrast God ons allemaal door ons te bedelven onder mensen die christen willen worden. [...] Hoe irrationeel is dat!»
Nee, het is niet irrationeel, het is bovennatuurlijk. La Croix legt uit dat het te maken heeft met «een behoefte aan riten en spiritualiteit» en wijst op de invloed van de sociale media, maar in werkelijkheid is de ware reden voor deze plotse aantrekkingskracht de barmhartigheid van de Allerheiligste Harten van Jezus en Maria, die vatbaar zijn voor de gebeden van de trouwe gelovigen.
WELKE OPVOLGER?
Franciscus zelf zou als zijn ideale opvolger de Filippijnse kardinaal Luis Antonio Tagle zien. Het 67-jarige hoofd van de dicasterie voor de Evangelisatie geldt inderdaad als «de Aziatische Franciscus» (John L. Allen in Crux, 15 jan. 2015) en deelt in grote lijnen de visie van de huidige paus. Een grotere kanshebber lijkt echter kardinaal Pietro Parolin, 70 jaar en als staatssecretaris de nummer 2 van het Vaticaan. Net als in 1939, toen de onweerswolken boven Europa samentrokken en het heilig college opteerde voor een topdiplomaat als paus in de figuur van de toenmalige staatssecrataris Eugenio Pacelli (Pius XII), zou het kunnen dat het toekomstige conclaaf, met de gespannen situatie in de wereld voor ogen, het bestuur van de Kerk wil toevertrouwen aan een door de wol geverfd man als Parolin.
Maar dat zijn louter menselijke speculaties. De kardinalen kunnen op het conclaaf rekenen op de bijstand en de verlichting van de H. Geest. God leidt zijn Kerk in alle omstandigheden en een «goddelijke verrassing» is nooit uitgesloten.

Toen Paulus VI, de valse “heilige”, in 1978 overleed, was er onder de traditioneel gezinde gelovigen veel scepsis met betrekking tot de opvolging. De paus had drie jaar tevoren een soort van staatsgreep gepleegd door alle kardinalen ouder dan 80 – en dus haast allemaal gecreëerd door Pius XII, met wiens beleid hij bewust gebroken had – van de stemming uit te sluiten. En toch werd toen een échte heilige gekozen: Albino Luciani, die als Joannes-Paulus I het geloof van altijd weer restaureerde… tot zijn plotse dood na 33 dagen pontificaat (zie De moord op de Goede Herder in De katholieke Contrareformatie in de 20ste eeuw, juli-augustus 1984).
«De jaren van het post-Concilie, onder het pontificaat van Paulus VI, werden gekenmerkt door een volledige ineenstorting van de Kerk. De conciliaire apostasie of geloofsafval bracht zijn giftige vruchten voort, bv. met betrekking tot de geestelijkheid: op twintig jaar tijd, tussen 1965 en 1985, traden 70.000 priesters uit. In die omstandigheden was het niet verwonderlijk dat scherpzinnige geesten in de verleiding kwamen om te wanhopen aan de toekomst van de Kerk. Abbé de Nantes daarentegen reageerde helemaal anders: hij benadrukte zijn geloof in de onwankelbaarheid van de Kerk en was ervan overtuigd dat haar heiligheid en haar onfeilbaarheid niet voorgoed verduisterd konden blijven. Wat door een slechte paus vernietigd was, zou door een goede paus weer hersteld worden.
«De stichter van de CRC voorzag dat na de dood van Paulus VI de leden van het conclaaf een goede katholieke paus zouden verkiezen, in hun verlangen naar een stevig gezag dat orde op zaken zou stellen in de Kerk. Op het conclaaf, legde hij uit, zullen de kardinalen de uitersten van zich afschuiven. Geen reactionair zoals Siri, geen demagogisch avonturier zoals Suenens... Zij zullen een getuige van de gematigde meerderheid van Vaticanum II kiezen, een man van grote kennis en zonder vooroordelen. Maar tegelijkertijd een sterke persoonlijkheid aan wie zij het volledige dossier van het bankroet kunnen toevertrouwen.
«Op 26 augustus 1978, de tweede dag van het conclaaf, werd Albino Luciani bijna unaniem op de Stoel van Petrus verkozen als Joannes-Paulus I. De nieuwe Opperherder veroverde van bij zijn eerste verschijnen op de loggia van de Sint-Pietersbasiliek alle harten. Iedereen herinnert zich zijn glimlach; na de zwaarmoedigheid van de getormenteerde Paulus VI leidde het contrast tot een buitengewone ommekeer. Abbé de Nantes schreef: “Achter dit glimlachend gelaat, in deze wijze heiligheid die een vurige leerling van de H. Franciscus van Sales doet vermoeden, heeft iedereen onmiddellijk de twee voornaamste deugden van de nieuwe paus opgemerkt, bewonderd, aanvaard en bemind: een onbuigzame gestrengheid op het vlak van de leer en de moraal, die verzacht wordt door een grote goedheid voor de individuele personen en vooral voor de armsten”» (broeder Bruno van Jezus-Maria in Hij is verrezen! nr. 45 van mei-juni 2010).
broeder Michel van de Triomferende Onbevlekte & redactie KCR