DE ACTUALITEIT DOORGELICHT 

MEI 2025 

«GIJ ZULT GEHAAT ZIJN OM MIJN NAAM»

«Men zal de hand aan u slaan en u vervolgen, u in synagogen en kerkers brengen, u slepen voor koningen en landvoogden terwille van mijn Naam. Dat zal u overkomen omdat gij getuigenis moet afleggen. […] Gij zult gehaat zijn bij allen terwille van mijn Naam, maar geen haar op uw hoofd zal verloren gaan. Door uw standvastigheid zult gij uw ziel behouden» (Lc 21, 12-19). Opzettelijk beschadigde afbeelding van Christus in een kerk in het noordwesten van Syrië.

DE TERRORIST MET DE STROPDAS

Na de verdrijving van de “bloedige dictator” Assad in december vorig jaar kwam in Syrië een jihadist aan de macht: Ahmed al-Sharaa, vroeger bekend onder zijn nom de guerre Abu Mohammed al-Jolani. De nieuwe president presenteerde zich aan de wereld als een respectabel iemand, in pak en das. Maar hij is een wolf in schaapskleren.

«Als commandant van een met Al-Qaeda geallieerde rebellengroep tijdens de lange burgeroorlog [neen, geen burgeroorlog, maar een door het Westen georganiseerde poging om Assad omver te werpen] in Syrië verwelkomde al-Jolani buitenlandse jihadisten, stuurde hij zelfmoordcommando’s uit om militaire posten op te blazen en zwoer hij een islamitische staat te stichten. Tien jaar geleden vertelde hij een journalist dat moslims het parlement niet moesten binnengaan om een eed af te leggen op een door mensen gemaakte grondwet omdat ze “de heerschappij van de Almachtige Allah” moesten respecteren.

«Dezelfde commandant werd de nieuwe president van Syrië. Hij brak jaren geleden met Al-Qaeda [oprecht of voor de vorm?] en gebruikt nu zijn echte naam, Ahmed al-Sharaa. Hij heeft zijn militaire uniformen ingeruild voor kostuums en is begonnen aan een charmeoffensief om buitenlandse leiders en zijn mede-Syriërs ervan te overtuigen dat hij zijn verwoeste land kan herstellen en naar democratie kan leiden – of iets wat daarop lijkt [sic]. “Als democratie betekent dat het volk beslist wie er over hen regeert en wie hen vertegenwoordigt in het parlement, dan gaat Syrië inderdaad die kant op”, zei hij in een interview met The Economist dat deze maand werd gepubliceerd» (Ben Hubbard, From Jihadist tot President, in The New York Times, 25 feb. 2025).

Dit artikel is tekenend voor de visie van de Amerikaanse mainstream-media en hun broodheren, voor wie álles beter is dan de door Washington zo gehate Assad, die tijdens de “burgeroorlog” op de steun van de Russen kon rekenen. Al-Sharaa en zijn organisatie Hay’at Tahrir al-Sham (HTS), die op de terroristenlijst van Washington stonden, werden daar dan ook al in december afgehaald. Maar zoals te verwachten was, gooide al-Sharaa al snel het masker af.

«In januari werden meer dan 190 mensen gedood – onder wie vijf vrouwen – in veldexecuties of wraakmoorden. Er zijn ook honderden ontvoeringen gemeld. Verschillende aan Al-Qaeda gelinkte personen zijn benoemd op topposities in de nieuwe Syrische regering. Buitenlandse strijders die het land illegaal zijn binnengekomen om te vechten tegen de regering van de voormalige Syrische president Bashar al-Assad hebben functies gekregen binnen de nieuwe strijdkrachten. Deze militanten vormen losse en ongedisciplineerde groepen; misschien [misschien…] is het nieuwe regime niet in staat om ze te controleren. […] De recente moordpartijen komen op het moment dat de EU-leiders [als gedweeë slippendragers van de Amerikanen] besloten om de sancties op de Syrische sectoren van financiën, transport en energie op te heffen» (The Cradle, 27 jan. 2025).

In hetzelfde artikel stipt The Cradle ook aan dat de terreur niet alleen gericht was tegen de Alawieten – de religieuze minderheid verwant aan de sjiitische islam waartoe de familie Assad behoorde – maar ook tegen de christelijke gemeenschappen in Syrië. Het ergste moest toen evenwel nog komen.

GOLF VAN GEWELD IN HET NOORDWESTEN

Moeder Agnes-Mariam van het Kruis: de stem van een roepende in de woestijn, net als onze pater Daniël Maes, ooggetuige van de “burgeroorlog” en auteur van het boek «Poetin en Assad hebben ons leven gered». Om haar in een ongunstig daglicht te stellen werd zij jaren geleden al in bepaalde media weggezet als «de non van Assad».

«Op 6 maart raasde verwoestend geweld, gericht tegen vervolgde religieuze minderheden in Syrië, over de kustgebieden van het land. Hay’at Tahrir al-Sham (HTS), de islamitische militante groep die grote steden in Syrië controleert, lanceerde een gewelddadig offensief dat vooral gericht was tegen de Alawieten, een minderheidsgroep binnen de Islam. Syrische christenen, ook een kwetsbare minderheid, kwamen in het kruisvuur van dit afschuwelijke offensief terecht. De HTS drong hun gemeenschappen binnen en terroristen plunderden huizen en bedrijven. Meer dan 1300 burgers werden gedood. Hele families werden afgeslacht, inclusief vrouwen en kinderen. Militanten vielen kerken aan, profaneerden begraafplaatsen, dwongen christelijke vrouwen de islamitische kledingcode over te nemen en confisqueerden de huizen van christenen.

«Vele overlevenden ontvluchtten het geweld; ze zijn nu ontheemd en kampen met ernstige tekorten aan voedsel, water en elektriciteit» (Persecuted religious minorities in Syria devastated by attacks in Global Christian Relief, 19 maart 2025).

Moeder Agnes-Mariam van het H. Kruis, overste van het klooster van Mar Yakub in Qara, getuigde in een video-interview met CNews: «Alles begon met een opstand tegen de regering in het noordwesten… Al-Sharaa lanceerde een tegenoffensief, maar parallel daarmee drongen groepen islamitische terroristen met vrijgeleides binnen in de Alawitische en christelijke dorpen… Er werd methodisch gemoord, huis na huis, appartement na appartement… Ik ben persoonlijk in de stad Banias geweest. De autoriteiten susten mij: “Er zijn slechts een tiental slachtoffers gevallen.” Maar ik heb de stapels lijken gezien en grenswachters fluisterden me toe dat er 1500 tot 2000 doden in die stad alleen al geteld zijn.» Met medeweten van al-Sharaa? Moeder Agnes-Mariam: «Ofwel is hij op de hoogte en dan is hij schuldig. Ofwel weet hij van niets en dan is hij onbekwaam.»

Broeder marist George Sabé, werkzaam in Aleppo, onderstreepte: «Er heeft een echte etnische moordpartij plaatsgevonden waarvan ook een heel aantal christenen aan de kust het slachtoffer waren. De toestand is zeer delicaat voor alle niet-soennitische bevolkingsgroepen. Onder de christenen heerst zelfs paniek» (Les chrétiens de Syrie inquiets après les massacres contre les alaouites, op de site van CathoBel, 11 maart 2025).

ARABISCHE WINTER

In de Armeens-katholieke kerk van Aleppo. In 2020 leefden er in Syrië 192.000 katholieken: 1 % van de totale bevolking. De onophoudelijke moslimterreur doet alsmaar meer christenen vluchten naar andere landen en bereikt zo langzaam maar zeker haar doel: het christendom uitroeien in heel het Midden-Oosten, waar het geboren werd.

In een dramatische oproep op YouTube verklaarde moeder Agnes-Mariam: «Help ons! De regering heeft geen enkele belangstelling voor niet-islamitische Syriërs… De internationale gemeenschap moet een onderzoek instellen naar de misdaden tegen de mensheid die hier plaatsvinden…» (Génocide en Syrie : Crucifixions, Exécutions. | L’Appel Désespéré de Mère Agnès de la Croix). 

Maar als het om christenen gaat, kijkt de internationale gemeenschap gemakkelijk de andere kant op.

Dat de moordpartij helaas geen eenmalig gebeuren zal zijn, blijkt uit het feit dat president al-Sharaa op 13 maart jl. een vijfjarige periode van (soennitisch) islambewind afkondigde. «Christenen, Alawieten en andere godsdienstige minderheden, zoals de Druzen en de Jezidi’s, hebben reden om bezorgd te zijn over hun toekomst in zo’n extremistisch land» (Global Christian Relief, art. cit.).

Het regime van vader Hafiz en later zoon Bashar al-Assad was een seculier regime geleid door de Ba’athpartij, dat streefde naar verstandhouding onder de verschillende religieuze groepen onder de paraplu van Syrisch nationalisme. Zo was trouwens ook het Irak van Sadam Hoessein, waar een christen, Tariq Aziz, het tot minister van Buitenlandse Zaken schopte. Maar de omverwerping van die seculiere machthebbers, gewild en doorgevoerd door de Amerikanen onder het mom van “Arabische lentes”, bracht islamitische fanatici aan de macht en leidde tot een ware Arabische winter…

Al te gemakkelijk verliest men uit het oog dat de christenen in Syrië er niet te gast zijn, maar wezenlijk deel uitmaken van de geschiedenis van het land. «“We vergeten maar al te vaak dat Syrië een van de belangrijkste bakermatten van het christendom is”, zegt Joseph Yacoub, emeritus hoogleraar aan de Katholieke Universiteit van Lyon en specialist op het gebied van de oosterse christenen. Toch is het duidelijk: het was op de weg naar Damascus dat Paulus zich bekeerde en het was in Antiochië dat de term “christenen” voor het eerst werd gebruikt. Talloze verslagen in het Nieuwe Testament, met name de Handelingen van de Apostelen en de Brieven van Paulus en Petrus, getuigen hiervan. Vanaf het begin was Syrië een christelijk land en dat is het sindsdien gebleven, ondanks de Arabisch-islamitische verovering en het feit dat het door verschillende rijken werd gedomineerd tot de onafhankelijkheid in 1946» (La Syrie, terre chrétienne depuis deux mille ans, op de site van Vatican News, 10 april 2025).

ANTICHRISTELIJKE TERREUR IN SOEDAN

Verwoesting van een kerk in Soedan in 2014. Op bevel van het moslimbewind in Khartoem vernietigden bulldozers, begeleid door de lokale politie en personeel van de nationale veiligheidsdiensten, een kerk in Omdurman, de tweede grootste stad van het land. Volgens de plaatselijke christenen had de regering eerst het land aangeslagen waarop de kerk gebouwd was. «Bid alstublieft dat wij opnieuw een plaats voor de eredienst krijgen», zei één van hen in tranen tegen een westerse reporter.

Het christendom werd in Soedan, het vroegere Nubië, binnengebracht door de Egyptische Kopten en de eeuwen door was er beïnvloeding door de christenheid van buurland Ethiopië. In het midden van de 19de eeuw kwamen talrijke katholieke missionarissen naar het Afrikaanse land, die scholen en klinieken oprichten en in 1852 in het zuidelijke deel van Soedan een eerste katholieke missiepost stichtten. Het succes was bescheiden, want het sterftecijfer onder de missionarissen ten gevolge van ziekten lag bijzonder hoog. In het begin van de 20ste eeuw kwam een nieuwe katholieke missiegolf op gang, maar ook de protestanten lieten zich niet onbetuigd: de Church Missionary Society richtte in 1920 een anglicaans bisdom op.

Na de onafhankelijkheid van Soedan van het Britse Rijk in 1956 kwam de macht in handen van Arabischsprekende moslims in het noorden, die van bij het begin een uiterst vijandige houding aannamen tegenover de door hen verachte christelijke bevolking van vooral het zuiden. Twee burgeroorlogen waren daarvan het gevolg (1956-1972 en 1983-2005), waarna het zuiden tenslotte in 2011 zijn onafhankelijkheid verkreeg.

Een bijzonder zware periode was het dertigjarige bewind van Omar al-Bashir, die in 1989 de macht greep in Khartoem en van de islam de officiële staatsgodsdienst maakte, met invoering van de sharia en een wet die de doodstraf oplegde aan moslims die zich tot het christendom durfden bekeren.

«Het regime van Bashir gebruikte verschillende intimidatiemethoden, specifiek tegen christenen, waaronder het vernietigen van gebedshuizen, het vervolgen van religieuze leiders en het in beslag nemen van religieuze eigendommen. De onafhankelijkheid in 2011 van Zuid-Soedan, het overwegend christelijke deel van het voorheen verenigde Soedan, betekende een extra klap voor de christelijke gemeenschap die in het noordelijke deel van het land achterbleef: naar schatting 5,4 % van de bijna 50 miljoen inwoners van Soedan is christen, terwijl 91 % soennitisch moslim is. Nadat Bashir drie maanden later verklaard had dat Soedan een volledig islamitische grondwet zou afkondigen, namen de aanvallen op kerken en christenen dramatisch toe» (The Forgotten War on Sudan’s Christians, op de website van The Tahrir Institute for Middle East Policy, 9 mei 2024).

Een openluchtmis wordt opgedragen bij de stad Warrap in Zuid-Soedan. Anders dan noorderbuur Soedan is dit land, dat in 2011 onafhankelijk werd, overwegend christelijk. Volgens gegevens uit 2020 is meer dan 60 % christen, terwijl 33 % van de bevolking het heidense animisme aanhangt en slechts 6 % moslim is (Global Religious Futures: South Soudan, Pew Research Center, 5 feb. 2024). Van de christenen is de meerderheid (51 %) katholiek; we spreken dan over 2,7 miljoen zielen. Vermeldenswaardig is dat de man die sinds de onafhankelijkheid president van Zuid-Soedan is, Salva Kiir Mayardit, een Rooms-katholiek is.

In 2019 bracht een militaire staatsgreep Bashir ten val, maar zijn erfenis overleefde hem binnen de strijdkrachten, die de spil vormden van de overgangsregering. «De aanvallen op de christelijke gemeenschap hielden in die periode niet op, ondanks de belofte van de regering om de mensenrechtensituatie in het land te verbeteren. Tijdens de overgangsperiode vonden verschillende schendingen plaats: kerken werden verbrand en gesloopt, religieuze leiders werden willekeurig gearresteerd en de inlichtingendienst bleef leden van de christelijke gemeenschap ondervragen en bedreigen. Tegelijkertijd bleven de autoriteiten christenen bepaalde rechten ontzeggen, waaronder het recht op een gebedsplaats, door verzoeken om nieuwe kerken te bouwen af te wijzen» (ibid.).

GENOCIDE OF GODSDIENSTOORLOG?

Maar omdat de overgangsregering openlijk de democratie beleed, schrapte Washington Soedan in december 2019 van de lijst van Countries of Particular Concern” inzake vrijheid van godsdienst. Het land kwam terecht op de minder ernstige “Special Watch List”. En ondanks het feit dat het antichristelijke geweld voortduurde, werd Soedan in april 2021 ook van die laatste lijst weggehaald.

Ongeacht wie er in Khartoem ondertussen aan de macht is, gaat de vervolging tot op vandaag onverminderd door. «In de laatste weken van de regering-Biden verklaarden de VS dat de Soedanese Rapid Support Forces (RSF) schuldig waren aan het plegen van een voortdurende genocide in Soedan, met verwijzing naar de systematische uitmoording van mannen en jongens en het wijdverspreide seksuele geweld tegen vrouwen en meisjes. […] De RSF is voortgekomen uit de Janjaweed, een Soedanese militie die de volkerenmoord in Darfur uitvoerde» waarbij in 2003-2005 naar schatting 200.000 mensen omkwamen. «Sommige kerken worden gebruikt als basis voor militaire operaties, waarbij mensen die er schuilen worden verdreven of zelfs gedood om plaats te maken voor soldaten. Leden van de geestelijkheid zijn het doelwit van de RSF: tijdens hun invallen worden priesters zonder pardon neergeschoten of neergestoken» (ibid.).

De term “genocide” is misleidend: het gaat niet om de uitmoording van een bepaald volk, maar wel degelijk om het systematisch liquideren van christenen door fanatieke mohammedanen. Godsdiensthaat dus, zoals trouwens duidelijk kan opgemaakt worden uit de laatste regels van de hierboven geciteerde tekst.

DE MACHTELOZE NIGERIAANSE DEMOCRATIE TEGEN BOKO HARAM

De leerling is niet beter dan de Meester: begrafenis van christelijke slachtoffers van moslimterreur in Nigeria. Het land is voor christenen het dodelijkste land ter wereld, stelt de recent gepubliceerde 2025 Global Persecution Index van de organisatie International Christian Concern (ICC).

Het dichtbevolkte Nigeria telde in 2020 bijna 215 miljoen zielen (bron: Worldometer) en is het land met de meeste inwoners van heel Afrika. Op zijn grondgebied leven zo’n 250 verschillende etnische groepen, waarvan de voornaamste de Haussa in het noorden en de Igbo in het zuiden zijn. Net als in de vroegere eenheidsstaat Soedan is ook in Nigeria het noorden vooral islamitisch en het zuiden overwegend christelijk. Volgens The World Factbook waren er in 2018 in het totaal ongeveer 53 % moslims en 46 % christenen (overwegend van protestantse belijdenissen, met slechts 10 % katholieken).

De geschiedenis van het postkoloniale Nigeria is er een van kortstondige parlementaire regimes afgewisseld met langdurige periodes van dictatuur. In 1999 stierf de voorlopig laatste autocraat en kreeg het land een federale grondwet, met uitgebreide bevoegdheden voor de deelstaten (een unicum in Afrika). Maar door het wegvallen van een sterk centraal gezag konden de noordelijke moslimstaten hun kans grijpen: ze voerden de sharia in en viseerden de christelijke minderheid met straffen voor blasfemie en apostasie. Er vonden verschillende incidenten plaats waarbij christenen werden gedood in antwoord op vermeende blasfemie (cf. Johannes Harnischfeger, Democratization and Islamic Law: The Sharia Conflict in Nigeria, Frankfurt am Main, 2008).

En toen verscheen Boko Haram op het toneel, een ongehoord brutale terreurorganisatie van personen die zich beschouwen als «toegewijd aan de verbreiding van het woord van de profeet en de jihad». Boko Haram is vooral berucht geworden door de talrijke aanslagen en gevallen van kidnapping, meer bepaald de ontvoering op 15 april 2014 van 276 schoolmeisjes. De groepering gebruikt verder alle mogelijke vormen van geweld. «Haar capaciteiten namen toe in 2014, toen de organisatie haast dagelijks aanvallen uitvoerde op christenen, politie- en veiligheidsdiensten,  scholen, politici en moslims die als collaborateurs bestempeld werden. Boko Haram verhoogde zijn internationale profiel in 2015 door trouw te zweren aan Islamitische Staat in Irak en de Levant […] en zelfmoordaanslagen uit te voeren in buurland Tsjaad» (Counterterrorism Guide, 2015).

Kort nadat de toenmalige leider van de terreurbeweging in 2019 om het leven was gekomen, verklaarde de president van Nigeria dat «Boko Haram technisch gesproken verslagen was». Hij kraaide te vroeg victorie: onder een nieuwe chef veerde de militie terug op (Dionne Searcey, Boko Haram is Back. With Better Drones in The New York Times, 13 sep. 2019). Zo voerden de terroristen tussen 30 december 2022 en 7 januari 2023 een reeks bloedige raids uit op eilanden in het Tsjaadmeer.

De islamitische terreurgroep Boko Haram is vooral actief in het noorden van Nigeria, waar de christenen een minderheid vormen. De kaart geeft de toestand weer op het hoogtepunt van de macht van de beweging, maar de legende onderaan op de kaart is misleidend, want Boko Haram is ook vandaag nog altijd actief.

Het democratische bestuur in de hoofdstad Abuja bleek tot op vandaag niet bij machte om de organisatie uit te roeien. Waarnemers verwijzen naar de politieke corruptie en het onderbetaalde en ongemotiveerde Nigeriaanse leger, maar de hoofdreden is duidelijk genoeg: in een strijd op leven en dood met een niets ontziende vijand stelt een parlementaire democratie niets voor. Tussen 2000 en 2020 heeft Boko Haram 62.000 Nigeriaanse christenen vermoord (cf. Michael F. Haverluck, Silent slaughter: 2 decades of genocide in Nigeria, 7 aug. 2020).

DE KLEINE CHRISTELIJKE KUDDE IN GAZA

«In Bethlehem, een stad op de Westelijke Jordaanoever met een grote christelijke aanwezigheid, maakten christenen in 1922 nog 84 % van de bevolking uit; vandaag is dat minder dan 20 %. Palestijnse christenen vormen dan ook procentueel de grootste groep vertrekkers uit de bezette Palestijnse gebieden. Ze zijn vaak hoogopgeleid, hebben connecties in het buitenland en beschikken over de nodige financiële middelen die vertrek mogelijk maken» (vrtnws, 8 juni 2024).

Het christendom verdwijnt in een razendsnel tempo uit het H. Land. Volgens een rapport van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken uit 2022 wonen er nog slechts 50.000 Palestijnse christenen op de Westoever en in Jeruzalem. Een bescheiden aantal leeft binnen de grenzen van de staat Israël. En in de Gazastrook? 1300, schatte het rapport; anderen bronnen spreken over hooguit 1100. Dat was drie jaar geleden, vóór de hel losbarstte...

In de tijd voorafgaand aan operatie Al-Aqsa-storm en de Israëlische reactie er op woonden de christenen in de Strook vooral vlakbij de drie voornaamste kerken van Gaza-stad: Sint-Porphyrios (orthodox), de H. Familie (katholiek) en de Gaza Baptist Church (evangelisch).

De parochie van de H. Familie omvat ook een middelbare school, gesticht door het Latijnse patriarchaat van Jeruzalem in 1974. In 2000 kwam daar een kleuter- en lagere school bij, geleid door de dominicaanse zusters van de Allerheiligste Rozenkrans van Jeruzalem. Beide scholen geven aan kinderen van Gaza een christelijke opvoeding en hebben zo’n goede naam dat ook zeer veel moslimouders er hun kroost naartoe sturen. 

Op 30 juli 2024 verwoestte een bombardement door het Israëlische leger ei zo na de aloude Grieks-orthodoxe kerk van de H. Porphyrios in Gaza. Het door de kruisvaarders in de 12de eeuw opgerichte Godshuis was al eens het doelwit van een luchtaanval in oktober 2023; toen kwamen 18 mensen die in een aangrenzende hal hun toevlucht hadden gezocht om het leven.

Tijdens de invasie van het Israëlische leger in Gaza die in oktober 2023 begon, boden de kerk, de scholen en de kloostergebouwen van de religieuzen onderdak aan honderden vluchtelingen, o.m. christelijke families van wie de huizen gebombardeerd waren. Op 4 november werd de school van de zusters verwoest door een Israëlische luchtaanval (zie het artikel Oorlogsfronten in De actualiteit doorgelicht van december 2023).

Kort daarna, op 16 december, vielen er doden. Kardinaal Pizzaballa, Latijns patriarch van Jeruzalem, publiceerde een scherp communiqué: «Nahida en haar dochter Samar werden doodgeschoten toen ze naar het klooster van de zusters liepen. De ene werd gedood toen ze de andere in veiligheid probeerde te brengen. Zeven andere mensen werden neergeschoten en gewond toen ze anderen probeerden te beschermen binnen het kerkterrein. Er was geen waarschuwing gegeven, geen voorafgaande melding gedaan. Ze werden koudweg neergeschoten binnen het terrein van de parochie, waar geen strijdende partijen zijn.» De prelaat voegde er later aan toe dat het om «een sluipschutter van het IDF» ging.

Het Israëlische leger reageerde dat het de kerk niet als doelwit had uitgekozen, maar daar nam het patriarchaat geen genoegen mee: er waren geen Palestijnse strijders in de buurt en de beide vrouwen waren «in koelen bloede vermoord».

TUSSEN HAMER EN AAMBEELD

Pater Gabriel Romanelli, zijn medegeestelijken en de misdienaars van de kerk van de H. Familie in Gaza-stad (2024). «Wij zijn christenen, wij geven niet op.»

Het is eigenlijk ontstellend te moeten vaststellen dat zo weinig mensen in het Westen weten dat niet alle Palestijnen moslims zijn. De kleine kudde van Palestijnse christenen zit geplet tussen het zionistische fanatisme van de regering-Netanyahu enerzijds en het islamitische extremisme van Hamas anderzijds.

«In Gaza leven verschillende groepen die het moslimextremisme aanhangen en zich vooral verzetten tegen bekeerlingen uit de islam. De christenen zijn klein in aantal, maar doen hun best om vreedzaam te leven met iedereen om hen heen. Van de 1070 christenen die in Gaza woonden toen de oorlog begon, proberen er nog zo’n 600 te overleven. Zij vonden onderdak in de Grieks-orthodoxe of in de katholieke kerk en zijn nu afhankelijk van de hulp die ze krijgen van kerkfunctionarissen en verschillende organisaties […] die geld sturen voor voedsel, water, brandstof en winterkleding. Toen mensen nog naar het zuiden van de Gazastrook konden trekken, slaagden honderden christenen erin om de grens met Egypte over te steken. Maar sinds Israël de Strook in stukken heeft verdeeld, is dat niet meer mogelijk» (600 Christians still in Gaza: please pray! op de website van Open Doors, 18 nov. 2023).

Een jonge christen die door Open Doors geïnterviewd werd, zei dat hij bezorgd was om de impact op de lange termijn op de christelijke gemeenschap in Palestina: «Deze oorlog is een ramp voor alle christenen in de regio. Door deze oorlog zal de Kerk uit Gaza verdwijnen. Maar niet alleen uit Gaza: sinds het begin van de oorlog zijn honderden christelijke families van de Westelijke Jordaanoever, Jordanië en Libanon naar Canada, de VS of Australië verhuisd» (art. cit.).

Toch is de jongeman zich ervan bewust, net als velen van zijn geloofsgenoten, dat de Heer hem beschermt. «Een van de Bijbelverzen die mij het meest helpen is: “De Heer is mijn Herder; het ontbreekt mij aan niets” [Psalm 23].»

* * *

In oktober 2024, vlak vóór de bliksemsnelle omverwerping van Assad door de milities van al-Sharaa, bezocht Kerk in Nood de bisschop van de Syrische katholieken van de Latijnse ritus, Mgr. Hanna Jallouf, in Damascus. «Van de ongeveer 10.000 christenen die voor de oorlog in het gouvernement Idlib woonden, zijn er nu nog maar ongeveer 650, voornamelijk oudere mensen op het platteland. Nadat de jihadisten in de eerste jaren van de oorlog [tegen Assad, begonnen in 2011] de controle over het gebied overnamen, zijn de meeste christenen gevlucht vanwege de moeilijke leefomstandigheden.» Op 5 oktober 2014 werd de franciscaan,  die op dat moment pastoor was in de stad Knayeh, samen met ongeveer 20 leden van de parochie ontvoerd door strijders van het al-Nusrafront en vijf dagen gevangen gehouden. «Tien jaar zijn verstreken sinds mijn ontvoering. […] Deze dagen bid ik tot God voor mededogen, vergeving en bevrijding van oorlog en voor het herstel van vrede in dit gewonde land. We hopen dat het, op voorspraak van de H. Maagd Maria, onze trouwe martelaren en alle heiligen, weer een land van liefde, respect, vergeving en co-existentie tussen de verschillende gemeenschappen en religies zal worden.»

Processie met het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Fatima in Aleppo op 13 mei 2017, de dag dat de stad werd toegewijd aan haar Onbevlekte Hart.

De machtsovername door Hay’at Tahrir al-Sham, nog geen twee maanden later, lijkt de woorden van de bisschop te logenstraffen: de moslimextremisten willen niet weten van “co-existentie”, maar enkel van de uitroeiing van de volgelingen van “de Nazareeër”. Toch blijft hun en onze hulp in de Naam des Heren en moet de toekomst van het christendom in het Midden-Oosten toevertrouwd worden aan het Onbevlekte Hart van Maria. Daarvan gaf Aleppo op 13 mei 2017 een onvergetelijk voorbeeld, toen de stad werd toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw van Fatima en een grote processie met haar beeld door de straten trok. Heeft zij in Portugal niet gezegd dat, als «wij naar haar verzoeken luisteren», zij een einde zal maken «aan oorlogen en vervolgingen tegen de Kerk»?

redactie KCR