“Benedictijnen” tegen “franciscanen”

Paus Franciscus begroet emeritus paus Benedictus XVI tijdens een ceremonie in het Vaticaan op 28 juni 2016.

AL heel snel na het overlijden van Benedictus XVI publiceerde zijn persoonlijke secretaris, Mgr. Georg Gänswein, een boek waarin hij verslag doet van zijn levensjaren aan de zijde van de afgetreden paus : Nient’altro che la Verità (“ Niets anders dan de Waarheid ”). Daarin verhaalt Gänswein onder meer de reactie van de emeritus paus op de afkondiging van het motu proprio Traditionis custodes door paus Franciscus, waarmee nagenoeg een stop werd gezet op het gebruik van de tridentijnse misritus : « Toen men hem [Benedictus] om zijn mening vroeg, verklaarde hij dat het ging om een beslissende koerswijziging en dat het volgens hem een vergissing was, omdat het de poging tot pacificatie van veertien jaar tevoren bedreigde. »

Deze onthulling was het startschot voor allerlei zure oprispingen aan het adres van Franciscus door personen die binnen of buiten Rome bekendstaan als aanhangers van de visie en het beleid van Benedictus XVI. Vaticanist Sandro Magister, altijd al een onvoorwaardelijke “ benedictijn ”, had het op 9 januari in een artikel over « de bitterheid van de emeritus paus » inzake het « vernietigen van de liturgische vrede door Franciscus ». Kardinaal Gerhard Müller, voormalig prefect van het dicasterium voor de Geloofsleer en trouwe medestander van Benedictus, liet op 7 januari in La Stampa optekenen : « De onderdrukking van de Latijnse Mis door paus Franciscus was een onvoorzichtigheid. Ik raad de Opperherder aan om aandachtiger te zijn voor alle gevoeligheden binnen de Kerk. »

Sommigen zeggen dat dit de eerste zetten zijn in een groot plan om paus Franciscus, tien jaar na het onverwachte opstappen van zijn voorganger, op zijn beurt naar de uitgang te manoeuvreren...

Eerst en vooral is het de vraag of het verschil tussen beide Opperherders wel zo fundamenteel is. Beiden verdedig(d)en Vaticanum II met hart en ziel ; Benedictus deed het op een sluwe en geraffineerde manier, terwijl Franciscus rechttoe rechtaan is.

Fundamenteler is de vraag of wij ons als katholieken mogen inlaten met deze machtsspelletjes, deze Power games om een “ conservatieve ” of een “ progressieve ” kandidaat op de Troon van Petrus te krijgen. De verdediging van de onveranderlijke geloofswaarheid : dat is het enige waarom wij ons moeten bekommeren, het enige doel van ons bidden en ons strijden. En daarbij moeten we ons ervan bewust zijn dat het de Heer Jezus zelf is die zijn Kerk leidt. Wij mogen niet de pretentie koesteren dat wij het allemaal zelf in handen hebben.

Benedictus XVI merkte dat terecht op in zijn eerste encycliek Deus Caritas est van 25 januari 2006. Hij onderstreepte dat wij tenslotte slechts werktuigen zijn in de handen van Christus. Die gedachte moet ons bevrijden van de waan dat wij op onszelf en helemaal alleen moeten werken « aan de hervorming waaraan de wereld nood heeft ». Dat geldt evengoed en misschien nog meer voor de Contrareformatie in de Kerk, die zo broodnodig is voor de redding van de wereld. Wie dat begrijpt « zal nederig doen wat hij kan doen en even nederig de rest toevertrouwen aan de Heer. Het is God die de wereld bestuurt en niet wij. Wat onszelf betreft, laten wij ons gewoon in zijn dienst stellen, zoveel wij kunnen en zolang Hij ons de kracht ertoe geeft » (nr. 35).

* * *

In oktober 1974, toen voor- en tegenstanders van de novus ordo van Paulus VI – de ingrijpende hervorming van de H. Mis – in een steeds bitsere strijd gewikkeld waren en de oppositie van Mgr. Lefebvre (en het gevaar voor een afscheuring) wind in de zeilen kreeg, schreef abbé de Nantes een Eenheidsformule als uitdrukking van het geloof en het actieprogramma van de leden van « De katholieke Contrareformatie in de twintigste eeuw ». Na vijftig jaar is deze formule, die ter goedkeuring voorgelegd werd aan de H. Stoel, maar zonder dat er een reactie op kwam, nog altijd actueel. Iedereen die een katholieke Contrareformatie in de 21ste eeuw genegen is, maar eigenlijk ook iedereen die het katholieke hart op de juiste plaats draagt en niet moet weten van schismatieke initiatieven, zal ze kunnen onderschrijven :

EENHEIDSFORMULE

Als leden van de H. Rooms-katholieke Kerk, door ons doopsel en ons geloof, zijn wij verenigd met God : als adoptiefkinderen met hun Schepper en Vader ; als leerlingen en broeders met Gods Woord, Jezus Christus, die ons heeft vrijgekocht en verlost ten koste van zijn Bloed ; als getuigen te midden van de wereld met de H. Geest die aan hun ingevingen en genade deelneemt.

Daarom zijn onze zekerheid en onze redding gelegen in onze Moeder de Kerk en in onze onderwerping aan onze H. Vader de paus en aan onze bisschoppen in eenheid met hem, op voorwaarde dat de eer van God en zijn soevereine dienst gevrijwaard zijn, overeenkomstig de leer van Jezus Christus en het door de kerkelijke traditie vastgelegde recht. Wij verklaren dat wij leden willen zijn van de Ene Kerk, mystiek Lichaam van Christus, trouw aan haar wettige Herders en broeders van iedereen die deelgenoot is in hetzelfde geloof, dezelfde sacramenten, dezelfde gemeenschap van geestelijke goederen en naastenliefde.

I. DE WETTEN VAN DE KATHOLIEKE EENHEID

In het huidige klimaat van oppositie en onverdraagzaamheid waardoor de familie van God op gevaarlijke wijze verscheurd wordt, willen wij ons met een oprecht hart schikken naar de wetten van de katholieke eenheid en de wegen van de christelijke verzoening terugvinden. Het is onze wens om de dienst van God, het welzijn van de Kerk en de vrede onder broeders te plaatsen boven alles wat onze eigenheid uitmaakt, zoals onze meningsverschillen.

Ons gebed en onze inspanningen gaan uit naar de pacificatie binnen de Kerk, volgens deze principes :

1° Het fundament van de eenheid is het geloof in de zuivere waarheid van de geopenbaarde goddelijke Mysteries, waarvan het integrale onderricht door de Kerk de onfeilbare uitdrukking is. Bijgevolg verklaren wij onze gehechtheid aan heel het onderricht van het Leergezag, het gewone zowel als het buitengewone, en verwerpen wij elke nieuwigheid of leerstellige wijziging die schade zou berokkenen aan de geopenbaarde geloofsschat. Sterker nog, wij houden ons voorzichtig verre van elke gevaarlijke opinie die zich verwijdert van de Traditie.

Als anderen volgens ons afwijken van het rechtzinnige geloof en de leer van de Kerk aantasten, moeten wij hen berispen, hun meningen bekampen en tenslotte een beroep doen op het beslissende oordeel van het Leergezag, maar zonder ondertussen op te houden hen te beschouwen als leden van de H. Kerk, net als wijzelf, en hen te eren als onze broeders in Jezus Christus : wij moeten ons herinneren dat alleen het soevereine oordeel van de Kerk uitspraak doet over de ketterij en de aartsketter excommuniceert. Nooit zullen wij ons eigen oordeel in de plaats stellen van dat van de Kerk.

2° De band van de eenheid is de naastenliefde die, door de energie van de goddelijke genade, de liefde tot onze broeders – en dan in de eerste plaats onze katholieke medebroeders – verbindt met de liefde tot onze God en Vader. Bijgevolg erkennen wij onze H. Vader paus Paulus VI [en vandaag paus Franciscus] als Opperherder, opvolger van de H. Petrus en plaatsbekleder van Jezus Christus. Zo erkennen wij ook de bisschoppen die in gemeenschap met hem zijn als opvolgers van de apostelen en herders van de plaatselijke Kerken, net zoals wij alle priesters erkennen die op canonieke wijze beschikken over rechtsmacht en alle gelovigen die toegelaten zijn tot de kerkelijke en eucharistische communio. Van hen allemaal willen wij houden in rechtvaardigheid, vroomheid en godsdienstigheid.

Als anderen door een bewuste wilsdaad de band van de katholieke eenheid wensen te verbreken, als zij zich willen afscheiden van de zichtbare, apostolische en hiërarchische gemeenschap van de Kerk, moeten wij hen waarschuwen en berispen, hun drijverijen bestrijden en, als zij volharden in de boosheid, ons afscheiden van hen en hun sekten zonder te wachten op het oordeel en de sancties van de Kerk : want een schisma is op zichzelf een feit vanaf het moment dat men rebelleert tegen het leerstellige, herderlijke en rechterlijke gezag van de apostolische en Roomse hiërarchie en het afwijst. Wij zullen nooit deelnemen aan initiatieven die zich buiten de volledige katholieke communio situeren.

II. HET DRIEVOUDIGE DIENSTWERK VAN DE HIËRARCHIE

Omdat onze trouw beantwoordt aan het goddelijke gezag van de hiërarchie, kunnen wij dat gezag niet missen. Wij roepen het ter hulp in de gevaren. Als trouwe gelovigen hebben wij het recht en de plicht om onze Herders te herinneren aan de noodzaak van hun functie en de hoogdringendheid van hun dienstwerk voor de katholieke eenheid : zij en zij alleen vormen namelijk de onderwijzende, heiligende en besturende Kerk. De kerkelijke hiërarchie is ons haar drievoudige dienstwerk verschuldigd :

1° Haar onderricht van de ware leer en haar efficiënte veroordeling van elke dwaling die binnen het christenvolk opduikt, zijn voor ons even noodzakelijk als de lucht die wij inademen. Het is haar taak om het woord te ontnemen aan elke ongelovige, scepticus of ketter die openlijk leugens verspreidt. Het is haar plicht, die zij niet kan verwaarlozen zonder ernstig verzuim te plegen, om aan alle gedoopten de zuivere en volledige catechismus te onderwijzen en de waarheden van het geloof te prediken die nodig zijn voor onze redding. En wij mogen verwachten dat elke klacht met betrekking tot het geloofsonderricht ernstig wordt onderzocht met het oog op de vrede van de zielen en de eenheid van de geesten, zoals het altijd de absolute regel in de Kerk is geweest.

2° Dat de hiërarchie de sacramentele riten behoedt en waarborgt dat zij op een geldige manier worden toegediend, is voor ons belangrijker dan het brood en de wijn waarmee wij ons lichaam voeden. Het is haar plicht die zaken te controleren, te meer omdat we vandaag [wat gold voor 1974 geldt nog evenzeer voor 2023 !] op dat vlak in een regelrechte anarchie verkeren. Meer in het bijzonder moet het opdragen van de Eucharistie verzekerd worden in geldige, waardige en stichtende vormen ; elke inbreuk op de liturgische regels van de Kerk moet publiekelijk aan de kaak gesteld worden en in geval van herhaling bestraft. Onverschilligheid of passiviteit van een bisschop in zo’n ernstige zaak moet het voorwerp uitmaken van een beroep op Rome door gelijk wie er getuige van is. En Rome kan zo’n beroep niet weigeren of negeren zonder plichtsverzaking. Is de eucharistische eenheid niet het teken en het sacrament van de eenheid van de Kerk ?

3° Haar bestuur over de geestelijkheid en het gelovige volk kan de bovennatuurlijke orde en de wederzijdse naastenliefde enkel behouden en verder ontwikkelen op voorwaarde dat het canonieke recht en een bepaald gewoonterecht gerespecteerd worden. Niemand mag verhinderd worden om zijn godsdienst te praktiseren volgens de traditie van zijn voorouders, niemand mag gedwongen worden om nieuwigheden waarover nog geen zekerheid bestaat over te nemen ! Met uitzondering van de uitgesproken revolutionairen begrijpt iedereen dat er in onze Kerk geen sprake kan zijn van broederlijke eenheid zonder respect voor het recht en verbod op willekeur, en dat op alle niveaus van de hiërarchie. Wie zijn voeten veegt aan het recht, pleegt een aanslag op het algemeen welzijn en op de geheiligde vrijheid en veiligheid van allen. De Kerk is geen despotisch systeem of een vrijhaven voor anarchie : zij is een hiërarchische samenleving van goddelijk recht waarvan de naastenliefde de band is.

III. IN DE GEMEENSCHAP VAN DE KERK

Eén enkel goddelijk geloof, één gewijde liturgie, één kerkelijke wet in stand gehouden door het soevereine gezag van één hiërarchie en zonder dat er geraakt wordt aan de gewettigde verschillen van riten en particuliere rechten : dat is noodzakelijk om van een katholieke communio te kunnen spreken en te werken aan een broederlijke verzoening. Wij onderschrijven dit volmondig en wij vragen met aandrang, met zeer grote aandrang, aan onze H. Vader de paus en aan onze bisschoppen om het ter harte te nemen voor de vrede in de Kerk en voor het goed van onze en hun ziel, opdat de wereld zou geloven en gered worden.

Wat onszelf betreft, het is op geen enkel moment onze pretentie de Kerk of een van haar onderdelen te onderrichten, te heiligen of te besturen door ons op de een of andere manier in de plaats te stellen van het Leergezag. Wij willen Rooms-katholieke christenen blijven in gemeenschap met onze Opperherder, met de bisschoppen die met hem verenigd zijn, met de priesters en gelovigen van de universele Kerk. Wij weigeren onze communio met wie zich afscheidt van deze Ene Kerk, wij zullen altijd weigeren oorlog te voeren tegen onze broeders door hen op eigen houtje uitgesloten uit de Kerk of vervallen van hun gezag te verklaren, hoe groot onze meningsverschillen ook zijn. Maar wij zullen al onze ongerustheid en verontwaardiging, onze klachten en onze beschuldigingen naar het tribunaal van de H. Kerk brengen met de bedoeling dat zij zou oordelen tussen ons en onze broeders, volgens het katholieke geloof, wet en recht.

Wat er ook mag gebeuren en wat het ons ook mag kosten, wij ondertekenen deze eenheidsformule en wij leggen ze voor aan de goedkeuring of de verbetering door het Roomse Leergezag, in de hoop dat zij een nuttige bijdrage mag leveren aan de verzoening van alle katholieken rondom de gemeenschappelijke Vader, onze paus, in de dienst van God en van al onze broeders. Amen ! 

Abbé Georges de Nantes
Hij is verrezen ! nr. 122, maart-april 2023