Bij de dood van paus Franciscus

PAUS Franciscus was gedurende twaalf jaar de wettige opvolger van de H. Petrus en de Plaatsbekleder van Jezus Christus op aarde. Maar hij was ook de leider en de charismatische gids van de permanente hervorming van de Kerk die door het Tweede Vaticaans Concilie werd ingeluid en die met een grote koppigheid werd doorgezet door de pausen Joannes XXIII, Paulus VI, Joannes-Paulus II en Benedictus XVI. Het was die hervorming waartegen onze vader, abbé de Nantes, zich heeft verzet en wij in zijn spoor, uit trouw aan de Waarheid die hij zo dapper verdedigd heeft.

Voor Franciscus geldt wat abbé de Nantes in 1978 in zijn Lijkrede voor Paulus VI schreef. Geparafraseerd: «Op het moment dat op Paasmaandag de ziel van onze Opperherder zich losmaakte van haar stoffelijk omhulsel bleef op de aarde zijn bediscussieerbaar levenswerk achter. Hij verscheen voor God om het onfeilbare oordeel over zijn verantwoordelijkheid te aanhoren; zijn werk bleef achter in het lichaam en bloed van de Kerk, als een levenwekkend serum of als een sterk vergif: het is aan ons stervelingen om erover te oordelen volgens het katholieke geloof.»

Vanaf het begin van zijn pontificaat heb ik willen aandringen op de vroomheid van paus Franciscus, zijn “ontmoeting met de Heer” zoals hij het zelf formuleerde, als de noodzakelijke bron van alle ijver en toewijding in de Kerk.

In de preambule van zijn eerste apostolische exhortatie, Evangelii gaudium, waarin hij het programma van zijn pontificaat uiteenzette, schreef hij: «Ik nodig elke christen, waar en in welke situatie hij zich ook bevindt, uit om vandaag zijn persoonlijke ontmoeting met Jezus Christus te hernieuwen of tenminste het besluit te nemen om zich door Hem te laten ontmoeten, om Hem onophoudelijk elke dag te zoeken

Na vijftig jaar conciliair reformisme leken deze woorden een terugkeer in te luiden naar de eenvoud van het Evangelie, vergezeld van aansporingen tot nederigheid en armoede. Het was als een frisse wind en met ons geloof in de goddelijke hulp die beloofd is aan de opvolger van Petrus waren we vervuld van hoop. Wij hoopten vurig dat deze vroomheid en deze mystiek van Franciscus zouden zegevieren en hem ertoe zouden brengen het schadelijke karakter van de conciliaire erfenis van zijn voorgangers in te zien, om vervolgens zijn toevlucht te nemen tot de H. Harten van Jezus en Maria.

Op 13 mei 2017 veranderde alles. Op die dag had Franciscus een “ontmoeting” met... Onze-Lieve-Vrouw van Fatima. En uit zijn prediking tijdens deze bedevaart bleek dat hij resoluut al zijn hoop vestigde op de utopie van de MASDU (“Mouvement d’Animation Spirituelle de la Démocratie Universelle”) in plaats van op de triomf van het Onbevlekte Hart van Maria. Na deze gebeurtenis ging hij zonder verpinken aan de slag om “door te stoten”, zoals hij het uitdrukte: wat er nog over was van de katholieke godsdienst offerde hij op voor zijn droom van universele broederschap. In 2018 verklaarde hij Paulus VI heilig, wat perfect aansloot bij zijn welwillendheid jegens de LGBT-lobby.

In 2019 volgde de Verklaring van Abu Dhabi, ondertekend met imam Ahmed At-Tayeb: islam en christendom, één strijd! Kort daarop vond de Synode over Amazonië plaats met de schandalige verering van de moedergodin, de Pacha mama. In 2020 zette Franciscus in zijn encycliek Fratelli tutti zijn godsdienst aan de kant om nog enkel te spreken als expert in broederlijkheid… De revolutie versnelde met de benoeming van aartsbisschop Manuel Fernández tot hoofd van de dicasterie voor de Geloofsleer in 2023, de man die – met het akkoord van de paus – de zegening van homoseksuele paren toestond met de verklaring Fiducia supplicans en die nieuwe procedurele “normen voor de onderscheiding van vermeende bovennatuurlijke verschijnselen” doordrukte.

Als de kroon op zijn werk zag paus Franciscus de Synode over de synodaliteit, waarvan de ziekmakende vruchten al gauw duidelijk werden: de wijdverspreide betwisting van het gezag van de gewijde hiërarchie ten gunste van lekencomités en de bevordering van vrouwen in leidinggevende posities in de Kerk, in strijd met haar goddelijke constitutie.

Welk religieus motief kan zo’n ijver, zo’n passie in de hervorming van de Kerk hebben geïnspireerd? Franciscus probeerde het uit te leggen toen hij in oktober 2024 zijn encycliek Dilexit nos over de devotie tot het H. Hart van Jezus publiceerde. Maar de hiaten en weglatingen in de devotie, de theologie en de mystiek van de paus zijn rampzalig. Men zoekt tevergeefs in de 220 paragrafen van dit document naar enige vermelding van de redding van de zielen, het Laatste Oordeel, Hemel en hel. Dit stilzwijgen is verschrikkelijk veelzeggend en doet ons huiveren, zeker als men bedenkt dat nergens gezegd is, door wie dan ook, dat de H. Vader de laatste sacramenten heeft ontvangen tijdens zijn terminale ziekte...

De redding van de zielen, de bekering van de zondaars die op weg zijn naar de hel, zijn toch de motieven bij uitstek waarom Onze-Lieve-Heer de cultus van zijn H. Hart wil vestigen – het voorwerp van deze encycliek! «Hij liet me het vurige verlangen inzien dat Hij had om door de mensen bemind te worden en hen terug te trekken van de weg van de ondergang waarin Satan hen massaal stort» (brief van de H. Margaretha-Maria Alacoque aan pater Croiset, 3 november 1689).

Hetzelfde geldt voor de devotie tot het Onbevlekte Hart van Maria, die «God in de wereld wil vestigen om de zielen te redden die naar de hel gaan» (13 juli 1917).

Eén belangrijk feit blijft, de vrucht van wat overbleef van de vroomheid van paus Franciscus: Rusland is toegewijd aan het Onbevlekte Hart van Maria. «Wij wenden ons tot u, we kloppen aan de deur van uw Hart», zei hij op 25 maart 2022 aan de voeten van het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Fatima, in vereniging met alle bisschoppen van de wereld. «Moeder van God en onze Moeder, wij vertrouwen en wijden plechtig onszelf, de Kerk en de hele mensheid, in het bijzonder Rusland en Oekraïne, toe aan uw Onbevlekte Hart.» Omdat Franciscus de opvolger is van de H. Petrus, aan wie Christus beloofde dat «wat hij op aarde bindt, ook in de Hemel gebonden zal zijn», bevindt Rusland zich sindsdien in de handen van de H. Maagd, met het oog op de bekering van dit volk dat haar zo dierbaar is.

Maar nu we aan haar zijn toegewijd, verwacht Maria van ons dat we gehoor geven aan haar verzoeken: «dat we God onze Heer niet verder beledigen, want Hij is al te zeer beledigd», dat we elke dag het rozenhoedje bidden, dat we de eerherstellende communie van de eerste zaterdagen pratikeren enz. Franciscus heeft daar geen werk van gemaakt, met het gevolg dat de genaden die Onze-Lieve-Vrouw over de aarde wil verspreiden geblokkeerd zijn, dat oorlog de wereld in zijn greep heeft en dat de zielen als in een wervelwind in de hel terechtkomen.

Nog slechts enkele dagen scheiden ons van de aanvang van het conclaaf dat een opvolger voor Franciscus zal kiezen. Omdat de uitverkozene het hoofd zal zijn van een Kerk die is toegewijd aan het Onbevlekte Hart van Maria, zal zij zelf, onze Goddelijke Moeder, hem uitnodigen om zich tot haar te keren en haar verzoeken in te willigen, voor de wedergeboorte van de Kerk, die een eerste vereiste is voor de bekering van Rusland en «een zekere tijd van vrede» die door de Hemel is beloofd.

Ze heeft deze genaden al gegeven aan de Z. Joannes-Paulus I, paus Albino Luciani, die haar uitverkorene was en het model voor de toekomstige Opperherder van de Kerk die haar weer zal opbouwen. Dat is het geheim van Onze-Lieve- Vrouw, dat ze aan Lucia, Francisco en Jacinta in een visioen heeft laten zien.

Laten we niet, zoals de wereld doet, eindeloos speculeren over wie door het conclaaf op de Troon van Petrus zal geplaatst worden. Wat we moeten doen is bidden, veel bidden voor een goede nieuwe paus, opdat hij een waardige opvolger van Joannes-Paulus I zal zijn en opdat hij, door zijn toevlucht te zoeken in het Onbevlekte Hart van Maria, het dogma van het geloof in al zijn glorie zal herstellen. Amen!

broeder Bruno van Jezus-Maria