DE GESCHIEDENIS VAN DE KERK

12. De cultus van de mens in het heiligdom 

BIJ de dood van Pius XII (1958) had niet één bisschop op honderd, niet één priester op duizend, niet één gewone katholiek op tienduizend zich kunnen indenken dat tien jaar later de grootste religieuze revolutie uit de geschiedenis van de Kerk zich zou voltrokken hebben, die meteen zou leiden tot de grootste menselijke ineenstorting uit de geschiedenis van de wereld. Alleen een zeer zeldzame geest hier en daar wist dat de geheime sekte van de modernisten enkel maar wachtte op een verzwakking van het pauselijke gezag om het masker af te werpen en de macht te grijpen met de hulp van de progressistische partij, die op haar beurt gesteund werd door de vrijmetselarij en het communisme.

Deze laatste 40 jaren van de 20ste eeuw kan je analyseren volgens drie rubrieken:

1. Het verval van de westerse democratieën en hun achteruitgang overal ter wereld.

2. Het verval van de Kerk veroorzaakt door het Tweede Vaticaans Concilie.

3. De koppige tegenkanting van de hiërarchische Kerk tegen de verzoeken van Onze-Lieve-Vrouw van Fatima, met als gevolg de schrikwekkende opmars van het communisme in de Sovjet-Unie en in China en daarna in Afrika en Zuid-Amerika.

DE INEENSTORTING VAN DE WESTERSE DEMOCRATIEËN

De onherstelbare ineenstorting van onze christelijke beschaving, die vlak na de Tweede Wereldoorlog begon, is het gevolg van het propageren van de democratische ideologie, die de “ouderdomsziekte van onze samenlevingen” is. Alle naties die aangetast zijn door dit kwaad tonen een dwaze desinteresse voor hun godsdienst en tegelijkertijd een onmacht voor welke serieuze intellectuele arbeid ook, voor alle grote politiek, voor elk heldhaftig gevecht, voor elke vorm van degelijke opvoeding, voor alle inspanning en zelfs voor de simpele vernieuwing van de generaties.

Of ze nu liberaal rechts zijn of socialistisch links, de democratische regeringen zijn verplicht om te buigen voor de absurde praktijken van het partijgekonkel, de verkiezingsstrijd en het parlementarisme en om de revolutionaire principes van vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid te respecteren, die de ineenstorting van de godsdienst, van de beschaving en van het ras zelf teweegbrengen.

De Gaulle wordt in Frankrijk weer aan de macht gebracht om het land te redden, maar hij verraadt het. Pompidou, Giscard en Mitterrand zetten het verval verder. Het Franse overzeese rijk gaat ten onder en verliest Algerije, Djibouti en de eilanden in de Stille Oceaan. En weldra zullen Corsica, Bretagne en de Elzas aan de beurt zijn. Wat gisteren begonnen is, zal morgen verder gaan.

Onder de Amerikaanse presidenten Kennedy, Johnson, Nixon, Carter en Reagan worden, met ups en downs, Vietnam, Iran, Nicaragua, San Salvador, Guatemala, Namibië, de Filippijnen en Taiwan verraden en in de steek gelaten. En ondertussen wordt Europa in overleg met Moskou aan haar lot overgelaten.

De Anjerrevolutie in Portugal

De dood van Salazar en de zogenaamde Anjerrevolutie (1974) in Portugal en de dood van het Spaanse staatshoofd Franco (1975) “bevrijden” de wereld van de laatste historische, katholieke dictaturen. Alleen Chili voert zijn nationale, katholieke contrarevolutie door in 1973 en zal er ondanks alle aanvallen trouw aan blijven tot in 1989. Over heel de wereld worden de vrienden van het Westen vermoord (Diem, Sadat), afgezet en verbannen (de sjah van Iran, Somoza) of bedreigd (Marcos op de Filippijnen, Hoessein in Jordanië).

Als gevolg van zijn buitengewone technologische vooruitgang slaagt het Westen het best in de stakingen, de vredesmanifestaties, de vakanties, de vrije tijd, de consumptiemaatschappij. Het denkt dat dit altijd zal blijven voortduren en maakt zich geen zorgen over de onvermijdelijke vermindering van zijn macht, over de economische oorlog die het industriële Azië voert of over de dreigende inval van de Sovjetlegers. En niemand verwittigt het dat het aan de democratie moet verzaken óf zich moet voorbereiden op de ondergang.

DE INEENSTORTING VAN DE CONCILIAIRE KERK

De Kerk op aarde bestaat uit mensen die leven in deze wereld en bekoord worden om er de eigentijdse ideeën en zeden van over te nemen. Lange tijd heeft de Kerk zich verzet tegen de moderne wereld, namelijk tegen het antichristelijke humanisme van de vrijmetselarij en tegen het systeem dat zij gecreëerd heeft om haar macht voorgoed te vestigen: het democratische regime. De Kerk moest echter vaststellen hoe eerst haar intellectuelen, daarna haar hoogwaardigheidsbekleders en tenslotte de massa van gelovigen zich lieten meesleuren met de stroom. Tegen de plechtige en onfeilbare veroordelingen van de Syllabus van de Z. Pius IX, de ernstige waarschuwingen van de H. Pius X en later van Pius XII in, wilde een steeds machtiger en beter georganiseerde partij een opening naar de wereld, een goede verstandhouding met alle religies, de vrijheid van godsdienst en zeden, de permanente verandering. Kortom: de hervorming van de Kerk en de sociale revolutie.

Deze eisen waren geformuleerd door werkzame minderheden, maar kregen op het ogenblik van de “Bevrijding” (1945) door toedoen van de triomferende Angelsaksische- en Sovjetmachten steun van buitenaf, wat hen toeliet om heer en meester te worden eerst over de bisschoppen en de ordeoversten, vervolgens over de Paus. Of liever over de verkiezing van de pausen. Joannes XXIII werd gekozen om de overgang te maken. Onder zijn pontificaat had een stille revolutie plaats waarbij de hervomingsgezinde partij de sleutelposten innam. Hij publiceerde Veterum Sapientia om het Latijn verplicht meer te gebruiken, maar ondertussen deed men hem encyclieken ondertekenen, de ene anti-kolonialistisch, Mater et Magistra, de andere revolutionair, Pacem in terris, die hij zelf niet eens had gelezen. Hij riep een reactionaire Romeinse synode bijeen en even later sprak hij voor de opening van het Tweede Vaticaans  Concilie  een subversieve toespraak uit… geschreven door iemand anders!

Dit enorme Concilie van 2400 bisschoppen, ongezien door het aantal van haar vaders en experten, door de omvang van de invraagstelling, door de lengte van de debatten en de zwaarte van de procedures,  door het aantal stemmingen en de doortraptheid van haar commissies, duurde vier jaren. De Akten die het afkondigde, lang, omslachtig en zeer dubbelzinnig, draaiden allemaal rond enkele revolutionaire slogans: de opening naar de wereld, de oecumenische verzoening, de aanpassing van dogma’s, zeden en katholieke instellingen aan de smaak van de dag.

Paulus VI

Het hele proces van verandering eindigde op 8 december 1965 met de afkondiging, door Paulus VI zelf, van de “cultus van de mens”. De H. Pius X had het klaar gezien: de Mens kwam in de plaats van God. De heilige Opperherder heeft nochtans niet durven zeggen, wat hij waarschijnlijk wel wist dankzij zijn profetische kennis, dat de nieuwe afgod zou geïntroniseerd worden in de Sint-Pieter, op de plaats zelf waar de lichamen rusten van zoveel pausen,  ook het zijne.

Wat waren de vruchten van deze hervorming, die werden aangekondigd als de vruchten van een “nieuw Pinksteren”? Rotte vruchten, dode vruchten. Alle statistieken bevestigden het aanvoelen van het gewone christenvolk, tegen het officiële optimisme en de intense propaganda in: “Men is van godsdienst veranderd” en de Kerk sterft er aan. Paus Paulus VI zelf sprak over de “rook van Satan” en over de “zelfvernietiging van de Kerk”, zonder nochtans te proberen iets te doen om het verwoestende vuur te stoppen.

Welke nieuwigheden kwamen er? Een lelijke, vervelende, dikwijls goddeloze liturgie; lege en vage catechismuslessen vol ketterijen en immoraliteiten; een clerus en kloosterlingen die plots, zoals in het Duitsland van Luther, alleen maar dromen van trouwen en gewapende revolutie. De pausen reizen de wereld rond en laten zich toejuichen. Hun encyclieken hebben ofwel een noodlottig effect (zoals Ecclesiam Suam van Paulus VI, het charter van het reformisme) of worden niet aanvaard door de leidende elite van de conciliaire Kerk (bv. Humanae Vitae van Paulus VI); ze zijn obscuur en worden onmiddellijk vergeten (zoals Redemptor hominis en Dives in misericordia van Joannes-Paulus II) of worden niet begrepen – des te beter! – wanneer ze de revolutionaire utopieën van Lamennais en Karl Marx overnemen (Populorum progressio van Paulus VI en Laborem exercens van Joannes-Paulus II).

In broederlijkheid met de Paus komen de bisschoppen, die een College willen vormen met nieuwe volmachten, samen in synodes te Rome, in nationale conferenties en in continentale bijeenkomsten. Zij praten, zij organiseren, zij profeteren. Het resultaat is telkens een nieuw verval. Ze zijn sterk in het vernielen, maar machteloos in het verdedigen van het verworvene en nog machtelozer om iets te creëren. Het post-conciliaire wereldepiscopaat stelt weinig of niets voor. Dom Helder Camara is bekend, maar niet om zijn vroomheid of intellectuele diepgang! Eén is er die gepassioneerde en tegengestelde gevoelens opwekt: de Opposant, Mgr. Lefebvre.

Er zijn wel “heiligen” in de post-conciliaire Kerk. Heel grote, onmetelijk grote. Zij heten Gandhi, Martin Luther King, Helder Camara, Oscar Romero van San Salvador, dominee Schutz van Taizé…

DE REDDING VAN DE WERELD DOOR DE TOEWIJDING VAN RUSLAND 
AAN HET ONBEVLEKTE HART VAN MARIA

Joannes-Paulus I

De échte heilige die God ons heeft gegeven, heette Albino Luciani, Wit Licht, en wij verheugden ons in zijn uitstraling. Op 10 juli 1977 ontmoette de toekomstige paus Joannes-Paulus I tijdens een bedevaart naar Fatima en Coïmbra zuster Lucia. «Bij leven en welzijn zal ik terugkeren naar Fatima om de wereld en in het bijzonder de volkeren van Rusland toe te wijden aan de H. Maagd, volgens de aanwijzingen die Zij heeft gegeven aan zuster Lucia.»

Paulus VI had de zieneres ontmoet op 13 mei 1967 en geweigerd naar haar te luisteren. Joannes-Paulus II had haar ontvangen op 13 mei 1982, zonder iets te laten doorsijpelen van hun onderhoud. Toch is er sinds de dood van de H. Pius X niets groots in de Kerk gebeurd buiten dit fascinerende en aantrekkelijke mysterie van Fatima, dat de Kerk en de mensheid gedurende heel de 20ste eeuw – het tijdperk van de grote geloofsafval – op hun weg heeft vergezeld en ongetwijfeld zal blijven vergezellen tot in het diepste van hun val… en daarna in hun opstanding.

Het visioen van het derde Geheim, dat op 26 juni 2000 eindelijk onthuld werd, maar ogenblikkelijk geprofaneerd, verdraaid en vergeten, brengt een verval aan het licht als van een grote, half verwoeste stad na een oorlog of een aardbeving, een stad die bezaaid is met lijken. Drie onschuldige herderskinderen hebben vanaf 13 juli 1917 dit beeld van de verwoeste heilige Stad gezien.

Het vervolg van het visioen verhaalt het martelaarschap van de in het wit geklede Bisschop aan de voet van het grote Kruis. En de wegtering van heel de hiërarchische Kerk: «en op dezelfde manier stierven de enen na de anderen bisschoppen, priesters, kloosterlingen en verscheidene leken, mannen en vrouwen van verschillende rangen en standen.»

Deze regels vatten de geschiedenis samen van 27 jaren pontificaat van Joannes-Paulus II. Ze bevestigen letterlijk wat abbé de Nantes in 1995 aankondigde als de profetische visie van het derde Geheim: «Het afschrikwekkende tafereel van de apostasie en de rampspoed van de wereld wordt sober opgeroepen, maar toch met precisie en herkenbaar, neergeschreven op het  schoolschriftblaadje van een meisje in Fatima.»

Maar de stichter van de Katholieke Contrareformatie in de 20ste/21ste eeuw onderstreepte ook: «Ondanks de oceaan van het kwaad waarop wij rondzwalpen zoals de Ark op de wateren van de Zondvloed, zal het werk van God zichtbaar worden, toegankelijk voor elke ziel, voor elk gezin, voor elk  klooster, voor al wie van goede wil is en verlangt naar ware godsvrucht.» Kortom: «voor de zielen die naderen tot God.»