Kerk van Christus

De Kerk van Christus: heilige utopie, permanent mirakel

Wie had op de avond van Goede Vrijdag of op de dag van Pasen kunnen voorspellen wat er zou voortkomen uit de wil van Christus en hoe, na Hem, het Koninkrijk dat Hij gesticht had zou overleven? 

Op de vooravond van Pinksteren schijnen de apostelen nog te wachten op een nakende terugkeer van Jezus om «het koninkrijk in Israël te herstellen» (Hd 1, 6); de ochtend daarop, vervuld van de H. Geest, spreken zij door de mond van Petrus over die wondere utopische tijden waarin onderscheid zal gemaakt worden tussen de rechtvaardigen, die een uitverkoren volk en een heilige natie zijn geworden, en de goddelozen, die God zal uiteendrijven en vernietigen (Hd 2, 17-21). 

De door Jezus Christus gevestigde Kerk is iets anders dan het Koninkrijk Gods van het Evangelie. En toch is het dezelfde realiteit, hetzelfde mysterie in wording, de goddelijke Utopie die in de geschiedenis van de mensheid op gang werd gebracht.