De Kerk is heilig

Fra Angelico, heiligen en martelaren.
Detail van de predella van het retabel bestemd voor het dominicanenklooster van Fiesole bij Firenze ( 1425 ).

« IK geloof in de Ene, Heilige, Katholieke en Apostolische Kerk », zeggen wij in de geloofsbelijdenis. Maar zijn wij er nog echt van overtuigd dat de Kerk heilig is ? Zoveel schandalen, zoveel ontgoochelingen, zoveel tekortkomingen... Er gaat haast geen dag voorbij of wij worden geschokt door weer een priester of pater die de christelijke moraal ondermijnt, weer een bisschop die de katholieke leer met de voeten treedt, weer een ongerijmde of tegen de borst stotende uitspraak van paus Franciscus zelf...

De verleiding is dan groot om het falen van de geestelijkheid te beschouwen als het falen van de Kerk zelf. Sommigen komen er tenslotte toe om de Kerk ontgoocheld de rug toe te keren. Zij zoeken hun heil in sekten of laten zich inpalmen door lefebvristen of sedevacantisten die hun eigen “ kerk ” propageren.

Het is een fout die we niet mogen maken. Het is precies in een tijd als de onze, nu de Kerk aan alle kanten averij oploopt en schipbreuk lijdt, nu zij doodziek is en niet meer in staat lijkt er weer bovenop te komen, dat wij haar meer dan ooit trouw moeten zijn. Het schisma is niet de oplossing voor de ketterijen die in haar schoot blijkbaar vrij spel hebben !

Al in 1969 schreef abbé de Nantes een mooie mystieke tekst over de Kerk, die nog altijd actueel is omdat wat hij beschrijft de afgelopen decennia alleen maar erger is geworden. En nog erger zal worden, zolang de paus niet doet wat het Onbevlekte Hart van Maria van hem vraagt. Het motto bovenaan deze “ page mystique ” is genomen uit het relaas van Sint-Jan over de opwekking van Lazarus en zegt eigenlijk alles :

« Deze ziekte loopt niet uit op de dood, maar ze dient tot glorie van God en om Gods Zoon te verheerlijken » (Jo 11, 4).

* * *

« O mens geworden Woord, goddelijke Bruidegom van de Kerk, ik weet niet van wie van u beiden ik het meest hou. Maar wat maakt het uit, aangezien u één bent ! Het was de Kerk die mij als kind uw heerlijke Naam en uw mysteries geleerd heeft, maar later was het door U, Jezus, dat ik haar Geest en haar hart ontdekte. Zij werd geboren uit uw doorboorde zijde, als een nieuwe Eva en de uitvinding van uw liefde. Door de eeuwen heen hebben haar toewijding, haar trouw, haar tederheid op welsprekende wijze beantwoord aan die van U.

« Wat een voorrecht om van mijn jeugd af aan haar alleen te zijn toevertrouwd ! Ze was mooi, in die tijd, mijn heilige en maagdelijke Moeder. Ik was verrukt over haar lessen, haar gebeden en haar gezangen. Mijn ziel jubelde in de schitterende stromen van haar immense wijsheid. Als ik de ziel van de Kerk oproep, ben ik onuitputtelijk ; als ik haar uiterlijke schoonheid beschrijf, is mijn pen niet te stoppen.

« Ik heb U liefgehad, Jezus, in de vurige woorden van uw predikers, in het leven van de heiligen die uw vertrouwelingen waren en in het schitterende gelaat van zoveel geweldige vrienden die alleen voor U in de Kerk leefden. In die tijd hield ik met evenveel liefde van al uw priesters, ik vereerde de gewijde maagden, ik voelde me thuis onder uw gelovigen. De heiligdommen, de beelden, de ornamenten en de kostbare vaten zijn de juwelen, het gewaad en de verblijfplaats van deze geestelijke Moeder van wie de wijsheid me heeft gevoed, zelfs doorheen de pracht en de orde die in het marmer en het goud zijn gedrukt. Ik groeide op en laafde me aan al die goedheid. En ik zegen U dat ik de Kerk heb mogen kennen in die lente van mijn jeugd die ook haar lente was, toen de serene glorie en het geluk van een met genade vervulde bruid in haar hele wezen te lezen waren. Ik raadde wat voor unieke liefde haar geheim was.

« Daarop is het ongeluk gekomen. De ziekte waarvoor we bang waren, bleef eerst verborgen, maar maakte zich daarna ongenadig van haar lichaam meester. Onze angsten en ons verdriet nemen al tien jaar onafgebroken toe. Aanvankelijk kreeg haar schoonheid een aandoenlijke gloed ; de energie die ze toonde, zorgde ervoor dat we haar nog meer gingen bewonderen. Maar de beproeving is te zwaar geworden. Haar lichaam, overdekt met donkere vlekken, en haar misvormde ledematen maakten haar meelijwekkend. Al snel scheurde de huid, tot het uiterste uitgerekt, open. Grote stromen etter, bloed en vlees overspoelden haar met een vreselijke geur.

« Wij zorgen zo goed mogelijk voor haar, met dezelfde gebaren die we haar ooit voor ons hebben zien maken, en onze tranen vermengen zich met haar bloed. We hadden ons echter het ergste niet kunnen inbeelden : dat ze gek zou worden. Toen ze in haar delirium de meest pijnlijke woorden naar ons slingerde, probeerden we onszelf wel voor te houden dat ze niet bij zinnen was, maar toch greep een verschrikkelijke verwarring ons aan. Velen van hen die het waken bij het ziekbed, de vermoeidheid van de onophoudelijke zorg, de stank van de wonden hadden doorstaan, lieten zich overvallen door twijfel en ontmoediging. Ze verlieten het bed van een moeder die, in haar verdwazing, denkbeeldige minnaars riep en de strelende hand van haar zonen openreet, niet bereid om hen nog als de hare te herkennen.

« Door welke genade ben ik toch gebleven, ik, de meest onwaardige die pijn, stille toewijding en ondankbaarheid zo slecht verdraagt ? Het is niet de herinnering aan haar vroegere schoonheid, aan haar voorbije vriendelijkheid die me dicht bij haar houdt en haar verdedigt tegen haar vijanden, die charlatans buitenzet, echte dokters met aandrang naar binnen roept, haar laatste trouwe kinderen aanmoedigt. Soms komt er een lichtstraal door haar ogen, iets van de lieve glimlach, van de immense tederheid van weleer. Even vind ik haar terug, dan is de schaduw daar opnieuw en is alles lelijkheid en afschuw, gekreun en gevloek. Ik ben ook bang om op mijn beurt weg te deemsteren. Maar ik weet dat ik bij haar zal blijven, dat ik deze walgelijke, in totaal verval verkerende Kerk zal blijven vereren, liefhebben en dienen, omdat zij, vandaag evenals gisteren en voor alle eeuwigheid, de unieke en geliefde Bruid is van mijn Heer.

« Ik kijk naar het Kruis en ik zie U daar, gelijkend op wat zij nu is. Hoe zou ik haar in de steek kunnen laten ? Ik ben er zeker van dat in de diepten van deze verrotting, voorbij deze waanzin, haar gesluierde Hart hetzelfde is, maagdelijk en vurig, dat haar Geest heilig blijft en dat het Leven, het goddelijke leven onoverwinnelijk worstelt tegen de verschrikkelijke aanval van het Kwaad. Morgen, ja morgen zal de genezing plaatsvinden. Het is voor haar vandaag dat we uw profetie horen : « Deze ziekte loopt niet uit op de dood, maar ze dient tot glorie van God en om Gods Zoon te verheerlijken... » De Kerk zal herrijzen ! Van de lange nachtmerrie zal ze alleen de stigmata van haar glorieuze wonden overhouden, gelijkend op de uwe, en in haar blik zal een dieper vuur gloeien van onuitsprekelijke tederheid voor haar Bruidegom die haar van de dood zal hebben gered.

« En ik geloof dat we haar nog meer zullen koesteren na deze beproeving. U, haar Bruidegom, en wij, haar kinderen. Terwijl we van deze dag dromen, blijven we bij haar in de buurt in de duisternis van de nacht. »

abbé Georges de Nantes
Hij is verrezen ! nr. 116, maart-april 2022

VANDALISME...

« Sinds de start van het nieuwe jaar wordt een opvallende stijging genoteerd van vandalisme tegen [katholieke !] gebedshuizen in Frankrijk. Meest opmerkelijke doelwit is de Saint-Deniskathedraal in de gelijknamige Parijse voorstad, waar de Franse koningen begraven liggen. De politie slaagde erin om er vorige week een jongeman aan te houden die er ramen had stukgegooid en beelden op de grond had geduwd. De arrestatie was volgens rector Jean-Christophe ­Helbecque mogelijk dankzij een vrijwilliger van de kathedraal. In de nacht van 2 op 3 maart 2019 waren ook al het orgel en twee glas-in-loodramen van de kathedraal beschadigd.

« In hetzelfde bisdom Saint-Denis waren in de nacht van maandag op dinsdag eerder deze week ook al de Saint-Pierrekerk in Bondy en de Saint-Germain-l’Auxerroiskerk in Romainville het doelwit van vandalen. Daar werd het tabernakel vernield en de inhoud ervan gestolen [vandalisme of een bewuste daad van heiligschennis ?]. Rector Helbecque ziet daarin een aanwijzing dat het niet om louter vandalisme gaat [hoe voorzichtig wordt dit geformuleerd...]. In de Saint-Germainkerk in Vitry-sur-Seine, in het bisdom Créteil, was er vorige week donderdag een gelijkaardig incident [sic].

« Aanvallen tegen en vandalisme in kerken zijn blijkbaar een terugkerend fenomeen in Frankrijk. Maar die incidenten halen slechts zelden het nieuws [want we mogen de gezworen vijanden van onze Rooms-katholieke godsdienst toch zeker niet voor het hoofd stoten !]. De Franse priester Gautier Mornas, de verantwoordelijke van de Commissie Sacrale Kunst van de Bisschoppenconferentie van Frankrijk, bevestigt dat dit een trend is die al enkele jaren aanhoudt »

             Kerknet/Vaticannews, 13 januari 2022).