De katholieke Kerk blijft onfeilbaar

IN het begin van dit jaar, op 30 januari 2021, haal-  de paus Franciscus scherp uit naar de tegenstanders van het Tweede Vaticaans Concilie : « Het Concilie is het leergezag van de Kerk. Ofwel ben je mét de Kerk en dan volg je het Concilie ; of anders, als je het Concilie niet volgt en het op je eigen manier interpreteert, zoals jij het zou willen, dan ben je niet met de Kerk. Op dat punt moeten we eisend zijn, streng. Het Concilie kan niet onderhandeld worden. »

Tijdens de traditionele kaarsenprocessie in Lourdes deze zomer mochten de CRC-jongeren vooraan lopen met het beeld van Onze-Lieve-Vrouw : een duidelijk bewijs dat wij ons « midden in de Kerk » bevinden waarvan het Onbevlekt Hart van Maria de toegangspoort vormt. « Kon ik maar in alle harten het vuur doen branden dat in mijn borst brandt » (H. Jacinta).

Deze gestrengheid was des te onverwachter omdat de H. Vader vooraf herinnerd had aan de ingesteldheid van een goede catechist : « nabijheid, openheid voor de dialoog, geduld, hartelijk onthaal zonder te veroordelen »...

Het lijkt er op dat de paus met zijn uitspraak ook De katholieke Contrareformatie in de 21ste eeuw viseerde. Heeft hij gelijk dat wie Vaticanum II bekritiseert zichzelf automatisch buiten de Kerk plaatst ? Dan zouden wij schismatieken zijn en dat is wel het laatste wat wij willen !

Een scherpzinnige reactie verscheen in Il est ressuscité ! nr. 219 van maart 2021. Ze is niet van de hand van een broeder, maar van een leek, een falangist, en het loont de moeite ze hieronder in vertaling te geven :

« In de loop van de laatste decennia van de twintigste eeuw, toen de ketterijen van het Tweede Vaticaans Concilie de christenheid leken te overspoelen, bracht abbé de Nantes drie Aanklachtenboeken naar Rome. Hij publiceerde ze en ze werden door het Vaticaan ontvangen en in bewaring genomen. Welnu, het is precies dit feit dat de onfeilbaarheid van de Kerk in het licht stelt.

« Anders dan veel oppervlakkige waarnemers denken, vormen deze drie boeken geen oordeel en nog minder een veroordeling van de pausen Paulus VI en Joannes-Paulus II. Ze zijn een “ aanklacht ” in de zin waarin de uitdrukking “ een klacht neerleggen ” moet begrepen worden : een uitdaging gericht aan de paus om over zichzelf een oordeel uit te spreken.

« Men moet goed begrijpen dat de door abbé de Nantes en zijn volgelingen ondernomen stappen niet gewoon maar voor de eer werden gedaan. Nog minder waren het theologische “ Spielereien ” of vrijblijvende provocaties. De praktische gevolgen waren namelijk enorm belangrijk.

« Ten eerste waren en blijven deze Libri accusationis een tastbaar, materieel bewijs van het feit dat er in de Kerk geen eensgezindheid bestaat over de conciliaire en post-conciliaire nieuwlichterijen.

« Ten tweede : vermits deze boeken niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een gedetailleerd openbaar onderzoek door het kerkelijk gezag en evenmin van een gemotiveerde veroordeling, bieden zij aan elke gelovige de mogelijkheid om de ketterse nieuwigheden van het Concilie te weigeren en tegelijkertijd toch in de Kerk te blijven. Zeker, in de geest van onze tegenstanders gaat het slechts om een tijdelijke situatie, een soort van opschorting, maar die opschorting duurt nu al meer dan vijftig jaar en men mag hopen dat ze voortduurt tot aan het grote offensief van het Onbevlekt Hart van Maria !

« Elke falangist kan de bescherming die door de drie Aanklachtenboeken verzekerd wordt inroepen, bv. in zijn parochie : “ Meneer of mevrouw, als u het Tweede Vaticaans Concilie niet accepteert, bent u niet meer in de Kerk ! ” – “ Neem me niet kwalijk, u vergist zich : ik herhaal enkel de beschuldigingen die door abbé de Nantes in zijn drie Libri accusationis geformuleerd werden en die nog altijd wachten op een oordeel ! ”

« De onmogelijkheid waarin de paus en de bisschoppen zich bevinden om een gemotiveerde veroordeling uit te spreken over de Aanklachtenboeken, op basis van een formeel kerkelijk proces, is een manifestatie van de onfeilbaarheid van de Kerk.

« P. B., falangist. »

Wij beseffen dat onze positie moeilijk is, maar wij weten ook dat het de enige juiste is in deze tijd van « duivelse verwarring ». Ze laat ons toe IN de Kerk te blijven, in medio Ecclesiae, zonder echter de vergiftigde theorieën van het Concilie te moeten slikken.

broeder Guy van de Barmhartigheid
Hij is verrezen ! nr. 113, september-oktober 2021