5 DECEMBER 2021

De persoonlijkheid van Sint-Jan de Doper

HET evangelie van deze zondag bezit een grote historische nauwkeurigheid. Aan het bestaan van Johannes de Doper kan niet worden getwijfeld, evenmin als aan de precieze datum van zijn intrede in het openbare leven of aan de plaatsen en de inhoud van zijn prediking. We moeten ons echter niet verbeelden dat we alles al weten en ons niet moeten verdiepen in de psychologie en de gevoelens van de personages.

Laten we dus mediteren over de buitengewone persoonlijkheid van de Voorloper.

Johannes de Doper is buitengewoon in zijn eenzaamheid. De andere profeten waren omringd door discipelen en werden zo gesteund temidden van een vijandig volk. Maar Johannes de Doper doet ons denken aan Elias, de eerste van de profeten, in zijn moeilijkste tijden. De hele religieuze hiërarchie is tegen hem of wantrouwt hem. Hij staat alleen in het aankondigen van de Messias.

«Het woord Gods kwam tot Johannes, zoon van Zacharias, in de woestijn», zegt Lucas. Maar dit woord lijkt niet erg krachtig, want Johannes verrichtte geen wonderen. Hij leefde slechts een zuiver, buitengewoon onthecht leven, met alle kentekenen van de profeten van weleer: in de woestijn, gekleed in een kameelhuid, alleen maar levend van sprinkhanen en wilde honing. In deze eenzaamheid, armoede en onthechting is hij de stem die roept in de woestijn, die een doopsel van bekering verkondigt tot vergeving van zonden als voorbereiding op de komst van de Messias. De profeet Isaïas had dit al eeuwen eerder voorspeld. De Doper is belast met de vervulling van deze profetie. Het is zijn persoonlijke roeping om de voorloper van de Messias te zijn. Hij zal de echtheid van zijn zending bewijzen zonder enig ander teken dan zijn getuigenis.

Aan hen die hem ondervragen, antwoordt hij: «Ik ben Elias niet, ik ben de Messias niet.» Is hij dan een profeet? Hij antwoordt noch ja, noch nee, want het is te groots voor hem. Hij is zo bescheiden dat hij zichzelf uitwist voor Degene die komt. Hij neemt de rol op zich van hem die de Messias zal  aankondigen.

Grote mannen kunnen discipelen hebben (soms trouw, soms niet), maar zoek in de universele geschiedenis, in alle godsdiensten, onder alle volkeren en nooit zal je een voorloper vinden, een man wiens missie erin bestaat naar een ander te wijzen, diens goddelijke opdracht te bevestigen en zich dan voor die andere volledig uit te wissen. Johannes, die zelf leerlingen had, laat hen gewillig vertrekken om Jezus te volgen. Tot hen die verbaasd, zelfs geschandaliseerd zijn, zal Johannes zeggen dat zijn vreugde volkomen is: hij is slechts de vriend van de bruidegom. Dus de bruidegom moet groter worden en hijzelf kleiner.

Hij is degene die uitverkoren is om de komst van Gods Zoon op aarde aan te kondigen en zijn volk erop voor te bereiden om Hem te ontvangen. Wat de Doper volgens mij zo bijzonder maakt, is de ongehoorde grootsheid van zijn roeping, gecombineerd met een persoonlijke nederigheid die zijn weerga in de gehele geschiedenis van het Oude Testament niet kent.

Johannes de Doper werd ook een teken van tegenspraak. De Joden van slechte wil, de Schriftgeleerden, hogepriesters en Farizeeën van Jeruzalem wantrouwen hem. Ze willen niet geloven in de op handen zijnde komst van de Messias. Maar de armen en de grote zondaars, die bereid zijn hun zonden luidop te belijden in het water van de Jordaan en zich door Johannes te laten dopen, verdienen de genade om Christus te ontvangen en te verwelkomen. Johannes de Doper is de brug tussen het Oude en het Nieuwe Testament.

Laat dit onze meditatie zijn in deze adventstijd, want we zullen Jezus spoedig in de kribbe zien liggen. We moeten hem verwelkomen met het hart van een kind en het geloof van een volwassene. Ons geloof is gebaseerd op de rots van het Oude Testament. De profeten kondigden aan dat Hij geboren zou worden uit een maagd in de stad Bethlehem en dat een profeet – de laatste – zijn komst zou aankondigen en het volk zou voorbereiden om Hem goed te ontvangen.

Johannes de Doper staat op de drempel van het Nieuwe Testament en nodigt ons uit er binnen te gaan. Maar eerst vraagt hij ons om ons voor te bereiden, ons te zuiveren, spijt te hebben van onze fouten door ze met een vroom hart te belijden. Zo zullen wij ook dit jaar de Messias verwelkomen, zoals onze vaders in het geloof dat meer dan 2000 jaar geleden deden. Laten wij geloven in Johannes de Doper, laten wij de buitengewone persoonlijkheid van de Voorloper liefhebben, opdat wij in Jezus kunnen geloven, Hem aanbidden en Hem in alle waarheid liefhebben in zijn kerstkribbe.

Abbé Georges de Nantes
Uittreksel uit de preek van 14 december 1986