31 OKTOBER 2021

Pater de Foucauld, een model van Gods liefde

«Het Evangelie leerde mij dat het eerste gebod erin bestaat God lief te hebben met heel je hart en dat alles in de liefde besloten moet zijn. Iedereen weet dat de eerste uitwerking van liefde de navolging is; ik moest dus wel binnentreden in de Orde waar ik de meest zorgvuldige navolging van Christus zou vinden

Deze heldere en compromisloze woorden drukken het vaste voornemen uit dat de Z. Charles de Foucauld begeesterde vanaf zijn bekering. Terstond had hij het mysterie begrepen van zijn diepste roeping, die pastoor Huvelin scherpzinnig had opgemerkt en hem als een soort uitdaging voorhield: «Onze-Lieve-Heer heeft de laatste plaats zo volkomen ingenomen dat niemand in staat is geweest Hem die af te nemen.» Charles de Foucauld heeft nooit geprobeerd Jezus’ nederige plaats in te nemen, maar wel om Hem daar gezelschap te houden. 

Als dit slechts een natuurlijke beweging was geweest, een opwelling van die trots waarvan sommigen hebben gezegd dat ze de basis van de Foucaulds karakter was, dan zouden de duur van zijn verblijf in de woestijn en de geestelijke beproevingen die hij er ondervond spoedig de overhand hebben gekregen op deze vreselijk eenzame man. Maar zijn hart brandde van een nieuwe en hartstochtelijke liefde voor Jezus, een liefde die niet menselijk was, maar die van een Engel, door haar eenvoud, door haar kracht en door haar zuiverheid, want ze werd niet gevoed door iets aards.

Wat een mysterie was de ziel van Charles! In een oogwenk verwerkelijkt zij de hoogste eisen van christelijke heiligheid, kent nog maar één Geliefde, een Uniek Model, aan wie zij zich kan overgeven zonder nog verder te willen zoeken. Geen merkwaardige uitspraken, geen opzienbarende intellectuele werken zoals bij anderen die zich verliezen in dorre contemplatie… Alleen Jezus, wiens nederige en zoete aanwezigheid in de H. Hostie de hele bestaansreden is van zijn arme dienaar, de met bloed vrijgekochte slaaf, Charles de Foucauld!

De zelfverloochening en de zuivere geestelijke voldoening van Charles de Foucauld zijn zeldzaam. Dat weten zij die enkele stappen op dit pad hebben gezet. De aantrekkingskracht die aardse dingen op iedere mens uitoefenen (en de banden die zij hem bij elke gelegenheid opdringen), de illusies of de mislukkingen van het geestelijke werk resulteren in het uitdoven van de beste voornemens, de meest vastberaden wil! Willen is niet eens genoeg…

Het lijkt wel of pater de Foucauld een soort instinct van sublieme liefde had, dat hem hielp om de obstakels te ontwijken. Hij kende de adviezen van de mystieke kerkvaders niet, maar leek het essentiële te hebben geraden. Zo werd hij gehoorzaam, volkomen, zonder enig ander zoeken, en dit was de enige manier om te bereiken wat hij wilde: dankzij zijn totale onderwerping moest hij nooit bij zichzelf te rade gaan wanneer  er geen zichtbare tekenen voorhanden waren of op het moment van de bekoringen. Hij was gelukkig en onbekommerd waarheen de gehoorzaamheid hem ook bracht, want de enige waarde van zijn leven lag in zijn zelfvergetelheid en de onderworpenheid aan de wil van Jezus. Als God wilde dat hij nog meer onthecht werd, nog meer verborgen, dan hoefde Hij het hem maar in zijn hart in te fluisteren en de Foucauld liet zich leiden, onder de borg van de gehoorzaamheid.

Wat de geestelijke beproevingen betreft, die zowel op beginners als op gevorderden zo zwaar wegen: hij beleefde ze zonder stormachtigheid en zonder moeite, in een vergeetput van nederigheid. En zoals bij de grootste heiligen duurde deze donkere nacht bij hem zijn hele leven lang, waardoor van deze eenzame man, verloren in de onmetelijke woestijn, een reus van heiligheid gemaakt werd. «Het enige dat mij verbaast, is dat hij geen wonderen verricht. Ik heb, buiten in boeken, nooit zo'n heiligheid op aarde geweten», zei de abt van Notre-Dame-des-Neiges.

Geen visioenen, geen wonderen, geen verhandelingen over ascese of te volgen spirituele wegen. Maar wel, zoals Jezus, een menselijke weg – zonder schittering, verzonken in verootmoediging... Voor ons een prachtig toonbeeld van liefde tot God en de naaste, één van bijna onvergelijkbare Glorie!

Abbé Georges de Nantes
Uittreksels uit de Lettre à mes amis nr. 22