3 OKTOBER 2021

«Dit geheim heeft een diepe zin»

IN de «beslissende strijd» die Satan heeft opgenomen tegen de H. Maagd krijgt het gezin bijzonder zware aanvallen te verduren. Kardinaal Caffarra, aartsbisschop van Bologna, ontving van zuster Lucia een duidelijke profetie die vandaag brandend actueel is: «De laatste confrontatie tussen Onze-Lieve-Heer en de heerschappij van Satan zal gaan over het gezin en het huwelijk. Wees niet ontzet, want iedereen die zich inspant voor de heiligheid van huwelijk en gezin zal altijd en op alle mogelijke manieren worden bevochten en gedwarsboomd, want dat is het beslissende punt. Maar de Madonna heeft de kop [van de slang] verpletterd

In onze tijden van duivelse verwarring is het goed het Evangelie van vandaag te lezen. Jezus spreekt over de onontbindbaarheid van het huwelijk. We bestuderen dit aan de hand van woorden van onze vader, abbé de Nantes, geschreven in het licht van de traditionele leer van de Kerk over «dit grote sacrament».

Vanaf de schepping werd het huwelijk door God ingesteld, in zijn waardigheid en volheid als de belangrijkste vereniging en als basiscel van de maatschappij: «Het is niet goed dat de mens alleen blijft. Ik ga een hulp voor hem maken die bij hem past. Zo komt het dat een man zijn vader en zijn moeder verlaat en zich zo aan zijn vrouw hecht, dat zij volkomen een worden» (Gn 2, 18; 24).

Het sacrament van het huwelijk is niet zomaar een zegening van de natuurlijke liefde die nieuwe krachten zou brengen, hoewel velen dat denken, zelfs in de Kerk. Dat is de opvatting van protestanten en orthodoxen, maar het is niet de doctrine van de katholieke Kerk. Ondanks het universele onbegrip, zelfs van haar eigen gelovigen, heeft de Kerk haar heilige ritus nooit willen beschouwen als een toevoeging aan de natuurlijke verbintenis die de echtgenoten zelf aangaan en waarvan de bedienaar de priester zou zijn. De Kerk wil dat het sacrament niets anders is dan het contract dat bestaat uit de wil van de echtgenoten zich aan elkaar te geven. Daarom is de bedienaar van het sacrament niemand anders dan de echtgenoten zelf, hoe verrassend dit ook mag lijken.

De katholieke Kerk weet dat het sacrament van het huwelijk méér is dan externe hulp aan een menselijke liefde die broos en gebrekkig is. Daarom is zij de enige die vasthoudt aan de absolute onontbindbaarheid van het huwelijk, wat een natuurlijke en fundamentele eis is van trouwen, maar toch een al te hoge belasting lijkt voor onze menselijke kracht.

Wat is trouwen dan? Met de uitleg van onze vader begrijpen we de uitspraak van Sint-Paulus: «Dit geheim heeft een diepe zin» (Ef 5, 32).

In het sacrament van het huwelijk, waarvan zijzelf de bedienaren zijn, stellen de echtgenoten hun christelijke deugd, hun doopgenade in het werk. Langs hun wil als christelijke echtgenoten om is het sacrament rechtstreeks een werk van Christus voor zijn Kerk, in het kader van de toename van het Volk van het Verbond door de heiligheid van de huwelijksband en de stichting van een heilig gezin.

Wie dus beseft dat hij door het sacrament geïdentificeerd wordt met Christus en door de genade van deze heilige eenwording omgevormd wordt, onthoudt één opdracht: voor zijn vrouw te zijn zoals Christus voor zijn Kerk. Want hij wordt in zekere zin Christus, hij neemt die rol op zich. En de vrouw is één en al trouw, onderdanigheid, vertrouwen, onvermoeibare liefde, toewijding en tederheid voor deze man die uniek is voor haar, die als enige en voor haar alleen een andere Christus is, ongeacht zijn voorkomen, zijn onvolmaaktheid en zonden, ongeacht zelfs zijn eventuele bedrog.

De waarheid is dat het sacrament van het huwelijk ons onbetwistbaar en effectief laat delen in het leven van Christus en in zijn liefde die alle aanvallen van het kwaad weerstaat, die al het lijden geduldig verdraagt,  uieindelijk de dood aanvaardt en daardoor het eeuwig leven binnentreedt. Ook christelijke echtgenoten kennen de natuurlijke uitputting van de gevoelens voor elkaar, het occasioneel laten varen van de goede wil door de last van het dagelijkse leven en zijn beproevingen en door het gewicht en de gevolgen van hun zonden. En toch kan de echtelijke liefde van gedoopten dat overstijgen dankzij Jezus’ Lijden en Verrijzenis. Ze kan blijven groeien tot aan het eeuwig leven, omdat haar bron Christus is – door het doopsel – en de genade door het sacrament van het huwelijk hernieuwd wordt en zo altijd ter beschikking staat van de christelijke echtgenoten.

Op het einde van ons leven, zo leert ons abbé de Nantes,  zullen we beoordeeld worden op de liefde; niet op ons instinct of op de vreugde die we gehad hebben of de successen die we boekten, maar op de liefde die vergeeft, die toegewijd is en zichzelf opoffert, want een dergelijke Liefde is de aanwezigheid van God onder ons. De bruid zal eerst worden gevraagd: «Heb je Christus liefgehad?» en aangezien ze niet in staat zal zijn om te antwoorden, zal haar worden gevraagd: «Ja, hoe heb je je man liefgehad, degene die Christus was voor jou?» En de bruidegom zal gevraagd worden: «Was je de Kerk toegewijd?» En omdat hij niet zal weten wat zeggen zal hem worden gevraagd: «Ja, wat heb je voor je vrouw gedaan, want wat je voor je vrouw hebt gedaan, heb je gedaan voor mijn Kerk die in haar aanwezig was; goed of kwaad, trouw of bedrog, zorg of verwaarlozing…»

En de Kerk van de eeuwigheid zal het getrouwe, schitterende beeld zijn van onze heilige liefdes, van onze gezinnen en van onze parochies, bijeengehouden door getransfigureerde lichamelijke en geestelijke banden, omgevormd naar het beeld van Christus en zijn Kerk ter voorbereiding op het Eeuwige Bruiloftsfeest.

Fragmenten uit de conferenties over het sacrament van het huwelijk (mei 2006)