19 SEPTEMBER 2021

Lessen in de moraal van de blijde boodschap

WIE een kleine christen verwelkomt omdat het een christen is, verwelkomt God. Dat is de openbaring van een religieuze, mystieke waarheid die leidt tot een nieuwe moraal.

Jezus zet de vorming verder van zijn apostelen en volgelingen, zelfs van hele menigten. Na het mysterie van het Kruis te hebben aangekondigd, wil Hij hen er in binnenleiden door de praktijk ervan. Daarom leren ze vandaag een nieuwe moraal, een nieuwe manier van leven en handelen. Zo worden ze op korte termijn voorbereid op de Passie en op lange termijn op wat ze zelf zullen moeten onderwijzen.

We bevinden ons op het moment na de afdaling van de berg Tabor, waar Petrus, Jacobus en Johannes Jezus hebben gezien in zijn verheerlijkte gedaante. Daarop trekt Jezus met zijn leerlingen door Galilea. Hij wil deze nieuwe gezindheid die zich in hen heeft genesteld, het geloof, benutten en zal daarom meer uitleg geven bij de eerste aankondiging van het Lijden die Hij onlangs deed. Zo begrijpen ze die beter en kunnen ze deugden beginnen ontwikkelen die nodig zijn voor de missie die ze zullen ontvangen: het Kruis van Christus verkondigen.

«Hij zeide hun: “De Mensenzoon wordt overgeleverd in de handen der mensen en ze zullen Hem doden; maar drie dagen na zijn dood zal Hij weer opstaan.”»

Het is niet moeilijk om de eerste, tweede en derde aankondiging van de Passie in synopsis te plaatsen en de gradatie te zien. In de eerste aankondiging (Mc 8, 31) is de Passie een plicht die wordt opgelegd. Jezus zei toen dat het noodzakelijk was dat de gebeurtenissen van de Passie zouden plaatsvinden. We lazen dit in het Evangelie van vorige week: «Daarop begon Hij hun te leren dat de Mensenzoon veel zou moeten lijden en door de oudsten, de hogepriesters en de schriftgeleerden verworpen zou worden en ter dood gebracht, maar drie dagen later zou verrijzen.»)

Maar hier zegt Jezus: «De Mensenzoon wordt overgeleverd.» Hij gebruikt de tegenwoordige tijd, want voor Hem is het al beslist en zijn besluit is absoluut. Deze plicht die op Hem rust, ligt besloten in de Schrift en was het onderwerp van gesprek tussen Jezus, Mozes en Elia tijdens de Transfiguratie op de berg. Deze in de Schrift vastgelegde wil van God is aan de wereld verkondigd en weegt nu op een absolute manier op Jezus’ wil.

Uit de tweede aankondiging van de Passie, vandaag, blijkt dat Jezus zijn lijdensweg al heeft aanvaard: Hij gaat doelbewust op het vastgestelde lijden en de dood af. Voor de discipelen – en voor allen die oren hebben om te horen – laat dit geen ruimte voor interpretatie.

«Zij begrepen die woorden wel niet, maar schrokken ervoor terug Hem te ondervragen.»

Hun onbegrip betrof waarschijnlijk de Verrijzenis. De apostelen waren al eens terechtgewezen («Weg, Satan!») en waren bang dat hun onbegrip op tegenstand zou lijken. Het was echter niet de bedoeling van Jezus dat zij vandaag zijn woorden zouden begrijpen, maar dat zij ze zich later zouden herinneren.

«Zij kwamen in Kafarnaüm en, eenmaal thuis, ondervroeg Hij hen: “Waar hebt ge onderweg over getwist?”»

Dit is een prachtige passage, goede vrienden. Het Evangelie is ongelooflijk! Het is geen opgekuist romannetje ; het is echt de waarheid zoals ze zich voordeed. Opnieuw krijgen we hier een verwarrende en beschamende scène te horen die Petrus in alle nederigheid aan Marcus heeft gedicteerd.

«Maar zij zwegen, want ze hadden onderweg een woordenwisseling gehad over de vraag wie de grootste was.»

Jezus spreekt hen over doodgaan, gekruisigd worden met Hem... en zij bespreken in zijn afwezigheid wie zijn “eerste minister” moet worden! Jezus zal hun een goede les leren.

«Toen zette Hij zich neer, riep de twaalf bij zich en zei tot hen: “Als iemand de eerste wil zijn, zal hij de laatste van allen moeten wezen en de dienaar van allen.”»

Dat is de grote waarschuwing. Ook zij ligt in de lijn van zijn aankondigingen van de Passie. Jezus kon dit niet eerder aanbrengen, maar nu bekend is dat Hij door de oudsten zal worden verworpen, veel zal lijden en gedood zal worden, weten zijn discipelen dat zelfs de Messias moet afdalen.

Ze hebben het gehoord, maar ze beseffen het niet, omdat deze brave Joden van het Oude Testament altijd geloofd hebben dat het leven van een trouwe, Godminnende gelovige één rechte klim is naar geluk en glorie! Maar nu komt Jezus met het tegenovergestelde van dit vleselijke, natuurlijke en zeer menselijke progressisme. De Messias zal afdalen en de laagste plaats innemen: die van de dienaar, de slaaf. Hij wil zijn apostelen in deze nieuwe moraal vormen, maar we zullen zien hoe het niet tot in hun ziel zal kunnen doordringen. Jezus zal blijven volhouden en een veelvoud van voorbeelden aanwenden die ons tot op vandaag oproepen om zijn voorbeeld te volgen.

«Hij nam een kind en zette het in hun midden; Hij omarmde het.»

Dit is een charmant detail. Petrus had het zien gebeuren en durfde het op te nemen in zijn relaas: zijn secretaris, Marcus, is de enige evangelist die deze gebeurtenis vermeldt. Ze geeft ons inkijk in het tedere hart van Jezus.

«En Hij sprak tot hen: “Wie een kind als dit opneemt in mijn Naam, neemt Mij op; en wie Mij opneemt, neemt niet Mij op, maar Hem die Mij gezonden heeft”.»

Kinderen werden in die tijd beschouwd als minder dan niets. En Jezus zegt tot zijn leerlingen: «Wie een kind als dit opneemt in mijn Naam, neemt Mij op», met andere woorden: er is een gelijkenis tussen zulke kinderen en Mij! En op dezelfde manier: «Wie Mij opneemt, neemt niet Mij op, maar Hem die Mij gezonden heeft.» Jezus is immers de Zoon van God en de Vader en Hij zijn één. Wie dus een kleine christen opneemt in zijn hoedanigheid van christen, verwelkomt God zelf.

Dit is een les in nederigheid en spirituele kinderlijkheid. De apostelen zitten opgesloten in de hoogmoed van het Oude Testament, in de typisch menselijke trots die ervan uitgaat dat God voor ons enkel verheffing wil. Jezus wil echter zijn apostelen en ons de geest van spirituele kinderlijkheid leren, de nieuwe evangelische moraal!

Abbé Georges de Nantes
Commentaar op het Evangelie volgens Sint-Marcus