17 OKTOBER 2021
Het vierde Lied van de dienaar van Jahweh
MIJN Jezus, deze geïnspireerde tekst van de profeet Isaïas is geen gewoon verhaal; het is uw opdracht, het verslag van uw heldendaden waaraan wij leven, vreugde, blijdschap, genade en rechtvaardiging, gelukzaligheid en het eeuwig geluk ontlenen. Zo begint het:
«Zie, mijn knecht zal slagen, Hij zal oprijzen en hoog, zeer hoog verheven zijn. Er was een tijd dat velen ontzet over U stonden: zijn verschijning was onmenselijk geschonden en zijn uiterlijk had niets meer van een mensenkind. Maar eens zal Hij vele volkeren doen opschrikken, dan sluiten koningen om Hem hun mond.
«Als een jonge plant schoot Hij recht omhoog en als een wortel die in dorre grond ontkiemt. Zijn uiterlijk noch schoonheid waren het bekijken waard, Hij was geen verschijning die bewondering wekt. Geminacht en gemeden werd Hij door de mensen, man van smarten, met ziekte vertrouwd, een mens die zijn gezicht voor ons verbergt, geminacht en als niet de moeite waard beschouwd.»
Gaat het hier niet om uw heilige aangezicht, Jezus? Als een schandaal vertoont U zich aan ons; uw schoonheid is weggerukt door het lijden dat U heeft vermorzeld. We kunnen in de verleiding komen om ons af te wenden van U, wij die omringd zijn door geluk en comfort, zoals een kind zich wegdraait van de lelijke, kreupele of arme mens. Koningen, prinsen en naties keerden zich van U af op uw Lijdensweg.
«Waarlijk, het waren onze ziekten die Hij op zich nam en onze smarten die Hij heeft gedragen; wij echter beschouwden hem als een geslagene, door God gekastijd en vernederd. Hij werd doorstoken om onze weerspannigheid, om onze zonden gebroken; Hij werd gestraft. Ons bracht het vrede en dank zij zijn striemen is er voor ons genezing.»
Hoe waar is dit! De lelijkheid van Jezus, gegeseld en met wonden overdekt, met doornen gekroond en gebukt onder zijn kruis, besmeurd met bloed, stof en speeksel, is de afstotelijkheid van onze zonden. Jezus, wij begrepen het niet toen U onze wonden genas, toen U onze bezoedelde zielen weer in schoonheid herstelde, toen U van uw Vader de vergeving van onze zonden verkreeg.
«Wij allen waren als schapen verloren gelopen en ieder van ons was eigen wegen gegaan.»
De weg van de misdaad, van het geweld, van de ondeugd en de corrruptie, de weg van leugens en snode plannen: al deze slechte wegen van de wereld waarop de mensen elkaar staan te verdringen, als dwalende schapen!
«Maar op Hem heeft Jahweh laten neerkomen de schuld van ons allen. Hij werd gefolterd en diep vernederd, maar heeft zijn mond niet geopend, zoals een lam dat ter slachting geleid wordt. En, zoals een schaap dat stom is voor zijn scheerders, heeft Hij zijn mond niet geopend.»
Mijn Jezus, hoe frappant zijn deze woorden op U van toepassing! Die zachtmoedigheid, die nederigheid, uw eenvoud en onderwerping, heel uw leven lang. Tijdens uw vreselijke lijdensweg hebt U niets dan goedheid getoond, stilte, onderwerping, vrede, barmhartigheid, tederheid en vergeving. Hoe konden de koningen en prinsen der aarde zo blind zijn te denken dat U getroffen werd door Gods toorn? Om zonden die U niet had begaan?
«De Heer heeft besloten zijn dienaar te vernederen en Hem te doen lijden.»
Uw hemelse Vader was blij U te belasten met vernedering en pijn... Nooit zal ik voldoende tijd hebben in mijn leven om de diepte van dit woord te vatten: het heeft God behaagd zijn geliefde Zoon te doen lijden! Waarom? Voor mij! Om míjn zonden weg te wissen! God schepte behagen in de martelingen van zijn geliefde Zoon, uit liefde voor zijn aangenomen zonen.
«Waarlijk, Hij gaf zijn leven als zoenoffer, maar Hij zal een nageslacht zien en het raadsbesluit van de Heer komt door Hem tot vervulling.»
Deze woorden gaan over U, Jezus. Als U opstaat in de Hof van Olijven en uw kruis aanvaardt, als U deze vernederende en pijnlijke dood verwelkomt als een zoenoffer voor mijn zonden, zal ik gered worden. Tweeduizend jaar zijn ondertussen verstreken, we weten dat dit gebeurd is. U stierf aan het kruis, uw offer werd aanvaard, U hebt sindsdien vele generaties gezien. Alles wat God wilde en verlangde, wordt vervuld en zal vervuld worden tot aan het einde van de wereld – dankzij U. U hebt gewonnen!
«Na zijn lijden zal Hij het licht zien en verzadigd worden. Door zijn zwoegen zal mijn rechtvaardige dienaar velen rechtvaardigen. Hij zal zich belasten met hun fouten.»
Dat was wat ervoor zorgde dat U opstond in Getsemane: U moest het doen voor onze redding. U kende de woorden van de profeet Isaïas, U wist wat U was beloofd en het was om ons te winnen dat U moedig opstond, klaar voor uw lijdensweg en uw pijnlijke dood op het kruis: «Door zijn zwoegen zal mijn rechtvaardige dienaar velen rechtvaardigen. Hij zal zich belasten met hun fouten.»
«Daarom geef Ik Hem zijn deel te midden van de velen, en samen met hun machthebbers verdeelt Hij de buit, omdat Hij zijn leven prijsgaf totterdood en zich bij de weerspannigen liet tellen. Hij echter had de zonde van velen op zich genomen en kwam zo voor de weerspannigen op.»
Hopelijk vervult deze meditatie ons met groot medeleven en diepe dankbaarheid jegens Jezus, onze goddelijke Verlosser. Laat ons bidden om de genade van een geest van boetvaardigheid, zodat we zouden bijdragen tot de redding van de zielen die met zovelen tegelijk verloren gaan omdat niemand voor hen bidt en offert.
Abbé Georges de Nantes
Uittreksels uit het Heilig Uur van 19 april 1984