4 FEBRUARI 2024

Het Evangelie van Sint-Marcus

DIT jaar geeft de Kerk ons het Evangelie van Marcus ter overweging. Laat ons in de school van onze vader, abbé de Nantes, de belangrijkste les van dit Evangelie proberen te vatten.

Marcus was de secretaris van Petrus. Hij vergezelde hem gedurende zijn apostolische loopbaan en heeft veel naar zijn predikingen geluisterd. Hij schreef zijn Evangelie in Rome, op verzoek van de vele toehoorders van de apostel.

Dit situeert de redactie van zijn Evangelie tussen 44, toen Sint-Pieter Rome verliet, en 47, toen Marcus terugkeerde naar Jeruzalem. Het is daarom absoluut zeker dat het tweede Evangelie vóór 50 n. Chr. werd geschreven. Jezus, onze Koning, heeft ons hiervan het bewijs willen schenken door de ontdekking van een fragment van het Evangelie van Marcus in Qumrân: de 7Q5.

We begrijpen het vertrouwen dat Petrus in Marcus stelde als we zien dat hij deze prediking van zijn meester met zoveel zorg heeft neergepend: zijn relaas heeft alle kenmerken van het getuigenis van een man die zelf heeft meegemaakt wat hij aan zijn toehoorders vertelt. [...]

Door dit zeer visuele verslag worden we als het ware gekatapulteerd tot in het groepje getrouwen dat met Jezus samenleefde en Hem overal volgde. We zien hoe de menigte Hem zo achternaloopt dat Hij niet eens meer de tijd heeft om te eten. Hij slaapt op een kussen in de achtersteven van de boot tijdens de storm of stapt met vaste tred naar Jeruzalem aan het hoofd van zijn verbijsterde leerlingen.

We zien de blinde Bartimeüs opspringen en zijn mantel afgooien, we zien het veulentje van Palmzondag vastgebonden staan aan een deur, buiten op straat.

Sint-Petrus kéék meer naar Onze-Lieve-Heer dan dat hij naar Hem luisterde. Het is door deze gebaren van Jezus te rapporteren dat Marcus en Petrus ons introduceren in het fascinerende mysterie van de mensgeworden Zoon van God.

Onze vader had ook de aandacht voor Jezus’ handen opgemerkt, het instrument van Gods gave. We zien ook dat Petrus de blik van Jezus volgde en dat is heel kostbaar voor ons. Petrus zag hoe zijn Meester zijn blik liet dwalen over de leerlingen die om Hem heen zaten, voordat Hij hen aanwees als zijn echte broeders en zusters, in tegenstelling tot zijn broeders uit Nazareth die Hem met geweld terug wilden meenemen en een einde wilden maken aan de Blijde Boodschap.

Petrus zag Jezus liefdevol kijken naar de rijke jongeman voordat Hij hem uitnodigde om Hem te volgen, net zoals hij Hem met woede zag kijken naar de Schriftgeleerden die Hem bespioneerden om hem te beschuldigen, vol spijt voor de verharding van hun hart.

Laten we het nu hebben over de «boodschap». In het eerste deel van dit verslag zien we hoe Onze-Lieve-Heer de Blijde Boodschap van de heerschappij van God verkondigt, zieken geneest, duivels uitdrijft, onderwijst en oproept tot geloof in zijn Woord, zonder dat we precies weten wat de kern van zijn boodschap is.

Daarna verricht Hij grote tekenen voor zijn apostelen: Hij stilt de storm, wekt de dochter van Jaïrus uit de dood op en loopt over het water. Tenslotte neemt Hij zijn apostelen apart in de streek van Caesarea Filippi om hun de cruciale vraag te stellen: «Wie zegt gij dat Ik ben?» Petrus’ geloofsbelijdenis geeft Jezus de sleutel tot het ontsluiten van het geheim van zijn Blijde Boodschap: «De Mensenzoon moet veel lijden, verworpen worden door de oudsten, de hogepriesters en de Schriftgeleerden, gedood worden en na drie dagen verrijzen.»

En dus: «Zo iemand mijn volgeling wil zijn, dan moet hij zichzelf verloochenen, zijn Kruis opnemen iedere dag en Mij volgen. Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van Mij en omwille van het Evangelie, zal het redden.»

Iedereen moest dus begrijpen dat Jezus vervolging en dood aankondigde voor zichzelf en voor degenen die Hem volgen. Dit is nu het verdwijnpunt van dit Evangelie, de horizon:  een Kruis aan een verwoeste horizon. De leerling van Christus moet sterven, uit trouw aan zijn God en aan het Evangelie, om in eeuwigheid te kunnen leven. Sint-Marcus benadrukt in het bijzonder deze grote les in zijn Evangelie. Christus vestigt zijn Koninkrijk door lijden en dood. Hij wil zichzelf onderwerpen aan de wet van de bestraffing van de zonde. Maar wie weigert Hem op deze weg te volgen, zoals Petrus deed na zijn belijdenis, wie weigert te lijden en te sterven, scheidt zich af van Jezus en zal uit het Koninkrijk van God worden verstoten. […]

Jezus zei: «De Mensenzoon zelf is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en om zijn leven te geven als losprijs voor velen.»

Deze laatste woorden, die het mysterie oproepen van onze verlossing door het lijden van Jezus, zijn van kapitaal belang. Het is het hoogtepunt van het Marcusevangelie. Als onze Heer zijn dood tegemoet gaat, dan is dat om het losgeld voor onze zonden te betalen, uit liefde voor zijn Vader en voor ons, zondaars: dat is de essentie, de verborgen schat van zijn H. Hart.

In 1986 besloot onze vader, abbé de Nantes, zijn retraite aldus: «Je kan niet van Jezus houden zonder Hem te volgen. Je kan geen andere weg inslaan. En dat is eigenlijk de betekenis van de gebroken albasten vaas van Maria Magdalena: zij kan niet meer leven als Jezus sterft. En achter Maria Magdalena, maar door de schroom van de apostelen in het verborgene gehouden, zien we de Maagd Maria. Ze kan op geen enkele andere plaats zijn, ook al noemt Marcus haar uit voorzichtigheid niet bij naam. Op het ogenblik dat Jezus sterft aan het Kruis, kan ze nergens anders zijn dan aan de voet van het Kruis, waar ze haar medelijden verenigt met het lijden van Christus. Dit zijn de mysteries van het lijden en de liefde van het Hart van Jezus en het Onbevlekte Hart van Maria, en van de vurig beminnende harten van Maria Magdalena en alle heiligen

Het Evangelie van Marcus eindigt dus met één les: we moeten de moed hebben om ons Kruis op te nemen om Jezus Christus te volgen – als we leerlingen zijn om met Hem gekruisigd te worden, als we heilige vrouwen zijn om al het bloed van ons hart in medelijden en liefde uit te storten voor Jezus, die ons redt door zijn H. Kruis.

broeder Bruno van Jezus-Maria
meditatie van 7 september 2023