29 MAART 2024
Het mysterie van het Hart-tot-Hart
van de gekruisigde Jezus en zijn heilige Moeder
LATEN we op deze Goede Vrijdag mediteren over het mysterie van het Hart-tot-Hart van de gekruisigde Jezus en zijn heilige Moeder.
Op Golgotha is de Maagd Maria verenigd met de gekruisigde Jezus zoals nog nooit een bruid verenigd is geweest met haar bruidegom. Dit heilige offer, dat zij met heel haar lichaam, hart en geest aanvaardt, is hun gemeenschappelijke werk, zoals Sint-Jan overigens in zijn Evangelie (19, 26) aantoont. Het is een onvergelijkelijk liefdeswerk tussen de Zoon van God en de Onbevlekte Ontvangenis, de nederige en medelijdende Maagd Maria, die Hij tot zijn Moeder had gemaakt met het oog op hun mystieke huwelijk, voltrokken in pijn en verdriet als herstel voor de zonde van Eva.
Uit het huwelijk van de nieuwe Adam en zijn nieuwe Eva, die zich zachtjes «Vrouw» hoort noemen, wordt een verloste, geheiligde, tot het goddelijke leven verheven mensheid geboren. De prijs: het Kostbare Bloed dat aan het Kruis werd vergoten. En de Maagd Maria wordt werkelijk de vruchtbare schoot die alle generaties christenen zal baren. Zij is daarom de personificatie van onze Moeder de H. Kerk.
Van dan af is de Kerk gegrondvest in het Hart van de Maagd Maria, doorboord met een zwaard van droefheid. Ze is bevrijd van het juk van de Joden, ze is uit de Synagoge weggegaan. In haar Onbevlekte Hart draagt Maria, dochter van Abraham en David, de hele schat van de Openbaring en de verdiensten van de gewijde geschiedenis met zich mee en geeft zij dat hele erfgoed door aan de H. Johannes en, van generatie op generatie, aan de Kerk.
Door haar heen gaat alle rijkdom die God sinds het begin van de wereld heeft vergaard. Als een vruchtbare moeder die haar kinderen gul zoogt, zal de Maagd Maria de Kerk voeden met deze rijkdommen. Op het ogenblik dat Christus zijn weg heeft afgelegd, begeeft zij zich als het ware haastig op haar eigen pad van universele Middelares. Dat is wat Jezus bedoelt als Hij zegt dat «alles is volbracht».
Daarna hoeft Hij alleen nog maar «de Geest te geven», een uitdrukking die Sint-Jan opnieuw gebruikt als hij vertelt hoe Jezus bij zijn verschijning op paasmorgen over zijn apostelen blaast. De H. Geest die over hen wordt gezonden zal hun de macht geven om de bestuurders en regenten van de Kerk te zijn. De Kerk werd gesticht omdat Christus het door zijn verlossende dood verdiende om ons zijn H. Geest te geven. De Kerk leeft alleen door de heilige Geest van Christus.
Toch zei Jezus tegen zijn apostelen: «Ik zal u niet als wezen achterlaten» (Jo 14, 18). Hij gaf ons de Maagd Maria tot Moeder voordat Hij stierf. De gestorven Jezus zal spoedig verrijzen en terugkeren naar zijn Vader in de Hemel. Maar Maria is daar als Middelares. Op haar gebed zal de H. Geest als een storm neerdalen over de apostelen en uiteindelijk leven geven aan de Kerk, het ontelbare nageslacht van Maria’s kinderen, de nieuwe mensheid gered en geheiligd.
Broeder Bruno van Jezus-Maria
Uittreksels uit Il est ressuscité! nr. 238 van december 2022