123. Allereerst Contrareformatie!
1. Geen sociale revolutie als die niet nationaal is. Geen nationale revolutie zonder radicale vernietiging van de atheïstische, materialistische, decadente filosofieën van het kapitalistisch liberalisme en het democratisch socialisme. Want die zijn verantwoordelijk voor het lokaas van de winst, de cultus van het geld, de waanzin van het onmiddellijk en egoïstisch genot; bovendien hebben zij de degeneratie van het menselijk ras veroorzaakt door de plagen van denataliteit en immoraliteit. Er zal dus geen nationale revolutie kunnen zijn zonder een Kerk die terugkomt op haar modernisme en liberalisme door een Contrareformatie. Want zij alleen heeft de macht om de misdaad van de valse filosofieën aan te klagen en er de ware katholieke leer tegenover te plaatsen, waarbij ze ook van het Onbevlekt Hart van Maria de genade kan bekomen die de harten ontvankelijk maakt voor de inspanningen die noodzakelijk zijn voor het nationaal herstel.
2. De nationale revolutie veronderstelt bijgevolg de triomf van het Onbevlekt Hart. Het is door de universele bemiddeling daarvan dat God ons « leven, beweging en bestaan » geeft, dat zijn Voorzienigheid de aardse goederen die noodzakelijk zijn voor het welzijn van de natie ter beschikking stelt en dat Hij de vrede schenkt aan de gemeenschappen die toegewijd zijn aan dat Hart. Zij zullen in het Onbevlekt Hart de traditionele broederlijkheid terugvinden die ons zo bekend was, in de tijd dat het ene en ware godsdienstig geloof heerste dat uitgeroepen was tot staatsreligie: de Rooms-katholieke godsdienst.
De devotie tot het Onbevlekt Hart van Maria zal het sociaal weefsel van de christenheid herstellen, ver van de begoochelingen van het Geld en de onenigheid die het teweegbrengt.
3. Omdat het nationaal herstel zich hoe dan ook maar zal kunnen voltrekken door een goddelijk mirakel, dat nog schitterender zal zijn dan dat van de H. Jeanne d'Arc die Orléans bevrijdde en de koning naar Reims bracht om er gezalfd te worden, zullen de dankzeggingen op dat moment uit de mond van alle getrouwen komen. Zonder de bekering van iedereen af te wachten zullen onze God en de Onbevlekte Ontvangenis, Moeder van ons allemaal, publiek en wettelijk geëerd worden, niet alleen door het respect voor de goddelijke wet en de zondagsrust, maar ook door openbare liturgische diensten naar aanleiding van hun feestdagen.
4. Het geloof in de goddelijke Voorzienigheid zal het dagelijks leven doordrenken. Het wordt tot uiting gebracht door het gebed en geeft aan de nieuwe ecologie haar meest zekere wet, aan haar natuurlijke voorzichtigheid een superieur inzicht. Zo zal ons volk de zin voor de werkelijkheid, voor wat mogelijk en wenselijk is terugvinden en afstand nemen van de bedrieglijke utopie, de subversieve kritiek, het geloof in de demagogische staat-die-in-alles-voorziet, de buitensporige eisen, het sociaal parasitisme. De « terugkeer naar de werkelijkheid » is een juiste maat voor de fundamentele menselijke deugd die de nederigheid is; maar enkel het vertrouwen in God, die liefde is, geeft haar een onbetwistbare adeldom door de bemiddeling van het Onbevlekt Hart van Maria.
5. De wettigheid van de autoriteiten, de hechtheid van de gemeenschappen, de loyauteit en de trouw inzake aangegane contracten en bijgevolg het complexe en gelukkige geheel van wederzijdse rechten en plichten zullen op die manier een stevige steun vinden in het nationaal en mariaal katholiek geloof, hoeksteen van de oude en de nieuwe orde van ons land.