49. Opdat de wil van de H. Geest zich zou voltrekken
op aarde als in de Hemel
In zijn levend geloof en zijn vaste hoop vindt de falangist het licht en de kracht voor zijn broederlijke liefde, de veerkracht voor zijn hard bestaan hier op aarde en de voorsmaak van zijn eeuwig geluk. Want alleen de liefde blijft. Filosofie en wetenschap, politiek en economie, techniek, cultuur, kunst en ontspanning: alles is ondergeschikt aan de liefde. En die volstaat.
1. Het doel van zijn dagelijks leven is dan ook de volmaaktheid van de liefde. En die liefde bewijst zich enkel door de liefde, door de praktijk van de christelijke deugden. Zij volgen uit de goddelijke genade die voortdurend geschonken en vermeerderd wordt door de sacramenten van de biecht en de Eucharistie, de sacramentaliën – in het bijzonder het opzeggen van het rozenhoedje – het gebed en de werken van barmhartigheid.
Het ideaal waaraan hij gehecht blijft, is de vooruitgang in de liefde tot God en de Onbevlekte door zijn trouw aan de Kerk, zijn toewijding aan zijn broeders en de vredelievende omgang met iedereen. Of hij nu rijk of arm is, gezond of ziek, in een gemeenschap leeft of gruwelijk eenzaam is, een rustig bestaan kent of beproefd wordt, eer geniet of uitgestoten is: hij wil leven volgens de wil van God, om tenslotte op het door Hem bepaalde uur te sterven in Christus en als zoon van de Kerk, voorzien van de laatste sacramenten voor het eeuwig leven.
2. Zijn overgave aan de wijze willekeur van zijn hemelse Vader en zijn goddelijke Moeder drijft de falangist op mysterieuze wijze verder: hij streeft naar wat volledig tegengesteld is aan zijn in het oog springend en rechtstreeks welzijn, naar wat helemaal strijdig is met zijn aardse genoegens; hij verlangt sterker naar armoede, ziekte, mislukking, tegenspoed, eenzaamheid en vervolging omwille van de gerechtigheid en het martelaarschap voor Christus!
De eer van God en de overwinning van de Heer Jezus worden door dergelijke tegenslagen niet geschaad; integendeel, zij lijken er om te vragen. « Moest de Christus niet lijden om in zijn glorie binnen te gaan? » De hoogste wijsheid in de Liefde verkrijgt de falangist als hij het soort toekomst en dood aanvaardt dat God voor hem bestemt. Hij wil elke dag meer sterven opdat Christus in hem zou leven. Vanaf zijn jeugd is hij bereid, als God het wil, zijn leven op te offeren voor Christus en de Onbevlekte Ontvangenis, voor de Kerk en de christenheid, voor zijn vaderland en zijn vorst, ja zelfs voor de minste onder zijn medemensen.