Was Christus een conservatief of

een revolutionair? 
De unieke Revolutie van Jezus

HET is een kwestie die vooral sinds het Tweede Vaticaans Concilie binnen de christelijke geloofsgemeenschap tot een scherpe tegenstelling heeft geleid : zijn wij “ linkse revolutionairen ” in naam van Jezus, met Jezus, of “ rechtse behoudsgezinden ” in naam van diezelfde Jezus onze Heer en samen met Hem ?

Tussen het conservatisme van veel christenen enerzijds en de protesterende, revolutionaire geest van veel andere christenen is er wellicht een tussenoplossing, één die de onvergankelijke orde van onze historisch gegroeide samenleving bewaart én tegelijkertijd hoopt op de verdere revolutionaire expansie van de katholieke godsdienst... Het zou mooi zijn als we zouden kunnen zeggen, in een soort van geloofsbelijdenis die waarachtig traditioneel en modern is : ik ben revolutionair met Christus, niet in de zin waarop revoluties in ons tijdperk worden begrepen, maar in de zin van wat zijn Revolutie was, de enige die verdergaat met het aanschijn van de aarde te veranderen tot aan zijn wederkomst ; en ik ben behoudsgezind om het mirakel van de natuur en de genade, waarvan de mensheid nog zoveel wonderbaars mag verwachten, te bewaren, te beschermen en verder uit te breiden.

Laten we deze mogelijke tussenoplossing verder onderzoeken.

IN DEN BEGINNE WAS HET WOORD...

God schiep de wereld en stelde er de orde van vast. In tegenstelling tot wat evolutionisten en progressistische christenen lichtzinnig en zonder ernstig wetenschappelijk bewijs beweren, gaat God niet verder met hem te scheppen : Hij behoudt de wereld voortaan in de wetmatigheden die Hij vanaf de oorsprong vastgesteld heeft en die hun effecten ontwikkelen, met inbegrip van een zekere natuurlijke evolutie. Die stabiliteit leidt tot een fundamentele instandhouding of “ conservatisme ” op alle niveaus van het leven.

Jezus drijft de kooplieden uit de Tempel.
Detail van een fresco door Giotto uit 1303-1305
( Padua, Cappella degli Scrovegni ).

Maar op het moment zelf dat God de mens schiep, verhief Hij hem tot de bovennatuurlijke staat, een staat van genade en heiligheid waarvan de schittering uitstraalde in de wereld. De superieure orde die de mens geschonken werd, was de vrucht van de goedheid van de Schepper en oversteeg de pure natuur van het eerste mensenpaar. Hoe prachtig zou het geweest zijn als Adam en Eva die gave van God hadden kunnen “ bewaren ” en doorgeven aan hun nakomelingen.

Het was de duivel die deze orde vernietigde door onze stamouders het idee in te fluisteren van een opstand tegen hun Heer en Vader waardoor ze zogezegd als goden zouden worden. Daarin vinden we de twee kenmerken terug van elke revolutionaire agitatie : eerst rebellie en machtsovername, daarna toegang tot een absoluut superieure levensconditie. In die zin begrijpen we waarom men zegt : “ Elke revolutie is satanisch in haar essentie. ” Maar het gevaar is dat onwrikbare conservatieven dit axioma gaan toepassen op alle revoluties doorheen de geschiedenis. Zo stellen ze de gevestigde orde – elke gevestigde orde ! – gelijk met de natuurlijke orde en is revolutie altijd geïnspireerd door Satan en gericht tegen God, die de orde waarborgt.

Dit standpunt heeft nochtans heel wat nadelen. Politiek gesproken brengt het de christenen tot het aanvaarden van welke gevestigde orde ook en doet het hen elke massabeweging, elke gewelddadige reactie of machtsgreep verafschuwen... zodat de handlangers van Satan de macht in handen kunnen houden ! Op filosofisch vlak verwart het de onveranderlijke structuren van de natuurlijke orde met de superstructuren die de geschiedenis eraan toevoegt. Voor de vijand van de revolutie wordt elke nieuwigheid al snel diabolisch en elke vorm van hoop subversief. Al te vaak verdedigt hij als goddelijke orde de verworvenheden van voorbije revoluties die ondertussen gemeengoed geworden zijn...

Theologisch gesproken zitten de verstokte conservatieven er nog meer naast. Door zijn eerste rebellie tegen God heeft de mens zijn oorspronkelijke staat van genade verloren en werd hij uit het paradijs verdreven. Tegen de revolutie zijn zou er dan op neerkomen de mensen te willen terugvoeren naar het aards paradijs, de originele orde van de wereld die voorgoed verloren is. Alsof er heel de geschiedenis niet is, alsof Christus en de Kerk er niet zijn ! In plaats van naar de toekomst te kijken, voorbij de satanische revolutie dus, zouden wij dan zuchtend verlangen naar het verleden en abstractie maken van alles wat ondertussen gebeurd is.

TOEN JEZUS OP AARDE KWAM...

Na de zondeval is de heerschappij van de duivel over de wereld gekomen : Satan is op een heel mysterieuze manier, maar overeenkomstig een woord van God, « de Vorst van deze wereld » geworden. De volkeren gaven zich over aan afgoderij en corruptie, met uitzondering van een klein geslacht van rechtvaardigen dat God vanaf Abraham in bewaring nam om er zijn volk en het werktuig van het heil van te maken. Goeden én slechten werden overgeleverd aan een “ gevestigde orde ” van politieke verdrukking en valse godsdiensten, ingesteld door de duivel !

Daarop is Jezus in de wereld gekomen om Satan te overwinnen. Hij kwam om die gevestigde orde omver te werpen, hen die er de gevangenen van waren te bevrijden en alle verdrukkers aan zijn oordeel te onderwerpen. De Maagd Maria wist dit uit het Oude Testament, in het bijzonder uit de psalmen, en heeft het bezongen in haar Magnificat. God de Heer zou door zijn Gezalfde de machtigen onttronen, de rijken hun bezittingen afnemen, de hongerigen met gaven vervullen en de nederigen verheffen...

De moderne beeldenstormers zoals Lamennais hebben meteen uitgeroepen : het Magnificat is een revolutionair gezang ! Alsof gelijk welke revolutie geleid door wie dan ook zich op de lofzang van Maria zou kunnen beroepen ! De Franse reactionaire denker Maurras, in het andere kamp, antwoordde daarop dat « het venijn van het Magnificat » gelukkig geneutraliseerd werd door de Romeinse politieke en sociale orde en de katholieke discipline... De waarheid is deze : het Magnificat is de hymne die tot ouverture dient van de ene goddelijke Revolutie die Jezus voor eens en altijd in de geschiedenis is komen instellen en die verder zal gaan tot aan het einde van de wereld, namelijk de Revolutie van zijn machtsgreep tegen Satan. « Schep moed », zei Jezus tot zijn apostelen aan de vooravond van zijn kruisdood, « want Ik heb de wereld overwonnen... Nu wordt het oordeel over deze wereld voltrokken ; nu zal de Vorst van deze wereld worden buitengeworpen » (Jo 16, 33 en 12, 31).

VERNIEUWERS OF VERNIETIGERS ?

Een Vlaamse priester schreef aan broeder Bruno :

« De synodale weg stemt me heel somber. In plaats van vernieuwers van de Kerk gaat het hier meer en meer om vernietigers van de Kerk. Gelukkig helpen uw geloof en uw uitstraling mij om stand te houden. Verschillende geestelijken van goede wil met wie ik in contact ben, helpen mij ook... Ze delen dezelfde geestelijke bekommernis. De synodale weg voert ons niet naar de Hemel, maar naar een soort parlement waar over alles beslist wordt meerderheid tegen minderheid. Dat is heel triest, maar we moeten moedig zijn. God staat elke dag in Christus aan onze kant en de H. Maagd is onze grootste steun op het pad naar het Paradijs. »

HIJ GAF ALLE MACHT AAN DE VERDRUKTEN

Daarom kan de echte christen geen behoudsgezinde persoon zijn die zich neerlegt bij elke vorm van onderdrukking en onderworpen is aan alle tirannieën en alle wettige en onwettige machten ; evenmin kan hij iemand zijn die met weemoed terugdenkt aan een “ natuurlijke orde ” die men moet gaan zoeken ver voorbij alle gelaagdheden van de geschiedenis. De leerling van Christus is een vurig strijder tegen alle boze machten en iemand die zijn kracht, zijn hoop en zijn vreugde put uit het mirakel van de evangelische, katholieke orde.

Het gaat om een formidabele revolutie die de mens bevrijd heeft en onophoudelijk bevrijdt uit de slavernij van de duivel, de wereld en zijn eigen vlees om hem vrij te maken ; die de seksen bevrijdt uit de verdrukking en de vervreemding van ontaarde instincten, de armen uit de dwingelandij van inhalige en genadeloze rijkaards, de onderdanen uit de tirannie van goddeloze heersers, de volkeren uit de wreedheid van hun idolen.

De Revolutie van Jezus is de enige die « het aanschijn van de wereld veranderd heeft ». Zij heeft de mensen vrede geschonken, heeft een nieuwe samenleving en nieuwe zeden ingesteld en is de enige die nog altijd op weg is naar de vestiging van een hernieuwde mensheid hier op aarde en voor de eeuwigheid. Met Jezus is de mensheid in staat om al haar kwalen te boven te komen : haar morele ongeregeldheden door ze te doen verdwijnen, haar fysieke beproevingen door ze te overstijgen of te aanvaarden. De voltooiing van zijn Revolutie is de kosmische instelling van zijn eeuwige Heerschappij.

Zeggen dat Jezus onze Verlosser is en dat ons enige opzet erin bestaat ons te bekeren om naar de Hemel te gaan, betekent het grootste deel van de Openbaring uit het oog verliezen. Zeker, met zo’n louter individueel geloof kan men het eeuwige geluk verwerven. Maar waarom zouden we onszelf op die manier beperken ? Waarom zouden we de christelijke hoop voor onszelf houden, terwijl zij de Kerk vanaf het begin meevoert naar immense horizonten ? Waarom zouden we doorheen de moderne wereld trekken als een vreemdeling of een onverschillige egoïst en toelaten dat de armen zich laten vangen door de luchtspiegelingen van zuiver wereldlijke revoluties ? Hoeveel beter zou het niet zijn hun de ware hoop te brengen en te zeggen aan hen die dromen van een grandioze revolutie om een nieuwe orde in te stellen : Kijk, ik heb wat jullie zoeken, het is de Revolutie van Jezus en zijn Koninkrijk dat zal komen op aarde zoals in de Hemel !

DE REVOLUTIE VAN JEZUS BEWAREN

Een revolutie die slaagt, vertaalt zich in de feiten door de vestiging van een nieuw soort samenleving. De Revolutie van Jezus is voor ons dus niet gewoon maar een ideaal of een utopie : zij heeft vorm aangenomen in de geschiedenis. Het is de Kerk en de christenheid, waarin allen getekend zijn door de omvorming die voortvloeit uit de bekering tot het geloof en de genade van het doopsel. Alle sociale betrekkingen hebben een gedaanteverandering ondergaan door de naastenliefde.

Wat geen enkele revolutionaire dictator ooit heeft kunnen doen voor de overleving en de duurzaamheid van zijn werk, heeft Jezus gedaan : Hij heeft aan zijn opvolgers de H. Geest gezonden, die het Leven geeft en heiligt ; Hij heeft hun alle macht geschonken en hun zijn goddelijke bijstand beloofd tot aan de voleinding van de tijden. Dat is de enige bevredigende verklaring voor een buitengewoon feit : vanaf het jaar 30 tot op vandaag (of laten we zeggen tot aan de vooravond van Vaticanum II, toen de huidige crisis is begonnen) is deze Revolutie nooit verstard of verzand in het puur menselijke. Zij heeft haar mirakel van genade en heiligheid onvermoeibaar verdergezet, een uniek en subliem voorbeeld van bovenmenselijke energie.

De nieuwe orde, de enige die vandaag geen hersenschim is, wordt dus gevormd door de Kerk en de christenheid, een bovennatuurlijke maatschappij van goddelijk leven. De mannen van de renaissance hebben dat in de roes van hun humanisme te zeer uit het oog verloren en de zogenaamde hervormers hebben het gecontesteerd. Daardoor hebben ze allemaal ernstige slagen toegebracht aan het grote werk van de Redding van de wereld... Maar dat werk ging niettemin verder in de grandioze opstoot van de Contrareformatie en het Concilie van Trente, met in de 19de eeuw de stelselmatige verovering van de uiteinden van de aarde.

Maar nieuwe, arrogante “ humanisten ” en “ hervormers ” stonden in de 20ste eeuw op in de schoot zelf van de Kerk om haar universele triomf met vele decennia te vertragen... Op het moment dat zij de definitieve overwinning binnen handbereik had, hebben zij haar belasterd en weggezet als een conservatieve plaats van stilstand en wanhoop. De christenheid hebben zij ontdaan van haar miraculeuze karakter en haar toekomstperspectief, met het gevolg dat de katholieke gelovigen haar in de steek lieten en elders, in goddeloze politieke of culturele revoluties, gingen zoeken naar het ideaal.

Rechtse conservatieven en linkse revolutionairen hebben één punt gemeen dat ook hun zonde is : dat zij niet meer geloven in het mirakel van Christus, dat zij het permanente wonder van Kerk en christenheid tot in onze tijd niet meer willen erkennen, dat zij niet meer echt geloven in God, zijn Evangelie en het Heil.

DE KATHOLIEKE REVOLUTIE EN ZIJ ALLEEN !

Welke Revolutie willen wij ? De Revolutie van Jezus, de enige die de Kerk in zijn voetsporen heeft verdergezet, onophoudelijk en de eeuwen door, en waarvan de christenheid als geheel van katholieke naties het bovennatuurlijke werk uitmaakt. Voor ons is er geen ander revolutionair “ model ” of “ project ” dan precies die christenheid die door de H. Geest zonder onderbreking gemodelleerd werd volgens de Waarheid van Jezus en onder impuls van zijn Genade.

Het is de Revolutie van de intelligentie tegen het heidendom, die uiteindelijk triomfeert met Constantijn. Het is de Revolutie van de wetgeving tegen alle immoraliteit, die uitloopt op een christelijke samenleving die krachtig de individuele deugd ondersteunt en haar beschermt tegen de manoeuvres van al wie pervers is. Het is de Revolutie van de harten die heel het deeg langzaam doet rijzen en aan het gekerstende mensdom een verfijnd geweten en een als het ware verheerlijkte gemeenschappelijke ziel geeft. Het is een integrale en permanente Revolutie wanneer, na het Concilie van Trente, door de Contrareformatie een perfecte discipline in de Kerk wordt ingesteld en de missies worden gelanceerd om het Evangelie te verkondigen over heel de aarde. Op die manier naderde het gezegende moment waarop de Revolutie van Jezus het aanschijn van de aarde volledig vernieuwd zou hebben, in Orde en Naastenliefde.

Een dergelijke Revolutie heeft drie kenmerken die haar onderscheiden van elke andere revolutie :

1° zij is een werk van sacramentele genade, dat tot in de kleinste facetten van het tijdelijke voortvloeit uit heiligheid, deugd, morele orde en discipline ;

2° zij is een werk van het traditionele en hiërarchische gezag, dat niet voortkomt uit “ de basis ” of van “ profeten ”, maar bewerkt wordt door de godsdienstige en wereldlijke leiders in trouw aan hun eeuwenoude zending ; het gaat altijd en noodzakelijkerwijze om een “ revolutie van bovenuit ” en een “ traditionele revolutie ” want zij komt van God door Jezus Christus, voor eens en altijd ;

3° zij is een werk van theologale hoop, ingebed in de dagelijkse strijd van de christelijke krachten tegen de machten van Satan en daardoor altijd van militante aard, onaf, blootgesteld aan tegenslagen en soms achteruitgeslagen ; daarom is zij gericht op de voleinding van de tijden en de toekomstige wereld, want daar alleen zal zij de eeuwige voltooiing vinden.

abbé Georges de Nantes,
oktober 1973
Hij is verrezen ! nr. 123, mei-juni 2023