DE ACTUALITEIT DOORGELICHT 
MEI 2023

HET LAND VAN BELOFTE?

Duizenden nationalistische Israëli’s nemen jaarlijks deel aan de “Flags March”, een vlaggenparade ter herdenking van de verovering van het Arabische Oost-Jeruzalem tijdens de Zesdaagse Oorlog van 1967. Om uit te dagen trekken ze opzettelijk via de Damascuspoort door de moslimwijk van de oude stad. Geregeld klinken er kreten als
“Dood aan de Palestijnen!” en “Jullie dorpen zullen branden!”

EEN RELIGIEUS-ZIONISTISCHE HARDLINER AAN HET BEWIND

DE Israëlische politicus Bezalel Smotrich, 43 jaar oud, is de voorzitter van de ultranationalistische Religieuze Zionistische Partij. Deze beweging behaalde bij de parlementsverkiezingen in 2022 zeven zetels in de Knesset, op een totaal van 120. Door het “spel” van de democratie kwam zij niettemin terecht in de zesde regering van premier Benjamin Netanyahu die op 29 december 2022 aantrad. Smotrich is in dat kabinet minister van Financiën én viceminister van Defensie, wat hem tot een zeer machtig man maakt.  

Op 19 maart van dit jaar trok Smotrich naar Parijs voor de herdenkingsdienst van een prominente Frans-joodse activist. Hij hield toen een toespraak waarin hij stelde dat de term “het Palestijnse volk” «een uitvinding van de voorbije eeuw» was: «Smotrich zei “dat er geen Palestijnen bestaan omdat er niet zoiets is als het Palestijnse volk”, een opmerking die door de aanwezigen werd onthaald op applaus en bravogeroep, zoals te zien is op een video van de gebeurtenis die online werd gepost. “Weten jullie wie de Palestijnen zijn?”, vroeg hij. “Ik ben een Palestijn”, waarbij hij ook verwees naar zijn grootmoeder, die honderd jaar geleden geboren werd in de noord-Israëlische stad Metula, en zijn grootvader, van wie de voorouders al heel lang in Jeruzalem woonden, als de “echte Palestijnen”» (The Times of Israel, 20 maart 2023).

De minister sprak aan een lezenaar waaraan een landkaart van “Groot-Israël” was opgehangen, een gebied dat ook heel het huidige Jordanië, het zuiden van Libanon en een stuk van Syrië omvat, in overeenstemming met de claim van verschillende zionistische organisaties van vroeger die ook vandaag weer aantrek hebben.

Smotrich is een hardliner die streeft naar de volledige annexatie van de Westelijke Jordaanoever (wat de joodse nationalisten aanduiden met de Bijbelse namen Judea en Samaria). In 2017 publiceerde hij Israel’s Decisive Plan, waarin hij zijn visie uiteenzette over de toekomst van Israël. «De plannen van Smotrich, eenmaal aan de macht, houden in: het legaliseren van tientallen ongeautoriseerde Israëlische buitenposten op de Westelijke Jordaanoever en het afdwingen van sloopbevelen tegen ongeoorloofde Palestijnse gebouwen in dat gebied; vermindering van de bureaucratische rompslomp voor bouwprojecten in de bestaande joodse nederzettingen; het stoppen van de afbraak van illegale buitenposten […]; en het annuleren van de zgn. Terugtrekkingswet om de wederopbouw mogelijk te maken van nederzettingen in het noorden van de Westoever die in 2005 werden geëvacueerd en vernietigd als onderdeel van het Gaza Disengagement Plan [het plan van de voormalige premier Ariel Sharon om een aantal Israëlische nederzettingen te ontmantelen en er Palestijns gebied van te maken]» (The Times of Israel, 30 november 2022).

«Wij willen dat de staat Israël bestuurd wordt overeenkomstig de Torah», stelt minister Bezalel Smotrich van de Religieuze Zionistische Partij. Hij is ook voorstander van een politiek van “shoot-to-kill” als Palestijnen met stenen werpen naar Israëlische militairen.

Voor Bezalel Smotrich en zijn partij zijn de Joden de onvervreemdbare bezitters van Israël sinds de tijden van Jozuë en koning David. De Palestijnse Arabieren die er sinds de diaspora na de verwoesting van Jeruzalem wonen, kunnen geen enkele aanspraak maken op grondgebied. Journalist Ron Ben-Yishai omschreef het plan van Smotrich als volgt: «Hij wil de gebieden Judea en Samaria gewoon overspoelen met joodse nederzettingen en kolonisten. Wanneer dat gebeurt, worden de Palestijnen verondersteld te begrijpen dat zij geen enkele kans op een eigen staat hebben en moeten kiezen voor één van de drie mogelijkheden: een leven van onderworpenheid onder Israëlisch gezag, emigratie of een martelaarsdood» (in Mondoweiss, 22 februari 2023).

Met zijn Defensiebevoegdheid voor de kolonisatie van de Bezette Palestijnse Gebieden heeft Smotrich de hefbomen in handen om zijn politiek daadwerkelijk uit te voeren.

EEN PROVOCATEUR OP NATIONALE VEILIGHEID

Een andere extremistische havik in de huidige regering-Netanyahu is Itamar Ben-Gvir. Hij is de voorzitter van de partij Otsma Jehudit (Joodse Macht), die de erfgenaam is van de beruchte Kachpartij. Die door rabbi Meir Kahane gestichte religieus-zionistische beweging kreeg in 1988 verbod om aan de verkiezingen deel te nemen wegens het propageren van racisme. De aanhangers van het Kahanisme stichtten later Otsma Jehudit, dat in de parlementsverkiezingen van 2022 uitkwam op zeven zetels, een winst van zes.

Ook deze kleine partij werd door “Bibi” Netanyahu opgenomen in zijn zesde regering. Ben-Gvir kreeg de portefeuille van Nationale Veiligheid, met inbegrip van het gezag over de Israëlische grenspolitie op de Westelijke Jordaanoever.

De kersverse minister staat bekend als een provocateur. Als activist leidde hij vroeger marsen door de moslimwijk in de oude stad van Jeruzalem. In oktober 2022 was hij in Oost-Jeruzalem betrokken bij ernstige rellen tussen joodse kolonisten en lokale Palestijnse bewoners; hij trok toen een pistool en eiste dat de politie zou schieten op de Arabieren die stenen wierpen. «Wij zijn de landeigenaars hier, vergeet dat niet!», riep hij hun toe. «Ik ben jullie baas!» Die woorden hernam hij in zijn overwinningstweet nadat zijn partij in de recente parlementsverkiezingen gestegen was van één naar zeven zetels.

Zijn specialiteit als advocaat was het verdedigen van joodse radicalen en terroristen op hun proces. Zo pleitte hij voor Bentzi Gopstein, die in 2019 aangeklaagd was voor het aanzetten tot terrorisme, geweld en racisme. Gopstein verdedigde een verbod op het vieren van Kerstmis in Israël en het platbranden van christelijke kerken op basis van de leer van de joodse middeleeuwse filosoof Maimonides tegen afgoderij. Joodse extremisten die moeilijkheden met het gerecht hebben, weten dat zij altijd bij Ben-Gvir terecht kunnen.

Itamar Ben-Gvir, een bewonderaar van de extremistische rabbijn Meir Kahane, is sinds december 2022 minister in het zesde kabinet-Netanyahu. Zijn partij behaalde een spectaculaire verkiezingsoverwinning. Hier zien we hem tijdens een manifestatie tegen de Palestijnen op 29 maart 2022.

Als minister deed de leider van Otsma Jehudit zijn reputatie alle eer aan door nauwelijks vijf dagen na zijn aantreden op 3 januari 2023 – precies op de dag dat de orthodoxe Joden rouwen en vasten voor de verwoesting van de Tempel – een bezoek te brengen aan de Tempelberg, wat bij moslims uiterst gevoelig ligt. Ariel Sharon deed het hem voor door als oppositieleider in september 2000 op de Tempelberg te verschijnen, wat de Tweede Intifada of Palestijnse opstand uitlokte. Ben-Gvir oogstte dan ook onmiddellijk internationale kritiek, niet alleen van de Arabische landen, maar ook van de VS en de EU.

De Palestijnse verzetsbeweging Hamas had de minister vooraf gewaarschuwd niet te gaan, maar dat werkte voor Ben-Gvir alleen maar als een rode lap op een stier. «Tijdens zijn bezoek zei Ben-Gvir in een verwijzing naar de bedreigingen van Hamas: “De Israëlische regering zal niet capituleren voor een moordzuchtige organisatie, voor een walgelijke terroristische groepering. De Tempelberg is voor het volk van Israël de belangrijkste plaats. De Tempelberg staat open voor iedereen: moslims, christenen en ja, ook Joden. Ook Joden!» (The Times of Israel, 3 januari 2023).

VAN EEN PUUR THEORETISCHE TWEE-STATENOPLOSSING…

De door de internationale gemeenschap verdedigde oplossing voor het Israëlisch-Palestijnse conflict is de schepping van twee staten op het grondgebied van het vroegere mandaatgebied Palestina. Dat was al het geval in het oorspronkelijke verdelingsplan van de Verenigde Naties uit 1947 en de Oslo-akkoorden van 1993-1995 borduurden daar op voort. Die laatste akkoorden voorzagen in de oprichting van een onafhankelijke staat voor de Palestijnen bestaande uit twee gebieden: de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever (met inbegrip van Oost-Jeruzalem). In 2019 erkenden 138 van de 193 leden van de VN de staat Palestina. Mahmoud Abbas van de beweging Fatah is het hoofd van de officiële Palestijnse Autoriteit voor de Westelijke Jordaanoever, terwijl de fundamentalistisch-islamistische beweging Hamas sinds 2007 de Gazastrook controleert.

De realiteit op het terrein is echter weinig rooskleurig voor de Palestijnen. De Gazastrook, waaruit de joodse kolonisten zich in 2005 volledig moesten terugtrekken, wordt door het Israëlische leger (IDF) te land, ter zee en vanuit de lucht afgesloten om mogelijke terreuraanvallen door Hamas te voorkomen; ook de grens met Egypte zit nagenoeg op slot, met slechts twee streng gecontroleerde grensovergangen. Op een gebied van 360 km² zit een massa mensen opeengepakt: in 2007 ging het om 1,4 miljoen zielen, tien jaar later al om 2 miljoen. De economie is door de militaire blokkade volledig ingestort. De werkloosheid onder volwassenen bedraagt 50 %, de jeugdwerkloosheid 70 % – de ideale voedingsbodem voor extremisme en Jodenhaat. De humanitaire situatie is schrijnend: tekorten aan medicijnen, amper drinkbaar water, voortdurende represailles in de vorm van beschietingen door het IDF.  

De Gazastrook is in feite een enorme gevangenis waar meer dan 2 miljoen mensen moeten overleven onder een totale militaire blokkade door Israël en onder de heerschappij van het islamistische en compromisloze Hamas.

De Westelijke Jordaanoever staat eigenlijk slechts gedeeltelijk onder Palestijns gezag. De Oslo-akkoorden verdeelden het gebied in drie zones: zone A (voornamelijk de steden), waar de Palestijnse Autoriteit (PA) zowel het burgerlijke bestuur als het veiligheidstoezicht uitoefent; zone B, waar de PA wel verantwoordelijk is voor het burgerlijke bestuur, maar de veiligheidscontrole moet delen met Israël; zone C (62 % van het grondgebied!), die volledig onder Israëlisch militair bewind staat. In die laatste zone, de meest vruchtbare en bronrijke, bouwen joodse kolonisten al sinds de Zesdaagse Oorlog van 1967 voortdurend nieuwe nederzettingen. Het aantal van die nederzettingen is ondertussen opgelopen tot meer dan 200. De Israëlische kolonisten waren in 2020 met zo’n 900.000 (inclusief Oost-Jeruzalem), terwijl de snel groeiende Palestijnse bevolking toen 2.900.000 zielen telde.  

De Westelijke Jordaanoever is officieel Palestijns gebied, maar wordt in de praktijk gedomineerd door Israël volgens het verdeel-en-heersprincipe. De opeenvolgende Israëlische regeringen stonden oogluikend of actief de vestiging toe van joodse kolonies (blauw), die uitgroeiden tot steden en waarvan er zeer vele toegevoegd werden aan het grondgebied van de staat Israël door de kronkels van de Westoeverbarrière, de reusachtige betonnen muur die diep doordringt in Palestijns gebied.

Israël begon in 2002 met de bouw van de Westoeverbarrière, een bijna 10 meter hoge betonnen muur, met de bedoeling zelfmoordaanslagen door Palestijnse terroristen tegen te gaan. Bij de constructie van de bochtige, meer dan 700 km lange muur palmden de Israëli’s bewust grondgebied van de Westelijke Jordaanoever in: hij loopt soms dwars door Palestijnse dorpen en voegt illegale joodse nederzettingen bij Israël. Veel Palestijnse families werden gescheiden, boeren verloren hun landbouwgrond en aan de al wankele Palestijnse economie werd volgens de Wereldbank de genadeslag toegebracht.

… NAAR DE VESTIGING VAN “GROOT-ISRAËL” 

Eretz Yisrael, het «Land van Israël», is een godsdienstig concept dat teruggaat op de Bijbelse belofte aan de Hebreeën van een uitgestrekt en vruchtbaar woongebied: het Beloofde Land. In Genesis 15, 2 sluit Jahweh zijn verbond met Abraham en zegt Hij: «Aan uw nakomelingschap geef ik dit land in bezit, van de beek van Egypte af tot aan de grote rivier de Eufraat.» Na de verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70 en de ondergang van het oude jodendom klampten veel rabbijnen zich vast aan de belofte van Jahweh, om aan de Joden van de diaspora een grandioos perspectief te bieden: de terugkeer naar Eretz Yisrael en de vestiging van een reusachtig rijk tussen Egypte en de Eufraat. Wat met “de beek van Egypte” precies bedoeld wordt, is voer voor discussie: voor sommigen is het de Wadi el-Arish, een 250 km lange wadi op het schiereiland Sinaï die uitmondt in de Middellandse Zee, voor anderen gaat het om niets minder dan de Nijl zelf.

Als in de Israëlische politiek vandaag over “Groot-Israël” gesproken wordt, dan gaat het niet over die Bijbelse droom: slechts een kleine minderheid van joodse religieuze nationalisten strijdt daarvoor. Maar opkomen voor de volledige annexatie van Gaza en de Westelijke Jordaanoever bij de staat Israël is al lang geen taboe meer. De partij Otzma Jehudit ijvert voor één staat en volledig Israëlisch gezag over al het land tussen de Jordaan en de Middellandse Zee. Zij wil niet weten van een Palestijnse staat en wil dat de Oslo-akkoorden geschrapt worden.

Steeds meer Israëli’s radicaliseren met betrekking tot de Palestijnen en verklaren ronduit dat zij gekant zijn tegen de in hun ogen kunstmatige en onleefbare twee-statenoplossing. Onder invloed van de religieus-nationalistische partijen, die de wind in de zeilen hebben, willen zij bovendien het joodse karakter van de Israëlische staat sterker in de verf zetten. Kop van jut zijn niet alleen de Palestijnen buiten de grenzen, maar ook zij die binnen Israël wonen.

«Aan uw nakomelingschap geef ik dit land in bezit, van de beek van Egypte af tot aan de grote rivier de Eufraat.» De belofte van Jahweh aan Abraham spookt nog altijd door de gedachten van bepaalde joodse religieuze nationalisten.

In de staat Israël leven 6,5 miljoen Joden, maar ook bijna 2 miljoen Palestijnse Arabieren die 21 % van de totale bevolking uitmaken (cijfers van 2019). Het gaat om de afstammelingen van de Palestijnen die in het land woonden dat in 1948 de nieuwe staat Israël werd en die er niet uit verdreven werden tijdens de grote etnische zuivering die in datzelfde jaar plaatsvond (zie het artikel Een film over de Nakba in De actualiteit doorgelicht van januari 2023). Deze “Arabische Israëliërs” wonen vooral in Galilea en langs de grens met de Westoever. Ze hebben het burgerschap, maar toch worden ze meer en meer als tweederangsburgers behandeld.

In de Onafhankelijkheidsverklaring van de staat Israël werd volledige gelijkheid van sociale en politieke rechten beloofd aan alle inwoners van het land, ongeacht hun ras of hun godsdienst. In de praktijk is er echter een hoge graad van discriminatie gegroeid tegenover de Arabische Israëliërs. Een rapport uit 2000 van de voormalige opperrechter van het Israëlische Hooggerechtshof, Theodor Or, wond daar geen doekjes om: «De Arabische inwoners van Israël leven in een realiteit waarin zij discriminatie ervaren als Arabieren. Deze ongelijkheid is gedocumenteerd in een groot aantal rapporten en studies en werd bevestigd in rechterlijke uitspraken en regeringsbesluiten. […] Hoewel het besef van deze discriminatie meestal weinig doordringt bij de joodse meerderheid, speelt zij toch een centrale rol in de gevoeligheden en houdingen van de Arabische burgers» (Or Commission Report, p. 33).

Voor extra spanningen zorgt de zgn. demografische dreiging: het geboortecijfer bij de Arabische Israëliërs, en dan in het bijzonder bij de moslims onder hen die veruit de meerderheid uitmaken, ligt hoger dan dat bij de joodse Israëliërs. In 2025 zou één inwoner op vier in Israël een Arabier zijn. In 2004 stelde de historicus Benny Morris dat hij weliswaar volledig gekant is tegen de verdrijving van de Arabische Israëliërs, maar dat in het geval van een «apocalyptisch scenario» – wanneer het land geconfronteerd wordt met een massale aanval en zijn voortbestaan bedreigd wordt – «een uitdrijving wellicht de enige optie is». Hij vergeleek zijn Arabische landgenoten met «een tijdbom» en «een potentiële vijfde colonne» (Survival of the Fittest, art. verschenen in de krant Haaretz).

De Israëlische nederzetting Ramat Givat Zeev, gelegen op 5 km ten NW van Jeruzalem op het territorium van de Westelijke Jordaanoever – waardoor het volgens het internationale recht om een illegale nederzetting gaat – werd gesticht in 1977 en is ondertussen uitgegroeid tot een stad van 20.000 inwoners. Voor de bouw en de latere uitbreiding werd het ene stuk land na het andere van verschillende Palestijnse dorpen ingelijfd.

Verschillende politici namen de redenering van Morris over en waarschuwen sindsdien voor het “existentiële gevaar” dat uitgaat van de Israeli Arabs. Voor extremistische partijen zoals die van Bezalel Smotrich en Itamar Ben-Gvir is het dan slechts een kleine stap om op te komen voor het terugschroeven van de rechten van de Arabische Israëliërs en zo een “apartheidsregime” te installeren. Of om te pleiten voor een “zuiver” Israël, een staat zonder Arabieren. 

ANTI-CHRISTELIJK GEWELD

Sinds kort is er in Israël een opvallende toename van het aantal antichristelijke gewelddaden door Joden. Het lijkt er op dat de daders zich aangespoord voelen door de aanwezigheid van fanatieke religieuze zionisten in de huidige regering-Netanyahu. Clémence Levant publiceerde er op 5 februari 2023 op de website cath.ch een artikel over onder de titel: In Jeruzalem neemt het geweld toe tegen wat niet joods is.

«Sinds het begin van 2023 hebben vijf incidenten bedreven door radicale Joden de christelijke gemeenschap van Jeruzalem getroffen. Het gaat om een nooit geziene intensiteit en regelmaat op het moment dat het land geleid wordt door vertegenwoordigers van een religieus en radicaal jodendom.

«Het beeld van de gegeselde Christus ligt op de grond, gebroken ter hoogte van de voeten en het gelaat, na van de muur afgehaald te zijn en stuk gegooid door een radicale Jood. Op donderdag 2 februari rond 8 uur 30 richtte een veertigjarige man met een lange baard vandalisme aan in de kapel van de Veroordeling, die openstaat voor het publiek in het franciscaanse klooster van de Geseling; dat bevindt zich ter hoogte van de tweede statie van de Via Dolorosa in de oude stad van Jeruzalem. […] Toen de politie hem arresteerde, legde de dader uit: “Er mogen geen afgodsbeelden zijn in Jeruzalem! Het is een heel ernstige zaak. Men mag in Jeruzalem geen voorstellingen van valse goden vereren.”

Op 2 februari 2023 drong een joodse extremist binnen in het franciscaanse klooster aan de Via Dolorosa en gooide een Christusbeeld stuk. Hij verklaarde dat hij zich verzette tegen de verering van een valse God door de christenen.

«Het gaat al om de vijfde aanslag gepleegd door Joden tegen plaatsen, heiligdommen of leden van de christelijke gemeenschap tijdens de vijf eerste weken van 2023. Bij het begin van het jaar, op 1 januari, werd een dertigtal graven op een christelijk kerkhof op de berg Sion geprofaneerd door twee jonge radicale Joden (15 en 18 jaar), afkomstig uit het midden van het land. Een gemeenschapscentrum van de Maronieten in Ma’alot, in het noorden van Israël, werd vernield op 12 januari. Dezelfde dag trof men graffiti met de tekst “Dood aan de Arabieren en de niet-Joden!” aan op het Armeense klooster van Jeruzalem, waarna leden van deze gemeenschap op 28 januari tenminste tweemaal werden bedreigd door jonge Joden. Op 26 januari was een restaurant aan de toegang tot de christelijke wijk het mikpunt van een gewelddadige actie» waarbij de hele inboedel kort en klein werd geslagen.

De christenen zijn het al langer gewoon dat op geestelijken gespuwd wordt en dat muren beklad worden met hatelijke leuzen, maar dat zwaardere feiten amper vervolgd worden en er een klimaat van straffeloosheid heerst, maakt hen bang en boos. Broeder Francesco Patton, custos van het Heilige Land (verantwoordelijke voor de heilige plaatsen), schreef onlangs in een communiqué: «Het is geen toeval dat de legitimering van discriminatie en geweld in de publieke opinie en in het huidige politieke klimaat in Israël zich vertaalt in gewelddaden tegen de christelijke gemeenschap.» Hij riep de regering op om de veiligheid van de verschillende religieuze minderheden te garanderen, al is het twijfelachtig of hij hoge verwachtingen heeft...

Het valt op dat vooral jonge Joden zich aan antichristelijk geweld schuldig maken. «Een studie uitgevoerd door Dr. Noa Lavi in 2016 kwam tot het besluit dat de Israëlische jeugd tot de meest rechtse behoort in vergelijking met landen in West-Europa. Een rapport van het Israeli Democracy Institute uit 2018 toonde aan dat “ongeveer 64 % van de Israëlische Joden tussen 18 en 34 jaar zichzelf als rechts definieert, tegenover 47 % in de leeftijdsgroep van 35 jaar en ouder.” […] De onderliggende overtuigingen van deze rechtse jeugd zijn: territoriale expansie over heel Eretz Yisrael, prioriteit van de joodse identiteit boven de democratie, focus op veiligheid en de existentiële bedreiging van Israël, wantrouwen met betrekking tot Palestijnen en vreemdelingen, kernbelang van nationalisme/patriottisme» (Ilise Benshushan-Cohen in Politics Today van 17 juni 2021).

Twee leden van de Knesset, het Israëlische parlement, dienden in maart van dit jaar een wetsvoorstel in waarbij het verboden zou worden om te proberen mensen te bekeren tot het christelijke geloof. «De auteurs van het wetsvoorstel, Moshe Gafni en Yaakov Asher, zijn ultraorthodoxe parlementariërs en invloedrijke figuren binnen de regeringsmeerderheid geleid door eerste-minister Benjamin Netanyahu. Wie geestelijke gesprekken zou voeren met Israëli’s van een ander geloof zou één jaar gevangenisstraf krijgen in het geval van een volwassen Israëliër, maar twee jaar als het om een minderjarige zou gaan» (Premier Christian News, 22 maart 2023).

Moshe Gafni is niet aan zijn proefstuk toe. Hij probeerde al eens het Nieuwe Testament te bannen uit Israël. Dat lukte hem niet, net zoals hij en Asher ook nu hun wetsvoorstel niet goedgekeurd kregen. Dat heeft in essentie te maken met de Israëlische rechtsmacht, die de vrijheid van het woord en bovenal de religieuze vrijheid streng bewaakt. Een door de Knesset goedgekeurde wet zou nog eerst de hindernis van het Hooggerechtshof moeten nemen.

Dat is trouwens een van de redenen waarom de religieus-nationalistische partijen de strijd hebben aangebonden met de rechtsmacht en de invloed ervan willen terugschroeven: zij willen dat een door de regeringsmeerderheid in het parlement gestemde wet onmiddellijk van kracht wordt. Die kwestie leidde onlangs nog in heel Israël tot massale demonstraties tegen het kabinet-Netanyahu.

DE DERDE TEMPEL

In mei 2018 kreeg de toenmalige Amerikaanse ambassadeur in Israël, David Friedman – een notoir tegenstander van de twee-statenoplossing – een grote foto van de Tempelberg… waarop de Rotskoepel digitaal vervangen was door de derde Tempel die een aantal joodse organisaties koste wat het kost willen oprichten!

De eerste Tempel, die van koning Salomon, werd verwoest door Nebukadnezar in 586 v. Chr. Na hun terugkeer uit de Babylonische ballingschap bouwden de Joden de veel bescheidener tweede Tempel, die ingewijd werd in 515 v. Chr. Het was die Tempel die door Herodes de Grote vanaf 20 v. Chr. uitgebreid gerestaureerd, vergroot en verfraaid werd tot een weergaloos kunstwerk, maar door de Romeinse legioenen onder Titus in brand gestoken en verwoest werd in het jaar 70. Op dezelfde plek verrees de Rotskoepel, opgetrokken op het einde van de 7de eeuw en vandaag een islamitisch memoriaal.

Na de oprichting van de moderne staat Israël begonnen veel Joden luidop te dromen over de bouw van een nieuwe, derde Tempel die het symbool zou zijn van hun herstelde heerschappij over het land van hun voorvaderen. Een idee van wereldvreemde fantasten? Helemaal niet. Wie gaat kijken op de website thirdtemple.org stelt vast dat de plannen al in een vergevorderd stadium verkeren. Het Temple Institute en het Temple Mount and Eretz Yisrael Faithful Movement kunnen vandaag rekenen op 390.000 volgelingen (en geldschieters). Hun doel is om in 2025 het aantal van één miljoen adepten te bereiken en vervolgens druk uit te oefenen op de politiek om het project uit te voeren.

Het grondplan voor de derde Tempel is klaar en een maquette ervan kan al bestudeerd worden. Ook heel wat liturgische voorwerpen werden gerealiseerd. Zo bekostigde het Temple Institute een gloednieuwe zevenarmige kandelaar of menorah van meer dan 2 m hoog en belegd met 43 kg zuiver goud, die in een glazen schrijn niet ver van de Klaagmuur kan bewonderd worden. Meesterweefster Judith Abrahams vervaardigde de Me’il techelet, de volledig blauwe tuniek van de Kohen Gadol of hogepriester, en is nu begonnen met het weven van de Parochet, het zware gordijn dat het Kodesh Hakodeshim, het Heilige der Heiligen, aan het oog moet onttrekken. Het is inderdaad de bedoeling om in het op te richten gebouw opnieuw de aloude brandoffers te brengen, in afwachting van de komst van de Messias…

Wat moet er dan gebeuren met de Rotskoepel en de Al-Aqsamoskee die beide op de Tempelberg staan en die voor moslims heilige plaatsen zijn? Moeten zij afgebroken worden en steen voor steen heropgebouwd op een andere locatie? Het is duidelijk dat zoiets een regelrechte oorlogsverklaring zou zijn aan heel de islamitische wereld, met onoverzienbare gevolgen. Het idee alleen al van de mogelijke reconstructie van de joodse Tempel doet de moslims steigeren en zorgt voor extra spanning in een regio die zo al een kruitvat is.

Het is dus op zijn minst naïef van de organisatoren om het hele project voor te stellen als «een vredevol initiatief» dat «haat zal doen veranderen in liefde», zoals te lezen is op thirdtemple.org. Het tegendeel is waar!

EEN VERLEDEN DAT VOORGOED VOORBIJ IS

In maart 2000 bracht Joannes-Paulus II als eerste paus in de geschiedenis een bezoek aan de Klaagmuur, waarbij hij in een liturgisch gebaar lange tijd zijn handpalm legde op de stenen en in een van de spleten een tekst stak, zoals de Joden doen. Voor hen is deze reusachtige ondersteuningsmuur van de verdwenen Tempel de “Shekinah”, de plaats waar God waarachtig aanwezig is. Katholieken zouden beter moeten weten: «De “glorie van God” heeft de Tempel voorgoed verlaten bij de dood van Christus en verblijft nu “in alle tabernakels op aarde”, waar Hij volgens de woorden van de engel van Fatima “vreselijk beledigd wordt” door hen die er zich al tweeduizend jaar van afkeren om… stenen te aanbidden!» (broeder Bruno van Jezus-Maria in CRC nr. 366 van april 2000).

Men kan niet anders dan versteld staan als men beseft wat veel Israëli’s blijkbaar drijft: het negeren van twintig eeuwen geschiedenis om gewoon weer de draad op te pikken van het jodendom anno 70 n. Chr., met de bedoeling dat in zijn vermeende glorie te herstellen. Maar dat is een dwaze ontkenning van de realiteit en een gevaarlijke zelfverblinding.

«Sinds de ondergang van Jeruzalem door de hand van de Romeinse legioenen onder Titus is de joodse godsdienst een dode godsdienst geworden. De Joden mogen ondertussen al twintig eeuwen naar waarheid psalm 74 letterlijk citeren: “Wij zien geen voortekens meer, er is geen profeet. Er is niemand onder ons die kan zeggen hoelang nog!”

«De voorbeschikte gebeurtenis waarvan de Joden terecht hun wederopstanding en de verwezenlijking van de goddelijke beloften mochten verwachten, was de komst van Jezus Christus, aangekondigd door de laatste echte profeet: Sint-Jan de Doper. Maar Jezus van Nazareth, Koning van de Joden”, die een teken van tegenspraak” werd, die slechts door een handvol mensen werd gevolgd en door de gezamenlijke natie verworpen, die Jezus, de Redder van Israël”, heeft paradoxaal genoeg de val van Jeruzalem teweeggebracht en daarmee ook het einde van de eredienst van Jahweh. Daarna zijn twee aan elkaar tegengestelde en rivaliserende bewegingen ontstaan: enerzijds het Talmoedische jodendom en de kabbala, creaties van het materiële Israël, anderzijds de Kerk van Jezus Christus, het geestelijke Israël. Ze zijn heel de geschiedenis door op dramatische wijze met elkaar in botsing gekomen en dat zal zo blijven tot het einde van de tijden» (abbé Georges de Nantes, De godsdienst van de Bijbel: verwerpelijk, gerechtvaardigd, voorbijgestreefd, 1980).

Toen Jezus Christus, de Messias, op het Kruis van Golgotha stierf om de mensheid te verlossen van haar zondigheid en de Hemel opnieuw te openen, «werd de zon verduisterd en scheurde het voorhangsel van de Tempel middendoor» (Lc 23, 45): het was het teken dat God het Heilige der Heiligen verliet. De diaspora of verspreiding van het joodse volk over de aarde was het gevolg van het feit dat de goddelijke zegening over het uitverkoren volk opgehouden had te bestaan omdat een nieuw tijdperk was aangebroken. «De ware erfgenaam van het Oude Testament is de Kerk van Jezus Christus, zij is het nieuwe Volk van God» (abbé de Nantes, voordracht op 9 januari 1975).

Inderdaad: «Er is binnen het joodse volk een scheuring gekomen tussen hen die in Christus geloven en hen die weigeren in Hem te geloven. Die laatsten geven de voorkeur aan een heil dat enkel voorbehouden is aan het joodse ras, dat binnen de perken van het aardse leven blijft en dat lichamelijk is in plaats van geestelijk. De eersten daarentegen beseffen dat het niet meer om een verovering van de aarde gaat, maar om de verovering van de Hemel; dat het niet meer gaat om de dienst en de eer van enkel en alleen het joodse volk, maar van alle volkeren op de wereld; en dat dit einddoel niet meer zal bereikt worden door de kracht van de mens, maar door de genade van God» (uit: Het jodendom op alle kruispunten van de geschiedenis, voordracht gehouden op 7 februari 1985).   

Auschwitz en de vreselijke uitroeiing van de Joden door de nazi’s vertroebelen ons beoordelingsvermogen. De zionisten weten dat en maken er schaamteloos gebruik van om hun agenda uit te voeren. Maar we moeten het hoofd koel houden. Een derde Tempel willen oprichten, het voorhangsel ervan opnieuw beginnen weven, Arabisch land opeisen in naam van het vroegere rijk van David: het is een hopeloos voorbijgestreefde en hoogmoedige onderneming die volkomen tegengesteld is aan het door God gewilde rechtlijnige verloop van de geschiedenis, een onderneming ook die alleen maar rampspoed over de staat Israël kan brengen. En over ons, als de Israëli’s op de dramatische dag van de totale aanval op hun staat «de zes miljoen slachtoffers van de concentratiekampen» zullen inroepen om ons moreel te dwingen hun kant te kiezen.

redactie KCR