DE ACTUALITEIT DOORGELICHT
SEPTEMBER 2023
DE PAUS EN DE MAAGD
VAN 1 tot 6 augustus gingen in Lissabon de Wereldjongerendagen door met als thema Natuur en ecologie. Paus Franciscus was de hele tijd prominent aanwezig, maar verliet de Portugese hoofdstad op 5 augustus om naar het bedevaartsoord Fatima te trekken.
In Le Figaro vroeg de bekende commentator Jean-Marie Guénois zich aan de vooravond van dat bezoek af: «Waarom verlaat paus Franciscus de WJD om in Fatima te gaan bidden?» En hij antwoordde: «De voornaamste reden is de geopolitiek. Het is de oorlog tussen Rusland en Oekraïne die Franciscus naar Fatima drijft. Hij wil tegen elke prijs een staakt-het-vuren en een vredesakkoord. Noch Moskou, noch Kiev aanvaarden echter dat het Vaticaan zich mengt met een conflict dat de katholieke Kerk volgens hen niet aangaat. Franciscus wordt dus wandelen gestuurd, maar geeft zich niet gewonnen. Hij gaat de Maagd van Fatima smeken de situatie te deblokkeren.»
Guénois herinnert aan «wat paus Franciscus heeft gedaan in de hoop om een einde aan het conflict te maken: op 25 maart 2022, op het feest van Maria-Boodschap, heeft hij een plechtige daad gesteld in de Sint-Pietersbasiliek, vóór het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Fatima dat er speciaal naartoe gebracht was. Het was net een maand na het uitbreken van de vijandelijkheden, op 24 februari. Het lange gebed, uitgesproken in eenheid met de aan- of afwezige bisschoppen, bevatte volgende zin: “Moeder van God en onze Moeder, onszelf, de Kerk en de hele mensheid, en in het bijzonder Rusland en Oekraïne, vertrouwen en wijden wij plechtig toe aan uw Onbevlekte Hart. Aanvaard deze akte die wij met vertrouwen en liefde verrichten. Geef dat er een einde mag komen aan de oorlog en dat de vrede zich over de hele wereld mag verspreiden.”»
Sinds die 25ste maart 2022 herhalen wij onafgebroken dat er iets ontbrak aan deze toewijding: de pauselijke goedkeuring van de eerherstellende devotie van de eerste zaterdagen. Zonder die goedkeuring door de H. Vader kunnen de heerlijke beloften van de Maagd Maria niet in vervulling gaan…
Zuster Lucia van Fatima heeft die eis vaak onder woorden gebracht, bv. in haar brief aan paus Pius XII van 2 december 1940: «Ik maak van deze gelegenheid gebruik, H. Vader, om aan Uwe Heiligheid te vragen deze devotie over de hele wereld te willen verspreiden en te zegenen.»
Paus Franciscus had ervoor gekozen om naar de Cova da Iria te komen op de eerste zaterdag van augustus. We mochten dan ook hopen dat hij zelf de eerherstellende devotie zou pratikeren, ze zou goedkeuren en aanbevelen, temeer omdat deze devotie voortaan officieel op het programma staat in het heiligdom van Onze-Lieve-Vrouw in Fatima: op zaterdag 5 augustus was om 14 uur in de kapel van de verschijningen een uur van eerherstel aan het Onbevlekte Hart van Maria voorzien.
De H. Vader kwam toe om 9 uur ’s morgens. Gezeten tegenover het beeld van de Maagd Maria in de Capelinha bad hij lange tijd in stilte. Op het immense plein was geen geluid te horen. Dan volgde het rozenhoedje: in zijn aanwezigheid werden de blijde mysteries gebeden. Vervolgens begon Franciscus aan zijn toespraak: «We hebben de rozenkrans gebeden, een mooi en vitaal gebed omdat het ons in contact brengt met het leven van Jezus en Maria. En we hebben gemediteerd over de blijde mysteries, die ons er doen aan denken dat de Kerk slechts het huis van de vreugde kan zijn.»
Is dat zo? En de droeve mysteries dan? Niet alleen de droeve mysteries van het verleden, maar ook die van vandaag, die Maria op 13 juli 1917 openbaarde aan Lucia, Francisco en Jacinta: «Jullie hebben de hel gezien waar de zielen van de arme zondaars naartoe gaan. Om hen te redden wil God in de wereld de devotie tot mijn Onbevlekte Hart instellen.» In die korte zin brengt Onze-Lieve-Vrouw ons heel het drama van ons leven in herinnering, het gevaar dat ons bedreigt en de dwingende oproep tot een barmhartige liefde voor de arme zondaars: «Bid, bid veel en breng offers voor de zondaars», zegt zij op 19 augustus. En vol droefheid voegt ze eraan toe: «Want vele zielen gaan naar de hel omdat ze niemand hebben die zichzelf offert en voor hen bidt.»
Maar het hoofd van de Rooms-katholieke Kerk negeert deze verwittiging volledig.
JEZUS IS DE DEUR
Franciscus stopte plots met zijn toespraak, die hem leek te vervelen. Hij begon te improviseren en werd geestdriftig toen hij het had over wat hem ter harte gaat: «De kleine kapel waarin wij ons bevinden is een mooi beeld van de Kerk: uitnodigend, zonder deuren. De Kerk heeft geen deuren opdat iedereen er zou kunnen binnengaan, want zij is het huis van onze Moeder en het hart van een moeder staat altijd open voor al haar kinderen, voor iedereen, zonder dat iemand uitgesloten wordt.»
Neen, H. Vader, er is wél een deur – toch volgens onze Heer Jezus Christus. «Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: wie niet door de deur de schaapsstal binnengaat, maar langs een andere zijde binnenklimt, hij is een dief en een rover. Maar die binnenkomt door de deur is de herder der schapen. De wachter doet hem open en de schapen luisteren naar zijn stem; hij roept zijn eigen schapen bij hun naam en voert ze naar buiten» (Jo 10, 1-3).
Paus Franciscus bidt, maar hij roept zijn schapen niet op om zich te bekeren: noch de schapen van zijn eigen schaapsstal, de Rooms-katholieke en apostolische Kerk, noch die van Rusland die verdwaald zijn in het orthodoxe schisma.
De woorden van Jezus in het Evangelie zijn een antwoord op de weigering van hen die, helaas, verkiezen om blind te blijven. Hij roept hen die Hem toebehoren op om «naar buiten» te gaan, om samen met Hem het voorplein van de Tempel in Jeruzalem te verlaten als in een nieuwe Exodus. Het was op de dag dat Hij deze woorden uitsprak dat de breuk zich voltrok tussen de Synagoog en de nieuwe gemeenschap die rond Christus gestalte kreeg en die bestond uit allen die naar zijn stem luisterden en Hem volgden. Waar brengt Hij hen naartoe? Daar waarheen Hij toen ging en nu is: de Hemel! Het volstaat dat de schapen verzameld zijn rond de Herder, dat zij naar Hem kijken en naar zijn stem luisteren, zoals Hijzelf gericht is naar de Vader.
Vandaag wil God de Vader dat de schapen zich keren naar het Onbevlekte Hart van Maria. En daar wil Franciscus niet van horen. «Zij begeleidt altijd. Zij is nooit de protagoniste.» “Begeleidt” zij… tot in de hel? Maar over de hel spreekt de H. Vader niet en het komt niet in hem op dat het zijn plicht is de zielen met alle mogelijke middelen te behoeden voor de eeuwige verdoeming. Toch is er een apocalyptische strijd aan de gang tussen de krachten van de hel en de Maagd Maria, die wel degelijk de «protagoniste» is, ook al wil Franciscus dat niet horen. Deze term gaat terug op twee Griekse woorden, protos en agein, en betekent «de eerste in de strijd».
De paus vervolgt dat de H. Maagd «in haar leven nooit iets anders heeft gedaan dan Jezus tonen: “Doet alles wat Hij u zeggen zal”». Zeker. Maar wat zegt Jezus ook? «Heb medelijden met het Hart van uw Allerheiligste Moeder dat omgeven is met de doornen die de mensen er onafgebroken insteken, zonder dat er iemand is die eerherstel doet om ze eruit te trekken.» God wil dat haar Onbevlekte Hart heerst. Hij houdt van Maria meer dan van wie ook, in eeuwigheid, met een liefde die haar gelijke niet kent. En Hij wil dat zij verheerlijkt, geëerd, bemind en gediend wordt door al zijn schepselen. Het is uit die primordiale en onbegrensde liefde voor de Onbevlekte Maagd dat zijn absolute wil voortvloeit om van haar de universele Middelares te maken en het werktuig van onze redding, de redding van onze zielen, van alle zielen: allemaal! allemaal! allemaal!
«TODOS, TODOS, TODOS!»
De paus «heeft alle waarnemers verrast door zaterdagmorgen de voorziene teksten links te laten liggen, in stilte te bidden en te improviseren. Het Vaticaan moest er een verklaring voor geven», aldus Jean-Marie Guénois. Het is niet de eerste keer in het tienjarige pontificaat van de huidige Opperherder dat het Vaticaan “duiding” moet geven bij zijn onverwachte improvisaties…
De verklaring is heel simpel en ligt in een slogan die heel de antichristelijke revolutie samenvat die haar beslag moet krijgen op de komende “Synode over de synodaliteit”: «De Kerk staat open voor iedereen, iedereen, iedereen! Todos, todos, todos!» Maar de katholieke Kerk – van katholikos, universeel – heeft altijd al voor iedereen opengestaan, op één voorwaarde echter: de bekering van de zondaars. Van die voorwaarde maakt de paus nooit melding. In een ontmoeting met de Portugese geestelijken en seminaristen zei hij letterlijk: «Rechtvaardigen en zondaars, goeden en slechten: iedereen, iedereen, iedereen.»
«Todos, todos, todos!» Hij liet die slogan al herhalen als een mantra, zegt Guénois, door alle jongeren die bijeen waren gekomen voor de ontmoetingsavond met de paus op donderdag 3 augustus en haalde hem opnieuw aan in het vliegtuig op de terugreis in antwoord op een vraag. Het was het Leitmotiv van de voorbije Wereldjongerendagen en «het zal het refrein worden van de komende Synode over de synodaliteit in oktober: een Kerk die voor iedereen openstaat en er is voor iedereen, zonder uitzondering. Uiteindelijk is “Todos, iedereen!” de simpelste boodschap die mogelijk is en zij mist haar doel niet als ze wordt uitgesproken tegenover honderdduizenden jongeren», besluit Guénois.
Het verwondert dan ook niet dat Franciscus op die eerste zaterdag van de maand tegen de middag al weer weg was uit Fatima: het heilige uur van eerherstel voor het Onbevlekte Hart woonde hij niet bij.
KRACHTMETING
In de krachtmeting tussen Onze-Lieve-Vrouw en de paus is het al meermaals gebeurd dat Franciscus bijna ondanks zichzelf inging op de wensen van de Hemel. Dat was het geval met de akte van toewijding van 25 maart 2022, die op zichzelf al een groot wonder was: eindelijk willigde een Opperherder het verzoek in dat de Maagd van Fatima meer dan honderd jaar geleden formuleerde! Hij is dus toegankelijk voor de genade, waarvan zijn voorgangers – met uitzondering van de Z. Joannes-Paulus I, Albino Luciani – zich afkeerden.
In dat perspectief moeten we ook het recente decreet van 22 juni ll. zien, waarin zuster Lucia dos Santos door Franciscus eerbiedwaardig werd verklaard. De oudste van de drie herderskinderen van Fatima, de enige ook die rechtstreeks met de Maagd Maria sprak, overleed op 97-jarige leeftijd in 2005. Haar hele leven was ze trouw aan de boodschap die zij ontvangen had en moest daarvoor zware tegenkanting en diepe ontgoocheling doorstaan, niet in het minst van de zijde van de opeenvolgende pausen. Zij waren beïnvloed door de Vlaamse jezuïet Edward Dhanis, die alles wat ze zei systematisch in twijfel trok en haar ervan beschuldigde een fantaste te zijn…
Ooit verzuchtte zij: «Ik roep in de woestijn waar alleen God luistert.» Maar ook: «Om het Hart van mijn geliefde hemelse Moeder te troosten ben ik graag bereid om de bitterste kelk tot de laatste druppel leeg te drinken. Ik wil elke vorm van martelaarschap ondergaan om eerherstel te brengen aan het Onbevlekte Hart van Maria, mijn geliefde Moeder. Ik verlang ernaar om één na één alle doornen uit te trekken die dat Hart verwonden, maar ik heb begrepen dat deze doornen het symbool zijn van de talrijke zonden die men begaat tegen haar Zoon en die hun weerslag hebben op het hart van zijn Moeder. Want door die zonden gaan velen van haar andere kinderen voor eeuwig verloren.»
Hoe vreselijk is het dat een paus de rug keert naar wat er in dit korte aardse bestaan echt toe doet: de strijd van ieder van ons om niet de hel, maar de Hemel te verdienen en de onmisbare hulp die Onze-Lieve-Vrouw ons daartoe wil bieden. In plaats daarvan laat hij zich verblinden door het zo snel uitdovende “vuurwerk” van de Wereldjongerendagen…
En toch. Nu heeft Franciscus plots de «heldhaftige deugdzaamheid» van zuster Lucia erkend als eerste stap naar haar zaligverklaring (waarvoor een erkend wonder op haar voorspraak noodzakelijk is) en later wellicht naar haar verheffing tot de eer van de altaren, zoals in 2017 gebeurde met haar neef Francisco en haar nichtje Jacinta. Die beslissing van de paus snoert alle critici de mond. Als zuster Lucia een heilige is, dan betekent dit dat alles wat zij met betrekking tot de boodschap van Maria gezegd en geschreven heeft werkelijk waar is. Daarmee kan niemand nog om de waarachtigheid van die boodschap heen!
DE OMGEKEERDE WERELD
Ter voorbereiding van de Synode in oktober stelde het Vaticaan een Instrumentum laboris op, een werkinstrument dat geen twijfel toelaat over waar “men” naartoe wil: vooraan op de lijst van de genodigden die de Kerk met open armen moet ontvangen, staan «de hertrouwde gescheiden personen, zij die in polygame huwelijken leven en zij die deel uitmaken van de LGBTQ+».
Het steeds terugkerende gehamer op de hertrouwde gescheidenen en de homoseksuelen kennen we ondertussen, maar de vermelding van polygamie verrast wellicht. Zijn er in het Vaticaan achter de schermen sluwe Machiavelli’s actief? Willen zij een versoepeling van de regels rond veelwijverij als pasmunt gebruiken om de Afrikaanse bisschoppen, die overtuigde tegenstanders van de LGBT-propaganda zijn, een versoepeling van de regels rond homo’s te doen slikken?
Het Vaticaanse document bekritiseert de Kerk omdat al de vermelde groepen «zich niet aanvaard voelen door haar» en vraagt zich af: «Hoe kunnen wij ruimte scheppen waarin deze personen, die zich door de Kerk gekwetst voelen en slecht ontvangen door de geloofsgemeenschap, zich toch erkend kunnen voelen, welkom, niet geoordeeld en vrij om vragen te stellen?»
Een raak antwoord op deze vreemde gedachtenkronkels werd verwoord in Le Pèlerin van 7 augustus 2023: «De formulering [in Instrumentum laboris] laat verstaan dat het de Kerk is die verantwoordelijk is voor het feit dat deze mensen zich “gekwetst”, “slecht ontvangen” of “uitgesloten” voelen, omdat de Kerk stelt dat het huwelijk gesloten wordt tussen één man en één vrouw, dat de huwelijksband onverbreekbaar is en dat gepratikeerde homoseksualiteit een zonde is. Zo beweert men dat het de Kerk zou zijn die deze personen “kwetst”, “slecht ontvangt” of “uitsluit”. Maar de Kerk sluit helemaal niet uit. Haar doel is niet het “erkennen” van wat in tegenspraak is met haar dogma’s of zich ervan onthouden om er een “oordeel over uit te spreken”. Zij probeert diegenen die een “slecht leven” leiden tot inkeer te brengen. Daarom spreekt de Kerk over de geboden van God en de morele wet, de zonde, de kuisheid, de heiligheid. Het lijkt er op dat in de Kerk zoals men ze wil heropbouwen het niet meer de zondaar is die spijt moet betonen: het is de Kerk zelf die zich “synodaal” moet bekeren tot de “erkenning” van hen die blijkbaar vragen om ontslagen te worden van het opvolgen van haar onderricht. De Synode over de synodaliteit gelijkt op een proces van zelfvernietiging van de katholieke Kerk.»
EEN «OPEN» KERK, MAAR LEGE KERKGEBOUWEN
Sandro Magister merkt in een recent artikel op Diakonos.be (10 augustus 2023) op hoe alle hervormingspogingen van paus Franciscus niets kunnen veranderen aan de dramatische leegloop van de kerken in Italië, hét bastion van het katholicisme: Entrée libre mais églises vides. Rêves et réalité d’un pontificat à son crépuscule (Vrije toegang, maar lege kerken. Droom en realiteit van een pontificaat dat op zijn einde loopt). Wij citeren er volgende passages uit:
«Ondertussen lopen de kerken in Italië, waar Franciscus bisschop van Rome en primaat is, leeg. Een grondige enquête uitgevoerd door Euromedia Research voor het tijdschrift Il Timone bevestigt dat vandaag nog nauwelijks 58,4 % van de Italiaanse burgers ouder dan achttien zich identificeert als “katholiek”, tegenover niet minder dan 37 % “ongelovigen”. En zij die op zondag naar de Mis gaan, vormen amper 13,8 % van de bevolking, voor het grootste deel 45-plussers, met een nog lager percentage voor de gebieden die historisch gezien de citadel van de Italiaanse katholieke wereld vormden: Lombardije en Veneto.
«Daar houdt het niet mee op. Zelfs bij de “pratikerende” katholieken […] erkent nauwelijks één op drie in de Eucharistie nog “het waarachtige Lichaam van Christus”; de anderen hebben het over een vaag “symbool” of over een “herinnering aan het brood van het Laatste Avondmaal”. Amper één op drie [van de 13,8 % pratikerenden!] gaat nog minstens één keer per jaar te biechten, in de overtuiging dat het gaat om een sacrament voor “de vergeving van de zonden”. Het is dus niet verwonderlijk dat de benedictijnse theoloog Elmar Salmann in een interview met de Osservatore romano op 14 juni verklaarde dat hij meer nog dan door het aantal resterende gelovigen verontrust is door de neergang van de praktijk van de sacramenten, want die staat “op het punt ten onder te gaan”.»
Mooi resultaat van de systematische protestantisering van de Rooms-katholieke Kerk die met Vaticanum II in gang gezet werd!
«De neergang gaat gepaard met een zichtbare capitulatie tegenover “de tijdsgeest” op het vlak van doctrine en moraal. Niet minder dan 43 % van de pratikerende katholieken is van mening dat abortus een recht is; 41,6 % vindt dat een huwelijk tussen homoseksuelen toelaatbaar is; 61,8 % ontkent dat echtscheiding een zonde is; 71,6 % keurt contraceptie goed.»
De conclusie ligt voor de hand: het decennialange ondermijningswerk van modernisten en progressisten, die van hogerhand vrij spel kregen in de Kerk, heeft uiteindelijk zelfs de “brave” gelovigen zodanig gehersenspoeld dat de verdedigers van de rechtzinnige leer nog slechts een zeer kleine kudde vormen, pusillus grex. Deze kudde is te vergelijken met de anawîm, de kleine rest van “de armen van Jahweh” in het Oude Testament: die leefden vroom en godvruchtig te midden van de grote meerderheid van de Joden die er een holle en geseculariseerde religie op na hielden. Het rotsvaste geloof van de anawîm – waartoe ook de Maagd Maria behoorde! – in de nakende komst van de Verlosser moet voor ons, die leven in de eindtijd, een aansporing zijn om vol te houden.
«VEEL PROGRESSIEVER DAN DE PAUS»
In de kwestie van de homoseksuelen is de houding van Franciscus allesbehalve samenhangend. Onder kardinaal Luis Francisco Ladaria Ferrer verbood de dicasterie voor de Geloofsleer in klare termen de zegening van koppels van hetzelfde geslacht; ze deed dat met de uitdrukkelijke schriftelijke goedkeuring van de paus. Maar in de feiten nam de Opperherder afstand van het «responsum» van Ladaria Ferrer en liet hij zich verschillende keren positief uit over dergelijke zegeningen. Het begon al met zijn opmerkingen tijdens het Angelus op de zondag na de publicatie van het document, toen hij het «klerikale moralisme» betreurde en de «theoretische veroordelingen» waaraan gebaren van liefde ontbreken!
In het begin van deze zomer werd Ladaria Ferrer als prefect vervangen door Victor Manuel Fernández, die door Sandro Magister in het hierboven aangehaalde artikel beschreven wordt als een «controversiële Argentijnse theoloog die vroeger al de sympathie genoot van Jorge Mario Bergoglio».
Fernández werd in 2009 door kardinaal Bergoglio benoemd tot rector van de Pauselijke katholieke universiteit van Argentinië. Dat verliep niet vlekkeloos, want het toenmalige hoofd van de congregatie voor de Geloofsleer, kardinaal Levada, had serieuze bezwaren tegen de aanstelling op basis van een dossier over de onorthodoxe theologische standpunten van Fernández. De tegenstand van Rome – dat uiteindelijk de benoeming wel goedkeurde – dreef beide Argentijnse geestelijken dichter bij elkaar, zo dicht zelfs dat Fernández algemeen beschouwd wordt als de belangrijkste privé-theoloog en ghost-writer van de huidige paus (cf. Robert Mickens in National Catholic Reporter van 6 juni 2016). Hij zou de encycliek Laudato Si’ geheel of gedeeltelijk geschreven hebben.
Tegelijkertijd met de aankondiging van de benoeming publiceerde het Vaticaan een hoogst ongewone begeleidende brief van de paus. Daarin werd de opdracht van de nieuwe prefect omschreven: «De dicasterie waarvan u het voorzitterschap ontvangt, maakte in vroegere tijden gebruik van immorele methodes [!]. Dat waren tijden waarin, eerder dan theologische kennis te bevorderen, mogelijke leerstellige dwalingen werden vervolgd. Wat ik van u verwacht, is zeker iets heel anders…»
Dat aan het gelovige volk de onvervalste leer van Jezus Christus wordt verkondigd, is blijkbaar passé. Sterker nog, het bewaren en bewaken van de geloofsschat tegen valse “leraars” en het vervolgen van hun dwalingen gebeurde vroeger volgens Franciscus op een «immorele» manier. Sandro Magister becommentarieert: «Het lijdt niet de minste twijfel dat de tijd van de bewakers van de leer, “die met de vinger wijzen en veroordelen”, voorgoed voorbij is. In de plaats komt een optimistisch programma van “harmonieuze groei” tussen “de verschillende stromingen van het filosofische, theologische en pastorale denken”, dat “de katholieke leer efficiënter zal bewaren dan gelijk welk controlemechanisme”, zoals men kan lezen in de begeleidende brief van de paus.» Wat een hersenschim!
De vaticanist Magister heeft overschot van gelijk, maar hij moet het niet voorstellen alsof alles pas met de huidige Opperherder fout aan het lopen is. Het Heilig Officie, de waakhond van de kudde van katholieke gelovigen, werd al opgedoekt op 7 december 1967, de voorlaatste dag van het Tweede Vaticaans Concilie, door Paulus VI. En ook toen luidde de motivering van de paus dat «geloofsverdediging in deze tijd het best gediend wordt met het bevorderen van goede theologie». Het was alsof men de politieagenten zou opdragen om voortaan geen bandieten meer te arresteren, maar al hun tijd te steken in het sturen van bloemetjes naar alle burgers van goede wil.
De denkwijze van Franciscus leidt regelrecht naar wat Mgr. Piero Coda, secretaris-generaal van de Internationale theologische commissie en lid van de Theologische commissie van de Synode, stelde in een interview verschenen in de Osservatore romano op 27 juli ll.: «Er is geen hervorming in de Kerk mogelijk zonder hervorming van haar theologie.» De theologie die vandaag onderwezen wordt, is volgens Mgr. Coda «ouderwets», want «de mens verandert», ook «in de relaties tussen de geslachten». Een vernieuwing van de theologie «zou moeten beginnen met het herdenken van de antropologie»…
Wat moeten wij als trouwe gelovigen doen in de dramatische situatie waarin de Kerk verkeert? Haar vol afkeer de rug toekeren en ons terugtrekken in een of andere traditionalistisch kapelletje? Dat is de grote verleiding waaraan wij niet mogen toegeven! Het zijn niet wij die de Kerk moeten verlaten, maar de dwaalleraren die zich van de macht hebben meester gemaakt en die ooit op canonieke wijze veroordeeld zullen worden.
Ooit? Ja, op het uur dat God in zijn almachtige wijsheid bepaalt. Ondertussen vraagt Hij alleen van ons dat wij trouw blijven en onze plicht doen. De H. Maagd Maria, aan wie wij ons moeten toevertrouwen en wijden, zal de eindoverwinning behalen: «Op het einde zal mijn Onbevlekte Hart triomferen»! Die zekerheid geeft ons de kracht om vol te houden en alles op bovennatuurlijke wijze te beschouwen.
We eindigen graag met een parafrase van het Weesgegroet die broeder Bruno bad op het einde van een recente voordracht en die de boodschap van Fatima op een mooie en doorleefde manier tot uitdrukking brengt:
Ik hou van u, Maria,
vol van genade.
De Heer is met u.
Gezegend zijt gij boven alle vrouwen
en gezegend is de vrucht van uw lichaam, Jezus,
die in de wereld de devotie tot uw Onbevlekte Hart wil instellen.
Heilige Maria, Moeder Gods,
bid voor ons, arme zondaars,
nu en in het uur van onze dood.
Amen.
broeder Bruno van Jezus-Maria
& redactie KCR