24 MEI 2015

De stap achteruit van de
« charismatische vernieuwing
 »

WE vieren vandaag Pinksteren, de uitstorting van de H. Geest over de apostelen en de eerste leerlingen. Als we op onze beurt willen vervuld worden van de H. Geest, dan willen we ook de talrijke vervalsingen ervan met afschuw ontvluchten. Is de charismatische vernieuwing zo’n vervalsing? Ik ken mensen van wie de broers of zussen tot deze beweging behoren. Het zou kunnen dat de charismatische vernieuwing zich morgen aan jou aanbiedt. Zal je ja of neen antwoorden? Zal je deze oproep van de H. Geest weigeren of aanvaarden?

Ik denk dat er een zekere verleiding, een aantrekkingskracht van uitgaat. Komt die verleiding van God of niet? Is deze aantrekkingskracht gericht op de hemel of is het een bekoring?

Onze weigering steunt op talrijke redenen, maar de belangrijkste is dat de Kerk onze Moeder is. We kunnen ons niet indenken dat de Kerk gedurende tweeduizend jaar de Geest verloren heeft, letterlijk en figuurlijk, in die mate dat ze die nu moet terugvinden bij de protestantse sekten. Want het is wel degelijk in de schoot van die sekten dat de charismatische leiders de Geest ontvangen hebben. Protestantse dominees hebben hen de handen opgelegd en de H. Geest is over hen gekomen en heeft hen van top tot teen vernieuwd. Hun getuigenissen zijn talrijk, we verwerpen ze niet. Maar over welke Geest gaat het?

Wij, arme zielen, willen de H. Geest zoeken en vinden bij onze Moeder, de katholieke Kerk. Gedurende deze driedaagse retraite zullen wij ons oor te luisteren leggen bij de Kerk, juist om de H. Geest terug te vinden in haar Traditie, in het onderricht van de heiligen, in de sacramenten, in haar dagelijks en eeuwenoud leven.

Maar omdat het de ochtend van Pinksteren is, willen we ons herinneren dat de Kerk de H. Geest heeft ontvangen. Er heeft zich in de geschiedenis van de wereld een wereldschokkende gebeurtenis voorgedaan. Dat was niet het geval in 1967 met de stichting van de katholieke charismatische vernieuwing, noch in 1900 met de stichting van de protestantse pinksterbeweging, neen! Die gebeurtenis deed zich voor in het jaar 30, toen Jezus, gestorven en verrezen, ten Hemel gevaren is en zijn H. Geest gezonden heeft naar zijn Kerk om het aanschijn van de aarde te veranderen. Het is de waarheid, want Hij heeft de komst van de H. Geest aangekondigd en Hij is gekomen.

Niet alleen was deze vernieuwing, deze revival (om het woord van de charismatici te gebruiken), sensationeel, maar het was ook een eenmalige gebeurtenis die is blijven duren. De Kerk is eruit ontstaan en de Kerk blijft ervan leven. Ze biedt nog steeds het hoofd aan alle stormen binnen en buiten haar met de kracht van deze Geest. We hebben geen nood aan het spreken in talen, we hebben er geen nood aan dat vanochtend midden onder jullie plots iemand opstaat en vreemde talen begint te spreken, iemand die daartoe speciaal begiftigd is! Terwijl een andere begint te profeteren om ons de toekomst aan te kondigen! We hebben dat alles niet nodig, we blijven kalm, omdat de sensationele en miraculeuze gebeurtenissen zich voorgedaan hebben bij het ontstaan van de Kerk. Er zijn er genoeg geweest om ons te bewijzen dat het de H. Geest was die daar aanwezig was. Daarna is dat alles tot rust gekomen.

Als ik een vergelijking zou durven maken, zou ik tot hen die er ervaring mee hebben zeggen dat bij het begin van een grote liefde er een ontstuimigheid is in plezier en vreugde, een uitgesproken verliefd gedrag. Dat is goed, dat is normaal. Een beetje agitatie in de uitdrukking van hartstochten is nodig om een grote liefde te grondvesten die een gans leven moet doorstaan, in goede en slechte tijden. Maar uiteindelijk komt dit tot bedaren! Het is in elk geval niet het belangrijkste. Een van de dwalingen van onze tijd is juist het genot als het belangrijkste te beschouwen, ten nadele van de fundamentele waarden van het gezin: de belangeloze liefde en de verwekking en opvoeding van kinderen.

In de band van God met zijn volk, zijn schepsel, dat wil zeggen in de intieme band van de H. Geest met de Kerk, is er in het begin een opflakkering van passies geweest. Ze waren als dronken op de morgen van Pinksteren, ze waren echt dronken van de liefde van God! Ze spraken vreemde talen, maar iedereen begreep hen, over welke taal het ook ging! Ze genazen zieken en blinden zagen. Jezus had gezegd dat ze grotere mirakels zouden doen dan Hij en ze hebben dit gedaan! Dat bewees dat het Verbond tussen God en zijn volk opnieuw voor eeuwig hersteld was.

Vervolgens is men tot rust gekomen. Nu zijn de Kerk en de H. Geest als oude echtgenoten. Ze hebben miljoenen en miljoenen wezens tot eeuwig leven voortgebracht, ze weten wat het is. Wat nu overheerst zijn de wijsheid, de deugden, de trouw aan een leer en een liturgie die Christus ons gegeven heeft, voor ons bewaard heeft. De vreugde heeft een andere dimensie gekregen, ze heeft zich gezuiverd. Misschien zal iemand me zeggen dat er deze avond in de buurt een charismatische bijeenkomst is waar men kan zien hoe de mensen dansen, in vreemde talen spreken en profeteren. Ik verzeker jullie dat zelfs al moest ik er slechts vijftig meter voor afleggen, ik het nog niet zou doen, omdat ik er geen nood aan heb! Herinner jullie de H. Lodewijk: hij bevond zich naast de Sainte Chapelle in Parijs toen men hem kwam melden: « Sire, er gebeurt een mirakel, de hostie verschijnt in de gedaante van het Kind Jezus! » Alle hovelingen stormden erop af, maar de H. Lodewijk zei: « Ik heb er geen nood aan te gaan zien om te geloven in de tegenwoordigheid van Christus. » Hij is niet gaan zien naar het mirakel.

Maar ook wij zijn vreugdevol. We mogen niet laten zeggen dat men lid van de charismatische vernieuwing moet zijn om vervuld te zijn met geestelijke vreugde, met naastenliefde, met het verlangen om zijn broeders te bekeren. We hebben ze, deze vreugde, maar ze is gevestigd op reële dingen en niet op schijn. De schijn gaat voorbij, de diepe werkelijkheid blijft. De Kerk heeft de H. Geest, we hebben Hem ontvangen door het Vormsel. Elkeen van ons heeft Hem, we zijn wel degelijk bezitters van de H. Geest zonder dat iemand anders dan de bisschop van ons Vormsel ons de handen opgelegd heeft. We bezitten deze H. Geest, we moeten Hem slechts in onszelf ontdekken, volgens de wetten en raadgevingen van de Kerk.

Als iemand onder jullie mij zegt: « Ik voel Hem niet! », dan antwoord ik: het is niet nodig Hem te voelen, zie aan je werken of je Hem de vrije loop geeft. « Maar ik bezit de kracht niet voor de deugd! Ik heb niet de moed in mijn geloof! » Sint-Paulus zegt: « Wek in u de H. Geest op! Wat ontbreekt is uw strijd. Ga niet op zoek naar kunstmatige paradijzen, maar weet dat gij uw schat in u draagt: ge moet hem slechts vrucht doen dragen. » Het is waar dat we God in ons hebben. Als dat niet zo is, moeten we te biechten gaan en dan zullen we Hem terugvinden. En nu we God in ons hebben, is het ons mogelijk niet van te profeteren, niet van mirakels te doen, maar van volmaakte christenen te zijn. En zo zijn we bij machte onszelf naar het Eeuwig Leven te voeren, samen met hen die ons zijn toevertrouwd.

Ziedaar het voornaamste, ziedaar de kwaliteit van de vreugde van Pinksteren. We hebben aan niets anders nood.

abbé Georges de Nantes
uittreksel uit het sermoen van zondag 18 mei 1975