25 MAART 2016
Hoe blijven we trouw aan
onze Goddelijke Meester in zijn lijden ?
DOOR de voorspellingen van Fatima weten we heel goed dat we ons aan het einde der tijden bevinden ; we weten dat we moeten herbeleven wat in het Oude Testament is aangekondigd. We moeten dezelfde stuiptrekkingen doormaken, maar het zijn de laatste : nadat ze Jeruzalem ten deel gevallen zijn door toedoen van de kruisiging van Jezus, vinden we ze terug van generatie tot generatie, en nu op hun hoogtepunt op het moment van de grote geloofsafval tijdens het laatste gevecht. Er is iets dramatisch in de viering van vandaag. In een tijd als de onze zou dit overdonderend kunnen zijn.
Om die reden worden we gedurende het paastriduüm opgeslorpt door de overweging van het Evangelie van Sint-Jan. De andere evangelisten beschrijven de Passie van Christus om de vernedering van de Dienaar van Jahweh te benadrukken, het lijden van Jezus en Maria, heel de verpletterende pijn die de apostelen ervoeren, de ontmoediging van zijn volgelingen, de strijd waarbij Hij werkelijk door al zijn vijanden wordt overwonnen in afwachting van zijn verrijzenis, van het feit dat Hij de Overwinnaar zal zijn die vertrekt om de vijand te verslaan en aan het einde der tijden zal gekroond worden. Dat perspectief van de synoptici doet enigszins wanhopen.
Sint-Jan van zijn kant heeft, bij het verhalen van de Passie van Christus, geheel andere bedoelingen. Hij wordt door een dusdanig enthousiasme gegrepen, een dergelijke verering voor Jezus, een dergelijke bewondering voor zijn macht en majesteit, dat hij, de ooggetuige, alle hindernissen zal doorbreken en vol bewondering zal blijven. Hij volgt werkelijk van heel dichtbij het Lijden van Christus tot op het Kruis, tot aan het graf waar hij zich ook zal bevinden en de eerste zal zijn om er op paasmorgen terug te keren.
In datgene wat de vijanden van Jezus beschouwden als een vernedering, een overwinning voor hen, een vervloeking voor Christus, daarin heeft Johannes net andersom een voortdurende triomf gezien, een voortgang van het rijk van Jezus op het moment zelf waarop Hij ter dood veroordeeld, bespot, gefolterd, gekruisigd werd.
Wat leert Jezus ons ? Een volkomen vertrouwen in Hem. Wat moet men leren uit het verhaal van de Passie volgens Sint-Jan ? Iets anders dan enkel een verscheurd hart te hebben door het lijden van Christus, door het lijden en de oorzaken van wanhoop van onze moderne wereld ; we worden als het ware onafgebroken terneergeslagen door slecht nieuws, door de achteruitgang van de Kerk, het bederf van de wereld, de revoluties, de oorlogen, de hongersnoden, de aardbevingen zonder einde...
Vandaag zullen we deze gebeurtenissen opnieuw beleven vanuit de vreugde te zien hoe Jezus zijn tegenstanders overheerste ; hoe Jezus hen dusdanig antwoordde dat zijn antwoorden zijn vijanden zo in verwarring brachten dar er hen nog één ding te doen stond : Hem brutaliseren om op Hem de bovenhand te halen. Het is niet op die manier dat rechters handelen als ze rechtschapen en integer zijn. Maar ook zullen we onthouden dat Jezus ons niet nodig heeft, dat is de boodschap die ik jullie op het hart zou willen drukken.
Jezus heeft ons niet nodig en op het ergste ogenblik zal Hij ons onder de schaduw van zijn vleugels nemen. Hij alleen is overwinnaar, Hij alleen is vertrokken om te overwinnen. We hebben maar te profiteren van de verdienste van zijn Lijden, en nog meer van het licht van zijn onderricht. We moeten Hem slechts bewonderen, Hem volgen vol verering, al zijn glorievolle daden optekenen, al zijn antwoorden vol licht en kracht, elke beweging die Hij maakt, alle houdingen die Hij gaat aannemen om ons in Hem de Zoon van God te tonen, mens geworden voor ons heil. En we moeten slechts dat heil ten bate nemen en achter Hem lopen als zijn leerlingen om gered te worden. Geen hoogmoed, geen gewichtigdoenerij door het zwaard te nemen om Jezus te verdedigen op het moment dat Hij zijn Lijden zal ondergaan. Laten we niet vooroplopen om te proberen voor Hem een weg te openen : Hij alleen is onze Redder. Petrus wilde Christus redden en heeft Hem verloochend. Hij was beter nederig geweest, zoals hij het zal zijn na de verloochening, wanneer hij zich terugtrekt om bitter te wenen.
Er staat ons dus slechts één ding te doen : leerlingen van Jezus zijn, van Hem houden, Hem bewonderen, Hem aanbidden, Hem volgen, Hem nooit voorbijsteken, Hem nooit tegenspreken. Op die manier denk ik dat we, ondanks onze zwakke krachten, Hem niet zullen verraden, maar dat we trouw zullen blijven aan Jezus tot aan onze dood om deelachtig te worden aan zijn Verrijzenis.
Dat betekent dat onze trouw slechts kan blijven duren als hij gebouwd is op een echt, diep geestelijk leven, gevoed door de bronnen van de genade. Laat ons voor elkaar bidden. Laat ons leren om de strijd achter ons te laten en terug te keren tot gebed, meditatie, liefde voor God, voor Maria en de heiligen. Zonder dat zou onze strijd zijn betekenis, zijn kracht, zijn goddelijke sereniteit verliezen. Hoe tragischer de tijden zijn, des te meer moet men van hart tot Hart leven met God de Vader, die de Meester is van alles, met Jezus, onze minzame Verlosser, met Maria, onze universele Middelares, met de heiligen, onze hemelse beschermers.
abbé Georges de Nantes
homilie van 16 april 1992 en « Lettre à nos amis » van 13 april 1975