8 DECEMBER 2019
Verrukkelijke orthodromie
van de Onbevlekte Maagd Maria
VAN de Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maria altijd Maagd naar de Menswording van het Woord, Zoon van God, de Verlosser en eeuwige Koning: wat een verrukkelijke orthodromie!
De geïnspireerde schrijvers, auteurs van de Wijsheidsboeken van het Oude Testament, hebben die vrouwelijke aanwezigheid bij God aangevoeld: zij bereidde de komst van de Zoon van God en van de H. Geest op aarde voor als een mysterieuze pre-existentie bij God de Schepper en als prinses van Juda vanaf het begin:
«Er waren nog geen afgronden en ik was al geconcipieerd» (Spreuken 8, 24).
«Uit de mond van de Allerhoogste ben ik voortgekomen... De Schepper van alle dingen gaf zijn bevelen. Hij die mij geschapen heeft, heeft mij mijn tent doen opslaan. Hij heeft me gezegd: "Sla uw tent op in Jakob en vind in Israël uw erfdeel"« (Si 24, 8).
«Ik ben de Moeder van de zuivere Liefde... Komt tot mij, gij allen die naar mij verlangt!» (Si 24, 18-19).
«Het is een Vrouw», geconcipieerd (uitgedacht) vóór al het geschapene, in de oorspronkelijke zuiverheid van haar natuur en geslacht, «vol van genade» (Lc 1, 28). Zij lokt bij de H. Jozef, haar echtgenoot, de kreet van bewondering uit die Adam slaakte toen hij de ogen richtte op de gezellin die God hem gegeven had. In haar Onbevlekte Ontvangenis is zij bewonderenswaardig, beminnelijk voor zowel de mens als voor God. Ons hart is gemaakt om haar lief te hebben. Zij is volmaakt, goddelijk mooi.
Haar verschijning in onze tijd die de eindtijd is, geneest de mens van al zijn lelijke vlekken, van elke genotzucht, van elke hoogmoed. Zij is de vlekkeloze Duif, onschuldig, trouw en onbevreesd, ongenaakbaar voor de Verleider. Tussen haar en de zonde is er een afgrond. Ze komt van bij God om eerherstel te brengen voor de erfzonde. Niet dat zijzelf de Verlosser is, maar zij is de Moeder van de Verlosser, uitgedacht vóór alle tijden om Hem vlees te laten worden als het uur gekomen zou zijn.
Zij is de "Vrouw" van de Apocalyps die zegeviert over de duivel, die bekleed is met de majesteit van de zon, wat de glorie van God zelf aanduidt want zij is zijn Concept, het werk dat de zuivere uitstraling is van zijn Glorie: hemelse conceptie vóór haar aardse conceptie in de schoot van de H. Anna, haar moeder. Maria is dochter van de Allerhoogste. Zelfs tegenover haar ouders is zij middelares. Zij heeft altijd al bestaan in de schoot van God en zie nu hoe zij door Anna en Joachim aan de mensen gegeven wordt. Bij haar geboorte zag men «een groot licht opgaan over de bewoners van het sombere land» (Jes 9, 1).
Op de dag van de Aankondiging wordt de Nieuwe Eva "bekoord" door God bij het horen van de stem van de Engel die zegt: «Verheug u, gij die vol van genade zijt! De Heer is met u! Zie, gij zult zwanger worden en een Zoon ter wereld brengen en gij zult Hem Jezus noemen.»
Jezus, de nieuwe Adam, redt de mensheid door de genade die uitgaat van het Onbevlekt Hart van Maria wanneer zij zegt: «Mij geschiede naar uw woord.» Deze instemming opent in Maria de schoot van de mensheid: Jezus is ontvangen, het Woord van God dat de wereld geschapen heeft, zal de wereld redden door bemiddeling van Maria. Het "ja" van Maria «staat de verlossende daad van Jezus toe in zijn menswording».
We schieten tekort als we zeggen dat zij verbonden is met het heilig werk van onze Verlossing... Niet alleen geeft zij van haar lichaam en haar bloed, maar haar ziel van Bruid trilt bij de vereniging met die goddelijke Bruidegom die vlees geworden is in haar schoot en die in de ogen van de mensen, en van God zelf, haar kind zal zijn. Alvorens Hij kan spreken en de verlossing van het mensenras kan bewerken, bezingt zij dit goddelijk werk jubelend in haar Magnificat bij de Visitatie.
In Nazareth verloopt de Aankondiging in het geheim. Bij het bezoek aan haar nicht Elisabeth onthult Maria haar geheim aan «alle generaties» door het zingen van haar Magnificat. In Bethlehem is het de Epifanie, de openbaring van haar geheim, eerst aan de herders, dan aan de Wijzen: aan allen, aan armen zowel als rijken, aan Joden en heidenen.
Hoe zal dit geschieden?
Het antwoord zal ons geopenbaard worden op de dag van Kerstmis, in de kribbe van de Verlosser, goddelijk Kind geboren uit de maagdelijke schoot van Maria, Woord van God dat door Haar, in Haar, met Haar en voor Haar een menselijk bestaan begonnen is, om voor ons een broeder, een reisgezel, een Meester en, op het einde, een Verlosser te zijn... maar alleen als we Hem ontvangen van Onze-Lieve-Vrouw, die ons vanuit haar schoot haar Zoon te beminnen geeft. We zullen ons dan aansluiten bij de herders, vervuld van bewondering voor de onbeschrijfelijke schoonheid van de Onbevlekte Maagd Maria en we zullen op haar uitnodiging het Kind aanbidden...
broeder Bruno van Jezus-Maria
uittreksels uit de homilie van 24 december 2009