98. Het herstel van een nationale geest en de cultuurpolitiek

1. De Kerk, de burgerlijke overheden, de magistratuur, het onderwijzend corps, het leger en de ondernemers zullen de voornaamste bewerkers van het nationaal herstel zijn, maar ze staan niet alleen.

De zgn. vrije beroepen (geneesheren, apothekers, architecten, advocaten, notarissen enz.) oefenen een grote invloed uit op de morele en fysieke gezondheid van de natie, haar geest en opvoeding, haar traditionele waarden en instellingen. Daarom zal het een goede zaak zijn ze te groeperen in orden, waarin hun reglementen en de voorwaarden voor de uitoefening van het beroep zullen vastgelegd worden. Daartoe zullen ze beschikken over het nodige gezag, organisatiemogelijkheden en inkomsten, onder de noodzakelijke controle en arbitrage door de soevereine autoriteit.

2. Om de nationale geest te herstellen zal het soeverein gezag ook een cultuurpolitiek moeten ontwikkelen, met een dubbel doel: niet alleen om het patrimonium te beschermen, maar ook om het te doen liefhebben opdat men profijt zou halen uit wat het leert aan onze huidige tijd. De huidige politiek zal voortgezet worden, minus het laïciserend karakter ervan. Ook op dit domein zullen we de volledige waarheid over onze geschiedenis in ere moeten herstellen, zonder zoals nu de rol van de Kerk te verdonkeremanen. Religieuze monumenten zullen in de mate van het mogelijke hun cultusfunctie terugkrijgen.

De openbare en private, nationale en lokale academies evenals de literaire, wetenschappelijke en artistieke verenigingen zullen opnieuw bloeien door angstvallig te waken over hun onafhankelijkheid en hun organen van vertegenwoordiging, beleid en verweer. Want ook op dit gebied moeten talent en eerlijkheid beschermd en bevorderd worden, in tegenstelling tot de zeden van een bepaald wereldje van kunst en letteren dat onder de duim van het geld of van de socialistische staat zit.

De aanmoediging van de kunsten zal niet alleen een opdracht van de staat zijn. De natuurlijke aristocratieën, oude en nieuwe, zullen hun prestigieuze mecenaatsrol terug opnemen die van Frankrijk de « moeder van de kunsten », van smaak en elegantie maakte. En net zoals vroeger zal de katholieke Kerk hierin een vooraanstaande rol spelen.