95. De internationale betrekkingen

Tegelijkertijd met de grote hervormingen op nationaal vlak zal het toekomstige staatshoofd ook de erg moeilijke herovering van de soevereiniteit op internationaal vlak moeten aanvatten.

Moeilijk, omdat het internationaal kapitalisme sedert vele decennia een tegengestelde beweging in gang heeft gezet, als even zovele stappen naar het mondialisme. De internationale instellingen zoals de VN, de NAVO of de Wereldhandelsorganisatie enerzijds en de Europese instanties anderzijds bemoeien zich met alle domeinen van de betrekkingen tussen de naties, de handelspolitiek en de defensiepolitiek. Er is een zodanig web geweven dat het voortaan onmogelijk is de draden ervan zomaar te verbreken zonder het land in het avontuur te storten, waarbij zijn economie, zijn belangen en zijn burgers in het buitenland ernstig bedreigd zouden worden.

In functie van de toestand van de internationale relaties en van de Europese en de wereldeconomie op het moment waarop we opnieuw een soeverein en wettig gezag hebben, moet het staatshoofd bijgevolg met voorzichtigheid manoeuvreren: hij moet zijn soevereiniteit bevestigen en dus de verdragen opzeggen die hem binden aan bepaalde internationale organisaties; tegelijkertijd moet hij die verdragen onmiddellijk vervangen door bilaterale overeenkomsten die het status quo met de partnerlanden kunnen vrijwaren, als er tenminste geen gevaar is voor de nationale belangen.

Het zijn vooral de banden met de Europese Unie en met de Wereldhandelsorganisatie die het meest dwingend zijn en de grootste schade berokkenen aan de soevereiniteit en de nationale heropstanding. Onze aanwezigheid in de schoot van de VN en vooral van de Veiligheidsraad zou men nog kunnen opvatten als een deelname aan diplomatieke ontmoetingen en daarom behouden.

Maar boven de financiële participatie aan internationale hulpfondsen ten bate van vluchtelingen, slachtoffers van hongersnood, alfabetisering, verdediging van het werelderfgoed enz. moet de voorkeur uitgaan naar rechtstreekse hulp aan welbepaalde landen waarvan wij ons het lot willen aantrekken. Eerder dan een beperkte deelname aan wereldwijde organismen te steunen zal het staatshoofd inzetten op vriendschapsbanden met bepaalde naties en hun leiders. Hij zal erover waken voor zijn land een invloedzone te scheppen bij minder begunstigde landen, die zijn hulp zullen inroepen om eindelijk in vrede te kunnen leven en beschermd tegen de multinationals. In deze buitenlandse politiek op lange termijn zal hij zich laten leiden door de historische banden, de katholieke godsdienst en de gemeenschappelijke economische belangen, maar ook door de verdediging en de promotie van de nationale prioriteiten.

De wijsheid en de gematigdheid van de soeverein zullen verbazing wekken en zijn uitstraling verzekeren, na decennia van chaotische diplomatieke activiteiten in naam van de Rechten van de mens en de democratie. Die activiteiten hebben enkel geleid tot de opgang van de islam en van China, tot de verdwijning van de eeuwenoude principes van het internationaal recht en daardoor tot een toestand van anarchie waarvan alleen de geldmachten met hun moordende belangen geprofiteerd hebben.