96. De hulpmiddelen voor een nationale buitenlandse politiek
Er is geen buitenlandse politiek die naam waardig zonder de militaire middelen om die te ondersteunen en onze belangen te verdedigen.
Het staatshoofd zal bijgevolg het opperbevel uitoefenen over de landmacht, de zeemacht en de luchtmacht. De militaire functie is zijn voornaamste functie omdat de veiligheid, de onafhankelijkheid, de macht en de vrede van het koninkrijk de vrijheid van alle vrijheden betekenen, de voorwaarden voor het voortbestaan van de natie en al wat zij inhoudt aan individuele en collectieve, materiële en geestelijke goederen.
1. Oorlog is de natuurlijke toestand van alle volkeren. Als koude oorlog wordt hij gevoerd in de duistere wereld van de spionage, in de economische concurrentie, in de uitbreiding van de invloedssferen. Als werkelijke oorlog moet hij lang van tevoren worden voorbereid, plotseling worden ingezet, krachtig en heldhaftig worden gevoerd. En men moet de kunst verstaan om hem op voordelige wijze te beëindigen door wijze en vaak moeizaam verwezenlijkte verdragen; lukt dat niet, dan moet de schade tot het uiterste worden beperkt. Het gaat hier om een soevereine kunst die in alle omstandigheden ook zo moet worden beoefend.
Alleen een soeverein, onafhankelijk en wettig staatshoofd kan besluiten tot een noodzakelijke militaire inspanning en er zijn volk doen mee instemmen, met het oog op het gemeenschappelijk welzijn in de toekomst. Want een oorlogscampagne stelt vaak zeer zware offers tegenover de onmiddellijke individuele belangen, de enige die van tel zijn in een democratie en door haar dan ook gevleid worden. Een democratisch leger is een contradictie in de termen.
2. Niemand anders dan een soeverein kan met lof spreken over roem, soldateneer, heldendom, verlangen naar de overwinning… en toch door een voorzichtig politiek beleid ervoor zorgen dat men de weldaad van de vrede blijft begrijpen evenals de plicht om zoveel mogelijk levens en goed te sparen.
3. Het staatshoofd waardeert zijn leger. Hij is er de onbetwiste leider van en staat dicht bij zijn soldaten. Hij maakt het leger roemvol door het in te zetten voor gerechtvaardigde ondernemingen die goed zijn voor het eigen land of voor de landen die wij willen helpen. In de strijdmacht erkent de natie haar historische grootsheid. Als hoofd van zowel het burgerlijk als het militair bestuur brengt de soeverein leger en natie met elkaar in overeenstemming.
Zo zal ons leger bevrijd worden van de onterende voogdij, de schandelijke verdenkingen en de vernederingen die het worden opgelegd door de democratische machten. Die houden het onder de duim, ver van de politiek en buiten het diepere leven van het volk uit schrik voor een staatsgreep – een bevrijdende staatsgreep! De soeverein daarentegen moet niet vrezen voor de strijdkrachten. Integendeel, hij maakt van het leger in vredes- en oorlogstijd de eerste garant van de eer, de tradities en de grote plannen van de natie. Maar hij durft van datzelfde leger ook een voorbeeldige houding eisen, die de hele natie helpt om de betekenis van haar bijzondere roeping, haar deugden en haar grootsheid opnieuw te ontdekken.
4. De strijdmacht is de laatste toevlucht van het staatshoofd tegen de agressie van het buitenland en tegen de binnenlandse ondermijning die door de vijand betaald en bewapend wordt. Het leger is zijn schild, het is hem trouw omdat het weet dat hij zelf trouw is aan de natie.