94. De economische politiek
De organisatie van het economisch leven van de natie door de regering zal een belangrijk deel van haar politiek uitmaken. Zij heeft tot taak de economische ontwikkeling van het land te ondersteunen en in goede banen te leiden, met het oog op het verzekeren van de welvaart.
Eerst en vooral moet zij opnieuw de soevereiniteit over de munt verkrijgen en de schepping ervan controleren. Zij zal waken over alle financiële activiteiten, met inbegrip van het bankverkeer, die een weerslag hebben op het volume en de waarde van de munt, om zo de stabiliteit van de koers te garanderen en om het ordentelijk en eerlijk verloop van alle transacties te verzekeren. De regering zal de wisselkoersen superviseren en de munt verdedigen tegen speculatie, tegen binnen- en buitenlandse bankmanoeuvres en ook tegen gevaarlijke verkwisting door de staat zelf, door een strenge begrotings- en financiële discipline op te leggen.
Voor de controle op de rekeningen van de staat en de natie heeft het staatshoofd een Rekenkamer ter beschikking. Deze aloude koninklijke jurisdictie zal op efficiënte wijze en zonder door de politiek ingegeven halfslachtigheid plichtsverzuim en geldverspilling vervolgen, in het bijzonder waar het gaat om dienaren van de staat: corruptie van hun kant zal een streng bestraft misdrijf zijn.
Zoals we zullen zien in de punten over de ecologie moet de staat een doorslaggevende rol spelen in het beheer van het grondgebied. De natuurlijke bronnen mogen niet vrij ter beschikking van particuliere belangen gelaten worden. Ook de energiepolitiek is een aangelegenheid van de staat, want het belang ervan is aanleiding tot felle concurrentie tussen landen onderling en veronderstelt dat het staatsgezag via diplomatieke of zelfs militaire weg kan ingrijpen.
De staat kan ook het initiatief nemen tot economische ontwikkelingsstrategieën of ze faciliteren, in samenwerking met de ondernemers van het land. Hij kan instrumenten aangaande marktstudies tot hun beschikking stellen, de export helpen en een aangepaste fiscale politiek voeren. Bijzonder op dat domein zal het optreden van het staatshoofd het privé-initiatief aanvullen. De soeverein zal tot die initiatieven aansporen en ze aanmoedigen; eventueel zal hij hen voorbeelden tonen door zijn steun aan ondernemingen in nieuwe sectoren.
In het derde deel van onze 150 punten zullen we aankaarten dat de staat vaak moet tussenbeide komen, onder meer in de associatieve organen. Dat zal altijd gebeuren met de bedoeling de vrijheden van ondernemingen en verenigingen te ondersteunen en aan te moedigen, om zo de welvaart van het land te waarborgen of te verdedigen. Hierin moeten ook begrepen worden de betrekkingen met de ontwikkelingslanden.
Het zal bijgevolg gaan om een realistische politiek op lange termijn, bevrijd van electorale dwang, zonder nutteloze bureaucratie en vooral volledig aangepast aan de reële noden van het land, aangezien de provinciegouverneurs een belangrijke macht in handen zullen krijgen.