97. De hervorming van de media

In de 19de eeuw hadden alle wijze geesten in het spoor van paus Gregorius XVI begrepen dat de vrijheid van pers een oneindige dwaasheid was. Toelaten dat de waarheid en de dwaling zich met hetzelfde recht verspreiden komt er op neer dat men de leugen promoot. Na twee waanzinnige eeuwen is het niet meer nodig te bewijzen hoezeer de tegenstanders van de vrije pers gelijk hebben.  

Daags na de veroordeling van het sociaal recht op godsdienstvrijheid door een toekomstig Concilie van de restauratie, zal het soevereine staatshoofd ervoor zorgen dat de media en de moderne communicatiemiddelen niet langer zomaar leugens kunnen verspreiden en propaganda maken voor de dwaling.

Omdat de wet op het recht van antwoord tekortschiet, zal een algemeen wettelijk kader de aan pers en media gelinkte beroepen en het gebruik van al die technische middelen organiseren. Er moet ook een controleorgaan komen dat over efficiënte en snel toepasbare middelen beschikt. Het gaat er niet om censuur in te stellen, wel om erover te waken dat die beroepen enkel openstaan voor integere personen die het belang van hun functie begrijpen en bezorgd zijn om de waarheid. Het doel is niet aan de media een welbepaalde inhoud op te leggen, maar het bewust verspreiden van valse informatie zal niet onbestraft blijven.

Ook op dit gebied dient men de communicatiemiddelen te bevrijden van de machten van het geld, die vandaag de dag hun duiding van de informatie opleggen. Bovendien zullen journalisten en verspreiders van nieuws een hoogstaande vorming moeten krijgen, zodat zij in staat zijn om de gebeurtenissen juist te analyseren en er correct verslag over uit te brengen. 

De verspreiding van de informatica-technologie moet aangepast worden aan de werkelijke behoeften van individuen, ondernemingen en andere organismen in plaats van onafgebroken aan te zetten tot “consumptie” van informatie, wat de illusie van kennis geeft terwijl het in werkelijkheid om geestdodende hersenspoeling gaat.

Op heel dit domein is er vanuit juridisch en technisch oogpunt nog veel werk aan de winkel. Dat moet gebeuren in nauw overleg met het onderwijs, om de positieve kanten van de technologische vooruitgang te behouden en zich te wapenen tegen de gevaren ervan.