90. Tegen de secularisering van de staat
De nationale restauratie volgend op de triomf van het Onbevlekt Hart van Maria zal het uiteraard tot een plicht maken om te breken met de secularisering van de staat. We zullen terugkeren, in theorie en in de feiten, naar de weldaden van het politiek augustinisme, naar de noodzakelijke overeenstemming tussen de « twee zwaarden » en de rechtmatige ondergeschiktheid van het tijdelijke aan het geestelijke.
Het betwisten van de wettigheid van die doctrine was het voorspel tot de apocalyptische grondverschuivingen van onze moderne wereld. Het soeverein gezag zal er zich dus op toeleggen om die weldadige overeenstemming tussen de twee machten te bewaren.
1. De Kerk is een soevereine en volmaakte gemeenschap die door het koninklijk gezag volledig erkend wordt. Zij bestuurt zichzelf in alle vrijheid en in eenheid met Rome, volgens het canoniek recht. Ze regelt de functies van de katholieke eredienst, het onderwijs, de naastenliefde en het apostolaat. Ze beheert de goederen die haar volle eigendom zijn. De staat zal geen enkele belemmering opwerpen tegen haar activiteit, maar integendeel hulp en privileges aan de geestelijkheid verlenen opdat zij haar religieuze en menselijke doelstellingen perfect zou kunnen realiseren. Het staatsgezag zal de Kerk ook verdedigen tegen alles wat aantasting betekent van haar eer, haar dienstwerk of haar bezittingen.
2. Het soeverein gezag staat vijandig tegenover elke vorm van klerikaal of intellectueel gallicanisme, dat wil zeggen het streven naar een zo onafhankelijk mogelijke nationale Kerk. Het wil nauwe diplomatieke betrekkingen onderhouden met de H. Stoel en persoonlijke relaties van onderwerping en gehoorzaamheid met de Roomse Opperherder. Maar de kerkelijke zaken van het koninkrijk behandelt de staat met de eigen bisschoppen van het land, die zelf in eenheid met Rome zijn.
3. Principieel en omdat het niet meer dan rechtvaardig is, getuigt de clerus van een openbare én intieme trouw aan het staatshoofd en van loyale onderwerping aan de grondwet en de wetten van het land. Als het noodzakelijk is – maar het is wenselijk dat het niet nodig is – zal een concordaat de statuten van deze verstandhouding en de normen voor de oplossing van mogelijke conflicten vaststellen, met het oog op het meest volmaakte akkoord tussen Kerk en staat.
4. De andere godsdiensten worden getolereerd en de publieke uitingen ervan toegelaten onder de verantwoordelijkheid van hun respectievelijke religieuze leiders. Daartoe worden reglementeringen toegekend die altijd herroepen kunnen worden en die kracht van wet hebben, wat betekent dat zij erkend en gerespecteerd worden door alle burgers onder de bescherming en de controle van de staat.
De aanhangers van de andere godsdiensten kunnen zich niet verzetten tegen de bekering van hun medegelovigen tot het katholicisme, op straffe van de zwaarste sancties en verdrijving van het nationaal grondgebied voor de vreemdelingen. De religieuze leiders worden verantwoordelijk gehouden voor elke inbreuk op onze soevereiniteit en onze sociale orde, in het bijzonder voor de misdaden begaan tegen burgers van de natie.