De Koran onder het ontleedmes: 
interview met broeder Bruno Bonnet-Eymard

Geen onderwerp dat de actualiteit al jaren meer beheerst dan de islam. We horen en lezen er eindeloos over, maar die massa aan vaak oppervlakkige informatie die meestal ook nog helemaal tegenstrijdig is, brengt ons geen stap vooruit. Wat we nodig hebben is een wetenschappelijke benadering en een toekomstperspectief waarmee we als christenen iets kunnen doen. Broeder Bruno Bonnet-Eymard, in het klooster prior Bruno van Jezus-Maria, die een groot deel van zijn leven gewijd heeft aan de minutieuze analyse en vertaling van de Koran, kan op onze verwachtingen een antwoord bieden. Een medebroeder nam een interview van hem af in augustus 2020.

BROEDER Michel-Marie : Broeder, om te beginnen zou ik u twee teksten willen voorleggen. De eerste komt uit de paragraaf over de islam in punt 6 van onze 150 punten van de Falanx :

« De schrijver van de Koran heeft het Verbond gesloten met Abraham ten gunste van Izaäk afgeleid naar Ismaël en zo losgekoppeld van het huis van David, waaruit de Messias zou geboren worden. Het islamitisch monotheïsme is fundamenteel anti-trinitair en loochent de verlossing gebracht door Jezus Christus. De falangist kent aan die valse godsdienst geen enkel recht toe. Hij zal nooit pleiten voor verstandhouding of samenwerking ermee, hoogstens voor een door de omstandigheden ingegeven tolerantie voor het goed van de vrede. »

De tweede tekst is de paragraaf die in het decreet Nostra Aetate van het Tweede Vaticaans Concilie, over de betrekkingen van de Kerk met de niet-christelijke godsdiensten, aan de islam wordt gewijd :

« De Kerk ziet ook met waardering naar de moslims, die de ene God aanbidden, de levende en uit zichzelf bestaande, de barmhartige en almachtige, de schepper van hemel en aarde, die gesproken heeft tot de mensen. Zij leggen zich erop toe zich met heel hun hart ook aan zijn verborgen raadsbesluiten te onderwerpen zoals Abraham, naar wie het islamitisch geloof graag teruggrijpt, zich aan God heeft onderworpen. Hoewel zij Jezus niet als God erkennen, vereren zij Hem toch als profeet en zij eren zijn maagdelijke moeder Maria, die zij somtijds zelfs eerbiedig aanroepen. Bovendien verwachten zij de dag van het oordeel, wanneer God alle mensen doet verrijzen en zal vergelden. Daarom houden zij het zedelijk leven hoog en eren God vooral door gebed, aalmoezen en vasten.

« Aangezien in de loop der eeuwen tussen christenen en moslims niet weinig onenigheid en vijandschap is ontstaan, spoort de heilige kerkvergadering allen aan om zich, het verleden vergetend, ernstig toe te leggen op wederzijds begrip en in het belang van alle mensen de sociale rechtvaardigheid, de zedelijke goederen alsook vrede en vrijheid gezamenlijk te verdedigen en te bevorderen. »

Welke van deze twee teksten kan ons deze godsdienst het best doen kennen ?

Broeder Bruno : Deze teksten ademen een tegengestelde Geest uit ! De eerste tekst, door mij opgesteld, is de samenvatting van een arbeid die heel mijn leven bestrijkt, vanaf mijn intrede in het seminarie en de studie van de oosterse talen, in de voetsporen van onze vader, abbé de Nantes. Het is de vrucht van een “ christelijke lectuur ” van de Koran, dat wil zeggen een wetenschappelijke lectuur vergelijkbaar met die waarmee de Bijbel gelezen wordt, met dezelfde methodes. De bekommernis om de waarheid staat voorop, in het onderzoek van de betekenis van de tekst en de gedachte van de schrijver, en in die zin gaat het om een werk van naastenliefde. Geen boosaardige polemieken en evenmin vleierij. Iedereen, moslims, Joden en christenen, wordt uitgenodigd om naar die waarheid te luisteren « om zo de ene en zuivere Waarheid te bereiken, want allemaal zijn wij geroepen om ons daarin terug te vinden, eindelijk verenigd in dezelfde eredienst », zoals abbé de Nantes het formuleerde.

De tekst van Nostra Aetate daarentegen vloeit helemaal niet uit die Geest voort. Hij is gestoeld op een a priori en is dus absoluut niet wetenschappelijk : de Kerk die vanaf het pinkstergebeuren altijd “ missionair ” is geweest, stelt zich nu “ dialogerend ” op. Het gaat om een ideologie van de verzoening : men doet afstand van het bekeren van de moslims om met hen te “ dialogeren ” en zo de wereld te veroveren voor een “ nieuw humanisme ” zoals Vaticanum II dat gedefinieerd heeft. Die tekst is daarom « een lofzang op de islam zonder enig voorbehoud », zoals onze vader zei. Hij verbergt de waarheid over de moslimwereld en de Koran.

Het oordeel over de moslimwereld door pater Charles de Foucauld, een heilige die er heel zijn leven aan gewijd heeft, is onweerlegbaar en getuigt van een waarachtigheid die wij nu dagelijks ervaren : « De buitenkant van de moslimwereld is verleidelijk, zoals geschminkte en met klatergoud overdekte personen er van ver verleidelijk kunnen uitzien. Maar als men ze van dichtbij bekijkt, is het een en al afgrijselijkheid. »

Wat de waarheid over de Koran betreft, is Nos­tra Aetate een en al misleiding. Het decreet wijst op de verwantschap met de Bijbel : « De moslims aanbidden de ene God, de levende en uit zichzelf bestaande, de barmhartige en almachtige, de schepper van hemel en aarde... » Dat zijn allemaal woorden die wij in de Bijbel lezen en die enkel bewijzen dat ze van het oorspronkelijk Hebreeuws overgezet zijn in het Arabisch. Ze zijn dus waarachtig en geïnspireerd.

Maar de tekst gaat verder : « ... die gesproken heeft tot de mensen ». Ach zo ! Welke mensen ? Dat zegt men niet, om plaats te maken voor Mohammed. Wij echter zeggen dat God niet gesproken heeft “ tot de mensen ”, maar tot één mens : Abraham, waaruit Hij een heel volk heeft doen voortkomen ! En tot zijn afstammelingen, Mozes en David, en tot de profeten. Dat is het begin van de gewijde geschiedenis : « Jahweh sprak tot Abraham », Hij sprak werkelijk tot hem en het had met een bandrecorder kunnen opgenomen worden. « Trek weg uit uw land, uit uw stam en uit het huis van uw vader naar het land dat Ik u tonen zal. Ik zal een groot volk van u maken... » Dat is het begin. En waarom die woorden ? Welke bedoeling heeft God ? Dat zegt Nostra Aetate niet. Het doel is een Verbond te sluiten !

Broeder Michel-Marie : Het is die paragraaf uit Nostra Aetate die het charter van onze relaties met de islam geworden is. Men vindt er volledig de houding van de H. Vader in Abu Dhabi en in Marrakesh in terug, voor de opbouw van een meer broederlijke wereld met de moslims...

Broeder Bruno : Broederlijker dan met de christenen ? Het is precies daarin dat de misleiding ligt die zo schandelijk en dwaas is ! Stoppen bij Abraham als “ grootste gemene deler ” zonder uit te komen bij Jezus Christus of zijn goddelijke Moeder, dat komt neer op het beledigen van God door de drie-eenheid van de drie goddelijke Personen te ontkennen – een ontkenning die trouwens expliciet in de Koran staat. En het is dwaas, want ondertussen gaat de islam gewoon voort met de godsdienstige en politieke suprematie op te eisen, op basis van een zogenaamde goddelijke openbaring die hem eigen zou zijn. En onze leiders leggen zich er bij neer dat de islam die goddelijke openbaring opeist ; ik had aan het Institut catholique een prof Arabisch, abbé Moubarac, die er vast in geloofde... terwijl de wetenschappelijke waarheid, dat wil zeggen de exacte vertaling van de tekst, aantoont wat wij in ons punt 6 geschreven hebben : dat « de schrijver van de Koran het historisch Verbond gesloten met Abraham ten gunste van Izaäk – en van Hem van wie Izaäk de voorafbeelding is : de aangekondigde Messias – afgeleid heeft naar Ismaël ».

Maar de “ experts ” van het Concilie lazen de teksten niet. Ze hebben zich dus geleend tot een fundamentele boevenstreek door de islam te willen inpassen in de geschiedenis van de ene godsdienst van het Verbond, als een vervulling van Gods Openbaring, terwijl de islam zich in werkelijkheid die openbaring toegeëigend heeft ! Dat is de belangrijke ontdekking die ik gedaan heb.

God openbaart zichzelf aan Abraham en belooft hem een land en ontelbare afstammelingen. Hij sluit met hem een Verbond : « Aan uw nakomelingschap geef Ik dit land in bezit, van de stroom van Egypte af tot aan de grote rivier de Eufraat (Gn 15, 18). Hij stelt hem het Beloofde Land Kanaän in het vooruitzicht. Het vervolg van Genesis verhaalt hoe Abraham eerst dacht dat de beloften werkelijkheid zouden worden via zijn oudste zoon Ismaël, die hij had van Hagar, de slavin van de onvruchtbare Sara. Daarom zegt Abraham tot God : « Moge Ismaël voor uw aanschijn leven » (Gn 17, 18). Maar God antwoordt : « Neen : Sara uw vrouw zal u een zoon baren, en Izaäk zult gij hem noemen. Met hem zal Ik mijn Verbond gestand doen voor eeuwig ; zijn God zal Ik zijn en van zijn kinderen na hem. » Dat betekent echter geen absolute verwerping van Ismaël : « Ook aangaande Ismaël heb Ik u verhoord. Ik zal hem zegenen, vruchtbaar maken, zeer talrijk doen zijn. [...] Maar mijn Verbond doe Ik aan Izaäk gestand. »

Het is bijgevolg deze “ compensatiebelofte ” aan Ismaël die door de auteur van de Koran gebruikt wordt om God te doen zeggen : « Wij hebben een verbond gesloten met Abraham en Ismaël » (soera II 125). Vervolgens legt de auteur Abraham deze woorden in de mond : « Meester, zegen dit trouwe kind », wat gewoon gekopieerd is van Genesis 17, 18. We zien dus dat de schrijver van de Koran de woorden van de H. Schrift met de vinger volgt, zoals ik nu doe. Er bestaat geen andere goddelijke Openbaring dan die in de Bijbel, met deze uitzondering : dat in de Koranpassage Izaäk zelfs niet genoemd wordt !

Het is werkelijk een schurkenstreek, een fenomenale en radicale ondermijning, zonder voorgaande in heel de geschiedenis van de mensheid, een nooit geziene revolutie die bovendien de christenen, kinderen van God « op de wijze van Izaäk » zoals Sint-Paulus in de Galatenbrief uitlegt (Ga 4, 28), berooft van hun erfdeel.

Broeder Michel-Marie : En het logische gevolg van dat slinkse manoeuvre is dus dat de Messias, die volgens het goddelijk Verbond met Israël uit het huis van David moest komen, weggeveegd wordt ?

Broeder Bruno : Ja. Als Israël niet het uitverkoren volk is, dan komt het heil niet van de Joden en dus niet van Jezus Christus, maar van de Arabieren. Een aandachtige lectuur van de tekst brengt trouwens een aantal werkwijzen aan het licht die de schrijver gebruikt om het goddelijk karakter van Jezus uit te wissen en Hem te ontdoen van zijn rol van Messias, een rol die hij goed kent vanuit de Evangelies ! Hij doet dat om de Evangelies te weerleggen, bewust en met opzet.

Zo verandert hij de Naam van Jezus in cîsâ, door de medeklinkers caïn en shîn van het Hebreeuwse yéshûca om te draaien. Zo wordt die Naam ontdaan van zijn etymologische betekenis – « Jahweh redt » – en is Jezus niet langer de Zoon van God de Verlosser. Anderzijds wordt Jezus heel vaak « zoon van Maria » genoemd, maar dat is om de evangelische uitdrukkingen « zoon van David » en « Zoon van de Allerhoogste » te schrappen.

Broeder Michel-Marie : Dat is het vervolg van punt 6 van de 150 punten : « Het islamitisch monotheïsme is fundamenteel anti-trinitair en loochent de verlossing gebracht door Jezus Christus. » Als Jezus niet de Messias-Verlosser is, wie is Hij volgens de Koran dan wel ?

Broeder Bruno : « Jezus zoon van Maria » is een “ rechtvaardig man ” die na Mozes komt, maar als niet meer dan een commentator van Mozes, en die de Schrift « doet begrijpen ». Voor de auteur is het Evangelie niet meer dan dat. De woorden van Jezus of van de apostelen over zijn goddelijkheid zijn door hem goed genoeg gekend, want hij noemt ze « extrapolaties » (uitbreidingen) gedaan door de leerlingen. Zoals onze modernisten vandaag doen ! En het mysterie van de Verlossing wordt door de auteur handig tegengesproken door het Kruisoffer van Jezus te ontkennen ten voordele van de dierenoffers van het Oude Testament.

Een voorbeeld van het opzet van de schrijver is soera II : « de Koe », ’al-baqara. Het gaat om een terugkeer naar de Mozaïsche liturgie waarin de gewijde koe tot as verbrand werd, waarna met die as een rituele zuivering uitgevoerd werd (Nm 19, 2). In soera II wordt die koe « doorboord en opgehangen, haar taak is het om gestraft te worden voor hen die kijken » (II 70). Dat is gewoon godslastering ! Het is gekopieerd van Sint-Jan : de koe vervangt onze Jezus, doorboord en opgehangen aan het Kruis voor onze redding. « Ze zullen opkijken naar Hem die zij hebben doorboord » (Jo 19, 37).

De 7de eeuw was in het Oosten de tijd van de grote confrontatie tussen twee wereldmachten : aan de ene kant het Oost-Romeinse rijk van de Byzantijnen, aan de andere kant het Perzische rijk onder de dynastie van de Sassaniden. Anders dan de legende rond “ Mohammed ” het ons wil doen geloven, was het Arabische schiereiland in die periode in belangrijke mate gekerstend. Dat gold ook voor het zuiden, « Arabia Felix » : in Jemen en Himyar waren op een bepaald ogenblik christelijke vorsten aan de macht, alvorens deze gebieden onder Perzische invloed kwamen. Van Mekka, dat op deze landkaart is aangegeven, was in werkelijkheid nog geen sprake !

De Byzantijnen behaalden in de oorlog uiteindelijk de eindoverwinning (slag bij Ninive, 627), maar beide rivalen hadden hun krachten uitgeput. Daarvan profiteerden de Arabieren : de Omajjaden slaagden er in een machtig rijk te vestigen... dat christelijk was. Maar in 750 greep de sekte van de “ Ismaëlieten ” de macht en moordde alle Omajjaden uit. « Een nieuwe Arabische geschiedenis begon in Bagdad » met de dynastie van de Abbassiden, « maar deze keer was zij volledig mohammedaans. De sekte zou voor zichzelf een ongelooflijk en schitterend verleden scheppen en nooit zouden de westerlingen die legenden kunnen in vraag stellen... » (abbé de Nantes).

Broeder Michel-Marie : Vermits het niet gaat om een authentieke openbaring, waarover gaat de islam dan ?

Broeder Bruno : Het gaat om wat de H. Joannes Damascenus “ de ketterij van de Ismaëlieten ” noemt. Ons opzoekingswerk vindt een absolute bevestiging bij die kerkvader, een tijdgenoot van het ontstaan van de islam, om te erkennen dat we te maken hebben met de formidabele ketterij van een religieus genie die tegelijk een krachtige man van de actie was, superieur aan Luther, in het begin van de 7de eeuw. Zijn bedoeling is om terug te keren tot de « volmaakte » godsdienst, al-’islam, de godsdienst van Abraham tot wie God gezegd heeft : « Wandel voor mijn aanschijn en wees volmaakt ! » (Gn 17, 1). Het is hetzelfde woord als in de Targoem, de Aramese vertaling van de Bijbel, waar staat : haweî šelîm, « wees volmaakt ». De auteur van de Koran heeft het overgezet in ’aslim.

Het is ook de godsdienst van Mozes, die « de Schrift en de Wet » bracht, dat wil zeggen de Torah, én van Jezus, die er « het begrip » van gaf in zijn Evangelie.

Want na Jezus hebben de Joden en de christenen volgens hem – en hij heeft gelijk, het is een van zijn sterkste punten – « wijzigingen » aangebracht, de enen om de traditie van Mozes te kunnen gebruiken tegen de christenen, de anderen door te zeggen dat Jezus de Zoon van God is die de Schriften in vervulling doet gaan. En vervolgens begonnen ze tegen elkaar een onverzoenlijke oorlog uit te vechten. Als remedie tegen die oorlog wil de schrijver jodendom en christendom afschaffen en iedereen terugbrengen tot de oorspronkelijke traditie van Abraham, die volgens hem via Ismaël loopt.

Broeder Michel-Marie : Maar wie is die schrijver dan of tenminste wie wendt hij voor te zijn ?

Broeder Bruno : Dat is een moeilijke kwestie... Onze vader, abbé de Nantes, omschreef hem als een « grote-tent-Himyariet ». Volgens onze hypothese was hij inderdaad een Arabier uit het zuiden van het schiereiland, dat de wieg is van een zeer oude beschaving meer bepaald in Jemen. Hij was ontwikkeld, op de hoogte van de belangrijkste bronnen, gevormd in de beste joodse en christelijke scholen. Het is een afvallige christen die doordrongen is van heel de H. Schrift ! Wij hebben daarrond een stevige hypothese opgebouwd : misschien was hij een voormalige monnik.

In elk geval toont de tekst van de Koran ons een man die zichzelf presenteert als de opvolger van Mozes. Hij wil de leiding nemen over de Arabieren om Jeruzalem opnieuw te veroveren, zoals Jozua, om hen mee te voeren naar de verovering van het Beloofde Land. Hij doet dat op het moment van de Perzische invasie in 614. Het is inderdaad een historisch gegeven dat de Arabieren een verbond sloten met de Perzen tegen de Byzantijnen. Tegelijkertijd stelt hij zich voor als de opvolger van Jezus, in wie hij het model ziet van de “ vredesprofeet ”, een figuur die de aankondiger is van de ware « zeer geliefde », namelijk hijzelf, de auteur van de Koran : « muḥammadun ».

Van die omschrijving komt de naam Mohammed. Heel de legende rond Mohammed komt voort van dat woord, dat slechts eenmaal in de Koran voorkomt : « muḥammadun » is « de zeer geliefde », de term die we terugvinden bij de profeet Daniël in de Bijbel (Dn 9, 23 ; III 144), het voorwerp van de gunst van God. De auteur ziet zichzelf als die “ zeer geliefde ”, gekomen om het heilsplan te vervullen van de « God van de bevrijdingen », zoals aangekondigd door de initialen “ ALM ” bij het begin van soera II. En die bevrijding bestaat er in aan het hoofd van de Arabieren op te trekken naar Jeruzalem, als bedevaarders of beter als « gewapende groep » (jahada), om de christelijke Byzantijnen te verdrijven en de Tempel opnieuw op te richten op de fundamenten van Abraham. Want de Bijbelse traditie plaatst de Tempel op de berg waarop Abraham gevraagd werd Izaäk te offeren. Voor ons, christenen, is dat de aankondiging van het offer van Jezus, maar voor hem gaat het om de terugkeer naar Abraham met de bedoeling de « volmaakte » godsdienst te vestigen : niet joods of christelijk, maar mohammedaans !

Broeder Michel-Marie : U hebt het woord jahada laten vallen...

Broeder Bruno : Ja, jahada betekent « verenigd in een militaire groep ». Ook dat is een ontdekking, maar van taalkundige aard. De schrijver leidt zijn getrouwen zoals eertijds Jozua de Hebreeën leidde naar de verovering van het Beloofde Land, om de christenen te verjagen die « afgodendienaars » en « afvalligen » zijn...

Broeder Michel-Marie : Omdat ze zeggen dat er “ drie goden ” zijn ?

Broeder Bruno : Precies. « Zeg nooit “ drie ” », staat er in de Koran (IV 171). De christenen moeten verjaagd worden en gedood « overal waar men hen kan grijpen » – dat staat onbetwijfelbaar in het boek ! – of waar zij weerstand bieden, opdat men niet verleid zou worden door hun dwaling, maar ze zou vernietigen (II 190-195). Die oorlogsverklaring is zeer uitdrukkelijk.

Broeder Michel-Marie : Is dat dan de jihad ?

Broeder Bruno : Ja. Wij vertalen met “ heilige oorlog ”, omdat er als verweer daartegen de kruistochten zijn geweest die heilige oorlogen waren, terwijl het voor de auteur gaat om bewapende groepen.

Broeder Michel-Marie : Dus de jihad is eigenlijk geen heilige oorlog...

Broeder Bruno : Neen... Maar in het begin ging het wel om de verovering van Jeruzalem.

Broeder Michel-Marie : Uiteindelijk is de Koran dus absoluut niet de ultieme openbaring van God na de Torah en het Evangelie, zoals de moslims beweren !

Broeder Bruno : Vanzelfsprekend niet, want het is er de kopie van. De Koran steunt op de wijsheid van Joden en christenen, waarvan de schrijver doordrongen is, maar is helemaal gekeerd tegen Christus. Hij is uiteindelijk antichristelijk, door de ontkenning van de goddelijkheid van Jezus Christus.

In feite duidt het woord “ koran ”, qur’ân, op de Bijbelse verzen waarnaar de auteur verwijst. De qur’ân is eigenlijk de Bijbel ! In soera II stelt hij zijn eigen boek voor, ḏalika-l-kitâb, « dit boek hier » (II 2). We moeten de zaken dus goed onderscheiden : wat wij de Koran noemen en proberen te vertalen, is die kitâb die we “ het dagboek van de jihadist ” zouden kunnen noemen. Het is het logboek van die muḥammadun waarin hij het plan uiteenzet waarvan hij denkt dat het recht-­ streeks door God geïnspireerd is.

De islam is de geschiedenis van zijn oorsprong volkomen vergeten – wij ontdekken dat wanneer we ons toeleggen op het vertalen van de tekst – en heeft die vervangen door een gefantaseerde legende over de historie van Mohammed, een legende die pas veel later is tot stand gekomen. Toch bezit de Koran een verbazingwekkende kracht, omdat het gaat om al de kracht van het geïnspireerde Woord van de Bijbel waarop hij steunt.

Als echte geestelijke zoon van Charles de Foucauld wou onze vader aan de moslims de werkelijke qur’ân terugschenken en bijgevolg de H. Schrift waaruit hij voortgekomen is. Een juiste vertaling van de tekst op wetenschappelijke basis brengt die bron aan het licht.

Wanneer het uur van de triomf van het Onbevlekt Hart van Maria zal aanbreken, zal die vertaling een providentieel werktuig zijn voor een nieuwe missionaire beweging om de misleide moslims te winnen. In plaats van hen te vleien en hen in de overtuiging te laten dat de islam de laatste openbaring van God is, zullen zij komen tot de openbaring van het Onbevlekt Hart van Maria en die prachtige devotie zullen zij met enthousiasme omarmen. Maar om dat te bereiken, moeten we bereid zijn hen uit te leggen wat ik hiervoor in het kort toegelicht heb. Het zijn zij niet die de zending hebben om de wereld te overheersen, zoals zij vandaag nog altijd denken, maar wel het Onbevlekt Hart van Onze-Lieve-Vrouw !

MEER WETEN ?

Op onze website kan u onder Speciale studies : Islam en Koran verschillende artikels over de analyse van de Koran door broeder Bruno terugvinden :