DE ACTUALITEIT DOORGELICHT
JULI-AUGUSTUS 2020
DE SYNODALE WEG… NAAR HET SCHISMA?
DEMOCRATIE IN DE KERK
De Kerk in Duitsland is in het begin van dit jaar aan een hervormingsproces begonnen dat de naam «Der Synodale Weg» draagt. Aanleiding daartoe is, zo zegt men, het geschonden vertrouwen van de katholieken in het “instituut” door toedoen van de vele misbruikschandalen. Het blazoen van de Kerk moet dus terug opgepoetst worden. Hoe? Door alles wat vaststaat fundamenteel in vraag te laten stellen door een grote groep “vertegenwoordigers van de Duitse Kerk”, met de bedoeling een consensus te vinden waarop een nieuwe start kan gebaseerd worden.
De eerste zitting van de Synodale Weg vond plaats in Frankfurt van 30 januari tot 1 februari 2020. Er werd gediscussieerd door 230 afgevaardigden, onder wie de 69 diocesane bisschoppen en hulpbisschoppen van Duitsland. «De overige deelnemers zijn lekengelovigen, religieuze oversten, leden van diocesane priesterraden, vicarissen-generaal, permanente diakens en pastoraal werkers. Zesentwintig waarnemers wonen de vergaderingen bij, onder wie representanten van de Heilige Stoel, de Evangelische Kerk in Duitsland (EKD), de Orthodoxe Bisschoppenconferentie in Duitsland (OBKD) en de Arbeitsgemeinschaft Christlicher Kirchen (ACK)» (KRO-NCRV, 20 januari 2020).
Het is niet alleen de Duitse Bisschoppenconferentie die het hervormingsproces organiseert, maar ook het machtige en invloedrijke Centraal Comité van Duitse katholieken (Zentralkomitee der deutschen Katholiken, ZdK). Dat verenigt, in de geest van het Tweede Vaticaans Concilie, «de vertegenwoordigers van de diocesane raden en katholieke verenigingen, evenals instellingen van het lekenapostolaat en andere persoonlijkheden uit kerk en samenleving» (website van het ZdK). Voor de duidelijkheid: «De leden van het Centraal Comité nemen hun eigen beslissingen en zijn onafhankelijk van de beslissingen van andere organen», lees: de bisschoppen.
Dat het katholieke “middenkader” zo sterk uitgebouwd is, heeft te maken met de specifieke situatie van de Duitse Kerk die over uitgebreide financiële middelen beschikt:
«Door de Kirchensteuer, de verplichte door de staat geïnde kerkbelasting, is men in staat de kerkelijke organisatie tot in het oneindige uit te bouwen met rijk gesubsidieerde raden en duur betaalde functionarissen. Bij die functionarissen zitten uiteraard veel beroepstheologen, die opgeleid zijn aan de theologische faculteiten waarvan volgens de verzuchting van emeritus paus Benedictus nauwelijks een professor katholiek was en is. […] De leken uit die raden en instituties worden overkoepelend vertegenwoordigd door het Zentralkomitee der deutschen Katholiken, dat ook om de paar jaar een Katholikentag organiseert: een meerdaagse manifestatie met lezingen, presentaties en vieringen waar massa’s mensen op af komen. Op die Katholikentage ging men al vaak over de grens van wat katholiek is heen en men presenteerde zich dan graag tegenover de bisschoppen als de vertegenwoordigers van het gelovige volk, een soort “Kirche von Unten”» (priester Cor Mennen op Restkerk.net van 11 februari 2020).
Het lag dan ook voor de hand dat de sessie in Frankfurt geleid werd door twee personen, op gelijke voet met elkaar: kardinaal Reinhard Marx, voorzitter van de Duitse Bisschoppenconferentie, en ZdK-president Thomas Sternberg. Kardinaal Marx was de prelaat die bij een bezoek aan de Rotskoepel in Jeruzalem op verzoek van de imams bereid was om zijn borstkruis weg te moffelen… Sternberg is een voormalig CDU-politicus die tot voor kort lid was van het parlement in Noordrijn-Westfalen.
Het hele dialoogproces zal minstens twee jaar duren. De twee volgende plenaire sessies vinden plaats op 3-5 september 2020 en 4-6 februari 2021.
Op de agenda staan vier thema’s die als volgt geformuleerd werden:
1. Macht en scheiding van de machten in de Kerk, gemeenschappelijke deelname en participatie in de missionaire opdracht
2. Leven in succesvolle relaties, liefde beleven in seksualiteit en partnerschap
3. Priesterlijke existentie nu
4. Vrouwen in diensten en ambten in de Kerk
DE DOOS VAN PANDORA
Waarover het in de praktijk zal gaan wordt duidelijk als men de voorbereidende documenten leest die tijdens zogenaamde “pre-fora” werden opgesteld en op de website van Der Synodale Weg kunnen geraadpleegd worden. Vaticaankenner Sandro Magister publiceerde op zijn blog Diakonos.be een bloemlezing die het ergste doet vermoeden.
De macht
«De gelijkheid van de geslachten moet op alle niveaus gerealiseerd worden. Zij kan niet uitgesloten worden met betrekking tot de toegang tot het pastorale dienstwerk, met inbegrip van de ambten van diaken, priester en bisschop.»
«In de Synodale Weg moet openlijk gediscussieerd worden over gehuwde priesters en de toegang van vrouwen tot de verschillende ambten, inclusief de gewijde ambten.»
«De leidinggevende posten in de Kerk moeten bekleed worden door vertegenwoordigers, mannen en vrouwen, van het kerkvolk die gekozen worden via consultaties en verkiezingen.»
«Wat de aanduiding van de bisschop betreft, moet het fundamenteel beginsel van de antieke Kerk gelden: “Wat iedereen aangaat, moet ook door iedereen beslist worden.” Voor consultaties en verkiezingen is een gekwalificeerde deelname verplicht, niet alleen van geestelijken, maar ook van het geheel van het volk Gods dat tot een bepaalde lokale Kerk behoort.»
«Iedereen die een leidinggevende rol vervult, moet gecontroleerd worden en heeft de verplichting om rekenschap af te leggen zowel aan democratisch verkozen organen als aan een onafhankelijke jurisdictie.»
De vrouwen
«We constateren een gebrek aan eenvormigheid tussen enerzijds de gelijke waardigheid van man en vrouw zoals die voortdurend onderstreept wordt in de verklaringen van de Kerk en anderzijds de feitelijke ongelijke deelname van de vrouwen in het leven van de Kerk, op het niveau van de medeverantwoordelijkheid in het ambt.»
«In de perceptie van het grote publiek en zelfs in de schoot van de Kerk stelt men een belangrijk verschil vast tussen de verklaringen van (mannelijke en vrouwelijke) theologen over de mogelijkheid om ook vrouwen te roepen tot het dienstwerk en de ambten van de Kerk en daartegenover de manier waarop het leergezag van de Kerk met die kennis omgaat.»
«Het theologisch onderzoek stemt niet overeen met het dwingend karakter van de apostolische brief Ordinatio sacerdotalis van paus Joannes-Paulus II, waarin de uitsluiting van vrouwen van het sacramenteel ambt wordt voorgesteld als een definitieve beslissing. […] In dit verband moet de fundamentele thematiek van het evolueren van de dogma’s in overweging genomen worden.»
«Wat men moet motiveren is niet de toelating van vrouwen tot het gewijde sacramenteel ambt, maar wel het feit dat zij ervan uitgesloten worden.»
«Vrouwen moeten in voldoende aantal kunnen deelnemen aan de consultaties en de beslissingen van de bisschopsvergaderingen op wereldvlak, minimaal met stemrecht.»
De seksuele moraal
«De katholieke seksuele moraal wordt aanzien als een pure “verbodsmoraal”, haar argumenten en taalgebruik worden beoordeeld als onbegrijpelijk en ver verwijderd van het werkelijke leven. Bovendien wordt de weigering van de Kerk om homoseksuele koppels sociaal en juridisch te erkennen beschouwd als een vorm van discriminatie op basis van seksuele gerichtheid.»
«In de individuele verklaringen van het leergezag over voorhuwelijkse en buitenhuwelijkse seksualiteit en over auto-erotiek domineert nog altijd een negatief begrip van het seksueel genot.»
«De geboorteregeling, óók met behulp van kunstmatige middelen, betekent geen daad van vijandigheid ten aanzien van het leven, maar ondersteunt het recht van een koppel om op een verantwoordelijke manier te beslissen over het aantal kinderen, de spreiding van de geboorten en de concrete planning ervan.»
«De homoseksuele verbintenissen moeten zonder voorbehoud erkend worden en men moet ervan afzien met moreel misprijzen te spreken over hun seksuele handelingen.»
«Velen zijn van mening dat het rechtvaardig en positief is een zegeningsritus voor homoseksuele koppels voor te stellen.»
WIE VERDEDIGT NOG DE KATHOLIEKE LEER?
Het progressistische “middenkader” dat het Zentralkomitee bemant, heeft vooraf gedaan gekregen dat alle 230 deelnemers aan de Synodale Weg over een gelijkwaardige stem beschikken. Dat betekent dat de 69 bisschoppen, die geacht worden de officiële kerkelijke leer te vertolken, sowieso in de minderheid zijn.
Overigens is de overgrote meerderheid van de Duitse prelaten van “liberale” strekking. Eigenlijk kan men de overtuigde verdedigers van de kerkelijke leer op de vingers van één hand tellen: kardinaal Rainer Maria Wölki, aartsbisschop van Keulen; Mgr. Rudolf Voderholzer, bisschop van Regensburg; Mgr. Stefan Oster, bisschop van Passau; en Mgr. Gregor Maria Hanke, bisschop van Eichstätt. «Zij hebben geprobeerd om de schade van de Synodale Weg te beperken door bij besluiten een tweederdemeerderheid te eisen en er op aan te dringen om zaken die tegen de katholieke leer ingaan buiten de stemmingen te houden. Dit is door de rest van de bisschoppen afgewezen. De weg naar niet-katholieke besluiten ligt dus volledig open» (Cor Mennen).
De rots in de Duitse branding is ongetwijfeld de moedige 64-jarige aartsbisschop van Keulen, die zich van bij het begin schrap gezet heeft tegen de geweldige hervorming die de Synodale Weg wil doordrukken. In een artikel verschenen in 2019 onderstreepte kardinaal Wölki dat de kerkelijke leer niet zomaar kan veranderd worden: «De Kerk kan niet met luid geschreeuw verplicht worden haar doctrine te wijzigen als verandering in tegenspraak is met de geest van het Evangelie.»
Hij vervolgde: «Al degenen binnen en buiten de Kerk die zo hevig aandringen op verandering – liberalisering van het celibaat, nieuwe opvattingen over homoseksualiteit, wijding van vrouwen, aanvaarding van seksuele betrekkingen buiten het huwelijk – hebben niet geantwoord op volgende vraag: Waarom is er geen sprake van bloei bij de protestantse christenen in Duitsland? Zij hebben alles wat nu gevraagd wordt vroeger al opgenomen. Toch verkeren ze niet in een betere positie, als we kijken naar hun geloofspraktijk, hoe weinig kandidaten voor pastorale functies ze rekruteren en het grote aantal personen dat hun kerken verlaat. Maakt dat niet duidelijk dat de werkelijke problemen elders liggen en dat heel het christendom iets moet doen met de geloofscrisis, eerder dan zich aan te passen aan een “nieuwe levensrealiteit” die wordt voorgesteld als onafwendbaar?»
Het bisschoppelijk motto van Rainer Maria Wölki liegt er niet om: «Nos sumus testes», «Wij zijn getuigen». Als aartsbisschop van Keulen, dat een van de grootste en meest actieve homogemeenschappen van Europa telt, heeft hij het bovendien niet onder de markt: zijn uitspraak dat «homoseksualiteit een belediging is voor de orde van de schepping» maakte hem tot kop van jut, ook voor veel Duitse politici.
Wie ook vermeld moet worden is Mgr. Dominikus Schwaderlapp, hulpbisschop in het aartsbisdom Keulen, die eind mei liet weten dat hij niet langer wou deelnemen aan de Synodale Weg omdat dit forum «probeert om twijfel te zaaien over fundamenteel onderricht van de katholieke Kerk over de seksuele moraal, door de seksualiteit als “polyvalent” voor te stellen» (Die Tagespost, 28 mei 2020). «De groter wordende kloof tussen het onderricht van de Kerk en het leven van de gelovigen zegt ons dat de opvatting van seksualiteit als een geschenk van God in de voorbije jaren op een criminele manier verwaarloosd werd, althans in Duitsland. Dat moet veranderen, en dringend.»
MGR. BÄTZING DRUKT OP HET GASPEDAAL
In het voorjaar trad kardinaal Marx terug als voorzitter van de Duitse bisschoppenconferentie. Hij werd op 3 maart 2020 opgevolgd door Mgr. Georg Bätzing, bisschop van Limburg an der Lahn. Die laatste is daardoor co-president van de Synodale Weg geworden.
Met Bätzing aan het hoofd dreigt het van kwaad naar erger te gaan. In 2019 verklaarde hij zich voorstander van een vrijwillig celibaat van priesters. Hij steunt de strijd voor wijding van vrouwen in de katholieke Kerk en is een voorstander van huwelijken tussen homoseksuelen «als ze trouw zijn in hun relatie». Want: «Kunnen we niet zeggen dat, als een homokoppel in trouw samenleeft, hun relatie dan door God gezegend is?» (interview op 16 april 2020).
De bisschop was een groot verdediger van pater Ansgar Wucherpfennig, de rector van de jezuïtische hogeschool voor filosofie en theologie Sankt Georgen in Frankfurt, die door het Vaticaan op de vingers werd getikt voor zijn pleidooien voor de zegening van homoseksuele koppels. Rome weigerde hem in 2018 zelfs toestemming te geven voor een derde termijn van twee jaar aan het hoofd van de gerenommeerde instelling als hij niet eerst bepaalde standpunten herriep. Na fel protest van de jezuïeten, tal van Duitse intellectuelen (of wat daar moet voor doorgaan) én van Bätzing – die Wucherpfennig een «briljante theoloog» noemde – haalde het Vaticaan bakzeil en gaf zijn “nihil obstat”.
Pietro De Marco schreef op Diakonos.be (7 juni 2020):
«Onmiddellijk na het opnemen van zijn functie heeft Mgr. Bätzing de hervormingsplannen van de Synodale Weg bevestigd. In antwoord op de vraag: “Wat is uw visie op de nabije toekomst van uw Kerk?” sloot hij uit dat hij een “visionair” was; de basisboodschap van de synode aan de mensen zal zijn dat het leven sterker is dan de dood, waardoor het bijgevolg tot een omvorming zal komen van wat het betekent katholiek te zijn en zich katholiek te noemen. […] De Synodale Weg gaat verder, aldus Bätzing, met het eisen van een “zegening” voor gescheiden personen die hertrouwd zijn en de eucharistische intercommunie tussen katholieken en christenen van een andere belijdenis, wat in het verleden trouwens uitzonderlijk werd toegestaan door Rome in bepaalde gevallen. “Er bestaat vandaag een brede overeenstemming over de betekenis van datgene waarin wij [katholieken en protestanten] geloven en wat wij vieren.”
«Inderdaad heeft zich in Duitsland de mening verspreid dat de opvatting van het “Heilig Avondmaal” voortaan identiek is voor protestanten en katholieken. Die consensus kan enkel maar tot stand gekomen zijn dankzij een pure protestantisering van de katholieke theologie van de sacramenten. Omgekeerd heeft men nochtans nooit vernomen dat de Duitse protestanten iets essentieels zouden overgenomen hebben van de gemeenschappelijke eucharistische theologie van de universele Kerk, waarvan ze zich uitsluiten... Dat in die objectieve context christenen volgens Mgr. Bätzing “om goede redenen en volgens hun geweten kunnen beslissen” over kwesties zoals de intercommunie, is dus een stoutmoedige bewering. Ze is bovendien des te meer te veroordelen van de kant van een bisschop, die geroepen is om te onderwijzen en niet om gemakkelijke opvattingen te propageren.
«Mgr. Bätzing definieert vervolgens de argumenten tegen de wijding van vrouwen als “voortaan onaanvaardbaar”, terwijl het in werkelijkheid gaat over formuleringen met een dwingende leerstellige draagwijdte. Zo toont hij aan dat het bisschoppelijk “leergezag” en de gemiddelde theologische cultuur in Duitsland geen echt christelijk volk gevormd hebben, maar een publieke opinie die zo ontaard is dat zij iets zinloos nastreeft: een nieuwe Kerk maken op de manier van Babel.»
Een nieuwe Kerk maken, was dat ook al niet de bedoeling van Vaticanum II? En heeft men zo weinig geleerd uit de catastrofale gevolgen van die poging dat men nu nog een stap verder gaat en de laatste fundamenten onder het bouwwerk van de katholieke Kerk wil wegslaan?
redactie KCR