DE ACTUALITEIT DOORGELICHT
NOVEMBER 2020
DE MOSLIMS ZIJN GEEN SEPARATISTEN,
MAAR VEROVERAARS
IN zijn encycliek Fratelli tutti erkent paus Franciscus dat «de oorlog geen spookbeeld van het verleden is, maar integendeel een onafgebroken dreiging» (nr. 256). Dat betekent dat de encycliek Pacem in terris, die zijn voorganger Joannes XXIII in 1963 publiceerde (meer dan een halve eeuw geleden!) nog niet de verwachte vruchten opgeleverd heeft…
De Franse leraar Samuel Paty liet op 6 oktober 2020 tijdens een les over de vrijheid van meningsuiting aan zijn leerlingen twee cartoons van “Mohammed” zien, dezelfde die door Charlie Hebdo in 2015 gepubliceerd werden. Tien dagen later werd Paty brutaal vermoord door wat in de media “onthoofding” wordt genoemd – in werkelijkheid rituele slachting, anders gezegd een mensenoffer gebracht aan Allah ’akbar.
De dader was een jonge Tsjetsjeen, Abdullah Anzorov, die onmiddellijk door agenten werd doodgeschoten. Er werd een gerechtelijk onderzoek geopend naar medeplichtigheid aan een terroristische aanslag. Onder de zeven personen die in verdenking werden gesteld, bevindt zich de mohammedaanse vader van een leerlinge; hij had klacht neergelegd en tegelijkertijd op sociale media een campagne gevoerd tegen de leraar. Het was die campagne die de Tsjetsjeen uit Evreux (Normandië) op het idee had gebracht om een mes te kopen, naar Conflans-Sainte-Honorine bij Parijs te reizen en Samuel Paty te doden, nadat hij hem eerst door leerlingen voor geld had laten aanwijzen.
«En deze keer moet men niet afkomen met de bewering dat hij toevallig gedood is, zonder reden, door toedoen van een “onevenwichtige”!», schrijft Alexis Brézet, redactiehoofd van Le Figaro (19 oktober). Integendeel: alles wat zich in de dagen vóór de misdaad heeft afgespeeld lijkt regelrecht naar de tragedie te voeren. Twee weken lang was Paty het voorwerp van methodische en zorgvuldig georganiseerde stemmingmakerij. Islamistische militanten hebben hem opgespoord, vervolgd en belasterd. Een van hen was een “ouder van een leerling”, een ander een islamistische activist die als gevaarlijk aangemerkt was door de staatsveiligheid en tot een “raad van Franse imams” behoorde.
Het is dus duidelijk. Deze misdaad door een moslim werd gepleegd om een religieus motief en volgens het afgrijselijk islamitisch ritueel van de slachting. Het verschil met vroegere gelijkaardige aanslagen is dat de betrokken moslims zich nu vergrepen hebben aan het koninginnenstuk onder de instellingen van de Franse Republiek: het onderwijs, de zgn. Nationale opvoeding die de grootste hap uit het jaarlijks budget krijgt en die, om over de islam te spreken tot jonge adolescenten in het kader van een cursus morele en burgerlijke vorming, niets beter gevonden heeft dan het tonen van karikaturen die ronduit obsceen zijn.
De moord gebeurde twee weken na een toespraak van Emmanuel Macron, waarin de president een voorstel van wet aankondigde om te strijden tegen het “separatisme”: «Wat wij moeten bestrijden is het islamistisch separatisme. Het gaat om een bewust en theoretisch onderbouwd politiek-religieus project, dat zich in de feiten kenmerkt door het herhaaldelijk afstand nemen van de waarden van de Republiek, dat zich vaak vertaalt in de vorming van een tegenmaatschappij en waarvan de uitingen zijn: het niet naar school sturen van de kinderen en het organiseren van sportieve en culturele praktijken binnen de eigen gemeenschap. Die ontwikkeling is het voorwendsel voor het onderricht van principes die niet in overeenstemming zijn met de wetten van de Republiek. Het gaat om indoctrinatie en langs die weg om ontkenning van onze beginselen: de gelijkheid tussen mannen en vrouwen, de menselijke waardigheid.»
“Islamistisch separatisme”… In wat voor elegante termen worden die zaken wel niet uitgedrukt! «Wat heeft dit eigenlijk met separatisme te maken?», vervolgt Alexis Brézet in zijn commentaarstuk. «De beul van Samuel Paty en de islamistische militanten die de voorwaarden voor de daad van Anzorov geschapen hebben, koesteren helemaal niet de droom om hun islamitische maatschappij op te bouwen naast onze Republiek. Het is hun bedoeling die Republiek te vervangen, gebied na gebied, door een “zuiver” regime geregeerd door de sharia. De islamisten zijn geen separatisten, maar veroveraars».
Hij slaat de nagel op de kop! Het woord “verovering” kenmerkt al veertien eeuwen de kern van de Korangodsdienst zelf. Wat men ook denkt of doet, de islam streeft naar de godsdienstige en politieke suprematie over de hele wereld op basis van een veronderstelde goddelijke openbaring die hem eigen zou zijn, namelijk de openbaring van de Koran aan Mohammed door de engel Gabriël.
DE WAARHEID OVER DE ISLAM EN DE KORAN
In mijn wetenschappelijke vertaling van de eerste soera’s van de Koran heb ik bewezen dat deze “godsdienst” in werkelijkheid de vrucht is van de inspanningen van een buitengewoon man, een Arabier die een religieus genie en een daadkrachtig iemand was en die geprobeerd heeft om de «volmaakte» godsdienst van Abraham te herstellen, volgens het woord dat God tot de aartsvader richtte: «Wees volmaakt!» (Gn 17, 2). De auteur van de Koran zet zich daarmee af tegen de “onvolmaakte” religies van Joden en christenen.
Het woord ’islam betekent inderdaad niet «onderwerping», maar «volmaaktheid». Het komt van de Hebreeuwse wortel šâlam, “voltooid, volmaakt”. De islam is de perfectie van de door God gewilde godsdienst en de voltooiing van wat de Torah en het Evangelie aankondigden. Niets minder dan dat!
Die gedachte van de schrijver van de Koran veegt het onderscheid uit tussen het Oude en het Nieuwe Testament, bronnen van uitzichtloze conflicten. Hij wijst de godsdienst van Abraham, Mozes en Jezus – niet meer dan een profeet en een opvolger van Mozes – toe aan de Arabieren. Want zijn verbluffende bevestiging luidt dat, vóór Mozes die de Wet aan de kinderen van Israël gaf en vóór de profeet Jezus, door God een verbond werd gesloten met Abraham en Ismaël, de voorouder van de Arabieren! De Koran verwijst zowel de Joden als de christenen daarom naar het vuur van de hel, omdat zij in de Schrift «wijzigingen» hebben aangebracht die afbreuk doen aan de oorspronkelijke «zuiverheid» van Abraham: de enen hebben zich beroepen op de traditie van Mozes, de anderen hebben voorgehouden dat Jezus Christus de Zoon van God is.
De auteur ontkent dat hij een nieuwe openbaring brengt. Wat hij wel doet, is de gewijde geschiedenis volledig onderuit halen: eerst gomt hij het exclusieve Verbond van God met Abraham en Izaäk weg en op die manier de uitverkiezing van het volk van Israël, vervolgens ontkent hij koppig het messiaans en goddelijk karakter van Jezus Christus. Want de werkelijke «Veelgeliefde», zoals de exacte vertaling van het woord muhammadun luidt, is hijzelf, de schrijver! «De God» heeft hem opgewekt om een einde te maken aan het dispuut dat christenen en Joden sinds zeshonderd jaar tegenover elkaar stelt en om de «volmaakte» godsdienst van het begin te herstellen, in Jeruzalem. Hoe? Door de heilige stad te veroveren op de Byzantijnse christenen! Dat is de eigenlijke oorsprong van de jihad, letterlijk «het zich verzamelen in een gewapende groep», afgeleid van het Hebreeuwse woord gûd (Gn 49, 19).
De moslims zijn het juiste begrip kwijtgespeeld van de oorsprong van hun godsdienst, van het geniale maar door en door antichristelijke opzet dat ik uiteenzet in de drie eerste delen van mijn vertaling. Zo is, honderdvijftig jaar na de gebeurtenissen rond de stichting van de islam, een fantastische legende in de plaats gekomen van de historische feiten: een zogenaamde openbaring van de Koran, die vanuit de Hemel door de engel Gabriël gegeven werd aan een profeet, een zekere Mohammed.
Maar ondanks die vervormingen door de sîra, de latere mohammedaanse legende, blijft in de islam de essentie bewaard, die afkomstig is van de unieke goddelijke Openbaring die wij kennen uit de Bijbel en die aan de godsdienst van de moslims zijn permanente waarde en geestelijke kracht schenkt: het monotheïsme, de onderwerping van de mens aan de morele wet en het goddelijk decreet, de verwachting van een oordeel en een toekomstig leven.
MILLI GÖRÜS, HET TURKSE PAARD VAN TROJE IN EUROPA
Het Turkije van “sultan” Erdogan is er al geruime tijd op uit om de talrijke Turkse migranten in Europa te gebruiken voor zijn geostrategische plannen. Een Turks-islamitische organisatie die bijzonder actief is in heel wat Westerse landen is Milli Görüs, letterlijk “Nationale Visie”. Ze werd gesticht in 1969 en is vandaag de grootste islamitische organisatie binnen de Turkse diaspora in het Westen, met in 2005 bijna 90.000 leden.
Die Turkse diaspora is qua aantallen bijzonder indrukwekkend. Het Europees land met het grootste aantal Turken is Duitsland: volgens officiële statistieken wonen daar 2.710.000 Turken, maar het dient onderstreept dat verschillende universitaire studies het tegenwoordig op 4 miljoen houden. Hoe dan ook is het Turks na het Duits de meest gesproken taal bij onze oosterburen en is Berlijn een van de grootste “Turkse steden”. Wat Frankrijk betreft, de Turkse consulaten in dat land schatten het aantal Turken op 611.000 en zelfs op 800.000 als men daar het aantal inwijkelingen in een onregelmatige situatie bij optelt.
In ons eigen land verbleven er in 2010 meer dan 150.000 personen met de Turkse nationaliteit, maar de totale Turkse gemeenschap is veel groter. Brussel telt zeer veel Turken, net als Henegouwen en Luik, terwijl hun aantal in de vroegere Limburgse mijnstreek sterk teruggelopen is. Het aandeel in Oost-Vlaanderen is de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld: in Gent (“Turkije aan de Leie”) wonen naar schatting 25.000 Turken.
Milli Görüs is resoluut antiwesters, antidemocratisch en antiseculier. De organisatie leunt trouwens aan bij de moslimbroeders. Haar logo spreekt boekdelen: het stelt Europa voor met erboven een grote Turkse halve maan. Een aantal inlichtingendiensten van Europese landen noemt de beweging staatsgevaarlijk en stelt dat ze de rechtsstaat wil vervangen door de «rechtvaardige orde» van de islam. De organisatie stuurt er op aan dat meisjes een hoofddoek dragen, ook in de scholen. Haar voornaamste activiteit is echter de oprichting van en controle over moskeeën.
In Straatsburg werd het project voor de enorme Eyyûb-Sultanmoskee door het stadsbestuur goedgekeurd op 11 juni 2015. Initiatiefnemer is Milli Görüs. Het islamitisch gebedshuis krijgt een onverbloemd Ottomaans voorkomen, met twee minaretten van 36 m hoog. Het complex zal 5500 m² beslagen en een van de grootste moskeeën van Europa worden.
«GELOVIGEN» EN «AFVALLIGEN»
De Koran verdeelt de mensheid in twee categorieën: enerzijds de «gelovigen» die de volmaakte godsdienst omhelsd hebben en anderzijds de «afvalligen», Joden en christenen, tegen wie een onverzoenlijke oorlog moet gevoerd worden. Soms kan er tijdelijk een wapenstilstand heersen, om de commerciële belangen te verzekeren. Maar het doel blijft: de definitieve overwinning door de afvalligen uit te roeien of tot slaaf te maken, tenzij ze zich bekeren tot de islam.
Die bekering tot de godsdienst van de Koran is zich meer en meer aan het voordoen. Een triest voorbeeld is dat van Sophie Pétronin, stichtster van een ngo voor humanitaire hulp aan kinderen in Mali. Ze werd in 2016 ontvoerd door een groep jihadisten en in oktober van dit jaar vrijgelaten, tegen betaling van een losgeld en de vrijlating van meer dan 200 moslimstrijders. Tijdens haar gevangenschap vond zij er niets beters op dan een “geestelijke retraite” te doen en zich te bekeren tot de islam… Allicht was dat de prijs die zij moest betalen om haar hoofd te redden, zoals het in een niet zo verre toekomst misschien ook het geval zal zijn voor veel Fransen.
Frankrijk is geen racistisch land, zoals onze vader, abbé de Nantes, altijd onderstreept heeft: «Doorheen de eeuwen zijn de barbaren gekomen, veel vreemdelingen hebben zich op Franse bodem gevestigd, mensen hebben er het asiel gevonden dat zij zochten, het werk dat zij nodig hadden, het vaderland van hun geest en hun hart. Ze zijn Fransen geworden. Ons land en ons volk hebben heel wat barbaarse horden geassimileerd en veel grote vreemdelingen verleid, die voor verrijking gezorgd hebben door hun bloed, hun arbeid en hun genie. Anderen, die zich niet geassimileerd hebben en ook niet te assimileren zijn, bevinden zich ook vandaag nog op ons grondgebied; hen moeten wij op een wijze manier bekeren, veroveren of gewoonweg verdrijven» (CRC nr. 198, maart 1984).
Het is een feit dat Frankrijk vanaf de jaren 1970 een toestroom aan migranten heeft gekend zoals nooit tevoren, omdat de industrie toen dringend nood had aan (goedkope) arbeidskrachten. Die toestroom nam nog toe in 1975, toen de staatsraad besliste om een ministeriële omzendbrief uit 1972 te annuleren die tot dan toe voorwaarden verbond aan het binnenkomen en het verblijf van migranten: ze moesten bewijzen dat ze werk en een logement gevonden hadden. Daarop volgde de dictatuur van de Rechten van de Mens en mocht de regering de migratiestromen niet meer regelen in functie van de economische behoeften van het land; elke terughoudendheid bij de aankomst van vreemdelingen werd geïnterpreteerd als een daad van racisme en een aanslag op de menselijke waardigheid en het vrij verkeer van personen.
DE RECHTEN VAN DE IMMIGRANT
Het antiracisme dat in de daaropvolgende decennia steeds meer van zich laat horen (denk aan de beweging SOS racisme van Harlem Désir en zijn linkse kompanen) «is in feite de dekmantel voor een nieuw maatschappijproject waarin de migrant – en de moslim in het bijzonder – ophoudt een “arbeider op zoek naar werk” te zijn om een “slachtoffer” te worden. In naam van de “rechten” van dat slachtoffer gaat het antiracisme vervolgens de samenleving in een ander model gieten. Terwijl vroeger beleden werd dat de gehechtheid aan de natie primeert op alle andere overwegingen, evolueren we naar een maatschappij waarin de etnische afkomst niet alleen in rekening wordt gebracht, maar bovendien “rechten” oplevert. De val klapt dicht en al heel snel legt de kwestie van de immigratie het onderliggend probleem van de islam bloot» (Valeurs actuelles van februari-maart 2020).
De analyse van Valeurs actuelles is juist, maar toch ontbreekt er iets aan: men gaat een essentiële kwestie uit de weg en komt zo in een impasse terecht, dezelfde impasse waarin de instellingen van de Republiek zich vandaag vastrijden.
De rechten van de immigrant, de rechten die door de moslims opgeëist worden, zijn niets anders dan de rechten van de mens, dat wil zeggen het fundament waarop de Franse Republiek gegrondvest is. Alle instellingen van de staat hebben de opdracht die rechten toe te passen en te doen respecteren. Geen enkele wet, geen enkele gerechtelijke beslissing kan afgekondigd worden zonder dat er rekening wordt gehouden met die rechten van de mens, die in theorie aan iedereen toegekend worden, maar in de praktijk onmogelijk voor iedereen kunnen gelden.
Abbé de Nantes heeft het zo duidelijk uitgelegd: die rechten van de mens maken van elk individu een autonoom persoon met absolute rechten in zijn strijd met de anderen en met het gezag. Per definitie ondermijnen die rechten elke menselijke orde. Het is in naam van de rechten van de mens… en van de vrouw dat de relaties tussen de echtgenoten voortaan gebaseerd zijn op een strikte gelijkheid, die leidt tot de vernietiging van het gezag van de vader als gezinshoofd en dus tot de systematische afbraak van het gezin, dat nochtans de basiscel is van elke vorm van gemeenschapsleven.
En hetzelfde geldt op het niveau van de staat: de rechten van de mens lagen aan de basis van de Franse Revolutie die een einde maakte aan het ancien régime, en tot op heden leven wij onder de beginselen van 1789. De Revolutie was antichristelijk, zodat het niet verwonderlijk is dat het einddoel van de rechten van de mens simpelweg de afrekening is met Jezus Christus, Koning van de wereld en soevereine Wetgever.
Vandaar de obsessieve en sectaire laïciteit van onze republikeinse instellingen, die in naam van de rechten van de mens systematisch en radicaal weigeren om de katholieke godsdienst en de Kerk enige invloed te laten hebben in het openbare, politieke en sociale leven van Frankrijk. In naam van die laïciteit lanceerde de Republiek op het einde van de 19de eeuw een gewelddadige vervolging tegen de leden van congregaties en orden in Frankrijk, om hen uit te sluiten uit het onderwijs en alle liefdadige werken waarmee zij zich bezig hielden, om hen van het nationaal grondgebied te verdrijven en om de kerken leeg te plunderen. Tenslotte werd in 1905 de wet op de scheiding van Kerk en Staat aangenomen om het sociale Rijk van Christus tot in zijn laatste sporen te vernietigen. Een wet die nog altijd van kracht is!
GEVAARLIJKE ILLUSIES
De katholieke Kerk heeft haar eigen situatie nog rampzaliger gemaakt door op het Tweede Vaticaans Concilie, in 1965, de verklaring Dignitatis humanae aan te nemen: zij vraagt daarmee aan de staten enkel het sociaal recht op godsdienstvrijheid, zoals zijzelf het erkent met betrekking tot alle mogelijke religies of pseudoreligies. Sindsdien is zij alleen maar verder verschrompeld en mist zij de vitaliteit en de kracht om weerwerk te bieden aan de islam.
En wat te denken van het onderscheid tussen een “gematigde” en een “radicale” islam? Dat onderscheid bestaat enkel in de geest van afvallige christenen, die uit zijn op comfort en (bedrieglijke) veiligheid. Zij kennen de Koran niet en verkiezen te leven in een illusie, in een valse geest van verdraagzaamheid hen ingegeven door de ideologie van de rechten van de mens en de waardigheid van de menselijke persoon.
Dat de Republiek niet in staat is tot een samenhangend antwoord op de islamdreiging bewijst de discussie over de hoofddoek. De enen verzetten zich ertegen als een inbreuk op de laïciteit, de anderen roepen de rechten van de mens, de vrijheid van geweten en de godsdienstvrijheid in om de hoofddoek wél toe te laten. Van die verdeeldheid maakt de islam gebruik om andere zaken door te drukken: de boerkini, de rekken met halalvoeding in de supermarkten, de oprichting van koranscholen enz.
Gelukkig voor ons heerst er binnen de islam en onder de moslims een grote verdeeldheid. Veel mohammedanen pratikeren hun geloof helemaal niet op een fanatieke manier en vragen slechts één ding: in vrede te leven. Dat spreekt voor zich. Maar het is ook vanzelfsprekend dat velen de invloed ondergaan van de jihadisten, die dus een reëel gevaar vormen voor de orde en de vrede in ons land. Die jihadisten moet men met alle middelen opsporen en, net zoals wilde beesten, definitief “neutraliseren”. Het is een kwestie van leven of dood.
NEUTRALITEIT… TEGEN HET KATHOLIEK GELOOF
De laïciteit van de Franse Republiek neemt de vorm aan van zogezegde levensbeschouwelijke neutraliteit, maar die verbergt slecht de vooringenomenheid tegen de goede God en tegen Jezus Christus van wie het bestaan ontkend worden, met alle gevolgen van dien op politiek, economisch, sociaal, wetenschappelijk, filosofisch en cultureel vlak.
Bovendien wordt die neutraliteit altijd geniepig beoefend in het voordeel van de islam. Die godsdienst vertegenwoordigt niet alleen een electoraal reservoir dat beter niet verwaarloosd wordt, maar is ook een uitgelezen bondgenoot voor de vestiging van een multiculturele samenleving die niet meer christelijk is. Want de katholieke godsdienst, de Kerk en het katholiek nationalisme in al zijn vormen waren in het verleden, zijn vandaag en zullen in de toekomst altijd de echte vijanden van de Republiek zijn. Daarom gebruikt de Franse staat de islam als oorlogsmachine tegen het katholicisme. Nooit of te nooit zal de Republiek tot verstandhouding met de Kerk proberen te komen om te strijden tegen de oprukkende islam!
Daags na de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo in naam van de islam (12 januari 2015), kwam minister van Justitie Christiane Taubira deze godsdienst ter hulp door alle Franse parketten de opdracht te geven «om met de grootste gestrengheid op te treden tegen afkeurenswaardige, hatelijke of misprijzende woorden en daden ten gevolge van het behoren tot een bepaalde godsdienst.» Streng verbod dus op welke christelijke reactie ook! Ander voorbeeld: op 8 september 2020 brak de nieuwe groene burgemeester van Lyon, Grégory Doucet, met een traditie waaraan al zijn voorgangers zich onderwierpen; hij weigerde in de basiliek van Fourvière deel te nemen aan de ceremonie van hernieuwing van de Gelofte van de schepenen, uitgesproken in 1643 om een pestepidemie te bezweren. Zijn argument, het principe van de laïcité, belette hem niet om de dag daarop de eerste steen te leggen van een nieuwe moskee, de vijftiende al in Lyon!
En als Emmanuel Macron voor binnenkort het einde van het thuisonderwijs aankondigt om beter te kunnen vechten tegen het “islamistisch separatisme”, dan geldt dat ook voor de brave katholieke gezinnen die hun kinderen zolang mogelijk uit de greep van het decadente Franse onderwijssysteem willen houden.
Ondertussen weet de Franse president er niets beters op dan het recht op karikaturen en op blasfemie te verdedigen als een van de fundamentele rechten van de mens… Met als resultaat ziedende woede in heel de moslimwereld, boycot van Franse producten en de oproep, door een organisatie die nauw aanleunt bij Al-Qaeda, om met het blote wapen individuele acties te ondernemen bij kerken en andere symbolen van de christenheid. Op 30 oktober ging een Tunesische migrant, die Europa binnengekomen was via het eiland Lampedusa – dat paus Franciscus zo nauw aan het hart ligt – tot de daad over. Drie onschuldige katholieke gelovigen werden in de basiliek van Nice ritueel gedood terwijl de dader «Allah ’akbar» riep…
broeder Bruno van Jezus-Maria