DE ACTUALITEIT DOORGELICHT

SEPTEMBER 2022

HET SYNODALE PROCES
BESMET HEEL DE KERK

In september 2021 kondigde paus Franciscus aan dat hij een tweejarig synodaal proces opstartte voor heel de katholieke Kerk, dat zijn bekroning moet vinden in een algemene bisschoppensynode in oktober 2023 in Rome. De ondertussen binnengelopen vragen (eisen!) van de “basis” maken duidelijk dat de H. Vader een doos van Pandora geopend heeft... Alleen hijzelf kan het deksel weer sluiten, als hij in extremis bereid is een gezagsdaad te stellen gebaseerd op de onfeilbaarheid van het opperste leergezag. 

DUITSLAND BIJT DE SPITS AF…

EEN hele tijd geleden al spraken wij over Der Synodale Weg, het synodale proces dat in de Kerk in Duitsland in gang werd gezet in januari 2020: «De synodale weg… naar het schisma?» (verschenen in De actualiteit doorgelicht van juli-augustus 2020). De progressistische “basis” streeft naar een revolutionaire omvorming van de Kerk in Duitsland in protestantse zin: alles wat de katholieke godsdienst kenmerkt en er de grootsheid van uitmaakt, moet weg; de protestanten met hun “avondmaal” en hun vrouwelijke “voorgangers” zijn het na te volgen voorbeeld.

Ondertussen is de situatie op dramatische wijze verergerd nu ook paus Franciscus de synodaliteit hoog in het vaandel blijkt te voeren en opdracht heeft gegeven om overal een synodaal proces op te starten.

Sandro Magister, de gerenommeerde Italiaanse Vaticaankenner, publiceerde op 27 juni ll. op de site van Diakonos een verhelderend artikel over wat er bezig is en waarvoor wij beducht moeten zijn:  «Le synode allemand contamine toute l’Eglise, sans que le Pape ne le freine». We geven het nagenoeg integraal weer in vertaling en voegen er eigen commentaar aan toe.

«In een recent onderhoud met de directeurs van de Europese jezuïetentijdschriften, in schriftelijke vorm gegoten en gepubliceerd door La Civiltà Cattolica, zei paus Franciscus wat hij dacht van “de synodale weg” in Duitsland. Volgens hem “stelt zich een probleem wanneer de synodale weg komt van de intellectuele en theologische elites en zeer beïnvloed wordt door externe druk”; het zou integendeel moeten gebeuren “met de gelovigen, met het volk”.»

Wat de paus bedoelt met «externe druk» wordt niet verduidelijkt. Verwijst hij naar personen of bewegingen die achter de schermen aan de touwtjes trekken om hun agenda te realiseren? Hoe dan ook, de opmerking van Franciscus doet de wenkbrauwen fronsen.

Sandro Magister wijst er op dat het onderscheid tussen «elites» en «volk» erg relatief is: «Het werkelijke probleem is dat, wanneer men de vragen van de basis verzamelt of de mening van de gelovigen peilt, de resultaten nagenoeg identiek zijn aan wat wordt gedicteerd door de overheersende elite of door de externe druk. Het gaat om de eeuwige litanie van eisen: gehuwde priesters, vrouwelijke priesters, de nieuwe seksuele moraal en de democratisering van de Kerk.»

In juni 2019, toen de voorbereidingen voor Der Synodale Weg al in een vergevorderd stadium waren, «deelde de paus zijn ongerustheid over de synode in Duitsland mee in een brief die hij, zo werd onderstreept, “volledig zelf opstelde”. Maar daarna heeft hij het proces zijn gang laten gaan zonder nog te proberen het af te remmen. Hij leek ook geen enkele aandacht te hebben voor de noodkreten geslaakt door kardinaal Walter Kasper, die in het begin van zijn pontificaat zijn belangrijkste referentiepunt als – progressief – theoloog was. Kasper definieerde de synode als “een poging tot staatsgreep” en twijfelt eraan of zij wel “echt katholiek kan genoemd worden”.»

De Duitse kardinaal Walter Kasper, lid van de Romeinse Curie tussen 1999 en 2010, behoorde tot de progressistische “maffia van Sankt Gallen” die in 2005 de uitverkiezing van Joseph Ratzinger als Opperherder absoluut wou beletten. In het synodale proces staat hij op de rem, maar hij zal ondervinden dat revoluties niet halverwege kunnen tegengehouden worden.

De ommezwaai van kardinaal Kasper (°1933), tot voor kort een invloedrijke curiekardinaal, spreekt boekdelen. Hij doctoreerde bij Hans Küng en werkte verschillende jaren onder zijn leiding. Toen kardinaal Ratzinger hoofd van de Congregatie voor de geloofsleer was, had Kasper met hem een gespannen relatie: hij bekritiseerde o.m. het document Dominus Iesus omdat de toon en de stijl ervan beledigend voor de protestanten zouden zijn. Dat juist zo iemand aangaande Der Synodale Weg aan de alarmbel trekt, is bijzonder verontrustend.

… EN DE WERELDKERK MOET VOLGEN

En toen kondigde de paus in 2021 voor heel de Kerk een algemene synode aan, die moest vertrekken «vanuit de periferie en de basis» en haar bekroning zou moeten vinden in een algemene zitting in Rome in oktober 2023… Kerknet.be schreef daar onder de titel «Paus Franciscus wil een synodale Kerk» het volgende over: «Het secretariaat van de bisschoppensynode heeft vandaag twee belangrijke documenten gepubliceerd, als onderdeel van de voorbereiding voor de 16de Gewone Algemene Bisschoppensynode die alles bij elkaar twee jaar in beslag zal nemen en waarbij de paus de hele wereldkerk wil betrekken. […] Het synodale proces start op 9 en 10 oktober in Rome en op 17 oktober in de lokale kerken» (7 september 2021).

Vaticanist Magister: «In het begin werd er niet veel aandacht besteed aan het bijeenroepen van die algemene synode. Het thema dat paus Franciscus ervoor gekozen had, de “synodaliteit”, leek zo abstract en saai dat de media verkozen er niet bij stil te staan. Maar nauwelijks begonnen de bisdommen te peilen naar de meningen van de priesters en de gelovigen of men zag ogenblikkelijk met wat voor soort litanie van verzoeken men zou te maken krijgen. Het resultaat is dat de bisschoppenconferenties vandaag syntheses in handen hebben van de eerste, gedecentraliseerde fase van de synode die in feite kopieën zijn van de Duitse synodale weg…»

De Franse bisschoppen bijeen in “assemblée plenière” in Lourdes. Als onvervalste pilatussen spraken zij geen oordeel uit over de verregaande synodale voorstellen van hun kudde, maar stuurden alles op naar de paus.

Magister geeft Frankrijk als voorbeeld. «Midden juni kwam de Franse bisschoppenconferentie samen in buitengewone zitting om een samenvatting uit te werken gebaseerd op de synodale antwoorden van de verschillende diocesen; die samenvatting moest dan aan Rome bezorgd worden. Op het ogenblik dat het opgestelde document gestemd werd, keurde de bisschoppenconferentie de inhoud ervan niet goed: de bisschoppen beperkten er zich toe vast te stellen dat duizenden ondervraagde priesters en gelovigen akkoord gingen met de verzoeken in het werkstuk. Die aan Rome gerichte verzoeken behelzen precies het “overstijgen” van het priestercelibaat; de wijding van vrouwen tot het diaconaat en het priesterschap of tenminste, “als eerste stap”, de toelating dat zij homilieën mogen houden tijdens de mis; de veralgemeende toegang van hertrouwde echtgescheidenen en homoseksuele koppels tot de sacramenten.»  

Het is eigenlijk onvoorstelbaar hoe de Franse bisschoppen zichzelf verlagen tot niets meer dan een doorgeefluik van de eisen van de basis. Zij nemen geen standpunt in en schuiven de hete aardappel gewoon door naar de paus, alsof ze willen zeggen: «U hebt het allemaal in gang gezet, u moet er dan maar de gevolgen van dragen. Wij wassen onze handen in onschuld.»

De Franse zuster Nathalie Becquart van de congregatie van de Xaverianen werd in februari 2021 door paus Franciscus benoemd tot adjunct-secretaris van de bisschoppensynode. Zij vroeg hem om een symbolisch gebaar te stellen dat het hem menens was met de promotie van vrouwen: het benoemen van een vrouw om de jaarlijkse retraite van de Romeinse Curie te leiden.

Zelfde resultaat in Ierland, waar de bisschoppen een grote peiling onder de gelovigen hebben georganiseerd. «Daaruit kwam tevoorschijn dat nagenoeg de totaliteit van de Ierse katholieken gehuwde priesters en vrouwelijke priesters wil. 85 % wenst dat de veroordeling van homoseksuele daden overstegen wordt. 70 % is van mening dat ook de leken beslissingsmacht in de Kerk kunnen uitoefenen en een groot aantal wil dat men in de mis stopt met de “bloedige” lezingen uit het Oude Testament. Zuster Nathalie Becquart, die in Rome de functie vervult van adjunct-secretaris van de synode over de synodaliteit, was aanwezig op de bijenkomst van de Ierse bisschoppenconferentie in juni. Zij verklaarde dat het de eerste keer was dat de Kerk zo’n wereldwijde bevraging op het getouw zette, die van paus Franciscus moest beginnen aan de basis. “Niemand weet waar deze synode zal stoppen”, besloot zij, “maar het is precies daarom dat we moeten openstaan voor de verrassingen van de H. Geest.”»

DE BELGISCHE NATIONALE SYNTHESE

Ook in ons eigen land werd het synodale proces gevoerd. Op 6 juli werden de besluiten door de bisschoppen bekend gemaakt in een Nationale synthese van het synodaal overleg in de Kerk in België. Kerknet.be vatte de krachtlijnen als volgt samen:

#1 Onze droom: een solidaire Kerk. We dromen van een Kerk die een verbindende rol kan spelen, die openstaat voor leven gevende kerkplekken en oog heeft voor de veranderingen in de maatschappij. Een Kerk die solidariteit en wederzijdse ondersteuning beleeft, die openstaat voor andere levensbeschouwingen. We dromen van een Kerk die inclusief is, bemoedigend, gastvrij voor iedereen, zonder onderscheid of oordeel, barmhartig en vreugdevol. Een Kerk die ons zendt in de wereld en naar mensen toegaat daar waar ze leven.

#2 Diversiteit in het priesterschap. De katholieke Kerk zou in haar leer nog meer mogen inzetten op diversiteit. Net als in de Oosters-katholieke Kerken, zou ook in de Rooms-katholieke Kerk het gehuwde priesterschap mogelijk moeten worden. In groot respect voor christelijke Kerken die na diepgaand overleg de beslissing hebben genomen om het gewijde ambt voor vrouwelijke kandidaten open te stellen, vragen we verdere reflectie zodat de katholieke Kerk in de toekomst de roeping van vrouwen tot het priesterschap kan erkennen. De uitsluiting van bepaalde thema’s van de theologische agenda staat immers haaks op een synodale cultuur in onze Kerk. 

#3 Relaties en seksualiteit niet veroordelen. Voor samenwonende koppels, homoseksuele koppels en hertrouwde uit de echt gescheiden personen wordt gevraagd dat de Kerk hun vraag naar erkenning (ritueel en sociaal) beantwoordt vanuit een interpretatie van relaties en seksualiteit die meer in overeenstemming is met het gebod van liefde.

De katholieke Kerk in België is al jaren in vrije val. De trouwe katholieken die elke zondag de H. Mis bijwonen, krijgen nu in de Nationale synthese van het synodaal overleg te horen dat «Kerk zoveel meer is dan zondagsmis» en dat «de liturgische taal vervreemdend werkt». Wil men ook de laatsten van de Mohikanen gedesillusioneerd buitenwerken? En wie verwacht men in hun plaats?

#4 Jongeren en nieuwkomers. De verwachting van jongeren is om een eigentijdse Kerk te zijn, met aandacht voor begrijpbare liturgie waarin zij kunnen participeren. Ze verwachten dat we inzetten op (digitale) communicatie en op authentieke geloofsgetuigen die hen het christelijk verhaal leren kennen. Er is een breed gedeeld aanvoelen dat de boodschap van de Kerk niet aansluit bij het leven van mensen in onze samenleving vandaag. Voor mensen die buiten het christelijke geloof staan, slagen we er nauwelijks in op een inspirerende manier getuigenis af te leggen van wat ons drijft. Voor wie toenadering zoekt, vallen we terug op verkondiging en catechese die niet aanstekelijk genoeg zijn en dus niet werven. Voor wie mee komt vieren, gebruiken we liturgische taal die vervreemdend werkt. We moeten werk maken van vertaling en vertolking van de Blijde Boodschap voor de concrete context van onze samenleving. 

#5 Kerk is zoveel meer dan zondagsmis. Er is ook behoefte aan nieuwe plekken, buiten de parochies, om geloofservaringen op te doen en bruggen te slaan tussen verschillende wegen van innerlijkheid, om de weg van het christelijke gebed te gaan. 

In België klinkt het deuntje dus net zoals in andere landen: nog verder doorgaan op het zo noodlottig gebleken pad van de “hervorming”. Wat begon in 1962 met «het openzetten van de vensters» (Joannes XXIII) wordt nu een storm met orkaankracht die met louter menselijke middelen onmogelijk nog in te tomen is.

DE PROGRESSISTEN AAN DE HEFBOMEN

Terug naar Sandro Magister : «Zuster Nathalie Becquart, die op de synode hetzelfde stemrecht zal hebben als de bisschoppen, maakt deel uit van het onmiskenbaar progressistische trio dat door paus Franciscus aan het hoofd van de synode is geplaatst. De andere twee zijn de Maltese kardinaal Mario Grech en de Luxemburgse kardinaal Jean-Claude Hollerich, jezuïet en algemeen verslaggever.»

Mario Grech is afkomstig van Gozo, het zustereiland van Malta, en werd kardinaal in 2020. Hij pleit al langer voor een wijziging in de leer van de Kerk met betrekking tot homoseksualiteit en zei daarover in een interview (2018): «“Zwart” en “wit” bestaan nog altijd, maar de grijze zone tussenin is groter geworden. Het is in die grijze zones dat we op zoek moeten gaan.»

De 65-jarige Grech is een rijzende ster binnen het Vaticaan. In 2020 benoemde Franciscus hem tot lid van de Pauselijke raad voor de bevordering van de christelijke eenheid en creëerde hij hem kardinaal. In 2021 werd hij opgenomen in het Opperste tribunaal van de apostolische signatuur. De Maltese kardinaal zei in een interview dat «er een beweging aan de gang is waardoor de Kerk een opvallender vrouwelijk gelaat kan verwerven, dat ook het gelaat van Maria weerspiegelt». Maar Onze-Lieve-Vrouw, zo lezen we in de H. Schrift, «bewaarde alles in haar hart» en had er geen behoefte aan voor een mannelijk publiek in de schijnwerpers te gaan staan. 

Hollerich (°1958) liet na het ontvangen van de kardinaalshoed in 2019 optekenen dat hij zijn steun gaf aan de wijding van gehuwde mannen tot het priesterschap. Een jaar later verklaarde hij dat «de belangrijkste vraag op dit moment de rol van vrouwen in de Kerk is»; hij zei ook bereid te zijn de wijding van vrouwen in overweging te nemen: «Ik sta ervoor open. Het is duidelijk dat de huidige situatie niet volstaat» (Katholisch.de, 18 september 2020). Dat de pandemiemaatregelen veel oudere mensen wellicht voorgoed uit de kerken verjaagd hebben, vindt de Luxemburgse prelaat geen slechte zaak: «Zo’n overwegend cultureel katholicisme kon niet blijven bestaan.» Een typisch modernistische, hatelijke uitspraak aan het adres van de zogezegd “formalistische” gelovigen die elke zondag trouw deelnemen aan het H. Misoffer.

De Luxemburgse kardinaal Jean-Claude Hollerich, progressist in hart en nieren. Onlangs nog stelde hij dat de leer van de Kerk dat homoseksuele relaties zondig zijn verkeerd is: «Ik ben van mening dat de sociologisch-wetenschappelijke basis voor die leer niet langer correct is» (National Catholic Reporter, 2 februari 2022).

«En alsof dat alles niet volstaat», gaat Magister verder, «heeft de paus aan die beide kardinalen een werkgroep toegevoegd die moet nagaan hoe de Duitse synode kan verzoend worden met die van de Wereldkerk. Deze informatie werd meegedeeld door de voorzitter van de Duitse bisschoppenconferentie, Mgr. Georg Bätzing, van wie de revolutionaire plannen nog veel verder gaan dan de toch al stoutmoedige doelstellingen van kardinaal Hollerich. Bätzing gaf zelfs toe dat hij “ontgoocheld” was door de té trage vooruitgang die de paus maakte.

DE REGENBOOGREVOLUTIE

Is er dan helemaal geen tegenwind tegen de op gang zijnde zelfvernietiging van de Kerk?

«Verschillende bisschoppen en kardinalen hebben tevergeefs aangeklopt bij de Congregatie voor de geloofsleer met de vraag dat de meest gedurfde stellingen van kardinaal Hollerich zouden tegengesproken worden, vooral zijn standpunten die de doctrine over de seksualiteit en de homoseksualiteit omverwerpen. De congregatie zwijgt en iedereen is van mening dat zij gemuilkorfd wordt door de paus. Onder de nieuwe kardinalen die door Franciscus op Hemelvaartszondag aangekondigd werden, zijn er minstens twee die aanhangers zijn van deze leerstellige revolutie: de bisschop van San Diego, Robert McElroy, en de aartsbisschop van Manaus, Leonardo Ulrich Steiner.

«De carte-blanche-politiek van de paus ten opzichte van de Duitse synodale weg heeft tot gevolg dat het aantal van hen die zich gemachtigd voelen om zich overeenkomstig te gedragen alleen maar toeneemt in de schoot van de Kerk. In Duitsland ontstond ophef toen driehonderd franciscaanse broeders als provinciale overste Markus Fuhrmann kozen, die enkele weken tevoren openlijk had verklaard homoseksueel te zijn. En die uiteraard een vurige promotor is van de meest extreme nieuwigheden die in de steigers van Der Synodale Weg staan.»

Franciscanen nemen in New York City deel aan een LGBT-gebeuren (2021).

Na zijn verkiezing zei Fuhrmann in een interview: «Ik zie dit als een opportuniteit dat wij als Kerk kleurrijk zijn, dat ook de Kerk “queer” is, dat het dit is wat God wil. Het stemt overeen met de diversiteit van de schepping en het is daarom niet meer dan normaal» (Church Militant, 12 juni 2022).

«In Zwitserland dwong Mgr. Joseph Marie Bonnemain, bisschop van Chur, zijn priesters en diocesane medewerkers om een “regenboogcharter” te ondertekenen waarin zij zich onder meer engageren “om af te zien van elk globaal negatief oordeel over zogezegd niet-Bijbelse gedragingen inzake seksuele geaardheid”.

«En in het Italiaanse aartsbisdom Bologna sloot een mannelijk koppel op 11 juni een burgerlijk huwelijk op het stadhuis, waarna zij onmiddellijk daarna hun “jawoord” vierden in de kerk tijdens een mis voorgegaan door de verantwoordelijke voor de gezinspastoraal van het aartsbisdom, don Gabriele Davalli. Een communiqué van het aartsbisdom probeerde naderhand zo goed en zo kwaad als het ging te rechtvaardigen wat er gebeurd was door te beweren – ondanks de heldere feiten – dat het simpelweg ging om een dankmis voor de katholieke LGBT-groep “In cammino”, waarvan beide mannen deel uitmaken.

«Kortom, de besmetting van de Duitse synodale weg, die de paus niet meer in de hand heeft, is de grenzen overgestoken en dreigt de algemene synode over de synodaliteit zelf in een welbepaalde richting te duwen. De zinderende open brief die op 11 april naar de Duitse bisschoppen gestuurd werd door de kardinalen Francis Arinze, Raymond Burke, Wilfried Napier, George Pell, Camillo Ruini, Joseph Zen en door een honderdtal aartsbisschoppen en bisschoppen van over de hele wereld, is een maat voor niets gebleken.

«Hoe dan ook, volgens kardinaal Ruini heeft een belangrijk deel van de Kerk reeds de limieten van de katholieke leer overschreden op minstens één punt: de goedkeuring van homoseksuele daden. “Ik ontken niet dat het risico van een schisma bestaat”, verklaarde de Italiaan in een interview met Il Foglio op 4 mei jl. “Maar ik heb vertrouwen dat zoiets met de hulp van God kan te boven gekomen worden.”»

* * *

De gedachtegang die ten grondslag ligt aan al deze modernistische en progressistische plannen is de overtuiging dat de Kerk zich moet aanpassen aan de “waarden” van de wereld. «De Kerk moet de dialoog aangaan met de wereld», zei paus Paulus VI in zijn encycliek Populorum progressio. Maar wat is de moderne wereld? Abbé de Nantes, de stichter van De katholieke Contrareformatie in de 20ste eeuw, gaf er de definitie van: «een wereldwijde samenleving die zichzelf wil definiëren volgens zuiver menselijke waarden, en die zo ook wil leven en zich ontwikkelen, los van het gezag en de principes van Christus’ Kerk».

De Kerk van Vaticanum II wou niet meer onderrichten of veroordelen, enkel nog “in gesprek gaan” met een wereld die de voorbije decennia alsmaar antichristelijker, hoogmoediger en verdorvener geworden is. De kerkelijke gezagsdragers zitten vandaag in een impasse: als Rome de wet van God niet meer wil voorhouden aan de wereld, dan zal de wereld zijn eigen wetten opleggen aan de Kerk. Steeds meer prelaten werpen zich plat op de buik voor de “normen” en “cultuur” van de hedendaagse maatschappij en willen dat de Kerk zich daarnaar plooit. 

HET VERHEVEN KARAKTER VAN HET PRIESTERSCHAP

Abbé Georges de Nantes draagt de Mis op in openlucht in Annecy (1980).

De moderne Kerk is helemaal vergeten wat de waardigheid en de unieke aard van het priesterschap zijn. Abbé de Nantes brengt de onvervalste leer in herinnering in een artikel over Het kerkelijk celibaat: waarom?

«Het priesterschap is de door God gekozen instelling om op tastbare wijze aan zijn uitverkorenen zijn Waarheid, zijn Leven en zijn Wet mee te delen en om hen met Hem te verenigen in eeuwigheid. Zo is elke priester middelaar tussen God en de mensen.»

De priester is een tweede Christus, alter Christus. Geen vrouw, geen leek kan hem vervangen.

«Het Concilie van Trente heeft het priesterschap gered van de ondergang waarin de protestantse ketterij het stortte, door de sacramentele eigenheid ervan te vrijwaren. Tegenover de “woordbedienaars” en “dominees” die de hervormde gemeenschap afvaardigt voor de protestantse prediking en het protestantse avondmaal, heeft het Concilie van Trente gelukkig de priesterwijding behouden in al haar goddelijke macht om de hostie en de kelk van het misoffer te consacreren en om de zonden te vergeven. De grootsheid van het sacrament van het priesterschap en het belang van de macht die het verleent, hebben lange tijd volstaan voor de westerse christenen om het kerkelijk celibaat te rechtvaardigen: de definitieve verzaking aan het huwelijk en aan wat eruit voortvloeit, omwille van de liefde voor Jezus Christus en de dienstbaarheid aan de Kerk.

«Maar de modernistische dwaling, die overal is doorgedrongen, heeft deze heldere kijk op het priesterschap en zijn goddelijke oorsprong, en dus ook op de uitmuntende waardigheid ervan, vertroebeld. Nu de Kerk “het volk van God” geworden is, hebben de leken voorrang; iedereen is nu verantwoordelijk voor de verspreiding van het Evangelie. Het is de gemeenschap die missionarissen op pad stuurt om het Evangelie te verkondigen of die de uitreiking van de communie regelt. Een protestantse dominee kan dat nu al doen, een door de gemeenschap verkozen leek zal dat morgen kunnen, een vrouw overmorgen. Van de drie hoofdtaken van de priester, namelijk onderricht, heiliging en bestuur, resten er slechts functies, diensten en volmachten zonder sacramentele eigenheid of goddelijk gezag» (Het sacrament van het priesterschap in CRC nr. 117, mei 1977).

In deze geprotestantiseerde context lijkt het kerkelijk celibaat uiteraard ongerijmd en ongepast of heeft het op zijn minst slechts een betrekkelijke waarde. Maar dan verliest men uit het oog dat er een nauwe band bestaat tussen het priestercelibaat en het christelijke huwelijk. Abbé de Nantes legt uit:

«Het kerkelijk celibaat ligt weliswaar niet in de natuur zelf van het priesterschap besloten, vermits het geen goddelijk voorschrift is maar gewoon een positieve wet van de Latijnse Kerk. Nochtans beantwoordt die wet aan een morele en herderlijke noodzaak, waaraan men niet onmiddellijk denkt maar die toch voor de hand ligt: de Kerk moet de celibaatsregel in stand houden om het zedelijk niveau van de samenleving op peil te houden, vooral inzake het “statuut” van de vrouw, en moet ervoor zorgen dat er voldoende vurige geestelijken zijn die het evangelisch ideaal zo dicht mogelijk benaderen en de gezinnen dus goed kunnen begeleiden. Paradoxaal genoeg zou men dus kunnen stellen dat de wet op het kerkelijk celibaat gerechtvaardigd wordt door… de waardigheid van het sacrament van het huwelijk! 

«Elke ongeregelde overtreding van de celibaatsplicht staat gelijk met het neerhalen van de vrouw en een aanslag op de waardigheid van het huwelijk. Of het nu ging over gevallen van concubinaat van geestelijken in bepaalde zuiderse katholieke landen of over het huwelijk van priesters en kloosterzusters die plotsklaps van hun banden “bevrijd” worden, zoals in het Duitsland van Luther, altijd hebben deze toestanden een neergang van de zeden in gang gezet. Als aan God gewijde personen zo handelen en aan de bekoring toegeven, als ze zo driftig hun geloften verbreken, dan wordt het zonneklaar waarom ze dat doen: omdat de seksuele instincten de bovenhand gehaald hebben. Maar daardoor wordt tegelijkertijd het huwelijk ontheiligd. Men mag dan nog luid de onweerstaanbare kracht van de liefdeshartstochten inroepen, nooit zal men in staat zijn om tegelijkertijd de deugdzaamheid, de adel en de zelfvergetelheid van de echtelijke liefde te roemen. Het priesterschap zal er nooit voordeel uit halen als priesters met een vrouw mogen samenleven of als het wettelijk celibaat wordt afgeschaft, maar het zal vooral een belediging van het huwelijk zijn omdat dit dan herleid zal worden tot niet meer dan de bevrediging van de lichamelijke instincten. 

«Het voorbeeld van de protestantse dominees laat vermoeden hoe het met een gehuwde katholieke geestelijkheid gesteld zou zijn. Er zijn waardige en oprechte dominees die goede, gehuwde huisvaders zijn. Maar het lijdt geen twijfel dat, op enkele zeer zeldzame uitzonderingen na, hun taak er zwaar onder lijdt. Ook bij hen is er een nijpend roepingentekort dat onze hervormers zou moeten doen nadenken. Men moet ervan uitgaan dat in het geval van een katholieke geestelijkheid die samengesteld is uit gehuwde familievaders, het priesterschap zijn twee eeuwenoude en onvergelijkbare eigenschappen zal verliezen, namelijk zijn mystiek karakter en zijn apostolische zelfverloochening. In het beste geval wordt het een matig gewaardeerd vrij beroep, zoals in de protestantse landen, in het slechtste geval een “noodzakelijke en niet lonende baan” zoals bij de straatarme Slavische geestelijkheid.

«Weinigen zullen dat in ons oecumenisch klimaat durven zeggen om niet de indruk te wekken onze afgescheurde broeders af te breken. Maar een idyllisch beeld van hun godsdienstige gemeenschappen schetsen is een leugen en het betekent dat we de unieke volmaaktheid van de katholieke Kerk ontwaarden. De waarheid bestaat erin te zeggen dat de geest van gebed sedert eeuwen vrijwel niet meer bestaat in het Oosten, en nog minder bij de protestanten. De besten onder hen lijden eronder en erkennen het…» (Lettre à mes amis nr. 234 van 15 september 1966).

Link naar het volledige artikel van abbé de Nantes: https://nl.crc-resurrection.org/onze-doctrine/godsdienst-theologie-moraal/kerkelijk-celibaat.html

redactie KCR