29 NOVEMBER 2015

De Advent : vreugdevolle verwachting
van de terugkeer van Christus

MEN kan de liturgische tijd van de Advent aanvangen met zeer uiteenlopende gevoelens : in vreugde of boetedoening. Zich voorbereiden op de komst van Jezus door de zuivering van onze ziel en boetedoening, dat is de ascetische weg en die is steeds goed en aan te bevelen. Zelfs als dit van ondergeschikt belang is, is het gerechtvaardigd en goed boete te doen door te denken aan al het lijden en alle beproevingen van het joodse volk dat zijn Messias verwacht heeft doorheen zovele rampen, ongelukkige gevolgen van zijn zonde. Om de Messias waardig te ontvangen is dat volk lang en hard voorbereid. Het heeft zich er met veel moeite ontvankelijk voor gemaakt. Op dezelfde wijze kunnen wij onze ziel ontvankelijk maken om Christus met Kerstmis te ontvangen, door een soort van bekering, een progressie, een vervolmaking van ons leven.

Maar toch ! Heel de liturgie van de Advent wordt beheerst door vreugde, met hoogtes en laagtes, dat wel, met zondagen waarbij de liturgie er meer een is van boetedoening en andere waar ze vol jubel is, zoals vandaag, of de derde zondag die helemaal toegewijd is aan de Maagd Maria. Maar de Advent is steeds en voor alles de vreugdevolle verwachting van de Menswording van het Woord.

Het is het moment om te mediteren over het Oude Testament, om zich onze eerste ouders te herinneren die verjaagd werden uit het Paradijs, maar die de belofte ontvingen van een Verlosser en van een buitengewone vrouw die de kop van de duivel zal verpletteren. Die vrouw is de Maagd Maria en zij is de dochter van Abraham die de voorspelling incarneert, de belofte gedaan aan Abraham, die wij tegenkomen in het Magnificat en het Benedictus. Over haar en over Hem, haar goddelijk kind, hebben profeten zoals Jesaja zich bijzonder verheugd. We moeten er ons rekenschap van geven dat als het joodse volk hardhandig door God werd aangepakt omwille van zijn zonden en ontrouw, het door een immense hoop werd bezield. Deze vreugdevolle hoop bezielt zoveel psalmen die lofbetuigingen of aanroepingen zijn : het woud trilt van blijdschap, van vreugde omdat het rijk Gods komende is, enz.

De verwachting van de Advent vertoont enige gelijkenis met die van de zielen in het vagevuur ; ze zijn een en al opgewektheid en vreugde omdat ze weten dat ze op een dag God gaan zien. De trilling van deze vreugde is een brandwonde van verwachting van de ziel die zich voegt bij de geestelijke, fysieke brandwonde waardoor deze zielen gezuiverd worden. De vreugde overheerst in dit brandend verlangen omdat, wanneer men God gezien heeft, men Hem wil terugzien...

De beste, de grootste mystici van het Oude Testament brandden van verlangen de Verlosser te zien komen, en dus waren ze doordrongen van die onmetelijke vreugde. Laten we hen navolgen in deze geestesgesteldheid, laten ook wij de Bijbel doorbladeren en ons de meest extatische ogenblikken van deze Oude Geschiedenis voor de geest halen om te delen in die verwachting met het oog op aanstaande Kerstmis. Maar dat blijft toch een beetje eng en bekrompen als we de drempel van de innerlijke, persoonlijke vreugde niet overschrijden. We moeten komen tot de beschouwing van de wereldgebeurtenis.

De tekst van het Evangelie spreekt ons, paradoxaal genoeg, over het einde van de wereld, maar in een heel nauwkeurige zin, die van de tweede komst van Jezus. Om die reden kijken we niet meer achterom. Men moet dat niet op een revolutionaire manier zeggen zoals de modernisten, maar als wij voorwaarts kijken is dat omdat Hij, Jezus, gaat komen. Sint-Paulus heeft zijn ogen naar de toekomst gericht omdat Christus komen gaat.

Er zijn erg overtuigende tekenen, bijvoorbeeld het absoluut beslissende teken van Fatima. Het lijkt erop dat de tijd van de terugkomst van Christus nabij is. Men kan het Evangelie niet zingen of vernemen dat de zon verduisterd zal worden, dat de sterren en alle machten ter wereld aan het wankelen gebracht zullen worden, zonder te denken aan het grote teken van Fatima...

Wanneer dan al die dingen zullen komen, al die tekenen, zo zegt ons Sint-Lucas, hef dan het hoofd omhoog, wees verheugd want uw bevrijding is nabij. We stevenen af op wereldwijde rampen ; de politiek toont dat aan, maar ook vanuit mystiek oogpunt is dat zo : men is immers bezig de woorden van de Maagd Maria te vervormen om weerstand te kunnen bieden aan de wil van Onze-Lieve-Vrouw van Fatima, wat een opperste belediging is voor God die een korte maar vreselijke straf verdient. God biedt ons redding tegen een belachelijke prijs, maar men kijkt erop neer. Laten wij van onze kant proberen om de devotie tot het Onbevlekt Hart van Maria te beoefenen, die God behaagt, en laten we alle tegenwoordige moeilijkheden en de komende straffen aanvaarden als uitboeting voor de arme zondaars, waaronder wij de eersten zijn, opdat ze gered mogen worden.

Maar vandaag zou ik zeggen : hef het hoofd omhoog, want onze redding is nabij. Luisteren we veeleer naar de stappen van de Bruidegom die komt, rennend over de heuvels, klauterend over de bergen. Hij komt zijn welbeminde bevrijden die de gevangene van de Boze is.

Meteen is de Advent daardoor vervuld van vreugde. Het is vanuit de vreugde van de verwachting van de nabije redding dat we vertrouwen hebben en tot Jezus zeggen : Heer, we zullen ons niet laten beangstigen bij de gedachte aan de vreselijke straffen die we misschien zullen moeten ondergaan ; U zal ons de genade geven om ze te verdragen. Maar we willen gedurende de jaren die we nog in vrede mogen doorbrengen, leven in vreugde, opgewektheid en dankzegging, want als men trouw is aan het H. Hart van Jezus, aan het Onbevlekt Hart van Maria, dan wordt men overstelpt met zegeningen. Als men trouw is aan de boodschap van Fatima, als men trouw is aan de verering van het H. Aanschijn, kan ons niets slechts overkomen. We zijn om het zo te zeggen de voorhoede van de Kerk die opnieuw geboren zal worden doorheen apocalyptische gevechten, en nadien zal Rusland zich bekeren, zal er een tijd van vrede aanbreken, zoals de Allerheiligste Maagd gezegd heeft. Massa’s missionarissen en andere priesters, monniken, zusters zullen nodig zijn om de wereld te bekeren. Zuster Lucia heeft uitgelegd dat dit niet eenvoudig zal verlopen, want het is niet door een mirakel dat het aanschijn van de wereld van het ene moment op het andere veranderd zal worden. De missionarissen zullen een immense inspanning moeten leveren, een door God gezegend werk dat vergemakkelijkt zal worden door de mirakels die op dat ogenblik zullen plaatsvinden, maar toch moeten we er ons in vreugde op voorbereiden.

Wanneer we dan met Kerstmis het Kindje Jezus in de kribbe zullen vieren, moeten we naar de toekomst gerichte gevoelens hebben, gevoelens van volwassenen : we mogen niet enkel vertederd zijn door de aanblik van de mensgeworden Zoon van God in de kribbe, maar moeten ook in gedachte het schitterend beeld koesteren van de Zoon van God die op de wolken uit de Hemel terugkeert om te oordelen levenden en doden.

abbé Georges de Nantes
sermoen van 3 december 1989