25 OKTOBER 2015

Profetische waarschuwing

DE jaren 1980 zullen die van de grote goddelijke bijsturing van de afvallige wereld zijn. Ik zeg bijsturing omdat dit woord de gedachte van een voorbeeldige straf uitdrukt, maar ook van zuivering en remedie met het oog op een redding en een renaissance die al onze verwachtingen zullen overtreffen. De hoogmoed van onze generatie, oorzaak van verblinding en verharding, is absoluut verschrikkelijk. Als ze niet gestraft zouden worden, zouden de mensen nooit terugkeren naar hun Verlosser en Koning en zou de mensheid onherroepelijk in massa’s naar de hel gaan.

Het teken van Fatima zweeft over de wereld aan het einde van deze eeuw. Weldra zal de Maagd Maria ongetwijfeld niet langer de arm van haar Zoon kunnen tegenhouden, tenzij door een mirakel van vergevingsgezindheid. Als enig antwoord op het desastreuze nieuws van elke dag hebben we slechts de angst voor een Geheim, voor een waarschuwing die onze bekering had kunnen uitlokken, maar die de pausen niet hebben willen meedelen. De aarde zal op haar grondvesten daveren, de wereld zal lijden. En ik zie niemand – dat is wat me weerhouden heeft jullie te schrijven – die ons wil gidsen in deze vreselijke tijden, in waarheid, wijsheid, kracht en goedheid, eenvoudigweg met moed en een heldere geest. Niemand.

Deze vaststelling van onvermogen – nooit eerder kwam de uitdrukking zo ten volle tot haar recht – geeft me de gedachte in dat we dus de godsdienst moeten binnengaan, door een nieuwe beslissing en zonder te wachten tot we ertoe uitgenodigd of naartoe gebracht worden door onze leiders, onze priesters, onze herders.

Ik zeg « de godsdienst binnengaan », allereerst in de betekenis van een nieuwe bekering tot God. We moeten de moderne wereld beschouwen als bezeten, als verloren, ons buiten haar afgoderij en verdorvenheid houden, zorgvuldig de staat van genade bewaren, leven voor God, in onszelf een onafgebroken vuur van geloof, vertrouwen en overgave aan God in stand houden, maar ook niet bevreesd zijn voor de morele inspanning, de lasten, het vooruitzicht van harde jaren, misschien zelfs van grote ongelukken en martelaarschap. Het is bittere ernst en het komt eraan.

Maar de godsdienst binnentreden wil eveneens zeggen : onze wederzijdse banden aanhalen, onze banden van gemeenschap, zonder dewelke we niet zullen standhouden. Ik zou hier als voorbeeld willen geven allen die in een vaste, familiale, vruchtbare relatie leven met onze huizen Sainte-Marie en Saint-Joseph, als leden van onze derde orde. Het gaat om een informele gemeenschap, maar ze is groot, uitnodigend en toegankelijk voor allen. Ander voorbeeld : zij die trouwe lezers van de CRC blijven, overtuigd en verstandelijk gepassioneerd door onze leer die heel hun ziel voedt, of zij die zich actief inzetten binnen het bescheiden maar werkzame kader van onze Liga, die een voorafbeelding is van de toekomstige Falanks.

Want voor de moeilijke tijden die komen vind ik onvoldoende, gevaarlijk zelfs en veel te leeg aan verdienste en genade, die kille en beperkte instemming, onophoudelijk in vraag gesteld, die een menigte lezers ons geven. Ze doen dat met een berekende neerbuigendheid, omdat ze hun volledige vrijheid willen bewaren om anders te denken, zich niet te doen opmerken en niets anders te doen dan wat hen aanstaat, vanuit een burgerlijke gemakkelijkheid waarvan Jezus juist helemaal niet houdt, die elke generositeit verstikt, op een moment dat de grote beproevingen voor de deur staan.

Omdat ik noch bisschop, noch pastoor, noch wat dan ook ben, kan ik niemand aanspreken op deze onafhankelijkheid waarachter al te gemakkelijk eigenliefde en lafheid schuilgaan van personen die aan niemand willen gehoorzamen en zich achter geen enkel vaandel willen scharen. Jullie hoeven me niet te antwoorden. Kijk naar Jezus in de kribbe, Jezus op het kruis, Jezus in het tabernakel, mediteer over de gave die Hij jullie schenkt en antwoord Hem dan, Hem persoonlijk, met een vollediger en krachtiger aanhankelijkheid. Dan zullen jullie beschermd zijn tegen de komende storm.

Op de drempel van de jaren 80 zegen ik jullie. Moge Hijzelf jullie zegenen, Hij die ons uitverkozen en voorbestemd heeft om zijn kinderen te zijn in deze tijden van onrust, tot lofbetuiging van zijn Glorie en voor de best mogelijke dienst aan zijn Kerk.

abbé Georges de Nantes
uittreksel uit de Lettre à mes amis nr. 32 van 22 januari 1980