15 NOVEMBER 2015

Het eschatologisch discours

JEZUS verlaat Jeruzalem’s avonds ; de zon schijnt nog. Hij gaat waarschijnlijk slapen. Hij gaat weg uit Jeruzalem, we zijn aan hoofdstuk 24 van Mattheüs, hoofdstuk 13 van Marcus, hoofdstuk 21 van Lucas. Zo heeft Jezus de gelegenheid om zijn apostelen te verduidelijken wat komen gaat. Het zijn de fameuze eschatologische toespraken die pater Prat, in het tweede volume van zijn « Jezus Christus » heel goed betiteld als : Het einde van een wereld en het einde van de wereld. Dat is heel goed gevonden en het is zeer juist.

Het is dus zeer eenvoudig om het dubbel onderricht van Jezus gedurende deze laatste dagen te begrijpen. Zijn woorden kondigen twee dingen aan : de val van Jeruzalem EN de val van de wereld, het einde van de wereld, op hetzelfde moment als de komst van de Mensenzoon.

1. DE BESTRAFFING VAN JERUZALEM – PROFETIE

Vooreerst is de bewening van Jeruzalem absoluut onbetwistbaar ; niemand denkt eraan deze te ontkennen. Ze ligt in de lijn van de verwerping van Jezus door de Farizeeën, door de opstandige Joden, zoals we gezien hebben. Ze is een commentaar van het symbolisch gebaar tegenover de uitgedroogde vijgeboom, een commentaar van weeklacht over Jeruzalem weergegeven door Sint-Lucas op het moment zelf waarop Jezus te Jeruzalem aankomt, op Palmzondag (cf. Lc 19, 28).

Het einde van Jeruzalem is, zoals Pascal zou zeggen, figuratief voor het einde van de wereld ; het einde van Jeruzalem is de voorafspiegeling van wat moet komen en het einde van de wereld is een schaalvergroting van de val van Jeruzalem. Men mag niet denken dat alleen het joodse volk opstandig tegen Christus geweest is. Het joodse volk staat niet tegenover de heidenen zoals de misdaad tegenover de deugd : het joodse volk is een uitzonderlijk beeld van de hele mensheid. Wat het vandaag overkomt, zal morgen de mensheid overkomen.

2. HET EINDE VAN DE WERELD – APOCALYPS

Het einde van de wereld is dus, naar mijn mening, zeer scherp voorzien en aangekondigd door Christus, maar met andere kenmerken dan die van de val van Jeruzalem. Ik vernoem jullie meteen de meest evidente karakteristiek : de val van Jeruzalem kon voorzien worden, de christenen konden bijgevolg voorzorgen nemen – Jeruzalem verlaten – terwijl het einde van de wereld, Jezus zegt het, niet zal kunnen voorzien worden : de Zoon zelf weet niet wanneer het zal gebeuren en het zal zo plots, zo onverwacht gebeuren dat er geen sprake meer van zal zijn voorzorgen te kunnen treffen om eraan te ontsnappen. Er zijn dus verschillende karakteristieken die aantonen dat het wel degelijk om twee verschillende gebeurtenissen gaat.

Hernemen we dus die eschatologische toespraak van Jezus. Na de eerste komst van Christus, die de in het Evangelie vermelde komst van Jezus volgens het vlees is en vervolgens de val van Jeruzalem die er om zo te zeggen het sluitstuk van is, volgt de tweede komst. Tussen deze twee « is het Rijk Gods reeds in uw midden », zei ons Sint-Lucas (17, 20). Maar dat Rijk Gods gaat groeien in vervolgingen, in steeds grotere moeilijkheden, tot de wederkomst (paroesia) en het einde van de wereld. Dat is wat Jezus uitlegt :

« Maar eerst is het nodig dat de Heer lijdt en door deze generatie verworpen wordt. »

Waarover gaat het in deze door Sint-Lucas op schrift gestelde woorden van Jezus ? Dat Christus lijdt en verworpen wordt door deze generatie, dat komt enerzijds door de Joden, dat is de geschiedenis van Christus tijdens zijn eerste komst, maar het is ook, als een voorafbeelding, de geschiedenis van Christus in heel de Kerk door de eeuwen heen. Het is nodig dat Hij lijdt en afgewezen wordt door de ganse mensheid, en dan zal het einde der tijden komen. Dat zal gekenmerkt worden door tekenen :

- De angst van de christenen en het verlangen naar de wederkomst. Het zijn tekenen die naar mijn mening verschillend zijn van die welke de val van Jeruzalem voorafgaan. Ook daar vinden we vervolgingen, haat tussen de naties, vreselijke tekenen, maar dat alles geeft ons de indruk van een vreselijke ontreddering. Allen zullen door angst gegrepen worden voor « tekenen aan zon en aan maan en sterren. En op aarde zullen de volkeren in paniek raken, radeloos door het gebulder van de zee en zijn golven. De mensen zullen het besterven van schrik en spanning om wat de wereld gaat overkomen, want de hemelse machten zullen wankelen » (Lc 21, 25-27).

- Dus lichamelijke maar ook geestelijke ontreddering. Voor die geestelijke ontreddering verwijs ik jullie naar een andere passage van Sint-Lucas, wanneer Jezus, voor de eerste keer, het einde van de wereld heeft voorzegd : « Er zullen tijden aanbreken waarin gij zult verlangen één enkele van de dagen van de Mensenzoon te zien en gij zult die dag niet zien » (Lc 17, 22). Op dit punt lijkt het dat de liefde van velen zal verkoelen, zoals gezegd door Mattheüs (24, 10) : « De liefde van velen zal verkoelen. » En Lucas : « Maar zal de Mensenzoon bij zijn komst het geloof op aarde vinden ? » (Lc 18, 8).

Die uitspraken, zo uiterst precies en beangstigend, tonen ons dat er een tijd zal komen waarop, om zo te zeggen, het Koninkrijk Gods verpletterd zal worden onder de tegenstand van zijn vijanden. En als die dagen niet ingekort zouden worden vraagt men zich zelfs af of er uitverkorenen zullen overblijven. Voor de uitverkorenen zelf zullen die dagen ingekort worden.

De Kerk heeft dat altijd geïnterpreteerd als een algemene geloofsafval die zou optreden aan het einde der tijden en waarover de Apocalyps van Sint-Jan ons grote details geeft.

Lichamelijke ontreddering dus, doorheen stuiptrekkingen, zowel van de mensheid in opstand tegen God als van de ontwrichte natuur. Morele ontreddering ook omdat de christenen niet meer weten aan wie zich toe te vertrouwen. Ze verlangen in hun wanhoop één enkele van de dagen van de Mensenzoon te zien, ze verlangen een of ander teken, een verschijning van Christus, hulp uit de Hemel. Het einde van de wereld betekent dan ook de komst van de Mensenzoon.

3. DE VERSCHIJNING IN DE HEMEL VAN HET TEKEN VAN DE MENSENZOON

Het lijkt er op dat de Mensenzoon in de algemene vervolging, de veralgemeende geloofsafval zal verschijnen. Terwijl alle afvallige volkeren zullen jammeren bij het zien van het Kruis in de hemel – het Kruis dat ze misprezen, vertrappeld, afgewezen hebben – zullen de uitverkorenen op wonderlijke wijze verzameld zijn en zal dat hun bevrijding betekenen. Zo lijkt het te zullen gaan overeenkomstig de door Jezus aangehaalde zegswijze : « Daar waar het aas is, daar verzamelen zich de gieren. » Dat wil niet zeggen dat Jezus een lijk zal zijn, men moet daarin hoegenaamd geen allegorie zoeken. Maar daar waar Hij zal verschijnen, daar waar zijn teken zal verschijnen, zullen de uitverkorenen, als door een wondere gebeurtenis aangetrokken, zich rondom Hem verzamelen.

Het morele besluit van Jezus kennen jullie, namelijk te waken : « Weest dus waakzaam want gij kent noch dag noch uur. » Het is de parabel van de tien maagden : waak en bid.

Maar het ware besluit van deze eschatologische toespraken is dat wat me ertoe brengt nogmaals te zeggen dat het hier niet alleen om de val van Jeruzalem gaat, maar om de wereldwijde repliek ervan : het einde van de wereld, de aankondiging van het Laatste Oordeel. Het besluit van heel dit discours, na te hebben gesproken over het einde van de wereld en de komst van de Mensenzoon, is de mensen uit te leggen hoe alles zal verdeeld zijn tussen goeden en slechten : de enen zullen naar de eeuwige straf gaan en de rechtvaardigen van hun kant zullen het eeuwig leven binnengaan. Dat is het grandioze visioen van Mattheüs (25, 31 e. v.), we kennen het heel goed, ik ga er niet verder op in. Per slot van rekening blijven slechts het Paradijs en de Hel over.

Jezus drijft de angst van de apostelen tot zijn hoogtepunt : het is de ganse wereld die het Evangelie zal verwerpen. Vervolgens wordt dit plots opgelost door de verschijning in majesteit van Christus, die de enen veroordeelt en de anderen opneemt in de Hemel, voor altijd.

Welke ontzaglijke ontwikkeling van de openbaring heeft Jezus tot stand gebracht in twee of drie jaar ! We staan middenin de geschiedenis vermits Sint-Lucas na dergelijke gebeurtenissen vervolgt met een gedachte van een historicus : « Overdag gaf Hij onderricht in de tempel, maar de nachten bracht Hij buiten de stad door op de zogeheten Olijfberg. En’s morgens vroeg kwam heel het volk bij Hem in de tempel om naar Hem te luisteren. »

Dus dat alles is geen droom, het is niet het literaire genre van de Apocalyps zoals men ons al te vaak beschreven heeft, het zijn geen slordige visioenen die geen enkele band meer hebben met de werkelijkheid. Het is de levende Jezus die door zijn volk verworpen zal worden en die aankondigt wat zal volgen. Het Evangelie is werkelijk steeds actueel !

abbé Georges de Nantes
uittreksels uit het commentaar op het Evangelie (S 9)